Page 137 of 456

137
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
■Algemeen
Als de motor automatisch wordt
gestopt, kan de auto veilig worden
geparkeerd, bijvoorbeeld om hem
te verlaten.
■Automatische transmissie
1 Druk op de startknop.
De Drive Ready -modus wordt
uitgeschakeld.
De standby-modus wordt inge-
schakeld.
Selectiehendel wordt automa-
tisch in stand P gezet.
2 Activeer de parkeerrem.
In bepaalde situaties wordt het
Stop & Start-systeem om veilig-
heidsredenen automatisch uitge-
schakeld, bijvoorbeeld als wordt
gesignaleerd dat de bestuurder
afwezig is.
Het Stop & Start-systeem schakelt
de motor niet langer automatisch
uit. Er wordt een voertuigmelding
weergegeven. U kunt blijven rijden.
Laat het systeem nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. De parkeerrem wordt gebruikt om
te voorkomen dat
de auto wegrolt
als hij geparkeerd is.
Parkeren van de auto bij
automatisch uitschakelen van de
motor
Automatisch uitschakelen
Algemeen
Storing
Parkeerrem
Principe
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Een auto die niet tegen wegrollen is
beveiligd kan in beweging komen en
wegrollen. Er bestaat een kans op
ongevallen. Beveilig de auto tegen
wegrollen voordat u de auto verlaat.
Volg onderstaande aanwijzingen op
om de auto tegen wegrollen te beveili-
gen:
●Activeer de parkeerrem.
●Stuur bij het parkeren op een hel-
ling de voorwielen v an de trottoir-
band af (helling omhoog) of naar de
trottoirband toe (helling omlaag).
●Gebruik bij het p arkeren op een
steile helling bijvoorbeeld een wiel-
blok als extra beveiliging tegen
wegrollen.
WAARSCHUWING
Alleen in de auto achtergelaten kinde-
ren of huisdieren kunnen de auto in
beweging brengen en daardoor zich-
zelf en andere weggebruikers in
gevaar brengen, bijvoorbeeld door de
volgende acties:
●Indrukken van de startknop.
●Deactiveren van de parkeerrem.
●Openen en sluiten van de portieren
of ruiten.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 137 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 138 of 456

138
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
■Algemeen
Tijdens het rijden fungeert de par-
keerrem als noodrem. Houd de schakelaar omhoog
getrokken. De auto remt sterk af
zolang de schakelaar omhoog
getrokken blijft.
Er wordt een voertuigmelding weer-
gegeven.
Activeer de parkeerrem als de auto
stilstaat.
1
Schakel de Drive Ready-modus
in.
2 Automatische transmissie:
Druk op de schakelaar terwijl u
het rempedaal ingetrapt houdt
of de selectiehendel in stand P
staat.
De led en het controlelampje gaan uit.
De parkeerrem wordt gedeactiveerd.
De parkeerrem wordt automatisch
gedeactiveerd bij het wegrijden.
De led en het controlelampje gaan
uit.
Als de parkeerrem niet werkt of er
een storing in zit:
Beveilig na het uitstappen de auto
tegen wegrollen, bijvoorbeeld met
een wielblok.
WAARSCHUWING
●In stand N zetten v an de selectie-
hendel.
●Bedienen van functies van de auto.
Dat kan leiden tot een ongeval en let-
sel. Laat nooit kind eren of huisdieren
alleen in de auto achter. Neem bij het
verlaten van de auto de afstandsbe-
diening mee en vergrendel de auto.
Overzicht
Parkeerrem
Activeren
Als de auto stilstaat
Trek de schakelaar
omhoog.
De led gaat branden.
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel brandt
rood. De parkeerrem wordt
geactiveerd.
Als de auto rijdt
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel
brandt rood, er klinkt een
signaal en de remlichten
gaan branden.
Deactiveren
Handmatig deactiveren
Automatisch deactiveren
Storing
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 138 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 139 of 456

139
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Herstellen van de werking van de
parkeerrem na een stroomstoring:
1
Schakel de standby-modus in.
2 Trek aan de schakelaar ter-
wijl u het rempeda al ingetrapt
houdt of de selectiehendel in
stand P staat en druk er vervol-
gens op.
De procedure kan een aantal
seconden duren. Eventuele gelui-
den zijn normaal.
Klap de buitenspi egels niet in tij-
dens het rijden of tijdens het bedie-
nen van de richti ngaanwijzers of
alarmknipperlichten, om ervoor te
zorgen dat de richt ingaanwijzers in
de buitenspiegels goed zichtbaar
zijn. Druk de hendel voorbij het weer-
standspunt.
Beweeg de hendel iets omhoog of
omlaag.
De duur van het driemaal knipperen
kan worden ingesteld.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2“Vehicle settings” (instellingen
auto)
3“Exterior lighting” (verlichting bui-
tenzijde)
4“One-touch turn signal”
(one-touch bediening richtingaan-
wijzer)
5Selecteer de gewenste instelling.
De instelling wordt opgeslagen voor
het op dat moment gebruikte bestuur-
dersprofiel.
Druk de hendel tot aan het weer-
standspunt en houd hem daar
zolang u een richtingverandering
wilt aangeven.
Na een stroomstoring
Het controlelampje dooft
zodra de parkeerrem weer
werkt.
Richtingaanwijzer
Richtingaanwijzer in
buitenspiegel
Een richtingverandering
aangeven
Driemaal knipperen
Een richtingverandering kort
aangeven
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 139 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 140 of 456

140
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Duw de hendel naar voren of trek
hem naar achteren.
1
Inschakelen grootlicht, pijl 1.
Het grootlicht gaat b randen als het dim-
licht wordt ingeschakeld.
2 Uitschakelen groo tlicht/lichtsig-
naal koplampen, pijl 2 .
Gebruik de ruitenwissers niet op
een droge voorruit, anders zullen
de ruitenwisserbladen sneller slijten
of beschadigd raken. Druk de hendel o
mhoog totdat de
gewenste stand is bereikt.
Ruststand ruitenwissers, stand
0.
Regensensor, stand 1.
Normale wissnelheid, stand 2.
Als de auto stilstaat, schakelen de rui-
tenwissers over op intervalwerking.
Hoge wissnelheid, stand 3.
Als de auto stilstaat, schakelen de rui-
tenwissers over op normale snelheid.
Als een rit wordt onderbroken ter-
wijl het ruitenwis sersysteem is
ingeschakeld: als de rit wordt her-
vat, blijven de ru itenwissers op het
eerder ingestelde niveau werken.
Grootlicht, lichtsignaal
Ruitenwissersysteem
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Als de ruitenwissers in beweging
komen terwijl ze we ggeklapt zijn van
de voorruit, kunnen lichaamsdelen
bekneld raken of kan de auto bescha-
digd raken. Er bestaat een kans op
letsel en schade. Zorg ervoor dat de
auto is uitgeschakeld als de ruitenwis-
sers weggeklapt worden van de voor-
ruit en dat de ruitenwissers tegen de
voorruit rusten als ze worden inge-
schakeld.
OPMERKING
Als de ruitenwissers zijn vastgevroren
aan de voorruit, kan het inschakelen
ervan leiden tot afscheuren van de
ruitenwisserbladen en oververhitting
van de ruitenwissermotor. Er bestaat
een kans op schade. Ontdooi de
voorruit voordat u de ruitenwissers
inschakelt.
Inschakelen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 140 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 141 of 456

141
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Druk de hendel omlaag.
Uitschakelen: druk de hendel
omlaag totdat de ruststand is
bereikt.
Intervalstand: d ruk de hendel
omlaag vanuit de ruststand.
De hendel keert terug naar de rust-
stand zodra hij losgelaten wordt.
De regensensor regelt automatisch
de werking van de ruitenwissers op
basis van de intensiteit van de
regen.
De sensor is beves tigd op de voor-
ruit, direct vóór de binnenspiegel. Druk de hendel eenmaal omlaag
vanuit de ruststand, pijl
1.
Het wissen wordt gestart.
De led in de ruitenwisserhendel
gaat branden.
Bij vorst wordt het wisproces moge-
lijk niet gestart.
Druk de hendel terug naar de rust-
stand.
Uitschakelen en
intervalstand
Regensensor
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
In autowasstraten komen de ruiten-
wissers mogelijk onbedoeld in bewe-
ging als de regensensor is
ingeschakeld. Er bestaat een kans op
schade. Schakel de regensensor uit
in autowasstraten.
Inschakelen
Uitschakelen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 141 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 142 of 456

142
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Draai aan het kart
elwieltje om de
gevoeligheid van de regensensor in
te stellen.
Omhoog: hoge gevoeligheid van de
regensensor.
Omlaag: lage gevoeligheid van de
regensensor. Trek aan de hendel.
Vloeistof uit het s
proeierreservoir
wordt op de voorruit gespoten en
de ruitenwissers werken even.
De ruitensproeiers voor worden
automatisch verwarmd als de
standby-modus is ingeschakeld.
In de wegklapstand kunnen de rui-
tenwissers worden weggeklapt van
de voorruit.
Dit is bijvoorbeeld belangrijk voor
het vervangen van de ruitenwisser-
bladen of om de ruitenwissers weg
te klappen van de voorruit bij vorst.
Instellen van de gevoeligheid van
de regensensor
Ruitensproeier voor
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Bij lage temperaturen kan de ruiten-
sproeiervloeistof op de voorruit
bevriezen en het zicht belemmeren.
Er bestaat een kans op ongevallen.
Gebruik het sproeiersysteem alleen
als er geen kans is op bevriezing van
de ruitensproeiervloeistof. Gebruik
indien nodig antivries.
OPMERKING
Als het sproeierre servoir leeg is,
werkt de sproeierpomp niet naar
behoren. Er bestaat een kans op
schade. Gebruik het sproeiersysteem
niet als het sproeierreservoir leeg is.
Reinigen van de voorruit
Ruitensproeiers voor
Wegklapstand van de
ruitenwissers
Principe
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 142 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 143 of 456

143
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
1
Schakel de standby-modus in.
2 Druk de ruitenwisserhendel
omlaag en houd hem in die
stand totdat de ruitenwissers in
een ongeveer verticale positie
stoppen. 3
Til de ruitenwissers volledig van
de voorruit.
Na het terugklappen van de ruiten-
wissers moet het ruitenwissersys-
teem weer worden ingeschakeld.
1 De ruitenwissers volledig terug-
klappen op de voorruit.
2 Schakel de standby-modus in,
druk de ruitenwisserhendel weer
omlaag en houd hem in die
stand.
3 De ruitenwissers keren terug
naar de ruststand en kunnen
weer worden gebruikt.
De automatische transmissie com-
bineert indien nodig de functies van
handmatig schakelen.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Als de ruitenwissers in beweging
komen terwijl ze we
ggeklapt zijn van
de voorruit, kunnen lichaamsdelen
bekneld raken of kan de auto bescha-
digd raken. Er bestaat een kans op
letsel en schade. Zorg ervoor dat de
auto is uitgeschakeld als de ruitenwis-
sers weggeklapt worden van de voor-
ruit en dat de ruitenwissers tegen de
voorruit rusten als ze worden inge-
schakeld.
OPMERKING
Als de ruitenwissers zijn vastgevroren
aan de voorruit, kan het inschakelen
ervan leiden tot a fscheuren van de
ruitenwisserbladen en oververhitting
van de ruitenwissermotor. Er bestaat
een kans op schade. Ontdooi de
voorruit voordat u de ruitenwissers
inschakelt.
Wegklappen van de ruitenwissers
Terugklappen van de
ruitenwissers
Automatische transmissie
Principe
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 143 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 144 of 456

144
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Stand van de selectiehendel voor
normaal rijden. Alle versnellingen
voor vooruitrijden worden automa-
tisch geselecteerd.
Zet de selectiehendel alleen in
stand R als de auto stilstaat.
Als de selectiehendel in stand N
staat, kan de aut
o worden geduwd
of rollen zonder vermogen van de
motor, bijvoorbeeld in autowasstra-
ten, zie blz. 145.
Stand van de selectiehendel voor
bijvoorbeeld parkeren van de auto.
Als de selectiehendel in stand P
staat, blokkeert de transmissie de
aangedreven wielen.
Zet de selectiehendel alleen in
stand P als de auto stilstaat.
■Stand P wordt automatisch
ingeschakeld
De selectiehendel wordt bijvoor-
beeld in de volgende situaties auto-
matisch in stand P gezet:
Als de Drive Ready-modus wordt
uitgeschakeld terwijl de selectie-
hendel in stand R, D of M staat.
Als de standby-modus wordt uit-
geschakeld terwijl de selectie-
hendel in stand N staat.
Als, terwijl de auto stilstaat en de
selectiehendel in stand D, M of R
staat, de bestuurdersgordel
wordt losgemaakt, het bestuur-
dersportier wordt geopend en
het rempedaal niet wordt inge-
trapt.
Activeer de remmen tot u klaar bent
om weg te rijden, anders komt de
auto in beweging wanneer een rij-
stand wordt geselecteerd.
De selectiehendel kan alleen vanuit
stand P in een andere stand wor-
den gezet als de Drive
Ready-modus wordt ingeschakeld
en het rempedaal wordt ingetrapt.
De selectiehendel kan alleen vanuit
stand P in een andere stand wor-
den gezet zodra aan alle techni-
sche eisen wordt voldaan, indien
van toepassing.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een auto die niet t
egen wegrollen is
beveiligd kan in beweging komen en
wegrollen. Er be staat een kans op
ongevallen. Beveilig de auto tegen
wegrollen voordat u de auto verlaat,
bijvoorbeeld door de parkeerrem te
activeren.
Standen selectiehendel
Stand D (rijden)
Stand R (achteruit)
Stand N (neutraalstand)
Stand P (parkeren)
Kiezen van een stand van de
selectiehendel
Algemeen
Voorwaarden voor werking
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 144 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM