Page 617 of 754
616
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Sproeierreservoir (
→Blz. 622)
Koelvloeistofreservoir ( →Blz. 619)
Zekeringenkasten ( →Blz. 645)
Motorolievuldop ( →Blz. 617)
Oliepeilstok ( →Blz. 617)
Koelvloeistofreservoir intercooler ( →Blz. 619)
Accu ( →Blz. 620)
Radiateur (→ Blz. 620)
Condensor (→Blz. 620)
Elektrische koelventilatoren
Motorruimte
Onderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 616 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 618 of 754

617
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controleer het oliepeil met behulp van
de peilstok bij bedrijfswarme, afgezette
motor.
■Controle van motorolie
1 Plaats de auto op een horizontale
ondergrond. Wacht, nadat de motor
op bedrijfstemperatuur is gekomen
en is afgezet, minstens 5 minuten
om de olie de gelegenheid te geven
naar het carter terug te stromen.
2 Trek de peilstok uit de motor terwijl
u een doek onder het uiteinde
houdt.
3 Veeg de peilstok met een schone
doek af.
4 Steek de peilstok we er volledig in
de motor. 5
Trek de peilstok uit de motor en
controleer het oliepeil terwijl u een
doek onder het uiteinde houdt.
Bijna leeg
Normaal
Te hoog
De vorm van de peils tok is afhankelijk van
de uitvoering van de auto en het motortype.
6 Veeg de peilstok af en steek deze
helemaal terug in de houder.
■Oliesoort controleren en beno-
digdheden klaarleggen
Controleer welke kwaliteit motorolie
wordt voorgeschreven en leg de beno-
digdheden voor het bijvullen klaar.
Keuze motorolie
→Blz. 715
Oliehoeveelheid (minimaal → maxi-
maal)
1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Voorwerp
Schone trechter
■Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet u
olie bijvullen van het type zoals hierna
is vermeld, of van hetzelfde type als
waarmee de motor eerder werd gevuld.
Controleren en bijvullen van
motorolie
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 617 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 619 of 754

618
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
1
Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2 Giet beetje voor beetje motorolie in
de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door mid-
del van de peilstok.
3 Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoe-
veelheid motorolie verbruikt. In de volgende
situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe
en moet er mogelijk tussen de onderhoudsin-
tervallen motorolie worden bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld
direct na aanschaf van de auto of nadat de
motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of motor-
olie met een verkeerde viscositeit wordt
gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerentallen,
met een zwaar beladen auto, met een aan-
hangwagen of bij veelvuldig optrekken en
afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait, of
bij veelvuldig rijden in druk verkeer
■Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie verversen
moet worden gereset. Ga als volgt te werk:
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
om te selecteren. 2
Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selecteren
en houd vervolgens ingedrukt.
3 Druk op of om “Oil Mainte-
nance” (verversen motorolie) te selecte-
ren en druk vervolgens op .
4 Druk op of om “Yes” (ja) te
selecteren en druk vervolgens op .
Er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay wanneer de resetpro-
cedure is voltooid.
WAARSCHUWING
■Afgewerkte motorolie
●Afgewerkte motorolie bevat schadelijke
stoffen die huidaandoeningen zoals ont-
steking of huidkanker kunnen veroorza-
ken. Wees daarom voorzichtig en
vermijd langdurig en herhaaldelijk con-
tact met de huid. Verwijder afgewerkte
motorolie door goed met water en zeep
te wassen.
●Voer afgewerkte motorolie en gebruikte
oliefilters op een veilige en acceptabele
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters nooit weg in de vuil-
nisbak, in het riool of zomaar ergens.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige, tank-
station of een automaterialenzaak voor
meer informatie over recycling of afvoe-
ren.
●Houd motorolie buiten het bereik van
kinderen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 618 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 620 of 754

619
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Koelvloeistofreservoir
Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich bij koude motor tussen de
streepjes FULL en LOW bevindt.
Dop reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder het
LOW-streepje bevindt, moet koelvloeistof
worden bijgevuld tot aan het FULL-streepje.
(→ Blz. 706)
■Koelvloeistofreservoir intercooler
Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich bij koude motor tussen de
streepjes F en L bevindt.
Dop reservoir
Streepje F
Streepje L
Als het niveau zich op of onder het onderste
streepje L bevindt, moet koelvloeistof wor-
den bijgevuld tot aan het bovenste
streepje F. ( →Blz. 706)
■Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life Cool-
ant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een meng-
sel van 50% koelvloeistof en 50% gedemine-
raliseerd water. (Minimumtemperatuur: -35°C
[-31°F])
Neem voor meer informat ie over koelvloeistof
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als het koelvloeistofniveau korte tijd na
het bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateur, de slangen, de dop-
pen van het koelvloeistofreservoir, de aftap-
kraan en de waterpomp visueel.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige de druk op
de dop nakijken en controleren op lekkages
in het koelsysteem.
OPMERKING
■Voorkomen van ernstige schade aan
de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
■Bij het olie verversen of bijvullen
●Let erop dat er geen motorolie op
onderdelen van de auto terechtkomt.
●Vul nooit te veel olie bij, anders kan de
motor beschadigd raken.
●Controleer na het olie verversen altijd
het oliepeil met de peilstok.
●Controleer of de olievuldop goed is vast-
gedraaid.
Koelvloeistof controleren
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 619 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 621 of 754

620
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer de radiateur, condensor en
intercooler en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen
erg vuil is of als u niet zeker bent van
de staat ervan, laat dan uw auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Controleer de accu als volgt.
■Buitenkant van de accu
Controleer de accu op gecorrodeerde
en loszittende klemmen, scheuren en
een loszittende bevestigingsbeugel.
Accupolen
Klembeugel
■Voorzorgsmaatregelen voor het opla-
den van de accu
Tijdens het opladen van de accu ontstaat het
licht ontvlambare en explosieve waterstof.
Houd u daarom voor het opladen aan de vol-
gende voorzorgsmaatregelen:
●Als de accu in de auto is gemonteerd,
moet voorafgaand aan het opladen de
massakabel worden losgenomen.
●Controleer of de acculader tijdens het aan-
sluiten en losnemen van de accuklemmen
is uitgeschakeld.
■Na het opladen/aansluiten van de accu
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
●Nadat de accu losgenomen is geweest, is
het wellicht niet meteen mogelijk om de
portieren met het Smart entry-systeem met
startknop te ontgrendelen. Gebruik in dat
geval de afstandsbediening of de mechani-
sche sleutel om de portieren te vergrende-
len of ontgrendelen.
●Start de motor met het contact in stand
ACC. De auto kan mogelijk niet worden
gestart als het contact UIT staat. De motor
werkt vanaf de tweede poging echter nor-
maal.
WAARSCHUWING
■Als de motor oververhit is
Draai de dop van het koelvloeistofreservoir
en de dop van het koelvloeistofreservoir
van de intercooler niet los.
Als het koelsysteem nog onder druk staat,
kan hete koelvloeistof uit de vulopening
spuiten als de dop wordt verwijderd en
brandwonden of ander ernstig letsel ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of
alleen water. Een goede mengverhouding
van water en antivries zorgt voor een
goede smering, corrosiebescherming en
koeling. Lees altijd de informatie op het eti-
ket van de antivries of koelvloeistof.
■Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel water
om te voorkomen dat het de lak of onder-
delen aantast.
Controle van radiateur,
condensor en intercooler
WAARSCHUWING
■Als de motor oververhit is
Raak om brandwonden te voorkomen de
radiateur, de condensor en de intercooler
niet aan, aangezien deze heet kunnen
zijn.
Accu
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 620 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 622 of 754

621
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
●De stand van het contact wordt door de
auto opgeslagen. Als de accu weer wordt
aangesloten, keert het contact terug naar
de stand die was geselecteerd voordat de
accu werd losgenomen. Controleer of het
contact UIT is gezet voordat u de accu
losneemt. Wees extra voorzichtig als niet
bekend is wat de stand van het contact
was voordat de accu leeg raakte.
Neem, als het systeem na meerdere pogin-
gen nog niet start, contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Chemicaliën in de accu
Accuzuur is giftig en bijtend en kan het
ontstaan van het licht ontvlambare en
explosieve waterstof veroorzaken. Neem
bij werkzaamheden bij of aan de accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
om ernstig letsel te voorkomen:
●Veroorzaak geen vonken met gereed-
schap.
●Rook nooit en steek nooit een lucifer of
een aansteker aan bij de accu.
●Voorkom dat ogen, huid of kleren in
contact komen met de elektrolyt.
●Adem of slik nooit elektrolyt in.
●Gebruik een veiligheids bril als u bij de
accu bezig bent.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Een veilige plaats voor het opladen
van de accu
Laad de accu altijd op in een open ruimte.
Laad de accu niet op in een garage of in
een afgesloten ruimte waar onvoldoende
ventilatie is.
■Noodmaatregelen met betrekking tot
elektrolyt
●Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met
water en schakel direct medische hulp
in. Blijf zo mogelijk water met een spons
of doek op de ogen deppen, terwijl u
naar een arts of het ziekenhuis gaat.
●Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water.
Als het pijn doet of brandt, roept u
meteen medische hulp in.
●Als er elektrolyt op uw kleding terecht-
komt
De elektrolyt kan via de kleding op uw
huid terechtkomen. Trek onmiddellijk de
kleding uit en volg, indien nodig, de pro-
cedure zoals hierboven beschreven.
●Als u per ongeluk elek trolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk.
Schakel zo snel m ogelijk medische hulp
in.
■Accukabels van de accu losnemen
Neem de negatieve (-) accupool niet los
van de carrosseriezijde. De losgenomen
negatieve (-) accupool kan in contact
komen met de positieve (+) accupool,
waardoor ernstig letsel als gevolg van een
kortsluiting kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij
draaiende motor. Controleer ook of alle
accessoires zijn uitgeschakeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 621 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 623 of 754

622
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Auto's met een meter voor het rui-
tensproeiervloeistofniveau
Het ruitensproeiervloeistofniveau is
extreem laag.
Neem de dop van de opening, terwijl u
het gat in het midden van de dop met
uw vinger dichthoudt, en controleer het
vloeistofpeil in de slang.
Auto's zonder een meter voor het
ruitensproeiervloeistofniveau
Vul in de volgende situaties ruiten-
sproeiervloeistof bij:
Een sproeier werkt niet.
Er verschijnt een waarschuwings-
melding op het multi-informatiedis-
play.
Bijvullen van
ruitensproeiervloeistofWAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig
met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 622 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 624 of 754

623
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controleer of de slijtage-indicatoren op
de banden te zien zijn. Controleer de
banden tevens op ongelijkmatige slij-
tage, zoals overmatige slijtage aan een
zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspan-
ning van het reservewiel ook als het
niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt
aangegeven met de tekst TWI of de indicatie op de wang van de band. Vervang de band als de slijtage-indicatoren
te zien zijn.
■Wanneer moeten banden worden ver-
vangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een
band.
●De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of barsten die
zo diep zijn dat het binnenmateriaal zicht-
baar wordt en bulten die duiden op een
interne beschadiging
●Een band vaak leegloopt of niet goed kan
worden gerepareerd vanwege de grootte
of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als u er niet zeker van
bent.
■Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten
altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of
nauwelijks met de banden is gereden en de
banden niet beschadigd lijken te zijn.
■Als de profieldiepte van winterbanden
minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de
winterbanden verloren.
■Controle van de ventielen
Controleer bij het vervangen van de banden
de ventielen op vervorming, scheuren of
andere beschadigingen.
Banden
Vervang of verwissel banden
afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van
de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voor-
zorgsmaatregelen, kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rij-
eigenschappen tot gevolg hebben, waar-
door een ongeval met ernstig letsel kan
ontstaan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 623 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM