Page 409 of 754

408
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Uitschakelen en hervatten van de ingestelde
snelheid: → Blz. 406
Wanneer deze functie is ingeschakeld
en het systeem in de afstandsregelmo-
dus (→Blz. 404) werkt en een verkeers-
bord met een snelheidslimiet wordt
gesignaleerd, wordt de herkende snel-
heidslimiet weergegeven met een pijl
omhoog/omlaag. De ingestelde snel-
heid kan tot de herkende snelheidsli-
miet worden verhoogd/verlaagd door
de schakelaar +RES/-SET ingedrukt te
houden.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid lager is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 123)
■De Dynamic Radar Cruise Control kan
worden gebruikt als
●De selectiehendel staat in het 2e bereik of
hoger.
●Afhankelijk van de regelmodus kan dit item
op de volgende snelheden worden inge-
steld:
• Afstandsregelmodus: Ongeveer 30 km/h of hoger
• Constante-snelheidsregelmodus: Onge- veer 30 km/h of hoger
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakel d, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Selectie schakelstand
Selecteert een schakelstand die past bij de
rijsnelheid. Als het motortoerental te hoog of
te laag is, kan de regeling automatisch wor-
den uitgeschakeld.
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign AssistInschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 408 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 410 of 754

409
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
25 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt
automatisch uitgeschak eld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
Als de constante-snelheidsregelmodus om
een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt,
kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist werkt mogelijk niet
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt
of niet goed signaleert ( →Blz. 420). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet
gelijk is aan de i ngestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
voor Dynamic Radar Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( →Blz. 364, 672)
■Omstandigheden waarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht
niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing
( → Blz. 407) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dez elfde rijstrook rijden
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 409 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 411 of 754

410
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen
water of sneeuw de signalering door de
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
■Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet goed
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande geval-
len het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet
op de juiste manier signaleert, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken
erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent van rijstrook wisselt
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Bij het rijden op een weg omringd door een
constructie, zoals een tunnel of een brug
●Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde
snelheid na acceleratie van de auto door
intrappen van het gaspedaal.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 410 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 412 of 754

411
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■BedieningsschakelaarsSchakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET 1
Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in
te schakelen.
Het controlelampje cruise control gaat bran-
den.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
cruise control uit te schakelen.
2Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk op de
schakelaar -SET om de snelheid in
te stellen.
Het controlelampje cruise control SET gaat
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde
snelheid.
Cruise control*
Met de cruise control kan een
ingestelde snelheid worden vast-
gehouden zonder dat hiervoor het
gaspedaal hoeft te worden inge-
trapt.
Systeemonderdelen
Instellen van de rijsnelheid
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 411 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 413 of 754

412
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET
totdat de gewenste snelheid wordt
bereikt.
1
Verhogen van de snelheid
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de schakelaar in de
gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt ver-
hoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h
*1 of 1 mph*2 telkens als
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid kan
continu worden verhoogd of verlaagd totdat
de schakelaar wordt losgelaten.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond
wordt in “MPH”
1 Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de constante-snelheidsrege-
ling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt ook uitgescha-
keld als het rempedaal of het koppelingspe-
daal (alleen handgeschakelde transmissie)
wordt ingetrapt.
2 Door op de schakelaar +RES te
drukken wordt de constante-snel-
heidsregeling hervat.
Hervatten is mogelijk vanaf een rijsnelheid
hoger dan ongeveer 30 km/h.
■De cruise control kan worden gebruikt
als
Auto's met Multidrive CVT:
●De selectiehendel in stand D staat.
●De rijsnelheid hoger is dan 30 km/h.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
De rijsnelheid hoger is dan 30 km/h.
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd
worden. Na de acceleratie gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden
verhoogd zonder de cruise control uit te
schakelen door eerst naar de gewenste
snelheid te accelereren en vervolgens op
de schakelaar -SET te drukken om de
nieuwe snelheid in te stellen.
Wijzigen van de ingestelde
snelheidUitschakelen en hervatten van
de constante-
snelheidsregeling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 412 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 414 of 754

413
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Automatisch uitschakelen van de cruise
control
De snelheidsregeling door de cruise control
wordt in de volgende gevallen onderbroken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan
16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde
snelheid niet bewaard.
●Werkelijke rijsnelhei d is lager dan onge-
veer 30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
■Als de waarschuwingsmelding voor de
cruise control op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Druk eenmaal op de cruise control-hoofd-
schakelaar om het systeem uit te schakelen
en druk vervolgens opnieuw op de schake-
laar om het systeem weer in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogram-
meerd of de cruise control direct na het acti-
veren weer wordt uitgeschakeld, is er
mogelijk een defect in het cruise control-sys-
teem aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de
cruise control voorkomen
Schakel de cruise cont rol uit met de cruise
control-hoofdschakelaar als deze niet
wordt gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de vol-
gende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de
controle waardoor een ongeval met ernstig
letsel kan ontstaan.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
●Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan
de rijsnelheid de inge stelde snelheid over-
schrijden.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 413 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 415 of 754

414
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■BedieningsschakelaarsSchakelaar +RES
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Hoofdschakelaar snelheidsbegren- zer
1 Schakel de snelheidsbegrenzer in
met de hoofdschakelaar snelheids-
begrenzer.
Het controlelampje van de snelheidsbegren-
zer gaat branden.
Druk opnieuw op de schakelaar om de snel-
heidsbegrenzer uit te schakelen.
2Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk op de
schakelaar -SET om de gewenste
topsnelheid in te stellen.
De ingestelde snelheid wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Als de schakelaar wordt ingedrukt wanneer
de rijsnelheid lager is dan 30 km/h, wordt de
snelheid ingesteld op 30 km/h.
Snelheidsbegrenzer*
Er kan een gewenste maximum-
snelheid worden ingesteld met de
schakelaar van de snelheidsbe-
grenzer. De snelheidsbegrenzer
voorkomt dat de auto de inge-
stelde snelheid overschrijdt.
Systeemonderdelen
Instellen van de rijsnelheid
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 414 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 416 of 754

415
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET
totdat de gewenste snelheid wordt
bereikt.
1
Verhogen van de snelheid
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de schakelaar in de
gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt ver-
hoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h
*1 of 1 mph*2 telkens als
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5
km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd
zolang de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
1 Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de snelheidsbegrenzer uitge-
schakeld.
2 Door op de schakelaar +RES te
drukken wordt de snelheidsbegren-
zer opnieuw geactiveerd.
■Overschrijden van de ingestelde snel-
heid
In de volgende situaties overschrijdt de rij-
snelheid de ingestelde snelheid en gaan de
tekens op het display knipperen:
●Wanneer u het gaspedaal volledig intrapt
●Wanneer u bergaf rijdt
■Automatische uitschakeling snelheids-
begrenzer
De snelheidsbegrenzer wordt automatisch
uitgeschakeld in een van de volgende situa-
ties:
●De cruise control wordt ingeschakeld.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
■Als de waarschuwingsmelding voor de
snelheidsbegrenzer op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Zet de motor af en start de motor weer. Stel
na het weer starten van de motor de snel-
heidsbegrenzer in. Als de snelheidsbegren-
zer niet kan worden ingesteld, is er mogelijk
een storing aanwezig in de snelheidsbegren-
zer. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Wijzigen van de ingestelde
snelheidUitschakelen en hervatten van
de snelheidsbegrenzer
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 415 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM