4
COROLLA_TMUK_EEINHOUDSOPGAVE
5-7. Menu SETUP
(instellingen)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen) (“Bluetooth”-
menu) ................................... 542
Gebruik van het menu SETUP (instellingen) (menu TEL) ..... 544
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth
®
compatibele draagbare
speler ................................... 548
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen...................................... 550
Een telefoongesprek ontvangen ............................ 551
Voeren van een telefoongesprek.................... 551
5-10.Bluetooth
®
Bluetooth®.............................. 553
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ...................... 566
Automatische airconditioning.. 571
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming ................... 578
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting .. 580
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ........... 583
Voorzieningen in de bagageruimte .................. 586
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur ...................... 5957-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van het exterieur van
uw auto ................................. 604
Reinigen en beschermen van het interieur van
uw auto ................................. 607
7-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie.......... 610
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren
onderhoud .......... ..................612
Motorkap ................................. 614
Plaatsen van een garagekrik ............................. 615
Motorruimte............................. 616
Banden ................................... 623
Bandenspanning ..................... 637
Velgen ..................................... 638
Interieurfilter ............................ 640
Batterij afstandsbediening/ elektronische sleutel ............. 642
Controleren en vervangen van zekeringen ..................... 645
Lampen ................................... 648
8-1. Belangrijke informatie Alarmknipperlichten ................ 654
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden
gebracht................................ 654
Als de auto vastzit in stijgend water ..... ..................656
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden gesleept ................................ 657
6Voorzieningen in het interieur
7Onderhoud en verzorging
8Bij problemen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 4 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
569
6
COROLLA_TMUK_EE 6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Beslaan van de ruiten
●Auto's met aircoschakelaar Wanneer de
luchtvochtigheid in de auto hoog is, zullen
de ruiten gemakkelijk beslaan. Als u de air-
coschakelaar inschakelt, wordt de lucht die
via de uitstroomopeningen stroomt, ont-
vochtigd en wordt de voorruit efficiënt ont-
wasemd.
●Auto's met aircoschakelaar Als u de airco-
schakelaar uitschakelt, zullen de ruiten
mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus
is ingeschakeld.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd
en om de auto te helpen koelen wanneer
het buiten warm is.
●Auto's met aircoschakelaar Wanneer tij-
dens het koelen de re circulatiemodus
wordt ingeschakeld, wordt ook het interieur
van de auto effectief gekoeld.
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna
0°C daalt (auto's met aircoschakelaar)
De ontvochtigingsfuncti e werkt mogelijk niet,
zelfs niet wanneer de aircoschakelaar wordt
ingedrukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
■Interieurfilter
→ Blz. 640
■Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels
niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de airconditioning niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de motor
niet draait.
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 569 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
575
6
COROLLA_TMUK_EE 6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
de automatische modus wordt ingescha-
keld even vertraagd.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
■Interieurfilter
→ Blz. 640
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 723)
1 Druk op de schakelaar voor de
automatische modus.
2 Wijzig de ingestelde temperatuur.
3 Druk op de schakelaar OFF om de
procedure te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi worden bediend, dooft het controlelampje van
de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld
voor de andere functies dan die worden
bediend.
■Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch
geregeld op basis van de gekozen tempera-
tuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van de schakelaar
voor de automatische modus kan de aanja-
ger even worden uitgeschakeld tot er vol-
doende warme of koude lucht voorhanden is.
Voorkomen van ijsvorming op de voor-
ruit en de ruitenwisserbladen.
Als de schakelaar voorruitverwarming is
ingeschakeld, brandt het controlelampje op
de schakelaar voorruitverwarming.
De voorruitverwarming wordt na een tijdje
automatisch uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels
niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de airconditioning niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de motor
niet draait.
Gebruik van de automatische
modus
Voorruitverwarming
(indien aanwezig)
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brandwonden
Raak het onderste deel van de voorruit en
de gedeeltes bij de voorstijlen niet aan
wanneer de voorruitverwarming is inge-
schakeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 575 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
613
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
●Laat geen brandbare voorwerpen, zoals
een stuk papier of een doek, achter in
de motorruimte.
●Rook niet, veroorzaak geen vonken en
voorkom open vuur in de buurt van
brandstof of de accu. De brandstof- en
accudampen zijn licht ontvlambaar.
●Wees uiterst voorzichtig als u aan de
accu werkt. De accu bevat namelijk het
giftige en corrosieve zwavelzuur.
●Wees voorzichtig, want remvloeistof is
gevaarlijk voor uw handen en ogen en
kan gelakte oppervlakken beschadigen.
Als u remvloeistof op uw handen of in
uw ogen krijgt, spoel
ze dan onmiddellijk
met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft hou-
den.
■Werkzaamheden bij de elektrische
koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen
de elektrische koelventilatoren automa-
tisch worden ingeschakeld als de aircondi-
tioning wordt ingeschakeld en/of als de
koelvloeistoftemperatuur hoog is.
( → Blz. 620)
■Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te
beschermen tegen rondvliegend of vallend
materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
■Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot
overmatige motorslijtage door vuil in de
inlaatlucht.
■Als het vloeistofniveau te laag of te
hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau
iets lager wordt door slijtage van de rem-
blokken of door een hoog vloeistofniveau
in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden
bijgevuld, kan dit duiden op een serieus
probleem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 613 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
618
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
1
Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2 Giet beetje voor beetje motorolie in
de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door mid-
del van de peilstok.
3 Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoe-
veelheid motorolie verbruikt. In de volgende
situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe
en moet er mogelijk tussen de onderhoudsin-
tervallen motorolie worden bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld
direct na aanschaf van de auto of nadat de
motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of motor-
olie met een verkeerde viscositeit wordt
gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerentallen,
met een zwaar beladen auto, met een aan-
hangwagen of bij veelvuldig optrekken en
afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait, of
bij veelvuldig rijden in druk verkeer
■Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie verversen
moet worden gereset. Ga als volgt te werk:
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
om te selecteren. 2
Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selecteren
en houd vervolgens ingedrukt.
3 Druk op of om “Oil Mainte-
nance” (verversen motorolie) te selecte-
ren en druk vervolgens op .
4 Druk op of om “Yes” (ja) te
selecteren en druk vervolgens op .
Er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay wanneer de resetpro-
cedure is voltooid.
WAARSCHUWING
■Afgewerkte motorolie
●Afgewerkte motorolie bevat schadelijke
stoffen die huidaandoeningen zoals ont-
steking of huidkanker kunnen veroorza-
ken. Wees daarom voorzichtig en
vermijd langdurig en herhaaldelijk con-
tact met de huid. Verwijder afgewerkte
motorolie door goed met water en zeep
te wassen.
●Voer afgewerkte motorolie en gebruikte
oliefilters op een veilige en acceptabele
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters nooit weg in de vuil-
nisbak, in het riool of zomaar ergens.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige, tank-
station of een automaterialenzaak voor
meer informatie over recycling of afvoe-
ren.
●Houd motorolie buiten het bereik van
kinderen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 618 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
640
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Gebruik uitsluitend de wielmoeren
van Toyota en de juiste wielmoer-
sleutel voor uw lichtmetalen velgen.
Controleer de wielmoeren na de eer-
ste 1.600 km telkens als een band is
verwisseld, een band is gerepareerd
of is vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u sneeuwket-
tingen gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik wor-
den gemaakt van Toyota- of gelijk-
waardige balanceergewichtjes, die
geplaatst dienen te worden met een
kunststof of rubber hamer. 1
Zet het contact UIT.
2 Open het dashboardkastje. Maak
de demper los.
3 Duw het dashboardkastje aan de
zijde die zich het dichtst bij het por-
tier bevindt naar binnen om de klau-
wen vrij te maken. Trek vervolgens
het dashboardkastje naar buiten en
maak de onderste klauwen vrij.
4 Ontgrendel de afdekkap van het fil-
ter ( ), haal de afdekkap van het
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot lichtmetalen
velgen (indien aanwezig)Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen van het
interieurfilter
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 640 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
641
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
filter uit de klauwen ( ) en verwij-
der de afdekkap van het filter.
5 Verwijder de filterhouder.
6 Verwijder het interieurfilter uit de fil-
terhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met de
aanduiding UP naar boven gericht.
■Controle-interval
Vervang het interieurfilter volgens het onder-
houdsschema. In gebieden met veel stof of
met veel verkeer moet vervanging vaker
plaatsvinden. (Zie het onderhoudsboekje of
het garantieboekje voor het onderhouds-
schema.)
■Als er te weinig lucht uit de ventilatie-
roosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het
filter en vervang het indien nodig.
AB
OPMERKING
■Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig
is.
Als de airconditioning zo nder filter gebruikt
wordt, kan het systeem beschadigd raken.
■Voorkomen van schade aan de afdek-
kap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen over-
matige kracht uit op de klauwen. Anders
kunnen de klauwen beschadigd raken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 641 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
739
COROLLA_TMUK_EEAlfabetische index
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave ............................................ 127
Aan navigatiesysteem
gekoppelde weergave ............... 127, 130
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 46
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 501 Waarschuwingslampje ...................... 665
ACA (Active Cornering Assist) ............ 502
Accessoireaansluiting ......................... 595
Accu Accu controleren ............................... 620
Als de accu ontladen is ..................... 702
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter ....................... 507
Waarschuwingslampje ...................... 664
Achterklep ............................................. 216
Achterlichten Lampen vervangen ........................... 648
Lichtschakelaar ................................. 337
Achterruitenwisser ............................... 351
Achterruitverwarming Achterruit ................................... 568, 573
Buitenspiegels ........................... 568, 573
Voorruit ...................................... 568, 573
Achterstoelen ....................................... 285 Hoofdsteunen .................................... 287
Stoelverwarming ............................... 578
Achteruitrijlicht Lampen vervangen ........................... 648
Actieradius .................................... 125, 126
Active Cornering Assist (ACA)............ 502
Actueel brandstofverbruik................... 125
Adaptive High Beam-systeem ............. 343
Afdekplaat ............................................. 587
Afmetingen............................................ 712
Afstand .................................................. 127
Afstand tot de motorolie
moet worden ververst ............... 114, 120
Afstandsbediening Batterij vervangen ............................. 642
Energiebesparende functie ............... 229
Vergrendelen/ontgrendelen ............... 140 Airbags
Aan/uit-schakelaar airbag ................... 46
Airbags................................................ 37
Algemene voorzorgsmaatregelen airbags ............................................. 41
De juiste houding achter het stuur ...... 31
Plaats van airbags .............................. 37
Voorwaarden voor activering curtain airbags .................................. 39
Voorwaarden voor activering side airbags ...................................... 39
Voorwaarden voor activering van airbags ....................................... 39
Voorwaarden voor activering van
de side airbags en curtain airbags ... 39
Voorzorgsmaatregelen airbag voor kinderen ................................... 41
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags .................................. 41
Voorzorgsmaatregelen side airbags ... 41
Voorzorgsmaatregelen side airbags en curtain airbags ............................. 41
Waarschuwingslampje SRS.............. 664
Wijzigingen aan en afvoeren van airbags ....................................... 44
Airconditioning Automatische airconditioning ............ 571
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus
voorstoel (S-FLOW-modus) ........... 576
Handmatig bediende
airconditioning ................................ 566
Interieurfilter ...................................... 640
Alarm
Alarm ................................................ 104
Waarschuwingszoemer..................... 663
Alarmknipperlichten ............................ 654
Antennes (Smart entry-systeem
met startknop) ........................... 227, 228
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 501
Waarschuwingslampje ...................... 665
Antidiefstalsysteem Alarm ................................................ 104
Startblokkering .................................... 86
Supervergrendeling .......................... 103
Armsteun .............................................. 601
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 739 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM