Page 281 of 476
5
281
Handleiding Supra
5
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOORHET RIJDEN
.5-1. AANWIJZINGEN VOOR
HET RIJDEN
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..................... 282
Brandstof besparen ............... 288
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 281 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 282 of 476

282
Handleiding Supra5-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
5-1.AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
Bewegende onderdelen moeten op
elkaar inlopen.
Door het naleven van de volgende aan-
wijzingen worden de levensduur en effi-
ciëntie van de auto vergroot.
Gebruik de launch control niet tijdens
het inrijden, zie blz. 158.
Overschrijd het maximale toerental en
de maximumsnelheid niet:
Voor benzinemotoren: 4.500
omw/min en 160 km/h.
Vermijd indien mogelijk gebruik van de
kickdown en rijden met volledige bela-
ding.
Het toerental en de snelheid kunnen
geleidelijk worden verhoogd.
Als gevolg van het productieproces
leveren nieuwe banden niet direct de
maximale grip.
Rijd de eerste 300 km gematigd.
Voorzorgsmaatregelen
voor het rijden
Uitrusting
Inrijden
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Nieuwe onderdelen en componenten kun-
nen ervoor zorgen dat veiligheids- en rijas-
sistentiesystemen vertraagd reageren. Er
bestaat een kans op ongevallen. Rijd
gematigd en reageer vroegtijdig, indien
nodig, nadat nieuwe onderdelen zijn
geplaatst of als de auto nieuw is. Houd u
aan de inrijprocedures voor de betreffende
onderdelen en componenten.
Motor, versnellingsbak en
differentieel
De eerste 2.000 km
Vanaf 2.000 km
Banden
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 282 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 283 of 476

283
5
Handleiding Supra 5-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Remschijven en -blokken bereiken pas
na ongeveer 500 km hun volledige wer-
king. Rijd gematigd tijdens deze inrijpe-
riode.
Houd u wederom aan de inrijprocedu-
res als de eerdergenoemde componen-
ten opnieuw zijn vervangen.
Het roetfilter vangt roetdeeltjes op. De
roetdeeltjes worden op hoge tempera-
turen verbrand, zodat het roetfilter
indien nodig gereinigd wordt.
Remsysteem
Na het plaatsen van nieuwe
onderdelen
Algemene rij-informatie
Sluiten van de achterklep
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een achterklep die open is, steekt boven
de auto uit en kan bij een ongeval, rem-
men of een uitwijkmanoeuvre, de inzitten-
den of andere weggebruikers in gevaar
brengen en de auto beschadigen. Boven-
dien kunnen uitlaatgassen in het passa-
gierscompartiment terechtkomen. Er
bestaat een kans op letsel of schade. Rijd
niet met geopende achterklep.
IJs op de ruiten
OPMERKING
De ruit wordt een stukje geopend wanneer
aan de portiergreep wordt getrokken. Bij
vorst kan de ruit bevriezen en kan hij niet
meer worden geopend. Er bestaat een
risico op materiële schade. Controleer of
de ruit een stukje geopend wanneer u aan
de portiergreep trekt. Verwijder eventueel
aanwezig sneeuw of ijs van de ruit. Open
het portier niet met geweld.
Heet uitlaatsysteem
WAARSCHUWING
Onder de carrosserie kan de temperatuur
tijdens het rijden hoog oplopen, bijvoor-
beeld door het uitlaatsysteem. Aanraken
van het uitlaatsysteem kan leiden tot
brandwonden. Er bestaat een risico op let-
sel. Raak het hete uitlaatsysteem, inclusief
de uitlaatpijp, niet aan.
WAARSCHUWING
Als licht ontvlambare materialen, bijvoor-
beeld bladeren of gras, in contact komen
met hete onderdelen van het uitlaatsys-
teem, kunnen deze materialen vlam vat-
ten. Er is een kans op brand en letsel.
Verwijder nooit de hitteschilden die hier
zijn geplaatst en plaats nooit een afdich-
ting onder de hitteschilden. Zorg ervoor
dat tijdens het rijden, bij stationair draaien
en bij parkeren geen licht ontvlambare
materialen in contact kunnen komen met
hete onderdelen van de auto.
Roetfilter
Principe
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 283 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 284 of 476

284
Handleiding Supra5-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Dit reinigingsproces kan enkele minu-
ten duren, waarbij het volgende zich
kan voordoen:
De motor draait tijdelijk wat onregel-
matig.
Het motortoerental wordt iets ver-
hoogd om het normale vermogen te
bereiken.
Er kan wat rook uit de uitlaat komen,
zelfs nadat de motor is uitgezet.
Bepaalde geluiden, bijvoorbeeld
door het draaien van de ventilator
van de radiateur, kunnen hoorbaar
zijn, zelfs enkele minuten nadat de
motor is uitgezet.
Het is normaal dat de ventilator van de
radiateur nog enkele minuten blijft
draaien, zelfs na korte ritten.
Wisselende rijomstandigheden zorgen
ervoor dat het roetfilt er zichzelf reinigt.
Naast de zelfreinigende functie moet
het roetfilter tijdens het rijden actief
worden gereinigd, wat door een mel-
ding in de auto wordt aangegeven.
Doe het onderstaande als u de eerste
keer na het verschijnen van de melding
ongeveer 30 minuten buiten de
bebouwde kom rijdt:
Deactiveer de crui se control-syste-
men.
Haal uw voet regelmatig van het
gaspedaal en laat de auto uitrollen,
zie blz. 289.
Rijd indien mogelijk met wisselende
snelheden.
Algemeen
Reinigen van het roetfilter
tijdens het rijden
Radiosignalen
WAARSCHUWING
Bepaalde voertuigfuncties kunnen worden
beïnvloed door interferentie van hoogfre-
quente radiosignalen. Dergelijke signalen
zijn afkomstig van verschillende zender-
systemen, bijvoorbeeld van radarcontroles
of van zenders voor mobiele telecommuni-
catie.
We adviseren u contact op te nemen met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
als u dit soort problemen ondervindt.
Mobiele communicatie in de
auto
WAARSCHUWING
Er bestaat een kans dat de elektronica van
de auto en van de mobiele apparaten die
gebruikmaken van radiogolven elkaar
beïnvloeden. Mobiele apparaten die
gebruikmaken van radiogolven genereren
straling bij het verzenden van signalen. Er
bestaat een kans op letsel of schade.
Gebruik mobiele apparaten die gebruik-
maken van radiogolven, bijvoorbeeld
mobiele telefoons, alleen in de auto als ze
rechtstreeks zijn verbonden met een
externe antenne om interferentie te voor-
komen en straling uit het interieur te ver-
drijven.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 284 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 285 of 476

285
5
Handleiding Supra 5-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Schakel het dimlicht in om uw auto
beter zichtbaar te maken voor andere
weggebruikers als het zicht slecht is
door mist, zelfs overdag. Rijd voorzich-
tig met een lage snelheid en gebruik de
rijstrookmarkering in het midden van de
weg, de vangrails, de achterlichten van
een voorligger, enz. ter oriëntatie.
Verlaag uw snelheid en houd het stuur-
wiel steviger vast dan normaal als de
auto uit koers raakt door zijwind.
De auto is met name gevoelig voor zij-
wind bij het verlaten van een tunnel of
onderdoorgang, bij het rijden op een
brug of dijk en bij het passeren van of
gepasseerd worden door een vrachtwa-
gen of een ander groot voertuig.
Tijdens een regenbui of als het weg-
dek nat is, kan de weg glad zijn en
kan het zicht beperkt zijn. Schakel in
dergelijke gevallen het dimlicht in om
uw auto beter zichtbaar te maken
voor andere weggebruikers. Ver-
groot de afstand tussen uw auto en
voorliggers, rijd veilig met een lagere
snelheid dan normaal en vermijd
abrupt accelereren, remmen en stu-
ren.
Gebruik de achterruitverwarming en
de airconditioning om te voorkomen
dat de ruiten beslaan.
Aquaplaning zal zi ch sneller voor-
doen bij spoorvorming en bij het rij-
den door grote plassen.
Op natte wegen en wegen met smel-
tende sneeuw kan zich een dun laagje
water vormen tussen de banden en het
wegdek.
Bij dit verschijnsel, dat bekendstaat als
aquaplaning, kunnen de banden het
contact met het wegdek geheel verlie-
zen, waardoor de auto onbestuurbaar
Rijden bij slecht weer
Als het zicht slecht is door mist
Bij harde wind
Als het regent
Aquaplaning
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 285 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 286 of 476

286
Handleiding Supra5-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
wordt en niet meer goed reageert op
remmen.
Houd u aan de volgende punten bij het
rijden door water:
Rijd alleen door stilstaand water.
Rijd alleen door water dat maximaal
25 cm diep is.
Rijd stapvoets door water met een
maximale snelheid van 5 km/h.
De auto is standaard uitgerust met een
antiblokkeersysteem (ABS).
Rem voluit in situat ies die dit vereisen.
De auto blijft best uurbaar. Eventuele
obstakels kunnen worden ontweken
door zo soepel mogelijk te sturen.
Een pulserende beweging van het rem-
pedaal en geluiden van het hydrauli-
sche systeem duiden erop dat het
antiblokkeersysteem (ABS) in werking
is. Onder bepaalde omstandigheden hoort
u het geluid van de geperforeerde rem-
schijven die in werking zijn. Dergelijke
geluiden hebben geen effect op de wer-
king en veiligheid van de remmen.
Rem om de paar kilometer licht bij
vochtig weer, op grindwegen en bij
zware regenval.
Zorg ervoor dat u hierbij andere wegge-
bruikers niet hindert.
De warmte die door het remmen wordt
gegenereerd, zorgt ervoor dat de rem-
schijven en -blokken droog worden en
beschermt ze tegen corrosie.
Zo is er onmiddellijk remvermogen
beschikbaar als dat nodig is.
Rijden door water
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Als u met een te hoge snelheid door te
diep water rijdt, kan water doordringen in
de motorruimte, het elektrische systeem
en de transmissie. Er bestaat een kans op
schade. Overschrijd de maximale water-
diepte en de maximumsnelheid, zoals
hierboven gespecificeerd, niet bij het rijden
door water.
Veilig remmen
Algemeen
Voorwerpen die de bediening van de
pedalen belemmeren
WAARSCHUWING
Voorwerpen in de voetenruimte van de
bestuurder kunnen ervoor zorgen dat een
pedaal niet volledig kan worden ingetrapt
of dat een ingetrapt pedaal niet kan opko-
men. Er bestaat een kans op ongevallen.
Berg voorwerpen in de auto zodanig op
dat ze niet los kunnen raken en in de voe-
tenruimte van de bestuurder terecht kun-
nen komen. Gebruik alleen vloermatten
die geschikt zijn voor de auto en goed kun-
nen worden vastgezet aan de vloer.
Gebruik geen losse vloermatten en plaats
niet meerdere matten boven op elkaar.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte over-
blijft bij de pedalen. Zorg ervoor dat vloer-
matten nadat ze zijn verwijderd,
bijvoorbeeld om ze schoon te maken,
weer goed worden vastgezet.
Natte wegen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 286 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 287 of 476

287
5
Handleiding Supra 5-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
■Algemeen
Gebruik, als u een lange of steile hel-
ling af rijdt, de versnelling waarbij u het
minst hoeft te remmen. Anders kan het
remsysteem oververhit raken en kan de
remwerking verslechteren.
De effectiviteit van de motorremwerking
kan worden vergroot door handmatig
terug te schakelen, indien mogelijk
zelfs naar de eerste versnelling.
■Veiligheidsaanwijzingen Corrosie van de remschijven en vervui-
ling van de remblokken doen zich
onder de volgende omstandigheden
eerder voor:
Weinig kilometers.
Langere perioden waarin de auto
niet wordt gebruikt.
Weinig gebruikmaken van de rem-
men.
Gebruik van agressieve, zure of
alkalische reinigingsmiddelen.
Als de remschijven gecorrodeerd zijn,
zullen de remmen trillen, wat over het
algemeen niet opgelost kan worden.
Als de automatische airconditioning in
werking is, vormt zich condens die
onder de auto wegloopt.
De hogere mechanische en thermische
belasting die voortkomen uit het rijden
op circuits leiden tot snellere slijtage.
Deze slijtage wordt niet gedekt door de
garantie. De auto is niet ontwikkeld om
in autoraces te worden gebruikt.
Laat de auto voor en na het rijden op
een circuit nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Helling af rijden
WAARSCHUWING
Zelfs het licht, maar continu bedienen van
het rempedaal kan oververhitting, slijtage
van de remblokken en zelfs uitvallen van
het remsysteem veroorzaken. Er bestaat
een kans op ongevallen. Vermijd overma-
tige belasting van de remmen.
WAARSCHUWING
Bij stationair draaien of als de motor uit is,
is de werking van veiligheidsgerelateerde
functies beperkt of zijn
deze functies niet
beschikbaar, bijvoorbeeld de motorrem-
werking en de bekrachtiging van de rem-
men en de stuurinrichting. Er bestaat een
kans op ongevallen. Laat de auto niet rol-
len bij stationair toerental of als de motor
uit is.
Corrosie van de remschijven
Condensvorming als de auto
geparkeerd is
Rijden op een circuit
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 287 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 288 of 476

288
Handleiding Supra5-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
De auto beschikt over diverse technolo-
gieën voor het beperken van het brand-
stofverbruik en de emissie.
Het brandstofverbruik is afhankelijk van
verschillende factoren.
Een aantal maatregelen, zoals een
gematigde rijstijl en regelmatig onder-
houd, kunnen het brandstofverbruik
verlagen en de belasting van het milieu
verminderen.
Extra gewicht verhoogt het brandstof-
verbruik.
Op de auto geplaatste onderdelen heb-
ben een nadelige invloed op de stroom-
lijn en verhogen het brandstofverbruik.
Geopende ruiten verhogen de lucht-
weerstand en daarmee het brandstof-
verbruik.
Banden kunnen op een aantal manier
invloed hebben op het brandstofver-
bruik. Zo heeft bijvoorbeeld de banden-
maat gevolgen voor het verbruik.
Controleer de bandenspanning min-
stens tweemaal per maand en voordat
u een lange rit maakt en corrigeer de
bandenspanning indien nodig.
Een te lage bandenspanning verhoogt
de rolweerstand en daarmee het brand-
stofverbruik en de slijtage van de ban-
den.
Brandstof besparen
Uitrusting
Beperken van het
brandstofverbruik
Algemeen
Verwijder onnodige lading
Verwijder op de auto geplaatste
onderdelen na gebruik
Sluit de ruiten
Banden
Algemeen
Regelmatig controleren van de ban-
denspanning
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 288 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM