Page 19 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
9
OMC025005
!
PORTIERSLOTEN
o Het portier wordt vergrendeld enontgrendeld met behulp van een sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de sleutel naar de voorzijde van dewagen te draaien en ontgrendelendoor hem naar de achterzijde van de wagen te draaien. B040C01MC-GXTPortieren van buitenaf afsluiten. De portieren kunnen zonder sleutel worden vergrendeld.Druk hiertoe eerst de vergrende-lingsknop in de "LOCK"-stand, zodat de rode markering op de knop niet meer zichtbaar is, en sluit vervolgenshet portier.
B040B01A-AXT Portieren met behulp van sleutel
afsluiten en openen.
B040A02Y-AXT
WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren kunnen gevaarlijk zijn. Controleer alvorens weg te rijden,vooral als zich kinderen in dewagen bevinden, of alle portieren goed zijn gesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat deportieren tijdens het rijden abusievelijk worden geopend. Bovendien wordt op deze manier, in combinatie met het juiste gebruik van de veiligh-eidsgordels, voorkomen dat inzittenden in geval van een ongeluk naar buiten wordengeslingerd.
o Let er alvorens een portier te openen op dat geen verkeer vanachteren komt.
o Bij een ongeval wordt het portier automatisch ontgrendeld.(Indien gemonteerd)
Vergrendelen
Ontgrendelen
B040C04MC
Page 51 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
41
!
Het systeem van veiligheidsgordels
met gordelspanner bestaat uit de volgende belangrijke onderdelen. De montageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Veiligheidsgordel met
gordelspanner
3. SRS regeleenheid
WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de veiligheidsgordel met gordelspa-nner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af.
De veiligheidsgordel met gordelsp- anner werkt op dezelfde wijze als deveiligheidsgordel met oprolautomaat ELR (Emergency Locking Retractor = noodblokkerings-systeem). Als deauto sterk wordt afgeremd of als de inzittende zich te snel naar voren beweegt, blokkeert de veiligheid-sgordel.Bij een voldoende zware frontaleaanrijding wordt de gordelspannergeactiveerd, waardoor de veiligheid- sgordel strakker tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken.
B180B01MC-GXT Veiligheidsgordel met gordel- spanner (Indien gemonteerd) Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en de voorpa- ssagier.De gordelspanner zorgt er bij eenzware frontale aanrijding voor dat deveiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnenworden geactiveerd met de airbags.
OMG035300
1Airbageenheid voor passagierszijdeAirbageenheid voor bestuurderszijde
B180D01MC
2 3
Page 59 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
49
o Het airbagsysteem kan alleen
worden gebruikt als het contactslot op "ON" staat.Als het airbagsysteem niet juistwerkt, dan:
(1) Gaat de SRI niet branden als het contactslot in de stand"ON" wordt gezet of als de motor is gestart.
(2) Knippert de SRI gedurende één seconde en blijft branden na de ongeveer 6 seconden die volgen op het inschakelen van het contactslot ("ON") of het starten van de motor.
(3) Gaat de SRI branden tijdens
de rit.
Als dit gebeurt, laat dan de auto onmiddellijk door een Hyundai dealer controleren.
o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" worden gedraaid of worden verwijderd. Vervang nooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in de stand "ON' staat. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, gaat de onderhoudsindicatie branden. B990A01MC-GXT AAN/UIT-schakelaar voor
passagiersairbag
(Indien gemonteerd) De passagiersairbag kan worden
uitgeschakeld met de AAN/UIT- schakelaar (1) voor de passagiersairbag als een kinderzitje op de passagiersstoel is geplaatst ofals er niemand op de passagiersstoel zit.
Voor de veiligheid van uw kind moet
de passagiersairbag wordenuitgeschakeld, als het onder zeer bijzondere omstandigheden nodig isom een kinderzitje, waarin het kind naar achteren kijkt, op de passagiersstoel te plaatsen. Passagiersairbag uit- of inschakelen Plaats om de passagiersairbag uit te schakelen de contactsleutel in de ON/ OFF-schakelaar aan de rechterzijde van het dashboard en zet deschakelaar in de stand "OFF". De lamp "passagiersairbag OFF" gaat branden en blijft branden, totdat depassagiersairbag weer wordt ingeschakeld. Inschakelen van de passagiersairbag: plaats de contactsleutel in de ON/OFF-schakelaar en zet de schakelaar in de stand "ON". De lamp "passagiersairbag OFF" dooft.
B990A01MC
(1)
Page 76 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
66
B265C01LZ-AXT
Controlelampen elektronischstabiliteitsprogramma (ESP) (Indien gemonteerd)
De controlelampen van het
elektronisch stabiliteitsprogramma treden in werking afhankelijk van de stand van de contactsleutel en of het systeem is ingeschakeld of niet. Ze gaan branden als het contact wordt
aangezet, maar moeten na drieseconden doven. Indien de controlelampen van het ESP of ESP- OFF blijven branden, ga dan naar eengeautoriseerde Hyundai dealer en laat het systeem controleren. Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie over het ESP. B260S01MC-GXT
Controlelamp
voorgloeien
(Dieselmotor)
De controlelamp gaat oranje branden
als het contactslot in de "ON" stand wordt gedraaid. De motor kan worden gestart nadat de controlelamp voorhet voorgloeien is gedoofd.
De duur van het branden varieert met
de koelvloeistoftemperatuur, luchttemperatuur en conditie van de accu. N.B.:
Als de motor niet na 10 seconden
start, draai dan de contactsleutel eerst in de stand "LOCK", zet hem vervolgens weer in de "START" stand om het opnieuw te proberen.
! LET OP:
Als de voorgloeilamp blijft branden of gaat knipperen nadat het voorgloeien is voltooid of tijdensde rit, laat dan het systeem zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren.
LET OP:
Wanneer het stuur voortdurend van aanslag tot aanslag wordt bewogen, zal dit steeds zwaarder gaan omoverbelasting te voorkomen. Dit is een normale situatie, die zich na verloop van tijd zal herstellen.
!
B260T01TB-GXT Waarschuwings- controlelampelectronischestuurbekrachtiging (EPS)
(Indien gemonteerd)
Deze controlelamp gaat gedurende 4 seconden branden nadat de contactsleutel in stand "ON" isgedraaid. Nadat de motor is gestart, dooft de lamp. De lamp gaat ook branden wanneer er een storing is in het EPS. Laat uw auto door een officiële Hyundai-dealer controleren als de lamp tijdens hetrijden gaat branden.
Page 137 of 250

2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
4
!
SLEUTELSTANDEN
Hierdoor wordt de accu ontladen en kan schade aan hetontstekingssysteem ontstaan.o "ACC" Met de contactsleutel in de stand
"ACC" kunnen de radio en sommige andere elektrische verbruikers worden ingeschakeld.
o "LOCK" In deze stand kan de contactsleutel
worden verwijderd of aangebracht.
Als beveiliging tegen diefstal treedt
het stuurslot in werking als de contactsleutel wordt verwijderd.
N.B.: Draai het stuurwiel iets naar links
en naar rechts om het contact gemakkelijker in stand START te kunnen zetten als het verdraaien van de contactsleutel moeilijk gaat.
SC050A1-FX
o "START" In deze stand wordt de motor gestart.
De startmotor blijft draaien totdat de sleutel wordt losgelaten.
N.B.: Bedien de startmotor niet langer
dan 15 seconden achtereen.
o "ON" In deze stand is de ontsteking
ingeschakeld en kunnen alle elektrische accessoires in werkingworden gesteld. Als de motor niet draait mag de contactsleutel niet in de "ON" stand blijven staan.
WAARSCHUWING:
Als de wagen rijdt mag de motor niet worden afgezet en mag de contactsleutel niet worden ver-wijderd, omdat het stuurslot dan wordt ingeschakeld.
C040A01E
LOCK
ACC
ON
START