Page 137 of 212

135
In geval van pech
8De motor met een hulpaccu en
startkabels starten
Start de motor nooit als er een acculader is aangesloten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12 V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (zoals
audiosysteem, ruitenwissers en verlichting) van
beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor (zoals
ventilator en riemen) bevinden.
Maak de plusklem (+) niet los bij draaiende
motor.
Het starten van de motor met een andere accu moet
in de motorruimte worden gedaan.
►
Open de motorkap.
A. Positieve metalen aansluitklem op het voertuig
B. Hulpaccu
C.Massapunt van het voertuig
De positieve metalen klem A is toegankelijk via een
klep op de zijkant van de zekeringkast.
Alleen aansluiten op de aangegeven klemmen en zoals hierboven afgebeeld.
Wanneer dit niet wordt aangehouden, bestaat er
kans op kortsluiting!
Bij een dieselmotor
► Sluit de rode kabel aan op de metalen klem (A),
daarna op de positieve klem (+) van de hulpaccu
( B ).
►
Sluit een uiteinde van de groene of zwarte kabel
aan op de negatieve (-) klem van de hulpaccu (B ).
►
Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte
kabel aan op het massapunt (C ) van uw voertuig.
►
Stel de startmotor in werking en laat de motor
draaien.
►
W
acht totdat de motor stationair draait en haal
dan de kabels los.
Met elektromotor
► Sluit de rode kabel aan op de metalen klem (A),
daarna op de positieve klem (+) van de hulpaccu
( B ).
►
Sluit een uiteinde van de groene of zwarte kabel
aan op de negatieve (-) klem van de hulpaccu (B ).
►
Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte
kabel aan op het massapunt (C ) van uw voertuig.
►
Start de elektromotor
.
►
Koppel de groene of zwarte kabel los van het
massapunt (C ) van uw voertuig.
►
Koppel de rode kabel los van de metalen
aansluitklem (A ) van uw voertuig.
►
Laat het voertuig minimaal 20 minuten draaien.
Laden met behulp van een
acculader
► Toegang tot de accu, linksvoor onder de vloer.
► Maak de accukabels los.
►
V
olg de aanwijzingen van de fabrikant van de
acculader.
►
Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met
de negatieve klem (-).
►
Controleer of de klemmen schoon zijn.
Als ze
zijn bedekt met sulfaat (witte of groene afzetting),
verwijder ze en maak ze schoon.
Laad de accu uitsluitend op in een goed geventileerde ruimte, ver van open vuur of
andere bronnen van vonken, om elk risico van
brand- of explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer een bevroren accu niet op te laden;
deze moet eerst worden ontdooid om de kans op
Page 138 of 212

136
In geval van pech
explosies te vermijden. Als de accu is bevroren
voordat u deze oplaadt, laat de accu dan
nakijken door een specialist; deze controleert of
de componenten binnenin niet zijn beschadigd en
er geen barsten in de behuizing zitten, omdat de
kans op lekkage van het giftige en corroderende
zuur bestaat.
Laad de accu langzaam ongeveer maximaal 24
uur bij een lage stroomsterkte op om schade aan
de accu te voorkomen.
Deze sticker hoort bij het Stop & Start-systeem en geeft aan dat er een speciale 12
V-loodaccu is gebruikt die alleen door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats mag worden losgekoppeld en/of
vervangen.
Wanneer een PEUGEOT-dealer of gekwalificeerde werkplaats de accu heeft
teruggeplaatst, werkt het Stop & Start-systeem
pas weer als het voertuig langere tijd achter
elkaar heeft stilgestaan; hoe lang dit duurt, is
afhankelijk van temperatuur en de laadtoestand
van de accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).
Slepen
Algemene aanwijzingenHoud u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto
hoger is dan van de auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet
beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond
altijd een goedgekeurde sleepstang; kabels,
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met uitgeschakelde
motor, werken ook de rem- en stuurbekrachtiging
niet.
Neem contact op met een professioneel bergingsbedrijf:
–
Als de auto is gestrand op de autosnelweg of
autoweg.
–
Als het niet mogelijk is de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de parkeerrem vrij te zetten.
–
Als het bij een auto met automatische
transmissie niet mogelijk is om deze te slepen
met draaiende motor.
–
Bij het slepen met slechts twee wielen op de
grond.
–
Bij auto's met vierwielaandrijving.
–
Bij het ontbreken van een goedgekeurde
sleepstang.
Het voertuig moet in de vrijloop worden gezet voordat het wordt gesleept.
ElektromotorEen elektrisch voertuig mag nooit worden
gebruikt om een ander voertuig te slepen.
Het voertuig mag echter wel worden gebruikt om
bijvoorbeeld een ander voertuig uit een greppel
te trekken.
Page 139 of 212
137
In geval van pech
8Beperkingen bij slepen
Type voertuig
(motor / versnellingsbak) Voorwielen op de grond Achterwielen op de grond
Dieplader4 wielen op de grond met
sleepstang
Verbrandingsmotor /
Handgeschakeld
Elektrisch
Uw voertuig slepen
Het afneembare sleepoog bevindt zich in de
gereedschapskist onder de passagiersstoel voor.
►
Haal de afdekking los met een plat gereedschap.
► Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
► Bevestig de goedgekeurde trekhaakkogel op het
afneembare sleepoog.
►
Zet de hendel in neutraal.
Als u dit niet doet, is het mogelijk dat bepaalde onderdelen van het remsysteem
beschadigd raken en dat de rembekrachtiger na
het starten niet meer werkt.
Een ander voertuig slepen
Het vaast sleepoog bevindt zich rechts onder de
bumper.
►
Bevestig de goedgekeurde trekhaakkogel op het
vaste oog.
Page 140 of 212

138
Technische gegevens
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
Motoren
De technische gegevens van de motor van uw auto
zijn op het kentekenbewijs en in de commerciële
documentatie vermeld.
Alleen de waarden die beschikbaar waren op het
moment van publicatie zijn in de tabellen vermeld.
Neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of
gekwalificeerde werkplaats als u de ontbrekende
waarden wilt weten.
Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde,
onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in
de Europese regelgeving (Richtlijn 1999/99/EG).
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten en aanhangergewichten van de auto
zijn op het kentekenbewijs van uw auto en in de
commerciële documentatie vermeld.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het maximaal toelaatbare treingewicht (GTW) en
de aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000 meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter
hoogte met 10% te worden verminderd.
De aanbevolen kogeldruk is het gewicht dat op de
trekhaakkogel mag rusten.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om
de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur hoger dan 37 °C is, moet het
aanhangergewicht worden verlaagd.
Het trekken van een aanhanger, ook met een licht beladen auto, kan een negatief
effect op de wegligging hebben.
Met een aangekoppelde aanhanger heeft de auto
een langere remweg.
Wanneer de auto een aanhanger trekt, mag
u nooit sneller dan 100 km/h of de plaatselijk
geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk
90 km/h) rijden.
Page 141 of 212
139
Technische gegevens
9Dieselmotoren
Euro 6.3-dieselmotoren
Motoren2.2 BlueHDi 120 S&S2.2 BlueHDi 140 S&S2.2 BlueHDi 165 S&S
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6
versnellingen (BVM6) Handgeschakeld, 6
versnellingen (BVM6) Handgeschakeld, 6
versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cc) 2.1972.1972.197
Max. vermogen - EC-norm (kW) 88103 121
Brandstof DieselDieselDiesel
Euro 6.1-dieselmotoren
Motoren 2.0 BlueHDi 1302.0 BlueHDi 160
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6) Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cc) 1.9971.997
Max. vermogen - EC-norm (kW) 96120
Brandstof DieselDiesel
Euro 4- / Euro 5-dieselmotoren
(Afhankelijk van het land waar het voertuig is verkocht)
Motoren 2.2 HDi 130
2.2 e-HDi 130 2.2 HDi 150
2.2 e-HDi 150
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6) Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cc) 2.1982.198
Max. vermogen - EC-norm (kW) 9611 0
Brandstof DieselDiesel
Page 142 of 212
140
Technische gegevens
Elektromotor
Modelcodes:
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar treingewicht) (kg)
helling max. 10 % of 12 %0
Aanhanger ongeremd (kg) 0
Maximale kogeldruk (kg) 0
Elektromotor
TechnologieSynchroon met permanente magneten
Max. vermogen: EC-standaard (kW)/(pk) 90/120
Tractiebatterij
Technologie Lithiumion
Geïnstalleerde capaciteit (kWh) 37 of 70.
Versneld opladen Mode 3
Wisselstroomspanning (AC)
Stroomsterkte (A) 230 (eenfase- of driefasenstroom)
16 of 32.
Snelladen Mode 4
Gelijkstroomspanning (DC) 400
Page 143 of 212
141
Technische gegevens
9Gewichten en aanhangergewichten
In deze tabellen staan de goedgekeurde gewichten (in kg) volgens de afmetingen en aanduidingen van het voertuig.
Minibus
AfmetingenAanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewichtAanhanger ongeremd Maximale kogeldruk
L3 H2 4404.005XX
L4 H2 4424.250XX
Voor de Combi-uitvoeringen is het maximale gewicht voor aanhanger geremd (binnen de limiet van het maximaal brutovoertuiggewicht), op een helling van 10% of
12%: 2.500 kg.
Combi met 5-6 zitplaatsen
AfmetingenAanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewichtAanhanger ongeremd Maximale kogeldruk
L1 H1 3303.000750150*/100**
333 3.300750150*/100**
L2 H2 3333.300750150*/100**
435 3.500750150*/120**
Combi met 7-8-9 zitplaatsen
AfmetingenAanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewichtAanhanger ongeremd Maximale kogeldruk
L1 H1 3303.150750150*/100**
* Alleen Euro 6.3.
** Behalve Euro 6.3.
Page 144 of 212
142
Technische gegevens
Combi met 7-8-9 zitplaatsen
AfmetingenAanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewichtAanhanger ongeremd Maximale kogeldruk
L2 H2 3333.300750150*/100**
Bestelwagen
AfmetingenAanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewichtAanhanger ongeremd Maximale kogeldruk
L1 H1 3282.800750150*
/100**
330 3.000750150*/100**
333 3.300750150*/100**
335 3.500750150*/100**
435 3.500750150*/120**
440 4.005750150*/120**
L1 H2 3303.000750150*/100**
333 3.300750150*/100**
335 3.500750150*/100**
L2 H1 3303.000750150*/100**
333 3.300750150*/100**
335 3.500750150*/100**
435 3.500750150*/120**
* Alleen Euro 6.3.
** Behalve Euro 6.3.