Page 169 of 456

169
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Het systeem projecteert belangrijke
informatie, bijvoorbeeld de snel-
heid, binnen het gezichtsveld van
de bestuurder.
De bestuurder kan
deze informatie
tot zich nemen z onder dat de aan-
dacht wordt afgeleid van de weg.
Volg de instructie s m.b.t. het reini-
gen van het head-up display, zie
blz. 354.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeemin-
stellingen)
3 “Displays” (weergaven)
4 “Head-up display”
5 “Head-up display” De volgende informatie wordt weer-
gegeven op het head-up display:
Snelheid.
Navigatie-instructies.
Voertuigmeldingen.
Keuzelijsten op het instrumen-
tenpaneel.
Rijassistentiesystemen.
Een deel van deze informatie wordt
alleen wanneer dat nodig is kort
weergegeven.
Voor het head-up display zijn ver-
schillende weerga ven beschikbaar.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeemin-
stellingen)
3 “Displays” (weergaven)
4 “Head-up display”
5 Selecteer de gewenste instel-
ling.
De instelling wordt opgeslagen voor
het op dat moment gebruikte
bestuurdersprofiel.
De helderheid wordt automatisch
aangepast aan het omgevingslicht.
De basisinstellingen kunnen hand-
matig worden aangepast.
Via Toyota Supra Command:
1“My vehicle” (mijn auto)
Head-up display (auto's met
head-up display)
Principe
Algemeen
Overzicht
In-/uitschakelen
Weergave
Overzicht
De weergave selecteren
Aanpassen van de helderheid
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 169 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 170 of 456

170
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
2“System settings” (systeeminstel-
lingen)
3“Displays” (weergaven)
4“Head-up display”
5“Brightness” (helderheid)
6Draai aan de controller tot de
gewenste helderheid is verkre-
gen.
7Druk op de controller.
De helderheid van het head-up dis-
play kan, wanneer het dimlicht is
ingeschakeld, worden ingesteld via
de dashboardverlichting.
Via Toyota Supra Command:
1“My vehicle” (mijn auto)
2“Toyota Supra Command set-
tings” (instellingen Toyota Supra
Command)
3“Displays” (weergaven)
4“Head-up display”
5“Height” (hoogte)
6Draai aan de controller tot de
gewenste hoogte is verkregen.
7Druk op de controller.
De instelling wordt opgeslagen voor
het op dat moment gebruikte bestuur-
dersprofiel.
De hoogte van het head-up display
kan ook worden opgeslagen met de
geheugenfunctie, zie blz.
107.
De weergave van het head-up dis-
play kan worden gedraaid.
Via Toyota Supra Command:
1“My vehicle” (mijn auto)
2“System settings” (systeeminstel-
lingen)
3“Displays” (weergaven)
4“Head-up display”
5“Rotation” (rotatie)
6Draai de controller totdat de
gewenste instelling is bereikt.
7Druk op de controller.
De zichtbaarheid van de weergave
op het head-up display kan door de
volgende zaken negatief worden
beïnvloed:
Stoelpositie.
Objecten die op het kapje van het
head-up display zijn geplaatst.
Zonnebrillen met bepaalde polari-
satiefilters.
Een nat wegdek.
Ongunstige lichtinval.
Als het beeld is vervormd, laat dan de
basisinstellingen nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
De voorruit maakt deel uit van het
systeem.
De vorm van de voorruit maakt het
mogelijk dat een scherp beeld wordt
geprojecteerd.
Een dun laagje in de voorruit voor-
komt dubbelbeelden.
Daarom wordt het ten zeerste aanbe-
volen om de speciale voorruit indien
nodig te laten vervangen door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Aanpassen van de hoogte
Aanpassen van de rotatie
Zichtbaarheid van het display
Speciale voorruit
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 170 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 171 of 456

171
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifie
ke en speciale
uitrusting die beschikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor f uncties en syste-
men met betrekking tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
De lichtschakelaar bevindt zich
naast het stuurwiel. Afhankelijk van de
helderheid van
de omgeving schakelt het systeem
het dimlicht automatisch in of uit,
bijvoorbeeld in een tunnel, bij sche-
mering en bij regen of sneeuw.
Verlichting
Uitrusting
Verlichting
Schakelaar in de auto
SymboolFunctie
Mistachterlicht.
Verlichting uit.
Dagrijverlichting.
Stadslicht.
Automatische verlichting.
Adaptieve verlichting.
Dimlicht.
Dashboardverlichting.
Parkeerlicht rechts.
Parkeerlicht links.
Automatische verlichting
Principe
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 171 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 172 of 456

172
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Mogelijk gaan de
koplampen ook
branden wanneer de zon laag staat
tegen een blauwe hemel.
Als het dimlicht handmatig is inge-
schakeld, wordt d e automatische
verlichting gedeactiveerd.
De led in de toets gaat branden.
Ook bij de automatische verlichting
moet u zelf de lichtcondities beoor-
delen.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld
geen mist of nevel herkennen.
Schakel in dergelijke gevallen de
verlichting handmatig in.
Wanneer het bestuurdersportier
wordt geopend t erwijl de Drive
Ready-modus is uitgeschakeld,
wordt de exterieurverlichting auto-
matisch uitgeschakeld. Het stadslicht kan alleen worden
ingeschakeld bij lage snelheden.
De auto wordt rondom verlicht.
Laat het stadslicht niet gedurende
langere tijd branden, omdat de
accu ontladen kan raken en het
wellicht niet langer mogelijk is om
de Drive Ready-modus in te scha-
kelen.
Na het inschakelen van de Drive
Ready-modus wordt de automati-
sche verlichting geactiveerd.
Het dimlicht brandt als de Drive
Ready-modus is ingeschakeld.
Algemeen
Inschakelen
Druk op de toets van de
lichtschakelaar.
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat
branden wanneer het dim-
licht is ingeschakeld.
Beperkingen van het
systeem
Stadslicht, dimlicht en
parkeerlicht
Algemeen
Stadslicht
Algemeen
Inschakelen
Druk op de t oets van de
lichtschakelaar.
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat
branden.
Uitschakelen
Druk op de toets van de
lichtschakelaar of schakel
de Drive Ready-modus in.
Dimlicht
Inschakelen
Druk op de t oets van de
lichtschakelaar.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 172 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 173 of 456

173
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Druk nogmaals op de toets om het
dimlicht in te schakelen zodra de
standby-modus wordt ingescha-
keld.
Afhankelijk van de landspecificaties
wordt het dimlicht mogelijk uitge-
schakeld bij lage snelheden.
Bij het parkeren van de auto is het
mogelijk om het parkeerlicht aan
één zijde in te schakelen.
Afhankelijk van de
uitvoering kan
de exterieurverlicht ing van de auto
afzonderlijk wor dt afgesteld. Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen
auto)
3 “Exterior lighting” (verlichting
buitenzijde)
4 Selecteer de gewenste instel-
ling:
“Welcome lights” (verlichting
Welcome Light-systeem)
Wanneer de auto wordt ontgrendeld,
worden de afzonderlij ke verlichtings-
functies kortstondig ingeschakeld.
Wanneer het grootlicht wordt geac-
tiveerd terwijl de standby-modus is
ingeschakeld, blijf t het dimlicht
gedurende een bepaalde tijd bran-
den.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen
auto)
3 “Exterior lighting” (verlichting
buitenzijde)
4 “Home lights” (verlichting Fol-
low Me Home-systeem)
5 Selecteer de gewenste instel-
ling.
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat
branden.
Uitschakelen
Druk op de toets van de
lichtschakelaar.
Parkeerlichten
ToetsFunctie
Parkeerlicht rechts
aan/uit.
Parkeerlicht links
aan/uit.
Verlichting Welcome
Light-systeem
Algemeen
Inschakelen/uitschakelen
Vertraagd uitschakelen
koplampen
Algemeen
Tijdsduur instellen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 173 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 174 of 456

174
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
De dagrijverlichting brandt als de
Drive Ready-modus is ingescha-
keld.
In sommige landen is dagrijverlich-
ting verplicht. In dat geval kan de
dagrijverlichting ni
et worden uitge-
schakeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle Settings” (instellingen
auto)
3 “Exterior lighting” (verlichting
buitenzijde)
4 “Daytime driving lights” (dagrij-
verlichting)
De instelling wordt opgeslagen voor
het op dat moment gebruikte
bestuurdersprofiel.
Variabele lichtverd eling zorgt voor
een nog betere verlichting van de
rijbaan.
De lichtverdeling wordt automatisch
aangepast aan de snelheid.
Indien een navigatiesysteem tot de
uitrusting behoort, wordt de licht-
verdeling automatisch aangepast overeenkomstig de gegevens van
het navigatiesysteem en de snel-
heid.
Het verlichte gebied van het dim-
licht loopt door tot de zijkanten.
De verlichte breedte van het dim-
licht wordt vergroot.
Bij scherpe bochten tot een
bepaalde snelheid, bijvoorbeeld in
haarspeldbochten of bij het afslaan,
wordt de bochtverlichting ingescha-
keld om het binnens
te deel van de
bocht te verlichten.
De bochtverlichting wordt automa-
tisch ingeschakeld overeenkomstig
de stuurhoek of het gebruik van de
richtingaanwijzers.
De bochtverlichting wordt mogelijk
automatisch uitgeschakeld bij het
achteruitrijden, ongeacht de stuur-
hoek.
Het Automatic High Beam-systeem
signaleert tijdig andere weggebrui-
kers en schakelt het grootlicht in of
uit overeenkomstig de verkeerssitu-
atie.
Dagrijverlichting
Algemeen
Inschakelen/uitschakelen
Variabele lichtverdeling
Principe
Algemeen
Stadsverlichting
Verlichtingspatroon snelweg
Bochtverlichting
Automatic High
Beam-systeem
Principe
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 174 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 175 of 456

175
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Het Automatic High Beam-systeem
zorgt ervoor dat het grootlicht wordt
ingeschakeld wanneer de verkeers-
situatie dat toelaat. Bij lage snelhe-
den wordt het grootlicht niet door
het systeem ingeschakeld.
Het systeem reageert op de verlich-
ting van tegemoetkomend verkeer
en van voorliggers en op het omge-
vingslicht, bijvoorbeeld in de
bebouwde kom.
Het grootlicht kan te allen tijde
handmatig worden in- en uitge-
schakeld.
Als de auto is uitgerust met een
verblindingsvrij Automatic High
Beam-systeem, wordt het grootlicht
niet uitgeschakeld bij tegenliggers
of voorliggers; in plaats daarvan
worden de delen van de straal die
anders het tegemoetkomende ver-
keer of de voorliggers zouden ver-
blinden, gemaskeerd. In dit geval
blijft het blauwe
controlelampje
branden.
Als de koplampen zijn omgewis-
seld, zie blz. 176, werkt het Auto-
matic High Beam-systeem mogelijk
slechts in beperkte mate.
1 Druk op de toets van de
lichtschakelaar.
De led in de toets gaat branden.
2Druk op de toets op de richting-
aanwijzerhendel.
Het systeem schakelt automatisch
tussen dimlicht en grootlicht.
Als een rit wordt onderbroken ter-
wijl het Automatic High Beam-sys-
teem is ingeschakeld: als de rit
wordt hervat, blijft het Automatic
High Beam-systeem ingeschakeld.
Het Automatic High Beam-systeem
wordt uitgeschakeld door het groot-
licht handmatig in en uit te schake-
len, zie blz. 140.
Druk op de toets op de richtingaan-
wijzerhendel om het Automatic
High Beam-systeem weer in te
schakelen.
Algemeen
Inschakelen
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat
branden wanneer het dim-
licht is ingeschakeld.
Het blauwe controle-
lampje in het instrumen-
tenpaneel gaat branden
wanneer het grootlicht
door het systeem wordt
ingeschakeld.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 175 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 176 of 456

176
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Druk op de toets op de richtingaan-
wijzerhendel.
Ook wanneer het A
utomatic High
Beam-systeem is ingeschakeld
moet de bestuurder zelf beoordelen
wanneer het grootlicht moet wor-
den gebruikt. Schakel daarom
handmatig het dimlicht is wanneer
de situatie daar om vraagt.
In de volgende situaties werkt het
systeem niet of minder goed en
moet u mogelijk zel f de verlichting
aanpassen:
Bij extreem ongunstige weers-
omstandigheden zoals mist of
zware neerslag.
Bij het signaleren van slecht ver-
lichte weggebruikers, zoals voet-
gangers, fietsers, ruiters of
koetsen en wanneer treinen of
schepen zich dicht bij de weg
bevinden of wanneer dieren de
weg oversteken.
In smalle bochten, op steile heu-
vels of bij afdalingen, bij kruisend
verkeer of als he t zicht op tege-
moetkomend verkeer op een
snelweg wordt belemmerd.
In slecht verlichte steden of op
plekken met sterk reflecterende
verkeersborden.
Wanneer de voorruit vóór de bin-
nenspiegel is bedekt met con-
dens, vuil, stickers, labels, enz.
Schakel eerst het dimlicht in alvo-
rens het mistachterlicht in te scha-
kelen.
Als de automatische verlichting, zie
blz. 171, is ingeschakeld, wordt het
dimlicht automatisch ingeschakeld
wanneer het mistac hterlicht wordt
ingeschakeld.
Wanneer u in landen rijdt waar het
verkeer aan de andere kant van de
weg rijdt dan in het land waar uw
auto is geregistreerd, moet u voor-
Uitschakelen
Beperkingen van het
systeem
Mistlampen
Mistachterlicht
Voorwaarden voor werking
In-/uitschakelen
Druk op de toets.
Het gele controlelampje in
het instrumentenpaneel
gaat branden wanneer het
mistachterlicht is inge-
schakeld.
Links/rechts rijden
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 176 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM