Page 249 of 476

249
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Wanneer de systemen in de auto (bij-
voorbeeld Speed Limit Info) een andere
snelheidslimiet voor de weg detecteren,
kan deze waarde als nieuwe snelheids-
limiet worden ingesteld voor de vol-
gende systemen:
Handbediende snelheidsbegrenzer.
Cruise control.
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
De gedetecteerde snelheidslimiet wordt
voorgesteld als nieuwe ingestelde snel-
heid. Het betreffende systeem moet zijn
ingeschakeld om de voorgestelde snel-
heid als ingestelde snelheid te gebrui-
ken. Via Toyota Supra Command:
1
“My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Speed Assistant” (snelheidsassis-
tent)
Er wordt een melding op het instrumen-
tenpaneel weergegeven als het sys-
teem en de cruise control zijn
ingeschakeld.
Speed Limit Assist
Principe
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Vanwege de beperkin-
gen van het systeem kan het niet op elke
verkeerssituatie afzonderlijk op de juiste
wijze reageren. Er bestaat een kans op
ongevallen. Pas uw rijstijl aan de omstan-
digheden op de weg aan. Houd de ver-
keerssituatie in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
De gewenste snelheid kan abusievelijk
verkeerd ingesteld of opgeroepen worden.
Er bestaat een kans op ongevallen. Houd
bij het instellen van de snelheid rekening
met de omstandigheden op de weg. Houd
de verkeerssituatie in de gaten en grijp in
als de situatie dit vereist.
Overzicht
Toetsen op het stuurwiel
ToetsFunctie
Handmatig instellen op de
voorgestelde snelheidslimiet.
In-/uitschakelen en instellen
Weergave op het
instrumentenpaneel
SymboolFunctie
Het controlelampje gaat bran-
den in combinatie met het
symbool voor het snelheids-
regelingssysteem:
Speed Limit Assist is actief en
de gedetecteerde snelheidsli-
mieten kunnen handmatig
worden geselecteerd voor het
weergegeven systeem.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 249 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 250 of 476

250
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
In de handbediende modus kan een
gedetecteerde snelheidslimiet handma-
tig als ingestelde snelheid voor de
cruise control worden geselecteerd.
U kunt de voorgestelde snelheidslimiet
exact overnemen, maar ook met een
tolerantie van –15 km/h tot +15 km/h.
Via Toyota Supra Command:
1
“My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Speed Assistant” (snelheidsassis-
tent)
4 “Adjust speed limits” (snelheidsli-
mieten instellen) 5
Bevestig de gew enste instelling.
De Speed Limit Assist werkt op basis
van het Speed Limit Info-systeem.
Houd rekening met de beperkingen van
het Speed Limit Info-systeem, zie
blz. 176.
In bepaalde landen kunnen weergege-
ven snelheidslimieten niet of slechts
gedeeltelijk worden overgenomen, bij-
voorbeeld in combinatie met snelheids-
informatie van het navigatiesysteem.
Cruise control zonder afstandsrege-
ling: afhankelijk van het systeem kun-
nen snelheidslimieten mogelijk niet
automatisch worden overgenomen.
Snelheidslimieten die verderop van
kracht worden, worden mogelijk alleen
overgenomen voor de Dynamic Radar
Cruise Control.
Het systeem reageert mogelijk niet op
snelheidslimieten al s het navigatiesys-
teem de positie van de auto niet met
zekerheid kan vaststellen.
Parking Sensors helpt u bij het parke-
ren van de auto. Wanneer objecten
voor of achter de auto langzaam wor-
den genaderd, wordt de bestuurder hier
door geluidssignalen en een weergave
op het regeldisplay op geattendeerd.
Afhankelijk van de uitvoering: objecten
aan de zijkant van de auto die worden
gedetecteerd door de ultrasoonsenso-
ren aan de zijkant kunnen ook worden
Gedetecteerde andere snel-
heidslimiet die direct van
kracht is.
Een afstandsvermelding naast
het symbool geeft een eventu-
ele aanstaande wijziging van
de snelheidslimiet aan.
Controlelampje brandt groen:
de gedetecteerde snelheidsli-
miet kan worden geselec-
teerd met de toets SET.
Zodra de snelheidslimiet is
geselecteerd, wordt een
groen vinkje weergegeven.
De gedetecteerde
snelheidslimiet handmatig
selecteren
Druk op de toets als het symbool
SET in het wit wordt weergege-
ven.
De ingestelde snelheid
aanpassen
SymboolFunctie
Beperkingen van het systeem
Parking Sensors
Principe
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 250 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 251 of 476

251
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
gemeld door de flankbeschermings-
functie, zie blz. 254.
De ultrasoonsensoren waarmee de
afstand tot objecten wordt gemeten
bevinden zich in de bumpers en, afhan-
kelijk van de uitvoering, aan de zijkant
van de auto.
De reikwijdte van deze sensoren
bedraagt ongeveer 2 m, afhankelijk van
het object en de omgevingscondities.
Zodra de auto minder dan ongeveer 70
cm van een object is verwijderd en een
aanrijding hiermee dreigt, klinkt een
geluidssignaal.
Bij objecten achter de auto klinkt het
geluidssignaal al eerder, zodra de
afstand minder is dan ongeveer 1,50 m.
Voor een optimale werking:
Zorg dat de sensoren niet worden
afgedekt door bijvoorbeeld stickers
of een fietsendrager.
Houd de sensoren schoon.
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Vanwege de beperkin-
gen van het systeem kan het niet op elke
verkeerssituatie afzonderlijk op de juiste
wijze reageren. Er bestaat een kans op
ongevallen. Pas uw rijstijl aan de omstan-
digheden op de weg aan. Houd de ver-
keerssituatie in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Als Parking Sensors is geactiveerd en met
een hoge snelheid wordt gereden, kan het
door de fysieke omstandigheden voorko-
men dat u te laat wordt gewaarschuwd. Er
bestaat een kans op letsel of schade.
Matig uw snelheid bij het naderen van een
object. Rijd voorzichtig weg zolang Par-
king Sensors nog niet actief is.
Overzicht
Toets in de auto
Toets Parking Assist-systeem
Ultrasoonsensoren
Deze ultrasoonsensoren van
Parking Sensors zijn bijvoor-
beeld in de bumpers aange-
bracht.
Voorwaarden voor werking
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 251 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 252 of 476

252
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Het systeem wordt in de volgende situ-
aties automatisch ingeschakeld:
Als de selectiehendel in stand R
wordt gezet bij draaiende motor.
Afhankelijk van de uitvoering: bij het
naderen van gedetecteerde objec-
ten, als de snelheid lager is dan
ongeveer 4 km/h. De activeringsaf-
stand is afhankelijk van de situatie.
Het automatisch inschakelen van het
systeem bij de detectie van objecten
kan worden in- of uitgeschakeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Parking” (parkeren)
4 Indien van toepassing: “Automatic
Parking Sensors activation” (auto-
matisch inschakelen Parking Sen-
sors)
5 “Automatic Parking Sensors active.”
(automatisch inschakelen Parking
Sensors actief)
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebr uikte bestuurders-
profiel.
Afhankelijk van de uitvoering wordt ook
de weergave van de desbetreffende
camera ingeschakeld. Het systeem wordt uitgeschakeld zodra
een bepaalde afstand of snelheid wordt
overschreden.
Schakel het systeem indien nodig
opnieuw in.
Aan: de led gaat branden
Uit: de led gaat uit.
De beelden van de achteruitrijcamera
worden weergegeven als de achteruit-
versnelling is ingeschakeld en op de
toets van het Park ing Assist-systeem
wordt gedrukt.
■Algemeen
Bij het naderen van een object wordt de
positie daarvan door een onderbroken
geluidssignaal aangegeven. Als bij-
voorbeeld een object links achter de
auto wordt genaderd, klinkt het geluids-
signaal vanuit de luidspreker links ach-
ter.
Hoe kleiner de afstand tot het object
wordt, hoe korter de intervallen tussen
de pieptonen worden.
Zodra de afstand to t een gedetecteerd
object korter is dan ongeveer 25 cm,
klinkt het geluidssignaal ononderbro-
ken.
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Automatisch uitschakelen bij vooruitrij-
den
Afhankelijk van de uitrusting: handma-
tig in-/uitschakelen
Druk op de toets van het Parking
Assist-systeem.
Waarschuwing
Geluidssignalen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 252 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 253 of 476

253
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Als zich gelijktijdig zowel voor als ach-
ter de auto objecten op een afstand van
minder dan ongeveer 25 cm bevinden,
klinkt een afwisselend ononderbroken
geluidssignaal.
Het onderbroken of ononderbroken
geluidssignaal stopt als de selectiehen-
del in stand P wordt gezet.
Als de auto stilstaat, stopt het onderbro-
ken geluid na korte tijd.
■Volumeregeling
Het volume van het geluidssignaal van
Parking Sensors kan worden ingesteld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Sounds” (geluiden)
4 “Volume settings” (volume-instellin-
gen)
5 “Parking Sensor” (Parking Sensors)
6 Stel de gewenste waarde in.
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebr uikte bestuurders-
profiel.
De nadering van een object wordt
weergegeven op het regeldisplay. Ver- der verwijderde objecten worden al
weergegeven voordat een geluidssig-
naal klinkt.
Deze weergave verschijnt zodra Par-
king Sensors wordt geactiveerd.
Het detectiegebied van de sensoren
wordt in de kleuren groen, geel en rood
weergegeven als er objecten binnen dit
gebied worden gedetecteerd.
Er worden koerslijnen weergegeven om
het inschatten van de benodigde ruimte
te vergemakkelijken.
Als de beelden van de achteruitrijca-
mera worden weergegeven, kan wor-
den overgeschakeld naar het scherm
van Parking Sensors of, indien nodig,
naar een ander scherm met obstakel-
markeringen:
1
Duw de controller indien nodig naar
links.
2 Bijvoorbeeld “Parking sensors”
(Parking Sensors)
RCTA-functie (Rear Cross Traffic Alert),
zie blz. 260: afhankelijk van de uitrus-
ting wordt in de weergave voor Parking
Sensors ook gewaarschuwd voor voer-
tuigen die voor of achter de auto vanaf
de zijkant naderen.
De noodremfunctie van Parking Sen-
sors voert bij een dreigende aanrijding
een noodstop uit.
Visuele waarschuwing
Afhankelijk van de uitvoering:
noodremfunctie, Parking
Sensors met noodremfunctie
Principe
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 253 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 254 of 476

254
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Vanwege de beperkingen van het sys-
teem kan een aanrijding niet onder alle
omstandigheden worden voorkomen.
De functie is beschikbaar wanneer
langzamer dan stapvoets achteruit
wordt gereden of gerold.
De remingreep kan worden onderbro-
ken door het gaspedaal in te trappen.
Nadat de auto door de noodremfunctie
tot stilstand is gebracht, is het mogelijk
om langzaam verder te rijden richting
het obstakel. Trap daarvoor het gaspe-
daal voorzichtig in.
Als het gaspedaal dieper wordt inge-
trapt, trekt de auto op de normale
manier op. U kunt op elk moment zelf
remmen.
Het systeem maakt gebruik van de
ultrasoonsensoren van Parking Sen-
sors en het Parking Assist-systeem.
Via Toyota Supra Command:
1
“My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Parking” (parkeren) 4
“Active PDC emergency interven-
tion” (noodremfunctie parkeerhul-
psysteem actief)
5 “Active PDC emergency interv.”
(noodremfunctie parkeerhulpsys-
teem actief)
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebruikte bestuurders-
profiel.
Het systeem waarschuwt voor obsta-
kels aan de zijkant van de auto.
Het systeem maakt gebruik van de
ultrasoonsensoren van Parking Sen-
sors en het Parking Assist-systeem.
Er worden obstakelmarkeringen weer-
gegeven aan de zijkanten van de auto
ter bescherming van de flanken.
Gekleurde markeringen: waarschu-
wing voor gedetecteerde obstakels.
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Er bestaat een kans
op ongevallen. Pas uw rijstijl aan de
omstandigheden op de weg aan. Houd
altijd de verkeerssituatie en de omgeving
van de auto in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
Inschakelen/uitschakelen van het
systeem
Afhankelijk van de uitvoering:
flankbescherming
Principe
Algemeen
Display
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 254 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 255 of 476

255
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Grijze markeringen, gearceerd vlak:
er zijn geen obstakels gedetecteerd.
Geen markeringen, zwart vlak: de
omgeving van de auto is nog niet
gescand.
Het systeem toont alleen stilstaande
obstakels die bij het langsrijden al zijn
gedetecteerd door de sensoren.
Als een obstakel vervolgens van plaats
verandert, wordt dit niet gedetecteerd
door het systeem. Als de auto enige tijd
stilstaat, worden de markeringen zwart.
Het gebied naast de auto moet dan
opnieuw worden gescand.
Bepaalde omstandigheden en objecten
kunnen de ultrasone metingen bemoei-
lijken, zoals:
Kleine kinderen en dieren.
Personen die bepaalde soorten kle-
ding dragen, zoals een dikke jas.
Een verstoring van het ultrasone sig-
naal door bijvoorbeeld passerende
voertuigen of lawaaiige machines.
Met vuil of ijs bedekte, beschadigde
of verkeerd afgestelde sensoren.
Bepaalde weersomstandigheden,
zoals een hoge luchtvochtigheid,
regen, sneeuw, extreme hitte of een
sterke wind.
Dissels van aanhangers en trekha-
ken van andere voertuigen.
Dunne of wigvormige objecten.
Bewegende objecten.
Zich op een hogere plaats bevin-
dende uitstekende voorwerpen,
zoals muren met een overstek.
Objecten met hoeken, randen en
gladde vlakken.
Objecten met smal le vlakken of
structuren, zoals hekken.
Objecten met poreuze vlakken.
Kleine en lage objecten, zoals
dozen.
Obstakels en personen aan de rand
van de rijstrook.
Zachte of met schuim omhulde
obstakels.
Planten en struiken.
Reeds aangegeven lage objecten,
zoals stoepranden, kunnen in het
blinde bereik van de sensoren
terechtkomen voordat of nadat een
ononderbroken geluidssignaal klinkt.
Het systeem houdt geen rekening
met uit de auto stekende lading.
Beperkingen van de flankbescherming
Beperkingen van het systeem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door werkingslimieten van het systeem
kan het voorkomen dat het systeem hele-
maal niet, te laat, onjuist of ten onrechte
reageert. Er bestaat een kans op ongeval-
len en schade. Houd rekening met de
informatie over de beperkingen van het
systeem en grijp indien nodig actief in.
Beperkingen van de ultrasone
metingen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 255 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 256 of 476

256
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Onder de volgende omstandigheden
kan het voorkomen dat het systeem
een waarschuwing geeft terwijl zich
geen obstakel in het detectiebereik
bevindt:
Bij zware regenval.
Als de sensoren erg vuil of bedekt
met ijs zijn.
Als de sensoren zijn bedekt met
sneeuw.
Op een slecht wegdek.
Op een ongelijkmatig wegdek, bij-
voorbeeld op een verkeersdrempel.
In grote, rechthoekige gebouwen
met gladde muren, zoals een onder-
grondse parkeergarage.
In autowasplaatsen en -wasstraten.
Bij een sterke opeenhoping van uit-
laatgassen.
Bij verstoring door andere ultrasone
signalen, zoals van veegmachines,
stoomreinigers en neonverlichting.
Schakel om vals alarm te voorkomen
(bijvoorbeeld in een automatische was-
straat, zie blz. 252), het automatisch
activeren van Parking Sensors bij
detectie van obstakels uit.
Er wordt een voertuigmelding weerge-
geven. Er is een storing opgetreden in Parking
Sensors. Laat het
systeem nakijken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De achteruitrijcamera helpt bij het ach-
teruit inparkeren en bij het manoeuvre-
ren. Hiertoe worden de beelden van de
omgeving achter de auto op het regel-
display weergegeven.
Vals alarm
Storing
Er wordt een wit symbool weer-
gegeven en het detectiegebied
van de sensoren wordt donker
weergegeven op het regeldis-
play.
Achteruitrijcamera
Principe
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Er bestaat een kans
op ongevallen. Pas uw rijstijl aan de
omstandigheden op de weg aan. Houd
altijd de verkeerssituatie en de omgeving
van de auto in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 256 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM