Page 273 of 456

273
4
Handleiding Supra 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Extra gewicht ver
hoogt het brand-
stofverbruik.
Op de auto geplaatste onderdelen
hebben een nadelige invloed op de
stroomlijn en verhogen het brand-
stofverbruik.
Geopende ruiten verhogen de lucht-
weerstand en daarmee het brandstof-
verbruik.
Banden kunnen op een aantal manier
invloed hebben op het brandstofver-
bruik. Zo heeft bijvoorbeeld de ban-
denmaat gevolgen voor het verbruik.
Controleer de bandenspanning min-
stens tweemaal per maand en voor-
dat u een lange rit maakt en corrigeer
de bandenspanning indien nodig.
Een te lage bandenspanning ver-
hoogt de rolweerstand en daarmee
het brandstofverbruik en de slijtage
van de banden. Breng de motor niet op temperatuur
door deze stationair te laten draaien,
maar rijd bij voorkeur meteen weg en
houd daarbij gematigde motortoeren-
tallen aan.
Op deze manier wordt de koude
motor zo snel mogelijk op bedrijfs-
temperatuur gebracht.
Door te anticiperen op de wegsituatie
en een soepele rijstijl aan te houden
wordt het brandstofverbruik beperkt.
Vermijd onnodig accelereren en rem-
men.
Houd voldoende afstand tot uw voor-
ligger.
Rijden met lage motortoerentallen
zorgt voor een lag
er brandstofver-
bruik en minder slijtage.
Let op de schakelindicator, zie
blz. 160, indien d e auto hiermee is
uitgerust.
Haal uw voet van het gaspedaal en
laat de auto uitrollen als u een ver-
keerslicht nadert dat op rood staat.
Haal uw voet van het gaspedaal en
laat de auto uitrolle n als u helling af
rijdt.
Tijdens het uitrollen wordt de
brandstoftoevoer onderbroken.
Verwijder onnodige lading
Verwijder op de auto
geplaatste onderdelen na
gebruik
Sluit de ruiten
Banden
Algemeen
Regelmatig controleren van de
bandenspanning
Rijd onmiddellijk weg
Rijd anticiperend
Vermijd hoge
motortoerentallen
Laat de auto uitrollen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 273 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 274 of 456

274
Handleiding Supra4-1. AANWIJZINGEN
VOOR HET RIJDEN
Zet de motor UIT als u langere tijd
stilstaat, bijvoorbeeld voor een ver-
keerslicht, bij een spoorwegover-
gang of in een file.
Het Stop & Start-systeem van de
auto zet de motor automatisch uit
tijdens stilstaan.
Het brandstofverbruik en de emis-
sies zijn lager als de motor wordt
uitgezet en vervolgens weer wordt
gestart dan als de motor voortdu-
rend draait. Er wordt al brandstof
bespaard als de motor slechts
enkele seconden wordt uitgezet.
Het brandstofverbr uik is ook afhan-
kelijk van andere f actoren, bijvoor-
beeld de rijstijl, de toestand van de
weg, het onderhoud en omgevings-
factoren.
Functies als de stoelverwarming of
achterruitverwarming verbruiken
veel energie en verhogen het
brandstofverbruik, met name in
stadsverkeer en bij filerijden.
Schakel deze functies uit als u ze
niet nodig hebt. Laat de auto regelmatig onderhou-
den voor een zo la
ag mogelijk ver-
bruik en een lange levensduur.
Toyota raadt aan de onderhouds-
werkzaamheden te laten uitvoeren
door Toyota.
Zet de motor UIT als u
langere tijd stilstaat
Uitzetten van de motor
Stop & Start-systeem
Schakel functies uit die niet
gebruikt worden
Zorg voor goed onderhoud
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 274 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 275 of 456
5
275
Handleiding Supra
5
MOBILITEIT
MOBILITEIT
.5-1. MOBILITEITTanken .............................. 276
Velgen en banden............. 278
Motorruimte ...................... 305
Onderhoudsproducten ...... 307
Onderhoud........................ 315
Periodiek onderhoud (behalve Europa en
Australië) ........................ 319
Vervangen van onderdelen ..................... 326
Pechhulp........................... 334
Algemene verzorging........ 349
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 275 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 276 of 456

276
Handleiding Supra5-1. MOBILITEIT
5-1.MOBILITEIT
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifie
ke en speciale
uitrusting die beschikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor f uncties en syste-
men met betrekking tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
Bekijk alvorens te tanken de aan-
wijzingen over de brandstofkwaliteit
op blz. 307.
Steek bij het tanken het vulpistool
volledig in de vulpijp. Als u tijdens
het tanken het vulpistool omhoog
beweegt, kan het volgende gebeu-
ren:
De brandstoftoevoer wordt voor-
tijdig onderbroken.
De brandstofdampen en -gassen
worden minder efficiënt afgevan-
gen.
De brandstoftank is volledig gevuld als het vulpistool voor de eerste
keer afslaat.
Houd u aan de veiligheidsregels die
bij tankstations zijn aangegeven.
1
Druk kort op de a chterste rand
van de tankdopklep.
Tanken
Uitrusting
Aanwijzingen voor het
tanken
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
OPMERKING
Als de actieradius kleiner is dan 50
km, is het mogelijk dat de motor
onvoldoende brandstof toegevoerd
krijgt. De motor k an dan afslaan. Er
bestaat een kans op schade. Ga op
tijd tanken.
OPMERKING
Brandstoffen zijn giftige en bijtende
stoffen. Als de brandstoftank te ver
wordt gevuld, kan schade ontstaan
aan het brandstof systeem. Als brand-
stof in contact komt met de lak, kan
de lak beschadigd raken. Ook het
milieu kan aangetast worden. Er
bestaat een kans op schade. Tank
niet te veel brandstof.
Tankdop
Openen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 276 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 277 of 456

277
5
Handleiding Supra 5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
2
Draai de tankdop linksom.
3 Plaats de tankdop in de houder
op de tankdopklep.
1 Plaats de tankdop en draai deze
rechtsom tot u een duidelijk klik-
geluid hoort dat aangeeft dat de
dop correct is bevestigd.
2 Sluit de tankdopklep. In bepaalde situaties kan het nodig
zijn de tankdopklep handmatig te
ontgrendelen, bijvoorbeeld bij een
elektrische storing.
Laat de tankdopklep ontgrendelen
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Sluiten
WAARSCHUWING
Het bandje dat voorkomt dat de
tankdop kan vallen, kan bij het vast-
draaien van de tank dop klem komen
te zitten en beknel d raken. De dop
kan dan niet goed worden gesloten.
Er kan dan brandstof of brandstofd-
amp ontsnappen. Er bestaat een
kans op letsel of schade. Zorg ervoor
dat het bandje niet klem komt te zitten
en bekneld raakt tijdens het vast-
draaien van de dop.
Handmatig ontgrendelen van
de tankdopklep
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 277 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 278 of 456

278
Handleiding Supra5-1. MOBILITEIT
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifie
ke en speciale
uitrusting die beschikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor f uncties en syste-
men met betrekking tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
De conditie en s panning van een
band hebben invloed op het vol-
gende:
• Levensduur van de band.
• Rijveiligheid.
• Rijcomfort.
• Brandstofverbruik.
De bandenspanningen zijn vermeld
op een sticker op de stijl van het
bestuurdersportier.
De bandenspanningsgegevens zijn
van toepassing voor de bandenma-
ten en aanbevolen bandenmerken
die door de fabrikant van de auto zijn
goedgekeurd voor het desbetreffende
autotype.
Als de snelheidsindex van de band
niet kan worden bepaald, moet de
bandenspanning voor de desbetref-
fende bandenmaat worden aange-
houden.
Velgen en banden
Uitrusting
Bandenspanning
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een band met een te lage of geen
spanning kan sterk in temperatuur
stijgen en beschadigd raken. Hierdoor
worden ook de rijeigenschappen,
zoals besturing en remmen, aange-
tast. Er bestaat e en kans op ongeval-
len. Controleer de bandenspanning
geregeld, bijvoorbeeld eens in de
twee maanden of voor elke lange rit,
en breng haar indien nodig op het
juiste niveau.
Bandenspanningsinformatie
Op de portierstijl
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 278 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 279 of 456

279
5
Handleiding Supra 5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Houd de bandenspanningsgegevens
aan voor de beladingstoestand die
overeenkomt met de actuele bela-
dingstoestand van de auto. Bijvoor-
beeld: voor een gedeeltelijk beladen
auto is de optimale bandenspanning
de spanning die is aangegeven voor
een gedeeltelijk beladen auto.
Voor meer informatie over velgen en
banden kunt u terecht bij een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Op het regeldisplay kan de actuele
spanning van elke op de auto
gemonteerde band worden weer-
gegeven.
O m e r z e k e r v a n t e z i j n d a t d e ju i s t e
waarden worden weergegeven,
moeten de mate
n van de gemon-
teerde banden in het systeem wor-
den opgeslagen en ingesteld. Zie
hiervoor blz. 290.
De actuele bandenspanning van
elke band wordt weergegeven. Banden worden tijdens het rijden
warm. Als de temperatuur van de
band stijgt, stijgt ook de banden-
spanning.
Banden verliezen va
n nature gelijk-
matig spanning.
Bandenpompen kunnen een span-
ning weergeven die meer dan
0,1 bar te laag is.
De bandenspanningsgegevens op
de bandenspanningssticker op de
portierstijl zijn a lleen van toepas-
sing voor koude banden of banden
die op omgevingstemperatuur zijn.
Controleer de bandenspanning
alleen als de banden koud zijn, dat
wil zeggen:
• De auto heeft niet meer dan 2 km afgelegd.
• De auto heeft na een rit langer dan 2 uur stilgestaan.
Controleer geregeld de spanning
van het noodreservewiel in de
bagageruimte en pas de spanning
ervan indien nodig aan.
1 Bepaal de juiste spanning voor
de op de auto gemonteerde
banden, zie blz. 278.
2 Controleer de bandenspanning
van alle vier de banden met bij-
voorbeeld een manometer.
Australië en Nieuw-Zeeland
WAARSCHUWING
De op de bandenspanningssticker
vermelde bandenspanningswaarden
zijn alleen van toepassing voor de uit-
drukkelijk op de sticker vermelde ban-
den. De spanningswaarden voor
banden die qua maat, snelheidsindex
en belastingsindex overeenkomen
maar niet uitdrukkelijk op de sticker
zijn vermeld, kunnen verschillen.
Vraag bij uw bandenleverancier naar
de door de bandenfabrikant aanbevo-
len spanningen voor de desbetref-
fende band.
Op het regeldisplay
Controleren van de
bandenspanning
Algemeen
Controleren met behulp van de
bandenspanningsgegevens op de
portierstijl
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 279 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 280 of 456

280
Handleiding Supra5-1. MOBILITEIT
3
Pas de spanning aan als de
actuele bandenspanning afwijkt
van de voorgeschreven waarde.
4 Controleer of a lle ventieldoppen
op de bandenventielen zijn
geschroefd.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Tyre Pressure Monitor” (ban-
denspanningscontrolesysteem)
4 Controleer of de actuele waar-
den van de bandenspanning
overeenkomen met de voorge-
schreven waarden.
5 Pas de spanning aan als de
actuele bandenspanning afwijkt
van de voorgeschreven waarde.
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPM):
Reset het bandenspanningscontro-
lesysteem (TPM) voor banden
waarvan de bandens panning niet
wordt weergegeven op het regel-
display.
Q = tot 160 km/h
R = tot 170 km/h
S = tot 180 km/h T = tot 190 km/h
H = tot 210 km/h
V = tot 240 km/h
W = tot 270 km/h
Y = tot 300 km/h
De profieldiepte van het loopvlak
mag niet kleiner zijn dan 3 mm,
anders is er een groot risico op
aquaplaning.
De profieldiepte van het loopvlak
mag niet kleiner zijn dan 4 mm,
anders is de auto maar beperkt
geschikt voor gebruik onder win-
terse omstandigheden.
Over de gehele omtrek van de
band zijn op versch
illende plaatsen
slijtage-indicator en aangebracht die
de wettelijk verplichte minimum-
hoogte van 1,6 mm hebben.
Controleren met behulp van de
bandenspanningsgegevens op
het regeldisplay
Na het aanpassen van de
bandenspanning
Snelheidsindex
Loopvlak van banden
Zomerbanden
Winterbanden
Minimale profieldiepte
loopvlak
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 280 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM