Page 65 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
55
o Aan de diverse componenten en
aan de bedrading van het airbagsysteem mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd, terwijl deze ook nietmogen worden losgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan dit persoonlijk letsel tot gevolghebben omdat de airbag abusievelijk in werking kan treden of niet in werking kantreden.
o Op de rechter voorstoel mag
geen veiligheidssysteem voorkinderen worden gemonteerd. Op de voorstoel mag nooit een kinderstoeltje worden geplaatst.Het kind kan letsel oplopen alsde airbag bij een aanrijding wordtgeactiveerd.
o Als componenten van het
airbagsysteem tot schrootworden verwerkt, of als de wagen tot schroot wordt verwerkt, moeten bepaalde veiligheidsvoor-schriften worden opgevolgd. Uw Hyundai dealer is met dezeveiligheidsvoorschriften bekenden kan u de noodzakelijke informatie verstrekken. Als deze voorschriften en procedures nietworden opgevolgd, kan dit persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
o Bij verkoop van de wagen moet de nieuwe eigenaar van dezebelangrijke informatie op dehoogte worden gebracht en moet deze handleiding in de wagen achterblijven als deze aan denieuwe eigenaar wordt overhandigd.
o Bij verkoop van de wagen moet de nieuwe eigenaar van deze belangrijke informatie op dehoogte worden gebracht en moet deze handleiding in de wagen achterblijven als deze aan denieuwe eigenaar wordt overhandigd.
Page 66 of 250
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
56INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN
B260A01MC-GXT Type A
B260A02MC-1
Page 67 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
57
1. Toerenteller
2. Controlelamp richtingaanwijzers
3. Controlelamp niet goed gesloten portier
4. "Passagiersairbag OFF"-lamp (Indien gemonteerd)
5. Controlelamp automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd)
6. Kilometertotaalteller/Dagteller/ Boordcomputer (Indien gemonteerd)
7. Controlelamp startblokkering
8. Snelheidsmeter
9. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter (Dieselmotor)
10. Waarschuwingscontrolelamp elektronisch stuurbekrachtigings-systeem (EPS) (Indien gemonteerd)
11. Controlelamp voorgloeien (Dieselmotor)
12. Koelvloeistoftemperatuurmeter 13. Gordel-waarschuwingslamp
14. Controlelamp laadstroom
15. Controlelamp oliedruk
16. Controlelamp grootlicht
17. Controlelamp airbag systeem (Indien gemonteerd)
18. Controlelamp remsysteem/aangetrokken handrem
19. Controlelamp elektronische motorregeling (MIL)
20. Controlelamp overdrive uitges-chakeld
(Alleen automatische transmissie)
21. Controlelamp geopende achterklep
22. Benzinemeter
23. Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
24. Controlelamp benzinereserve
25. Controlelampen elektonisch stabiliteitsprogramma (ESP)
(Indien gemonteerd)
Page 68 of 250
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
58
B260B01MC-GXT Type B
B260B01MC-1
Page 69 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
59
1. Toerenteller
2. Controlelamp richtingaanwijzers
3. Controlelamp oliedruk
4. Controlelamp automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd)
5. Kilometertotaalteller/Dagteller (Indien gemonteerd)
6. Controlelamp airbag systeem (Indien gemonteerd)
7. Controlelamp elektronische motorregeling (MIL)
8. Snelheidsmeter
9. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter (Dieselmotor)
10. Controlelamp voorgloeien (Dieselmotor)
11. "Passagiersairbag OFF"-lamp (Indien gemonteerd)
12. Controlelamp niet goed gesloten portier
13. Controlelamp laadstroom
14. Controlelamp remsysteem/aangetrokken handrem 15. Gordel-waarschuwingslamp
16. Controlelamp grootlicht
17. Koelvloeistoftemperatuurmeter
18. Benzinemeter
19. Controlelamp overdrive uitges-chakeld
(Alleen automatische transmissie)
20. Controlelamp benzinereserve
21. Controlelamp startblokkering
22. Controlelamp geopende achterklep
23. Waarschuwingscontrolelamp elektronisch stuurbekrachtigings-systeem (EPS) (Indien gemonteerd)
24. Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
25. Controlelampen elektonisch stabiliteitsprogramma (ESP) (Indien gemonteerd)
Page 70 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
60
B260B01JM-AXT
Onderhoudsindicatie
(SRI) van airbagsysteem
(Indien gemonteerd)
De SRS service indicator (SRI) brandt
gedurende 6 seconden nadat het con- tact is aangezet of nadat de motor is gestart. Hierna dooft hij. Deze lamp gaat ook branden als het
SRS niet correct werkt. Als de SRI bijhet aanzetten van het contact niet gaat branden of blijft branden nadat de lamp gedurende ca. 6 secondenheeft geknipperd of tijdens het rijden gaat branden, laat het SRS dan door een geautoriseerde Hyundai dealercontroleren.
INDICATOR EN WAARSCHUWINGSLAMP
B230T02NF-GAT"Passagiersairbag off"-
lamp (Indien gemonteerd)
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
gedurende ongeveer 4 seconden branden nadat het contactslot in de stand "ON" is gezet of nadat demotor is gestart. Vervolgens dooft de lamp na 3 seconden.
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
ook branden als de AAN/UIT- schakelaar voor de passagiersairbagin de stand "OFF" staat en brandt niet als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag in de stand "ON"staat.
LET OP:
Bij een storing in de AAN/UIT- schakelaar voor depassagiersairbag gaat de "passagiersairbag OFF"-lamp niet branden en wordt depassagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ook als de AAN/UIT-schakelaar in de stand"OFF" staat.Als de passagiersairbag OFF-lampniet gaat branden als de ON/OFF-schakelaar voor de passagiersairbag in de OFF-stand wordt gezet, laat dan een Hyundai dealer de ON/OFF-schakelaar en het airbagsysteem zo snel mogelijk controleren.!
Page 71 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
61
!
B260C01A-AXT
Controlelamp overdrive (Alleen automatischetransmissie)
Als de overdriveschakelaar in de stand "ON" staat en de vierde versnelling is ingeschakeld dooft deze controlelamp. Deze controlelamp gaat branden zodrade overdrive-schakelaar in de stand "OFF" staat.
B260P02Y-GXT
Controlelamp ABS
(Indien gemonteerd)
Als de contactsleutel in de stand"ON" wordt gedraaid, zal de controlelamp voor het ABS gaanbranden en na enkele seconden doven. Als de controlelamp blijft branden, gaat branden tijdens het rijdenof niet gaat branden als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat er een stor-ing in het ABS systeem is opgetreden. Laat uw auto in dit geval zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren. Het normale remsysteem blijft echter werken, maar zonder de assistentie van het ABS systeem.
WAARSCHUWING:
Als de waarschuwingslampen voor ABS SRI en handrem/remvlo- eistofpeil beide blijven branden methet contactslot in de stand "ON", of tijdens het rijden gaan branden, betekent dit dat er mogelijk eenstoring is in het EBD systeem (elektronische remkracht-verdeling). Indien dit het geval is moet sterk afremmen worden voorkomen en moet de auto zo snel mogelijk door uw Hyundai dealer wordengecontroleerd. SB210G1-FX
Controlelamp richtingaanwijzers
Als de richtingaanwijzers worden
ingeschakeld gaat deze groene controlelamp knipperen. Als de lampwel brandt, maar niet knippert, sneller knippert dan normaal of niet brandt, geeft dit een storing in de richting-aanwijzerinstallatie aan.
SB210J1-FX Controlelamp grootlicht
Deze controlelamp gaat branden zodra
het grootlicht wordt ingeschakeld of als een lichtsignaal wordt gegeven.
Page 72 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
62
!
Als deze lamp tijdens het rijden gaat branden mag niet meer met de wagenworden gereden. Het remvloeistofpeil in het reservoir is dan beneden het minimum niveau gedaald. Vulremvloeistof bij die voldoet aan de DOT 3 of DOT 4 specificatie. Na het bijvullen kan voorzichtig naar eendealer worden gereden voor nadere controle. Bij een ernstig defect moet de wagen door een sleepbedrijf naareen dealer worden gesleept.Uw Hyundai is voorzien van eendiagonaal gescheiden remsysteem.Als één van beide circuits defect is, wordt de wagen nog op de andere wielen afgeremd. Is dit het geval danis meer kracht voor het remmen vereist en is de remweg langer dan normaal. Bij een defect aan hetremsysteem moet worden terugge- schakeld zodat gebruik wordt gemaakt van het remvermogen van de motor.
SB210L2-FX
Controlelamp handrem/
Remvloeistofpeil
WAARSCHUWING:
Bij storingen aan het remsysteem
moet de oorzaak direct door een Hyundai dealer worden opge- spoord. Het rijden met een defectremsysteem (in het elektrische of hydraulische gedeelte) is uiterst gevaarlijk.
Werking van de controlelamp Deze lamp moet gaan branden als
het contact wordt aangezet, de motor wordt gestart en als de handrem wordt aangetrokken. Na het starten van de motor moet de lamp doven zodra dehandrem wordt vrijgezet. Als de handrem niet is aangetrokken moet de lamp flauw gaan branden bij hetaanzetten van het contact of bij het starten van de motor.
SB210K1-FX
Controlelamp oliedrukLET OP:
Als deze lamp bij draaiende motor
gaat branden moet de motor direct worden afgezet teneinde ernstige motorschade te voor-komen. Dezecontrolelamp gaat branden als de oliedruk te laag is. De lamp gaat branden zodra het contact wordtaangezet, maar moet doven als de motor is gestart. Blijft deze lamp bij draaiende motor branden, danbevindt zich een ernstige storing in het smeersysteem van de motor.
Is dit het geval, dan moet de motor
direct worden afgezet en moet hetoliepeil worden gecontroleerd. Als het oliepeil te laag is, moet devoorgeschreven olie worden bijgevuld en moet de motor opnieuw worden gestart. Als decontrolelamp blijft branden moet de motor direct worden afgezet. Raadpleeg in dat geval een officiëleHyundai dealer.!