Page 17 of 212

15
Instrumentenpaneel
1tijdelijk een melding weergegeven met de
actieradius in mijl of kilometer voordat het starten
van de motor wordt geblokkeerd.
Telkens wanneer het contact wordt ingeschakeld,
wordt deze waarschuwing samen met een
geluidssignaal gegeven.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel mogelijk
bij.
Actieradius minder dan 600 km
Wanneer de drempelwaarde van 600 km is bereikt, gaat dit lampje knipperen en wordt er
een melding weergegeven met de actieradius in mijl
of kilometer voordat het starten van de motor wordt
geblokkeerd.
De waarschuwing wordt herhaald met de nieuwe
actieradius in stappen van 50 km.
Telkens wanneer het contact wordt ingeschakeld,
wordt deze waarschuwing samen met een
geluidssignaal gegeven.
U moet zo snel mogelijk bijvullen, anders is het
reservoir straks helemaal leeg. Dan kan de motor
niet meer worden gestart.
Stilvallen vanwege te weinig AdBlue
®
Bereik van 0 km bereikt: de AdBlue®-tank is
leeg. Een wettelijk vereist startblokkeringssysteem
voorkomt dat de motor kan starten.
Als er geen AdBlue
® wordt bijgevuld in het specifieke
reservoir, kan de motor niet meer worden gestart.
Als u de motor wilt starten, moet u minimaal 5 liter AdBlue® toevoegen. U kunt ook een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats vragen voor het bijvullen.
Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over AdBlue® (BlueHDi-
motoren), in het bijzonder met betrekking tot het
bijvullen.
Als een storing in het SCR- emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Detectie
Het waarschuwingslampje voor de
zelfdiagnose van de motor gaat branden.
Telkens wanneer het contact wordt aangezet,
bevestigen een geluidssignaal en een melding een
storing in de emissieregeling.
Bij een tijdelijke storing verdwijnt de melding zodra
het niveau van de uitlaatgasemissies daalt en weer
aan de norm voldoet.
Maar als er 50 km wordt gereden terwijl het waarschuwingslampje permanent brandt,
wordt de storing bevestigd.
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem ingeschakeld zodra er
400 km sinds deze bevestiging is gereden.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Storing bevestigd
Naast de eerder genoemde indicaties wordt de toegestane actieradius in mijl of kilometer
op het instrumentenpaneel weergegeven. De waarschuwing wordt elke 30 seconden herhaald
met een bijgewerkte actieradius.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
De motor kan mogelijk niet meer worden gestart.
Starten geblokkeerd, na 400 km.
Wanneer er wordt geprobeerd om de motor
te starten, wordt de waarschuwing
geactiveerd en wordt er een melding weergegeven
waarin wordt aangegeven dat het starten van de
motor is geblokkeerd.
Als u de motor weer wilt starten:
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Configuratie van het
voertuig (MODE)
Dit bedieningspaneel biedt toegang tot menu's
waarmee bepaalde functies kunnen worden
aangepast.
Page 18 of 212

16
Instrumentenpaneel
De bijbehorende informatie wordt op het display van
het instrumentenpaneel weergegeven.
Beschikbare talen: Italiaans, Engels, Duits, Frans,
Spaans, Portugees, Nederlands, Braziliaans
Portugees, Pools, Russisch, Turks en Arabisch.
Alle menu's kunnen worden bekeken als het voertuig
een audiosysteem heeft.
Als het voertuig is uitgerust met een audio- en
telematicasysteem op het touchscreen, zijn
sommige menu's alleen beschikbaar via het
bedieningspaneel van het audiosysteem.
Vanwege de veiligheid kunnen sommige menu's alleen worden geopend als het
contact is uitgeschakeld.
Met de toets MODE kunt u het volgende:
–
Menu's en submenu's openen;
–
Uw keuzes binnen een menu bevestigen;
–
Menu's afsluiten.
Als u lang op de toets drukt, gaat u terug naar het beginscherm.
Met de toets kunt u het volgende:
–
Omhoog bladeren binnen een menu;
–
Een waarde verhogen.Met de toets kunt u het volgende:
–
Omlaag bladeren binnen een menu;
–
Een waarde verlagen.
Menu...
Druk op... Submenu... Druk op...Select... Bevestigen
en
afsluitenHiermee kunt u ...
1 Brightness
(helderheid)
VerhogenDe helderheid van het
instrumentenpaneel,
instrumenten en bedieningen
aanpassen (met ingeschakelde
parkeerlichten).
Verlagen
2 Speed beep
(snelheidspiep)
AAN Verhogen Het geluidssignaal op het
moment dat de ingestelde
snelheid wordt overschreden
activeren/deactiveren en de
snelheid instellen.
Verlagen
OFF
Page 19 of 212
17
Instrumentenpaneel
1
Menu...
Druk op...Submenu... Druk op...Select... Bevestigen
en
afsluitenHiermee kunt u ...
3 Headlamp sensor
(koplampsensor)
Verhogen De gevoeligheid van de
helderheidssensor aanpassen
(1 tot en met 3), die ook op de
koplampen werkt
Verlagen
4 Activation of Trip B (rit
B activeren)
AAN Een tweede afstand voor "Rit B"
weergeven.
OFF
5 Traffic sign
(verkeersbord)
AAN De verkeersbordherkenning
activeren / deactiveren.
OFF
6 Time setting (tijd
instellen)
Uren / Minuten Verhogen De klok instellen.
Verlagen
Formaat 24De weergavemodus van de klok
kiezen.
12
7 Date setting (datum
instellen)
Jaar / Maand / Dag Verhogen De datum instellen.
Verlagen
Page 20 of 212
18
Instrumentenpaneel
Menu…
Druk op...Submenu... Druk op...Select... Bevestigen
en
afsluitenHiermee kunt u ...
8 Autoclose
(automatisch
vergrendelen)
AAN Automatisch vergrendelen van
de portieren / deuren bij een
snelheid hoger dan 20 km/h
activeren / deactiveren.
OFF
9 Unit (eenheid)
Afstand km De eenheid voor weergave van
de afstand kiezen.
mijl
Verbruik
mpg (km/l)
De eenheid voor weergave van
het gebruik kiezen.
mpg (l/100 km)
Temperatuur
°C
De eenheid voor weergave van
de temperatuur kiezen.
°F
Bandenspanning. psiDe eenheden voor weergave
van de bandenspanning
selecteren.
bar
kPa
10 Languages (talen)
Lijst met
beschikbare talen De taal voor het display
selecteren.
11 Volume of
announcements (Buzz)
(Volume van meldingen
(zoemer))
VerhogenHet volume van meldingen
of geluidssignalen voor
waarschuwingen verhogen /
verlagen.
Verlagen
Page 21 of 212
19
Instrumentenpaneel
1
Menu…
Druk op...Submenu... Druk op...Select... Bevestigen
en
afsluitenHiermee kunt u ...
12 Service (service)
Service
(km/mijl tot
onderhoudsbeurt) Het resterende aantal
kilometer / mijl tot de volgende
onderhoudsbeurt weergeven.
Olie verversen
(km/mijlen tot olie
verversen) Het resterende aantal mijl /
kilometer tot de volgende keer
olie verversen weergegeven.
13 Daytime running
lamps (dagrijverlichting)
AAN De dagrijverlichting in-/
uitschakelen.
OFF
14 Automatic main
beam headlamps
(automatisch groot licht)
AAN De grootlichtassistent in-/
uitschakelen.
OFF
15 Passenger airbag
(P BAG) (airbag aan
passagierszijde (P
BAG))
AAN Ja De airbag aan passagierszijde
in-/uitschakelen.
Nee
OFF Ja
De airbag aan passagierszijde
uitschakelen.
Nee
Page 22 of 212
20
Instrumentenpaneel
Menu…
Druk op...Submenu... Druk op...Select... Bevestigen
en
afsluitenHiermee kunt u ...
16 Blind spot (dode
hoek)
OFF De parameters van het
dodehoekbewakingssysteem
instellen.
Visueel
Visueel en
geluidssignaal
Max
Auto
17Active Safety Brake
AAN De functie in-/uitschakelen.
OFF
18 Exit menu (menu
afsluiten)
Het menu afsluiten.
Met de pijl omlaag gaat u terug
naar het eerste menu.
Page 23 of 212

21
Instrumentenpaneel
1Audio- en telematicasysteem op het
touchscreen
Met het bedieningspaneel voor het audiosysteem
op het midden van het dashboard kunnen menu's
worden geopend om bepaalde uitrusting aan te
passen.
De bijbehorende informatie wordt op het display op
het touchscreen weergegeven.
De informatie is beschikbaar in 9 talen: Duits,
Engels, Spaans, Frans, Italiaans, Nederlands, Pools,
Portugees en Turks.
Vanwege de veiligheid kunnen sommige menu's
alleen worden geopend als het contact is
uitgeschakeld.
Biedt toegang tot het menu "Settings"
(Instellingen).
Hiermee kunt u omhoog in een menu bladeren of een waarde verhogen.
Hiermee kunt u omlaag in een menu bladeren of een waarde verlagen.
Menu "Instellingen"
1. "Weergave"
2. "Gesproken commando's"
3. "Tijd en datum"
4. "Veiligheid/Assistentie"
5. "Verlichting"
6. "Portieren & vergrendeling"
7. "Audio"
8. "Telefoon/Bluetooth"
9. "Radio-instelling"
10. "Herstel instellingen" om de fabrieksinstellingen
te herstellen.
11 . "Delete pers. data" (persoonsgegevens
wissen) om al uw persoonlijke gegevens met
betrekking tot de Bluetooth-apparatuur uit het
audiosysteem te wissen.
Zie de betreffende hoofdstukken voor meer
informatie over de audio, telefoon, radio en
navigatie.
De instellingen in de submenu's 4 , 5 en 6
zijn afhankelijk van de uitrusting in het
voertuig.
In het submenu "Display" (Display) kunt u het
volgende doen: –
"Languages" (T
alen) selecteren en een van de
hierboven genoemde talen kiezen,
–
"Unit of Measurement" (Maateenheid) selecteren
en het verbruik (mijl/gallon, l/100 km), afstanden
(mijl, km) en temperatuur (°F, °C) instellen,
–
"T
rip B display" (Weergave traject B) selecteren
om traject B van de boordcomputer in of uit te
schakelen (aan, uit).
In het submenu "Safety/Assistance" (Veiligheid/
Assistentie) kunt u het volgende doen:
–
"Parkview Camera" (Parkview-camera) en
daarna de "Reversing camera" (Achteruitrijcamera)
selecteren om deze in of uit te schakelen (On, Off),
–
"Parkview camera" (Parkview-camera), daarna
"Vertraging camera" (Camera delay) selecteren om
het display 10 seconden vast te houden of tot 18
km/u in of uit te schakelen) (aan, uit),
–
"T
raffic Sign" (Verkeersbord) selecteren om deze
in of uit te schakelen (aan, uit),
–
"Passenger airbag" (Passagiersairbag) selecteren
om deze in of uit te schakelen (aan, uit).
In het submenu "Lights" (Verlichting) kunt u het
volgende doen:
–
"Daytime running lamps" (Dagrijverlichting)
selecteren om deze in of uit te schakelen (aan, uit),
–
"Auto. main beam headlamps" (Automatisch groot
licht) om deze functie in of uit te schakelen (aan, uit),
– "Headlamp sensor" (Koplampsensor) selecteren
om de gevoeligheid aan te passen (1, 2, 3).
In het submenu "Doors & locking" (Portieren &
vergrendeling) kunt u het volgende doen:
–
"Autoclose" (Automatische sluiten) selecteren om
deze functie in of uit te schakelen (aan, uit).
Page 24 of 212

22
Instrumentenpaneel
Datum en tijd instellen
Met het bedieningspaneel MODE
► Druk op de toets "MODE".
►
Selecteer het menu "T
ime setting" (Tijd instellen)
om het formaat voor de tijd en datum (24 uur of 12
uur) in te stellen of het menu "Date setting" (Datum
instellen) om de dag, maand en jaar in te stellen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de configuratie van het voertuig (MODE).
Het audio- en telematicasysteem op het
touchscreen gebruiken
In het submenu "Clock and Date" (Klok en datum)
kunt u:
►
"T
ime setting and format" (Tijd en formaat
instellen) selecteren om de uren, minuten en
seconden in te stellen en het formaat (24 uur, 12 uur
met am of pm) te kiezen.
►
"Date setting" (Datum instellen) selecteren om
dag, maand en jaar in te stellen.
Als u de tijd handmatig wilt instellen, moet "Time Synchro" (Tijd synchroniseren)
worden uitgeschakeld (uit).
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (zoals
actieradius, actueel brandstofverbruik en gemiddeld
brandstofverbruik).
Deze functie is niet beschikbaar bij elektrische voertuigen.
► Druk op de toets TRIP op het uiteinde van de
ruitenwisserhendel voor toegang tot de informatie
van de boordcomputer.
Actieradius
Dit is de afstand die u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt afleggen, afhankelijk van
het gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde
kilometers.
Afstand A
Dit is de afstand die is afgelegd sinds de laatste keer
dat de waarde in de boordcomputer op nul is gezet.
Gemiddeld verbruik A
Dit is het gemiddelde verbruik sinds de laatste keer
dat de waarde in de boordcomputer op nul is gezet.
Huidig verbruik A
Dit is het gemiddelde verbruik van de laatste
seconden.
Gemiddelde snelheid A
Dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste keer
dat de waarde in de boordcomputer op nul is gezet
(met het contact ingeschakeld).
Duur rit A Dit is de totale tijd sinds de laatste keer dat de
waarde in de boordcomputer op nul is gezet.
Als TRIP B is geactiveerd in het menu MODE:
–
Afstand B
–
Gemiddeld verbruik B
–
Gemiddelde snelheid B
–
Duur rit B
Tachograaf
Als uw voertuig is voorzien van dit systeem, dan
worden alle gegevens over het voertuig op dit
apparaat en op een geplaatste geheugenkaart
opgeslagen.
Bijvoorbeeld aan het begin van elke rit of schakelen.
Wanneer er een geheugenkaart is geplaatst, dan
kunnen alle gegevens:
–
Op het scherm van de tachograaf worden
weergegeven;
–
W
orden afgedrukt;
–
V
ia een interface naar externe opslagmedia
worden overgebracht.
Zie voor meer informatie de documentatie van de
fabrikant van de tachograaf.