Page 457 of 754

456
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden gesigna-
leerd.
De zoemer kan de bestuurder waar-
schuwen voor snelle re auto's die van
verder weg naderen.
Bijvoorbeeld:
■De RCTA werkt wanneer:
De RCTA werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●Het contact staat AAN.
●De RCTA is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in stand R.
●De rijsnelheid is lager dan ongeveer 8
km/h.
●De rijsnelheid van de naderende auto ligt
tussen ongeveer 8 km/h en 28 km/h.
■Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast op
het multi-informatiedisplay. Het volume van
de zoemers voor de Toyota Parking
Assist-sensor en de RCTA wordt gelijktijdig
aangepast.
Wijzig de instellingen met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel. ( →Blz. 124) 1
Druk op of om te selecte-
ren.
2 Druk op of om RCTA te selecte-
ren en houd vervolgens op inge-
drukt.
3 Selecteer het volume en druk vervolgens
op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wijzigt
het volume tussen 1, 2 en 3.
■Dempen van het geluid van een zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt een
toets MUTE weergegeven wanneer een
object wordt gesignaleerd. Druk op om
het geluid van de zoemer te dempen.
Het volume van de zoemers voor de Toyota
Parking Assist-sensor en de RCTA wordt
gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dempen
automatisch geannuleerd:
●Als de stand van de selectiehendel wordt
gewijzigd.
●Als de rijsnelheid hoger wordt dan een
bepaalde snelheid.
●Als de actieve functi e tijdelijk wordt gean-
nuleerd.
●Als de actieve functie handmatig wordt uit-
geschakeld.
●Als het contact UIT wordt gezet.
Snelheid naderende
auto Afstand waar-
schuwing (bij bena- dering)
28 km/h (snel)20 m
8 km/h (langzaam)5,5 m
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 456 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 458 of 754

457
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Omstandigheden waaronder de RCTA
een auto niet signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende
typen voertuigen en/of objecten te signale-
ren:
●Voertuigen die van direct achter de auto
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder de RCTA
mogelijk niet goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden sig-
naleert de RCTA auto's mogelijk niet cor-
rect:
• Als een sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer een sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is bedekt door
modder, sneeuw of ijs of wanneer er een
sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Als er een auto snel van achteren nadert • Wanneer een sleepoog op de achterzijde
van de auto is gemonteerd
• Bij het achteruitrijden op een helling met een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Bij het onder een kleine hoek achteruit uit- rijden van een parkeerplaats
• Direct nadat de RCTA is ingeschakeld
• Direct nadat de motor is gestart terwijl de RCTA is ingeschakeld
• Als de sensoren een voertuig niet kunnen signaleren als gevolg van obstakels
●Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de RCTA onnodig een auto en/of
object signaleert groter:
• Wanneer een voertuig uw auto van opzij passeert
• Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een straat en er auto's over die straat rijden
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 457 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 459 of 754

458
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Wanneer de afstand tussen uw auto en metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde auto,
die mogelijk elektrische golven richting de
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
• Wanneer een sleepoog op de achterzijde van de auto is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) (indien
aanwezig)
Er worden ultrasoonsensoren gebruikt
om bij rijden met een lage snelheid of
achteruitrijden stilstaande objecten,
zoals een muur, te signaleren in het
detectiegebied. ( →Blz. 464)
■Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden) (indien aanwezig)
Er worden radarsensoren achter
gebruikt om bij achteruitrijden nade-
rende auto's in het detectiegebied ach-
ter de auto te signaleren. ( →Blz. 470)
PKSB (Parking Support
Brake)*
Het Parking Support Brake-sys-
teem bestaat uit de volgende func-
ties die werken bij rijden met een
lage snelheid of achteruitrijden,
bijvoorbeeld bij het parkeren.
Wanneer het systeem oordeelt dat
de kans op een aanrijding met een
object groot is, wordt er een waar-
schuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit te
wijken. Wanneer het systeem oor-
deelt dat de kans op een aanrij-
ding met een gesignaleerd object
zeer groot is, worden de remmen
automatisch bekrachtigd om te
helpen een aanrijding te voorko-
men of om de impact van een aan-
rijding te helpen verminderen.
PKSB-systeem (Parking
Support Brake)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 458 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 460 of 754

459
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
multi-informatiedisplay. Alle functies
van de Parking Support Brake (voor
stilstaande objecten en voor voertui-
gen die achterlangs rijden) worden
gelijktijdig ingeschakeld/uitgeschakeld.
Gebruik de bedienin
gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Parking
Support Brake in of uit te schakelen.
(→Blz. 124)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF ( →Blz. 111) branden.
Als het systeem is ui tgeschakeld en u het
weer wilt inschakelen, selecteer dan op
het multi-informatiedisplay, selecteer
en vervolgens “On” ( aan). Als het systeem
door middel van deze methode is uitgescha-
keld, wordt het niet automatisch weer inge-
schakeld nadat het contact UIT en weer
AAN is gezet.
Als de begrenzingsregeling van het motor-
vermogen of de remregeling in werking is,
klinkt een zoemer en wordt een melding
weergegeven op het audiosysteemdisplay
(indien aanwezig) en multi-informatiedisplay
om de bestuurder te waarschuwen. Bij
auto's met een head-up display (indien aan-
wezig) wordt op het head-up display
dezelfde melding weergegeven als op het
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Parking Sup-
port Brake-systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
omdat dit kan leiden tot een ongeval.
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voor-
zichtig en houd rekening met de omge-
ving. Het Parking Support
Brake-systeem is ontworpen om te hel-
pen de ernst van een aanrijding te ver-
minderen. Onder sommige
omstandigheden is het echter mogelijk
dat het systeem niet werkt.
●Het Parking Support Brake-systeem is
niet ontworpen om de auto volledig tot
stilstand te brengen. Bovendien is het,
zelfs wanneer het systeem de auto tot
stilstand heeft gebracht, noodzakelijk
om onmiddellijk het rempedaal in te
trappen, omdat de remregeling na
ongeveer 2 seconden wordt uitgescha-
keld.
OPMERKING
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven en
het controlelampje PKSB OFF knip-
pert
Als deze melding direct nadat het contact
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed
op de omgeving. Het is wellicht nodig om
een bepaalde tijd met de auto te rijden
voordat het systeem weer normaal werkt.
(Als het systeem nog niet normaal werkt
nadat een poosje met de auto gereden is,
reinig dan de sensoren en hun omgeving
op de bumpers.)
Inschakelen/uitschakelen van
de Parking Support Brake
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling
motorvermogen en
remregeling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 459 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 461 of 754

460
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Afhankelijk van de situatie werkt de begren-
zingsregeling van het motorvermogen om
hetzij de acceleratie te begrenzen hetzij het
vermogen zo veel mogelijk te beperken.
Begrenzingsregeling motorvermo-
gen is in werking (begrenzen accele-
ratie)
Het systeem begrenst sneller accelereren
dan een bepaalde waarde.
Audiosysteemdisplay: Geen waarschuwing
weergegeven
Multi-informatiedisplay: “Object Detected
Ahead Speed Reduced” (Object voor de
auto gesignaleerd, snelheid begrensd)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Klinkt niet
De begrenzingsregeling van het
motorvermogen is in werking (ver-
mogen zo veel mogelijk beperkt)
Het systeem heeft bepaald dat er harder
moet worden geremd dan normaal.
Audiosysteemdisplay: BRAKE! (Remmen!)
Multi-informatiedisplay: “Brake!” (Remmen!) Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
De remregeling is in werking
Het systeem heeft bepaald dat een nood-
stop noodzakelijk is
Audiosysteemdisplay: BRAKE! (Remmen!)
Multi-informatiedisplay: “Brake!” (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
Auto tot stilstand gebracht door de
werking van het systeem
De auto is tot stilstand gebracht door de
remregeling.
Audiosysteemdisplay: “Press Brake Pedal”
(Trap het rempedaal in)
Multi-informatiedisplay: “Switch to Brake”
(verplaats voet naar rempedaal) (Als het
gaspedaal niet is ingetrapt, wordt “Press
Brake Pedal” (trap rempedaal in) weergege-
ven.)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt
Zoemer: Kort piepsignaal
Als de Parking Support Brake bepaalt dat er een risico op een aanrijding met een
gesignaleerd object of een voetganger bestaat, wordt het motorvermogen vermin-
derd om een toename van de rijsnelheid te beperken. (Begrenzingsregeling motor-
vermogen: Zie afbeelding 2.)
Bovendien treedt wanneer u het gaspedaal ingetrapt blijft houden automatisch het
remsysteem in werking om de rijsnelheid te verlagen. (Remregelin g: Zie afbeelding
3.)
Overzicht systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 460 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 462 of 754
461
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Afbeelding 1: Wanneer de PKSB (Parking Su pport Brake) wordt uitgeschakeld
Motorvermogen
Remkracht
Tijd
Afbeelding 2: Wanneer de begrenzingsre geling voor het motorvermogen in wer-
king is
Motorvermogen
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling motorvermogen treedt in werking
Systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding met een gesignaleerd object
groot is
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 461 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 463 of 754
462
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Motorvermogen gereduceerd
Bijvoorbeeld: Multi-informati
edisplay: “Brake!” (Remmen!)
Afbeelding 3: Wanneer de remregeling in werking is
Motorvermogen
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling motorvermogen treedt in werking
Systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding met een gesignaleerd object
groot is
Motorvermogen gereduceerd
Systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding met een gesignaleerd object
zeer groot is
Remregeling treedt in werking
Kracht remregeling vergroot
Bijvoorbeeld: Multi-informati edisplay: “Brake!” (Remmen!)
Bijvoorbeeld: Multi-informatiedisplay: “Switch to Brake” (Trap het rempedaal in)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 462 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 464 of 754

463
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als de Parking Support Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden. Als de
Parking Support Brake onnodig in werking
treedt, kan de remregeling worden geannu-
leerd door het rempedaal in te trappen of
door ongeveer 2 seconden te wachten totdat
deze automatisch wordt geannuleerd. Vervol-
gens kunt u verder rijden door het gaspedaal
in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitge-
schakeld door de werking ervan, kunt u zelf
het systeem weer inschakelen ( →Blz. 459) of
het contact UIT en vervolgens weer AAN zet-
ten. Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het obstakel zich niet langer
in de rijrichting van de auto bevindt of als de
auto van rijrichting verandert (bijvoorbeeld
achteruit in plaats van vooruit of andersom).
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en het
controlelampje PKSB OFF knippert
●Wanneer deze melding wordt weergege-
ven is een sensor op de voor- of achter-
bumper mogelijk vuil. Reinig de sensoren
en het omliggende gebied op de bumpers.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
( → Blz. 463)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) en “Parking Assist
Unavailable Clean Parking Assist Sen-
sor” (Parking Assist niet beschikbaar,
reinig Parking Assist-sensor) op het
multi-informatiedisplay worden weerge-
geven en het controlelampje PKSB OFF
knippert
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwij-
der dan het ijs, de sneeuw, het vuil e.d. van
de sensor om te zorgen dat het systeem
weer normaal werkt. Als deze melding na
het schoonmaken van de sensor nog
steeds wordt weergegeven of wordt weer-
gegeven ondanks dat de sensor schoon is,
laat uw auto dan controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Mogelijk is een van de sensoren bevroren.
Zodra het ijs smelt, zal het systeem weer
normaal werken.
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 463 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM