92
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
De auto gaat over op de inactieve
modus (zie blz. 44) als de voorportieren
worden geopend.
Het alarmsysteem reageert op de
volgende veranderingen als de
auto is vergrendeld:
• Een van de portieren, de motor-
kap of de acht erklep wordt
geopend.
• Bewegingen in het interieur.
• Een wijziging va n de hellings-
hoek van de auto, bijvoorbeeld
door een poging om de auto op
te krikken om de wielen te stelen
of om de auto op te takelen.
• Een onderbreking in de stroom- toevoer van de accu.
• Oneigenlijk gebrui k van de diag-
noseaansluiting (OBD).
Als het alarmsysteem wordt geacti-
veerd, gebeurt dit met de volgende
signalen:
• Geluidsalarm: A fhankelijk van
lokale regelgeving kan de wer-
king van het geluidsalarm zijn
onderdrukt.
• Visueel alarm: Door het knippe- ren van de alarmknipperlichten.
Het alarmsysteem wo rdt gelijktijdig
met het vergrendelen en ontgren-
delen via de afstandsbediening of
het Smart entry-systeem met start-
knop in- en uitgeschakeld. Als een portier wordt ontgrendeld
met de geïntegre
erde sleutel en
vervolgens wordt geopend, wordt
het alarmsysteem geactiveerd.
Stoppen van het alarm, zie blz. 94.
De achterklep kan ook worden
geopend als het alarmsysteem is
ingeschakeld.
Als de achterklep wordt gesloten,
wordt hij weer ver grendeld en vanaf
dat moment weer door het alarm-
systeem bewaakt zolang de portie-
ren zijn vergrendeld. De
alarmknipperlichten knipperen één
keer.
• Het controlelampje knippert om de 2 seconden: Het alarmsys-
teem is ingeschakeld.
• Het controlelampje knippert
ongeveer 10 seconden en ver-
volgens om de 2 seconden: De
bewegingssensor in het interieur
en de hellingsensor van het
Alarmsysteem
Algemeen
In-/uitschakelen
Openen van de portieren bij
ingeschakeld alarmsysteem
Openen van de achterklep bij
ingeschakeld alarmsysteem
Controlelampje op de
binnenspiegel
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 92 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
450
Handleiding SupraAlfabetische index
Menu, instrumentenpaneel, zie Keuzelijsten .......................... 163
Microfilter ...................................... 255
Middenconsole ............................... 42
Minimale profieldiepte loopvlak, banden ........................................ 281
Mistachterlicht .............................. 176
Mistachterlicht, zie Lampen en
lichten.......................................... 327
Mistlampen, zie Lampen en lichten.......................................... 327
Mobiele apparaten, beheren .......... 72
Mobiele communicatie in de auto.............................................. 268
Mobiele service, zie Pechhulp ..... 337
Mobiliteitssysteem ....................... 285
Moersleutel, zie
Gereedschapsset auto............... 326
Monitor, zie Regeldisplay............... 50
Motor starten, starthulp ............... 345
Motor, Stop & Start-fu nctie .......... 134
Motorkap ....................................... 306
Motorolie ....................................... 308
Motorolie bijvullen ........................ 310
Motorolie verversen ..................... 312
Motoroliepeil, elektronisch
controleren ................................. 309
Motorolietemperatuur .................. 158
Motorolievulpijp ............................ 310
Motorruimte .................................. 305
Multifunctioneel stuurwiel, toetsen .......................................... 40
N
Naar beneden kantelen van de spiegel aan passagierszijde,
zie Automatische
parkeerfunctie ............................ 106
Neksteunen voor, zie Hoofdsteunen ............................. 104
Neutrale reiniger, lichtmetalen velgen .......................................... 353
Nieuwe velgen en banden............ 282
Nooddiensten, zie Pechhulp........ 337 Noodhulp, zie Pechhulp ............... 337
Noodontgrendeling,
tankdopklep ................................ 277
Noodremfunctie bij het parkeren, Parking Sensors
met noodremfunctie ................... 240
Noodreservewiel ........................... 303
NORMAL, zie
SPORT-modusschakelaar.......... 149
Nylon kabel voor slepen .............. 348
O
OBD, diagnose ..............................317
Obstakelmarkering,
achteruitrijcamera ...................... 244
Octaangetal, zie Benzinesoort..... 308
Ogen, zie Sjorogen in de bagageruimte ..............................263
Olie ................................................. 308
Oliesoorten motor, voor het bijvullen te gebruiken .......... 311
Olievulpijp ..................................... 310
Onbeladen gewicht ....................... 357
Onder water lopen ........................ 270
Onderdeel, vervangen .................. 326
Onderdelen en accessoires ............. 7
Onderhoud .................................... 315 Periodiek onderhoud .................. 319
Onderhoud, zie Onderhoudsvereisten .......... 159
Onderhoudssysteem ... ................. 315
Onderhoudsvereisten................... 159
Onderhoudsvereisten, zie Condition Based
Service (CBS)..............................315
Ontgrendelen in noodgevallen, transmissieblokkering ............... 147
Ontgrendelen met de afstandsbediening........................ 75
Ontgrendelen, instellingen ............ 90
Ontgrendelen, zie Openen en sluiten....................................... 74
Ontgrendeling, automatisch .......... 91
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 450 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM