502
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Trailer Sway Control
Helpt de bestuurder om de aanhangwa-
gen weer onder controle te krijgen door
op afzonderlijke wielen remdruk uit te
oefenen en het aandrijfkoppel te ver-
minderen wanneer wordt gesignaleerd
dat de aanhangwagen slingert.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control in
werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer de TRC/VSC/Trailer Sway Control
in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van de motor naar de wie-
len beperken. Als u op drukt om het
systeem uit te schakelen, kunt u de auto
waarschijnlijk gemakkelijker los krijgen door
te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (tractiecon-
trole UIT) wordt op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 502 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
503
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
■Uitschakelen van de TRC, VSC en Trai-
ler Sway Control
Schakel de TRC, VSC en Trailer Sway Con-
trol uit door langer dan 3 seconden
ingedrukt te houden terwijl de auto stilstaat.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (P re-Crash Safety-sys-
teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( →Blz. 372)
■Wanneer de melding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay dat
de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitges chakeld. Als de melding
niet verdwijnt neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt
voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
●Auto's met Multidrive CVT: De selectiehen-
del staat in een andere stand dan P of N
(bij het vooruit/achteruit bergop wegrijden).
●Auto's met handgesc hakelde transmissie:
De selectiehendel staat in een andere
stand dan de achteruit wanneer vooruit
bergop wordt weggereden of in de achter-
uit wanneer achteruit bergop wordt wegge-
reden.
●De auto staat stil
●Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
●De parkeerrem is niet geactiveerd
■Automatisch uitschakelen van Hill Start
Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de vol-
gende situaties uitgeschakeld:
●Auto's met Multidrive CVT: De selectiehen-
del staat in stand P of N.
●Auto's met handgesc hakelde transmissie:
De selectiehendel wordt in de achteruit
gezet wanneer vooruit bergop wordt weg-
gereden of in een andere stand dan de
achteruit gezet wanneer achteruit bergop
wordt weggereden.
●Het gaspedaal wordt ingetrapt
●De parkeerrem wordt geactiveerd
●Er zijn maximaal 2 seconden verstreken
nadat het rempedaal is losgelaten.
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt
worden door de ABS-, Brake Assist-,
VSC-, Trailer Sway Control-, TRC- en
Hill Start Assist Control-systemen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van
de motor of bij het wegrijden een geluid in
de motorruimte hoort wanneer het rempe-
daal herhaaldelijk wordt ingetrapt. Dit duidt
niet op een storing in een van deze syste-
men.
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen v an deze verschijnse-
len duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar bene- den bewegen als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 503 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
504
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Geluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering
Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit
het remsysteem worden waargenomen, maar
deze duiden niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem
Als de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem zijn uitgeschakeld, worden
deze automatisch opnieuw ingeschakeld in
de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het
EPS-systeem wordt gereduceerd om het sys-
teem tegen oververhitting te beschermen als
er gedurende langere tijd veel stuurbewegin-
gen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de
besturing zwaar aanvoelen. Draai, als dat het
geval is, niet overmatig aan het stuur of
breng de auto tot stilstand en schakel de
motor uit. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet onder de vol-
gende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 504 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
505
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist
werkt mogelijk niet effectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op
een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelij k tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Con-
trol is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Con-
trol is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichti g en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC/VSC/Trailer Sway Control
alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorg dragen voor de voer-
tuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
Trailer Sway Control is onderdeel van het
VSC-systeem en werkt niet als het VSC is
uitgeschakeld of een storing heeft.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
Het ABS, de TRC, de Trailer Sway Control
en de VSC werken niet goed als er ver-
schillende banden onder de auto gemon-
teerd zijn.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het vervangen van de wielen of
banden.
■Omgaan met banden en wielop-
hanging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een nega-
tief effect op de ondersteunende systemen
en kunnen een storing veroorzaken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 505 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
506
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot Trailer Sway Control
Het Trailer Sway Control-systeem kan het
slingeren van de aanhangwagen niet in
alle gevallen vermi nderen. Afhankelijk van
diverse factoren, waaronder de staat van
de auto, de aanhangwagen, het wegop-
pervlak en de omgeving waarin wordt
gereden, kan het Trailer Sway Con-
trol-systeem minder goed werken. Raad-
pleeg de handleiding van uw
aanhangwagen voor meer informatie over
het op de juiste wijze trekken van uw aan-
hangwagen.
■Als de aanhangwagen slingert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan resulteren in ernstig let-
sel.
●Pak het stuurwiel stevig vast. Blijf recht-
uit sturen. Probeer de aanhangwagen
niet onder controle te krijgen door aan
het stuurwiel te draaien.
●Laat het gaspedaal onmiddellijk maar
zeer geleidelijk los om snelheid te min-
deren.
Ga niet harder rijden. Rem niet.
Als u geen extreme correcties uitvoert met
sturen of remmen, zullen uw auto en de
aanhangwagen stabiliseren. (→ Blz. 312)
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Vertrouw niet uitsluitend op de Secondary
Collision Brake. Dit systeem is ontworpen
om te helpen de kans op verdere schade
ten gevolge van een tweede aanrijding te
verkleinen, maar het effect is afhankelijk
van diverse omstandigheden. Te veel ver-
trouwen op het systeem kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 506 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
697
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reserve-
wiel
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem) (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• LDA (Lane Departure Alert met stuurre- geling) (indien aanwezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 697 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
748
COROLLA_TMUK_EEAlfabetische index
Stop & Start-systeem Waarschuwingslampje ...................... 667
Weergave systeeminformatie ............ 129
Stuurbekrachtiging (elektrische stuurbekrachtiging) ........................... 502
Waarschuwingslampje ...................... 665
Stuurslot Ontgrendeling stuurslot ............. 319, 321
Waarschuwingsmelding
stuurslotsysteem ............................. 321
Stuurwiel
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel ........................ 124
Instellen ............................................. 289
Stuurwielverwarming ......................... 578
Stuurwielverwarming ........................... 578
Supervergrendeling ............................. 103
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen . 723
T
Taal (multi-informatiedisplay) ............. 128
Tankdopklep Tanken ............................................... 353
Tanken
Brandstofsoorten ............................... 714
Capaciteit .......................................... 714
Openen van de tankdop .................... 353
Tashaken ............................................... 586
Telefoontoets ........................................ 540
Tips voor inrijden ................................. 305
Toerenteller ................................... 113, 117
Toets LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ............................. 387
Toyota Parking Assist-sensor Functie .............................................. 445
Waarschuwingsmelding .... 448, 448, 463
Toyota Safety Sense
Adaptive High Beam-systeem ........... 343
Automatic High Beam-systeem ......... 341
Dynamic Radar Cruise Control.......... 402
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik.................. 391
LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) .................................. 383
LTA (Lane Tracing Assist) .................. 373
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) ..... 366
RSA (Road Sign Assist) .................... 417 Traction Control (TRC) ........................ 502
Trailer Sway Control ............................ 502
Transmissie
Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P kan worden
gezet .............................................. 326
Handgeschakelde transmissie .......... 328
iMT .................................................... 329
Multidrive CVT .................................. 324
Rijmodusselectieschakelaar ............. 500
Schakeladviesindicator ..................... 330
Stand M ............................................ 326
TRC (Traction Control) ........................ 502
U
Uitschakelsysteem brandstofpomp ... 662
USB-aansluiting ................................... 514
USB-laadaansluiting ............................ 595
V
Vastzitten Als de auto vast komt te zitten .......... 709
Vehicle Stability Control (VSC) ........... 501
Vehicle Stability Control+-systeem (VSC+) ................................................ 501
Veiligheidsgordels ................................. 33 Baby- en kinderzitjes plaatsen ............ 48
Blokkeerautomaat (ELR) .................... 35
Controlelampje en waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel............................. 666
Gordelspanners .................................. 36
Hoe de veiligheidsgordel te dragen .... 34
Juist gebruik van de veiligheidsgordels door kinderen ................................... 34
Veiligheidsgordel afstellen .................. 35
Veiligheidsgordels schoonmaken
en onderhouden ............................. 607
Waarschuwingslampje SRS.............. 664
Zwangere vrouwen, correct gebruik
van veiligheidsgordel ........................ 33
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 748 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM