Page 313 of 754

312
COROLLA_TMUK_EE4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met een
aanhangwagen
Bij deze uitvoering kunnen alleen
auto's met een trekhaakpakket rij-
den met een aanhangwagen. Con-
troleer voordat u gaat rijden met
een aanhangwagen het maximaal
toelaatbaar totaalgewich
t en het
maximaal toelaatbare voertuigge-
wicht zoals vermeld op het infor-
matielabel (typeplaatje).
(→Blz. 313)
Als het maximaal toelaatbaar
totaalgewicht groter is dan het
maximaal toelaatbare voertuigge-
wicht, is uw auto uitgerust met een
trekhaakpakket en geschikt om te
rijden met een aanhangwagen. Als
het maximaal toelaatbaar totaalge-
wicht echter hetzelfde is als het
maximaal toelaatbare voertuigge-
wicht, is uw auto niet uitgerust
met een trekhaakpakket en niet
geschikt om te rijden met een aan-
hangwagen.
Auto's zonder trekhaakpakket
Toyota adviseert u niet met een aanhang-
wagen te rijden. Toyota adviseert u
bovendien geen trekhaak te laten monte-
ren voor het gebruik van bijvoorbeeld een
fietsendrager. Uw auto is niet ontworpen
voor het rijden met een aanhangwagen of
het gebruik van op de trekhaak beves-
tigde dragers.
Auto's met trekhaakpakket
Uw auto is in eerste instantie ontworpen
voor het vervoer van personen en hun
bagage. Het rijden met een aanhangwa-
gen zal een negatief effect hebben op de
rijeigenschappen, prestaties, remvermo-
gen, duurzaamheid en het brandstofver-
bruik. Met name bij het rijden met een
aanhangwagen hangen uw veiligheid en
comfort af van de juiste uitrusting en een
voorzichtig rijgedrag. Voor uw veiligheid
en die van anderen, mag de aanhangwa-
gen niet te zwaar worden beladen.
Rijd voorzichtig tijdens het rijden met een
aanhangwagen en houd u aan de voor-
schriften die gelden voor de aanhangwa-
gen.
De Toyota-garantie dekt geen schade die
ontstaat bij het bedrijfsmatig rijden met
een aanhangwagen.
Raadpleeg voordat u met een aanhang-
wagen gaat rijden eerst een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie. In sommige landen zijn er namelijk
wettelijke voorschri ften voor het rijden
met aanhangwagens.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 312 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 314 of 754

313
4
COROLLA_TMUK_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Controleer het maximaal toelaatbare
aanhangwagengewicht, het maximaal
toelaatbare voertuiggewicht (GVW), de
maximale asbelasting (MPAC), en de
maximaal toelaatbare kogeldruk voor-
dat u met een aanhangwagen gaat rij-
den. (
→Blz. 712)
Toyota adviseert gebruik te maken van
een originele Toyota trekhaak/afneem-
bare trekhaak voor uw auto. Ook
andere geschikte en kwalitatief verge-
lijkbare trekhaken mogen worden
gebruikt.
Gebruik geen trekhaak die niet een-
voudig verwijderd of weggeklapt kan
worden.
Als een trekhaak niet gebruikt wordt,
dient deze verwijderd of weggeklapt
te worden.
■Totaal aanhangwagengewicht en
maximaal toegestane kogeldruk Totaal aanhangwagengewicht
Het gewicht van de aanhangwagen plus het
gewicht van de lading mag het maximale
aanhangwagengewicht niet overschrijden.
Het is gevaarlijk om dit
gewicht te overschrij-
den. ( →Blz. 712)
Als u met een aanhangwagen rijdt, raden wij
u aan een stabilisator te gebruiken (om slin-
geren te voorkomen).
Maximaal toegestane kogeldruk
Belaad de aanhangwagen zo dat de kogel-
druk hoger is dan 25 kg of 4% van het maxi-
male aanhangwagengewicht. Laat de
kogeldruk de aangegeven waarde niet over-
schrijden. ( →Blz. 712)
■Informatielabel (typeplaatje)
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht
De som van het totale voertuiggewicht en
het gewicht van de aanhangwagen kan wor-
den gebruikt om te bepalen of de auto met
een aanhangwagen kan rijden.
Als het maximaal toelaatbaar totaalgewicht
groter is dan het maximaal toelaatbare voer-
tuiggewicht, is uw auto uitgerust met een
trekhaakpakket en geschikt om te rijden met
een aanhangwagen. Als het maximaal toe-
laatbaar totaalgewicht echter hetzelfde is als
het maximaal toelaatbare voertuiggewicht, is
uw auto niet uitgerust met een trekhaakpak-
ket en niet geschikt om te rijden met een
aanhangwagen.
Maximale gewichten
Trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel
Belangrijke punten met
betrekking tot het beladen van
een aanhangwagen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 313 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 315 of 754

314
COROLLA_TMUK_EE4-1. Voordat u gaat rijden
Maximaal toelaatbaar voertuigge-
wicht
Het totale gewicht van de bestuurder, passa-
giers, bagage, trekhaak, auto en kogeldruk
mag het maximaal toelaatbare voertuigge-
wicht niet met meer dan 100 kg overschrij-
den. Het is gevaarlijk om dit gewicht te
overschrijden.
Maximaal toelaatbare achterasbe-
lasting
De achterasbelasting mag de maximale
asbelasting niet met meer dan 15% over-
schrijden. Het is gevaarlijk om dit gewicht te
overschrijden. Het maximale aanhangwa-
gengewicht is bepaald bij tests op zeeni-
veau. Houd er rekening mee dat het
motorvermogen en het maximale aanhang-
wagengewicht op grotere hoogten lager zijn.
Hatchback
1 516 mm (20,31 in.)
2 516 mm (20,31 in.)
WAARSCHUWING
■Als het maximaal toelaatbare voer-
tuiggewicht of de maximale asbelas-
ting wordt overschreden
Het niet opvolgen van deze voorzorgs-
maatregel kan leiden tot een ongeval, met
ernstig letsel tot gevolg.
●Verhoog de aanbevolen bandenspan-
ning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm2 of bar, 3
psi). (→ Blz. 719)
●Rijd niet harder dan 100 km/h of niet
harder dan de wettelijke limiet voor
auto's met een aanhangwagen.
Montagepositie voor de
trekhaak/afneembare trekhaak
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 314 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 316 of 754
315
4
COROLLA_TMUK_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden3
895 mm (35,23 in.)*1
896 mm (35,27 in.)*2
4559 mm (22,00 in.)
5 380 mm (14,96 in.)
6 25 mm (0,98 in.)
*1
26 mm (1,02 in.)*2
723 mm (0,90 in.)*1
24 mm (0,94 in.)*2
8358 mm (14,09 in.)*1
371 mm (14,60 in.)*2
Wagon
1 516 mm (20,31 in.)
2 516 mm (20,31 in.)
3 1.105 mm (43,50 in.)
*1
1.106 mm (43,54 in.)*2
4608 mm (23,93 in.)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 315 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 317 of 754

316
COROLLA_TMUK_EE4-1. Voordat u gaat rijden
5
325 mm (12,79 in.)
6 16 mm (0,62 in.)
*1
18 mm (0,71 in.)*2
712 mm (0,47 in.)*1
13 mm (0,51 in.)*2
8364 mm (14,33 in.)*1
376 mm (14,80 in.)*2
*1: Auto's zonder verzwaarde vering
*2: auto's met verzwaarde vering
■Informatie over banden
●Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa
(0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi) als er een aan-
hangwagen getrokken wordt. ( →Blz. 712)
●Verhoog de bandenspanning van de aan-
hangwagen tot de waarde die de fabrikant
van de aanhangwagen opgeeft voor de
combinatie van aanhangwagengewicht en
belading.
■Verlichting
Neem voor het plaatsen van aanhangwagen-
verlichting contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige, aangezien onjuiste
plaatsing de verlichting van de auto kan
beschadigen. Houd u bij het plaatsen van
aanhangwagenverlichting aan de wettelijke
voorschriften in uw land.
■Inrijden
Toyota raadt het rijden met een aanhangwa-
gen af gedurende de eerste 800 km als er
onderdelen van de aandrijflijn van de auto
vervangen zijn.
■Veiligheidscontroles voor het rijden met
een aanhangwagen
●Controleer of de maximale kogeldruk voor
de trekhaak/trekhaak met afneembare
kogel niet overschreden wordt. Houd er
rekening mee dat het gewicht van de aan-
hangwagen moet worden opgeteld bij het
gewicht van de auto. Controleer verder of
door het rijden met de aanhangwagen de
maximale asbelasting niet overschreden
wordt.
●Controleer of de lading op de aanhangwa-
gen goed vastgezet is.
●Maak, indien u het achteropkomend ver-
keer niet goed kunt zien met de standaard
buitenspiegels, gebruik van extra buiten-
spiegels. Stel de armen van deze extra
spiegels aan beide zijden zo af dat ze altijd
maximaal zicht bieden op de weg achter u.
■Onderhoud
●Als met de auto regelmatig met een aan-
hangwagen wordt gereden, moet er vaker
onderhoud worden uitgevoerd omdat de
auto zwaarder belast wordt dan bij het rij-
den zonder aanhangwagen.
●Draai nadat er ongeveer 1.000 km met een
aanhangwagen is gereden alle bouten van
de trekhaak nogmaals vast.
De auto zal anders aanvoelen als u met
een aanhangwagen rijdt. Neem de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in
acht om een ongeval en ernstig letsel te
voorkomen:
■Controleer de elektrische aanslui-
ting tussen de aanhangwagen en
de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte
afstand gereden te hebben en contro-
leer, net als voor het wegrijden, of de
verlichting van de aanhangwagen
werkt.
OPMERKING
■Als de achterbumperversterking van
aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trek-
haak niet direct in contact komt met het
aluminium.
Als staal en aluminium met elkaar in con-
tact komen, ontstaat er een reactie die te
vergelijken is met corrosie, waardoor het
desbetreffende gedeelte verzwakt wordt
en er schade kan ontstaan. Breng daarom
op het contactvlak een roestwerend mid-
del aan.
Advies
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 316 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 318 of 754

317
4
COROLLA_TMUK_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Oefen het rijden met een aan-
hangwagen
Oefen het rijden met een aanhang-
wagen in een omgeving zonder of
met weinig verkeer, zodat u leert hoe
de combinatie aanvoelt bij het keren,
stoppen en achteruitrijden.
Houd tijdens het achteruitrijden het
stuurwiel stevig vast en draai het
stuurwiel rechtsom om de aanhang-
wagen naar links te sturen en
linksom om de aanhangwagen naar
rechts te sturen. Verdraai het stuur-
wiel altijd geleidelijk om stuurfouten
te voorkomen. Laat iemand u bij het
achteruitrijden begeleiden om de
kans op een ongeval te beperken.
■Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de
afstand tot uw voorligger minimaal
gelijk zijn aan de totale lengte van uw
auto en de aanhangwagen. Voorkom
plotselinge remmanoeuvres die tot een
slip zouden kunnen leiden. Als de auto
in een slip raakt, zou u de controle over
de auto kunnen verliezen. De kans
hierop is vooral aanwezig tijdens het rij-
den op een nat of glad wegdek.
■Acceleratie/stuurcommando's/
bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhang-
wagen de auto raken. Reduceer uw
snelheid voordat u een bocht nadert en
neem bochten met een zodanige snel-
heid dat plotseling remmen niet nodig
is.
■Belangrijke punten met betrekking
tot het aansnijden van bochten
De wielen van de aanhangwagen
maken een krappere bocht dan de wie-
len van de auto. Snijd bochten daarom
ruimer aan dan u zou doen als u niet
met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind
zullen de wegligging en het rijgedrag
beïnvloeden. Ook bij het inhalen van
bussen of grote vrachtwagens of het
ingehaald worden door dergelijke voer-
tuigen, kunnen de aanhangwagen en
de auto gaan slingeren. Kijk bij het rij-
den langs dergelijke voertuigen veelvul-
dig in uw spiegels. Verminder vaart
door voorzichtig het rempedaal in te
trappen zodra u ziet dat de aanhang-
wagen gaat slingeren. Houd tijdens het
remmen het stuurwiel altijd in de recht-
uitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van
uw auto en de aanhangwagen en zorg
ervoor dat er voldoende tussenafstand
is voordat u van rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Multidrive CVT
Om maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laadstroom
tijdens het afremmen, mag de transmis-
sie niet in stand D staan en moet de
transmissie in stand M of in de 4e ver-
snelling of een lagere versnelling staan.
(→Blz. 324)
Handgeschakelde transmissie
Rijd niet in de 6e versnelling, om maxi-
maal te kunnen profiteren van de
motorremwerking en de laadstroom.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 317 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 319 of 754

318
COROLLA_TMUK_EE4-1. Voordat u gaat rijden
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als
de koelvloeistoftemperatuurmeter aan-
geeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. ( →Blz. 706)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Activeer de parkeerrem goed en zet de
selectiehendel in stand P (Multidrive
CVT) en de 1e versnelling of stand R
(handgeschakelde transmissie).
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen
die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhang-
wagen of de maximaal toegestane gewich-
ten niet worden overschreden.
( → Blz. 313)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel
bij het afdalen van een lange of steile hel-
ling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achtereen
in. Anders kan het remsysteem oververhit
raken of kan de remwerking teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of letsel
●Auto's met een compact reservewiel:
Rijd niet met een aanhangwagen wan-
neer het compacte reservewiel onder
uw auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet
met een aanhangwagen wanneer een
band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
●Gebruik de volgende systemen niet bij
het rijden met een aanhangwagen.
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting op
de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen aan
het elektrische systeem van uw auto en
een storing veroorzaken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 318 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 320 of 754

319
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
4-2.Rijprocedures
1
Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. ( →Blz. 332)
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neu-
traalstand (handgeschakelde trans-
missie) staat.
3 Trap het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in.
4 Zet het contact in stand START om
de motor te starten.
■Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgescha-
keld. ( →Blz. 86) Neem contact op met een
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Wanneer het stuurslot niet kan worden
ontgrendeld
Soms kan de sleutel bij het starten moeilijk
vanuit UIT worden gedraaid. Draai het stuur-
wiel enigszins naar links of naar rechts om
het stuurslot te ontgrendelen.
1 UIT (stand LOCK)
Het stuurwiel is geblokkeerd en de sleutel
kan worden verwijderd. (Auto's met Mul-
tidrive CVT: De sleutel kan alleen worden
verwijderd als de selectiehendel in stand P
staat.)
2ACC (stand ACC)
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
Contactslot (auto's zonder
Smar t entr y-systeem en
startknop)
Starten van de motor
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuur-
dersstoel zit. Trap het gaspedaal nooit in
tijdens het starten. Als u dat wel doet, kan
dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Laat de startmotor niet langer dan 30
seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de
bedrading oververhit raken.
●Jaag een nog koude motor nooit op toe-
ren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Veranderen van de standen van
het contact
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 319 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM