12
Handleiding Supra1-1. AANWIJZINGEN
Dankzij het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem kunnen
bijvoorbeeld bij ongevallen hand-
matige of automatische noodoproe-
pen worden verzonden.
De noodoproepen worden beant-
woord door de centrale meldkamer
van de hulpdiensten.
Zie voor meer informatie over het
wettelijk vereiste eCall-noodoproe-
psysteem in de auto, dat is geba-
seerd op 112-noodoproepen, en de
werking en functies
ervan blz. 338.
De op 112-noodoproepen geba-
seerde eCall-dien st is een open-
bare dienst van algemeen belang
en is gratis beschikbaar.
Als zich een ernstig ongeval voor-
doet, wordt het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem stan-
daard automatisch geactiveerd
door sensoren in de auto. Het wordt
ook automatisch geactiveerd als de
auto is uitgerust met een intelligent
noodoproepsysteem dat in het
geval van een erns tig ongeval niet
werkt.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem kan
indien nodig ook handmatig worden
geactiveerd.
Als zich een ernstige systeemsto-
ring voordoet die het wettelijk ver-
eiste eCall-noodoproepsysteem
buiten werking zou stellen, ontvangen de inzittenden een
waarschuwing, zie blz. 339.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem verwerkt
persoonsgegevens in overeen-
stemming met de volgende voor-
schriften:
• Bescherming van persoonsge-
gevens: Verordening
2016/679/EU van het Europees
Parlement en de Raad.
• Bescherming van persoonsge- gevens: Richtlijn 2002/58/EG
van het Europees Parlement en
de Raad.
Persoonsgegevens worden uitslui-
tend verwerkt me t het oog op het
verzenden van eCall-noodoproe-
pen naar het gestandaardiseerde
Europese alarmnummer 112.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem werkt
via mobiele communicatie door
middel van de simkaart die in de
auto is geïnstalleerd. De simkaart is
niet permanent verbonden met het
mobiele telefoonnetwerk, maar blijft
alleen verbonden zolang de
noodoproep actief is.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem mag uit-
sluitend de volgende gegevens ver-
zamelen en verwerken:
Wettelijk vereist
noodoproepsysteem
Principe
Algemeen
Informatie over
gegevensverwerking
Simkaart
Gegevenstypen en hun
ontvangers
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 12 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
15
1
Handleiding Supra 1-1. AANWIJZINGEN
AANWIJZINGEN
in overeenstemming met de Euro-
pese richtlijnen v
oor de bescher-
ming van persoonsgegevens.
Het automatische noodoproepsys-
teem verwerkt persoonsgegevens
alleen met toestemming van de
auto-eigenaar.
Het automatische noodoproepsys-
teem en andere diensten met extra
voordelen mogen alleen persoons-
gegevens verwerken met de uit-
drukkelijke toestemming van de
persoon wiens gegevens worden
verwerkt, bijvoorbeeld de
auto-eigenaar.
Het automatische noodoproepsys-
teem werkt via mobiele communi-
catie door middel van de simkaart
die in de auto is geïnstalleerd. De
simkaart is permanent aangemeld
bij het mobiele telefoonnetwerk
zodat er snel een verbinding tot
stand kan worden gebracht. De
gegevens worden in geval van
nood naar de autofabrikant verzon-
den.
De autofabrikant gebruikt de gege-
vens die als onderdeel van een
noodoproep worden verzonden ook
om de kwaliteit van producten en
diensten te verbeteren.
Alleen de aanbieder van het
mobiele telefoonnetwerk kan de
positie van de a uto bepalen op
basis van de locati es van telefoon-
masten. De netwerkoperator kan het voertuigidentificatienummer niet
koppelen aan het telefoonnummer
van de geïnstalleerde simkaart.
Alleen de autofabrikant kan het
voertuigidentificatienummer koppe-
len aan het telefoonnummer van de
geïnstalleerde simkaart.
De loggegevens voor noodoproe-
pen worden opgeslagen in het
geheugen van de a
uto. De oudste
loggegevens worden regelmatig
gewist. De loggegevens bevatten
bijvoorbeeld informatie over waar
en wanneer een noodoproep is ver-
zonden.
In uitzonderlijke gevallen kunnen
de loggegevens worden uitgelezen
van het geheugen van de auto.
Over het algemeen mogen de log-
gegevens alleen worden uitgelezen
na een gerec htelijk bevel en indien
de bijbehorende apparaten recht-
streeks op de auto zijn aange-
sloten.
Het systeem is zo ontworpen dat na
een ongeval met een bepaalde
ernst, die wordt gesignaleerd door
de sensoren in de auto, automa-
tisch een noodoproep wordt geacti-
veerd.
Als er een noodoproep wordt ver-
zonden door he t automatische
noodoproepsysteem, wordt
dezelfde informatie doorgegeven
aan de aangewezen alarmcentrale
als normaal doo r het wettelijk
Simkaart
Kwaliteit verbeteren
Positiebepaling
Loggegevens voor noodoproepen
Automatische noodoproep
Verzonden informatie
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 15 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
16
Handleiding Supra1-1. AANWIJZINGEN
vereiste eCall-noodoproepsysteem
wordt doorgegeven aan de centrale
meldkamer.
Bovendien geeft het automatische
noodoproepsysteem ook de vol-
gende aanvullende informatie door
aan een door de autofabrikant aan-
gewezen alarmcentrale en, indien
van toepassing, aan de centrale
meldkamer:
• Ongevalsgegevens, bijvoor-
beeld de richting van de aanrij-
ding zoals gesignaleerd door de
sensoren in de auto, om de inzet
van de hulpdiensten te optimali-
seren.
• Contactgegevens, bijvoorbeeld het telefoonnummer van de
geïnstalleerde simkaart en het
telefoonnummer van de bestuur-
der, indien beschikbaar, zodat er
indien nodig snel contact kan
worden opgenomen met dege-
nen die bij het ongeval betrokken
waren.
De gegevens met betrekking tot
een verzonden noodoproep worden
in de auto geactiveerd. De gege-
vens bevatten in formatie over de
noodoproep, bijvoorbeeld de plaats
en het tijdstip waarop deze is ver-
zonden.
De alarmcentrale s laat audio-opna-
men van de noodoproep op.
Audio-opnamen van de klant wor-
den 24 uur bewaard, voor het geval
de details van de noodoproep moe-
ten worden geanalyseerd. Daarna
worden de audio-opnames gewist.
Audio-opnames van de medewer-
ker van de alarmcentrale worden
24 uur bewaard v oor kwaliteits-
waarborging. De gegevens die worden verkregen
in het kader van een automatische
noodoproep, worden alleen
gebruikt om de noodoproep te ver-
werken. Indien dit w
ettelijk verplicht
is, verstrekt de autofabrikant de
gegevens die hij he eft verwerkt en,
indien van toepassing, nog steeds
heeft bewaard.
De eigenaar van een auto die is
voorzien van een automatisch
noodoproepsysteem en het wette-
lijk vereiste eCa ll-noodoproepsys-
teem heeft het recht om het
eCall-systeem in de auto te gebrui-
ken in plaats van de automatische
noodoproep.
Neem voor deactiveringsverzoe-
ken contact op me t een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem staat
altijd klaar in aanvulling op het
automatische noodoproepsys-
teem. Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem neemt
de noodoproepfunctie over als het
automatische noodoproepsysteem
om technische redenen niet functio-
neert, bijvoorbeeld als de door de
autofabrikant aangewezen alarm-
centrale niet kan worden bereikt.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem maakt
GegevensopslagVerstrekking van
persoonsgegevens
Wettelijk vereist
noodoproepsysteem
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 16 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
17
1
Handleiding Supra 1-1. AANWIJZINGEN
AANWIJZINGEN
gebruik van de infrastructuur van
het openbare alarmnummer 112.
Het systeem kan
zo worden gecon-
figureerd dat noodoproepen altijd
worden verzonden vi a het wettelijk
vereiste eCall-noodoproepsysteem
en niet via het automatische
noodoproepsysteem. Laat de
instelling config ureren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Rusland, Kazachstan en Wit-Rus-
land:
TECHNISCH REGLEMENT VAN DE
DOUANE-UNIE “MET BETREK-
KING TOT WIELVOERTUIGEN” TR
CU 018/2011 Aanhangsel nr. 3,
Hoofdstuk 2 (Voertuigeisen met
betrekking tot ruis in het interieur),
Tabel 2.1, Opmerkingen 3
Het gebruik van dit voertuig voor
publieke doeleinden (bijvoorbeeld als
taxi) is niet toegestaan.
Het voertuigidentificatienummer (VIN) is ingeslagen in het typepla-
atje in de motorruimte, aan de rech-
terzijde van de auto.
Hoeveelheid ruis in de auto
Voertuigidentificatienummer
Motorruimte
Overige
voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Breng geen wijzigingen aan de auto
aan.
Wanneer u wijzigingen wilt aanbren-
gen aan de auto, g
ebruik dan alleen
originele onderdelen en accessoires
van Toyota of door Toyota goedge-
keurde onderdelen (behalve voor wat
betreft accu's, elektrische onderdelen,
enz.). Anders ku nnen er onver-
wachte storingen optreden of kan een
ongeval ontstaan. Neem voor meer
informatie over originele onderdelen
en accessoires van Toyota contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwa lificeerde en uit-
geruste deskundige.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 17 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
36
Handleiding Supra2-1. KORTE UITLEG
Een actuele meting
is beschikbaar
na ongeveer 30 minuten normaal
rijden.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Engine oil le vel” (motor-
oliepeil)
Er kunnen verschillende meldingen
worden weergegeven op het regel-
display, afhankelijk van het motor-
oliepeil. Volg de aanwijzingen in
deze meldingen op
Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand en schakel de Drive
Ready-modus UIT alvorens motor-
olie bij te vullen. Vul alleen motorolie bij als een mel-
ding wordt weergegeven in het
instrumentenpaneel.
Houd u aan de bij te vullen hoe-
veelheid in de melding.
Vul niet te veel motorolie bij.
Houd u aan het typ
e motorolie dat
wordt aanbevolen.
De knop bevindt zich in de midden-
console.
Via Toyota Supra Command:
1 “Connected Serv.” (extra dien-
sten)
2 “Toyota Supra Assistance”
(Toyota Supra-assistentie)
3 “Roadside assistance” (hulp bij
pech onderweg)
Er wordt een spraakverbinding tot
stand gebracht.
Elektronische meting oliepeil
Voorwaarden voor werking
Weergeven van het motoroliepeil
Motorolie bijvullen
Algemeen
Bijvullen
Pechhulp
Alarmknipperlichten
Pechhulp
Hulp bij pech onderweg
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 36 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
42
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
11
Bedieningshendel aan de
stuurkolom, rechts
Ruitenwisser Blz. 140
Regensensor Blz. 141
Ruitensproeiers Blz. 142
12 Stuurwiel verstellen Blz. 107 13
Claxon, volledige
oppervlak
14 Motorkapontgrendeling
Blz. 307
15 Achterklepontgrendeling
Blz. 77
1 Regeldisplay Blz. 50
2 Alarmknipperlichten
Blz. 337
3 Ventilatie Blz. 255
4 Dashboardkastje Blz. 260
5 Radio/multimedia, raadpleeg
de handleiding voor het
navigatie-, multimedia- en
communicatiesysteem 6
Automatische airconditioning
Blz. 250
7 Controller met toetsen Blz. 50,
Blz. 51
8 SPORT-modus-
schakelaar Blz. 149
SPORT-rijmodus
Toyota Supra Safety
Blz. 192
Rondom de middenconsole
1
4
23
5
6
7
89
10
11
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 42 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
76
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
door middel van comfortsluiten, moeten
ze door middel van comfortopenen wor-
den uitgeklapt.
• Of de ruit verder wordt geopend om het instappen gemakkelijker
te maken.
Als alleen het bestuurdersportier en
de tankdopklep zijn ontgrendeld
vanwege de instellingen, druk dan
nogmaals op de toets op de
afstandsbediening om de auto vol-
ledig te ontgrendelen.
De volgende functies worden ook
uitgevoerd:
• Als een bestuurdersprofiel (zie blz. 86) is toegewezen aan de
afstandsbediening, wordt dit
bestuurdersprofiel geactiveerd
en worden de hierin opgeslagen
instellingen geconfigureerd.
• De interieurverlichting wordt
ingeschakeld, tenzij deze hand-
matig was uitgeschakeld. Hand-
matig in-/uitschakelen van de
interieurverlichting, zie blz. 177.
• Met antidiefstalsysteem: Het antidiefstalsysteem wordt uitge-
schakeld.
• Met alarmsyste em: Het alarm-
systeem (zie blz. 92) wordt uitge-
schakeld.
Afhankelijk van de instellingen gaat
bij het openen van een portier de
portierruit verder omlaag. De auto is operationeel (zie blz. 45)
nadat een van de portieren is
geopend.
De werking van de verlichtingsfunc-
ties kan afhankelijk zijn van de hoe-
veelheid licht in de omgeving.
De ruiten gaan omlaag zolang de
toets op de afstandsbediening
wordt ingedrukt.
De door middel van
comfortsluiten
ingeklapte buitenspiegels worden
uitgeklapt.
De reactie van de auto op het ver-
grendelen met de afstandsbedie-
ning is afhankelijk van de volgende
instellingen, zie blz. 90:
• Of het vergrendelen van de auto wordt bevestigd met een lichtsig-
naal.
• Of de buitenspiegels automa- tisch in- en uitgeklapt worden
wanneer de auto wordt ontgren-
deld en vergrendeld.
• Of het vertraagd uitschakelen
van de koplampen (zie blz. 173)
wordt geactiveerd bij het ver-
grendelen van de auto.
1 Sluit het bestuurdersportier.
Ontgrendelen van de auto
Druk op de toets op de
afstandsbediening.
Druk twee keer snel achter
elkaar op de
toets van de
afstandsbediening om het
comfortgeheugen te active-
ren.
Comfortopenen
Openen
Houd de toets op de
afstandsbediening ingedrukt.
Vergrendelen
Algemeen
Vergrendelen van de auto
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 76 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
77
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
2
Druk op de toets op de
afstandsbediening.
De volgende functies worden uitge-
voerd:
• Beide portieren, de achterklep en de tankdopklep worden ver-
grendeld.
• Met antidiefstalsysteem: Het antidiefstalsysteem wordt inge-
schakeld. Hiermee wordt voorko-
men dat de portieren kunnen
worden ontgrendel d via de toet-
sen van de centrale vergrende-
ling of de portierhandgrepen.
• Met alarmsyste em: Het alarm-
systeem (zie blz . 92) wordt inge-
schakeld.
Wanneer u probeert de auto te ver-
grendelen terwijl de Drive
Ready-modus nog is ingeschakeld,
klinkt de claxon twee keer. Schakel
in dat geval de Drive Ready-modus
uit met de startknop.
De ruiten gaan omhoog zolang de
toets op de afstandsbediening
wordt ingedrukt. De buitenspiegels worden inge-
klapt.
Als de alarmknipperlichten zijn
ingeschakeld, worden de buiten-
spiegels niet ingeklapt.
De eerste 10 seconden na het ver-
grendelen is deze functie nog niet
beschikbaar.
• De interieurverlichting wordt
ingeschakeld, tenzij deze hand-
matig was uitgeschakeld. Hand-
matig in-/uitschakelen van de
interieurverlichting, zie blz. 177.
• Afhankelijk van de instellingen
kan de exterieurverlichting (zie
blz. 173) worden ingeschakeld.
De werking van de verlichtingsfunc-
ties kan afhankelijk zijn van de hoe-
veelheid licht in de omgeving.
Om te voorkomen dat de afstands-
bediening in de auto wordt opgeslo-
ten is het raadzaam deze niet in de
bagageruimte te leggen.
Het is mogelijk om in te stellen dat
bij het openen van de achterklep
met de afstandsbediening ook de
portieren worden ontgrendeld.
Instellingen, zie blz. 90.
Comfortsluiten
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Bij het bedienen va n de functie com-
fortsluiten bestaa t het risico dat er
lichaamsdelen bekneld raken. Er
bestaat een kans op l etsel. Zorg er tij-
dens het comfortslu iten voor dat het
bewegingsgebied vrij is.
Sluiten
Houd de toets op de
afstandsbediening na het
vergrendelen ingedrukt.
De interieur- en
exterieurverlichting
inschakelen
Druk terwijl de auto is ver-
grendeld op de toets op de
afstandsbediening.
Achterklep
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 77 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM