Page 65 of 690

64
COROLLA_TMUK_EE1-2. Veiligheidsvoorzi
eningen voor kinderen
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijg esloten handlei-
ding de plaatsing van het zitje.
■ Een baby- of kinderzitje plaat-
sen met behulp van een veilig-
heidsgordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding. Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse mo-
gelijke montageposities of doe navraag
naar de compatibiliteit bij de verkoper
van het zitje. (
→Blz. 53, 54, 59, 60)
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
PlaatsingsmethodeBladzijde
Bevestiging met veilig-
heidsgordelsBlz. 64
Bevestiging onderste ISO-fix-bevestigingspuntBlz. 66
Bevestiging bevestigings-punt bovenste gordelBlz. 67
Baby- of kinderzitje
vastgezet met een
veiligheidsgordel
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 64 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 66 of 690

65
1
COROLLA_TMUK_EE 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
1
Als het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg
dan Blz. 50 voor het afstellen van
de voorpassagiersstoel.
2Verwijder indien mo gelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. (
→Blz. 232)
3 Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de
gesp in de gordelsluiting. Contro-
leer of de gordel niet gedraaid is.
Maak de veiligheidsgordel goed
vast aan het baby- of kinderzitje
aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
4 Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel,
zet het zitje dan vast met een
blokkeerclip. 5
Beweeg het baby- of kinderzitje
na het plaatsen naar achteren en
naar voren om te controleren of
het goed vastzit. ( →Blz. 65)
■ Verwijderen van een baby- of
kinderzitje dat is vastgezet met
een veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gor-
delsluiting in en laat de gordel hele-
maal oprollen.Bij het losmaken van de gordelsluiting
komt het baby- of kinderzitje mogelijk een
stukje omhoog als gevolg van de terug-
werking van de zitting. Maak de gordel-
sluiting los terwijl u het baby- en
kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen
rustig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje moge-
lijk gebruikmaken van een blokkeerclip.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet
over een blokkeerclip beschikt, kunt u
deze kopen bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige: blokkeerclip voor baby- of kin-
derzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 65 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 67 of 690

66
COROLLA_TMUK_EE1-2. Veiligheidsvoorzi
eningen voor kinderen
■Onderste ISOfix-bevestigings-
punten (ISOfix-baby- of kinder-
zitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn onderste bevestigingspunten
aanwezig. (Merktekens geven aan
waar de bevestigingspunten zich in
de stoelen bevinden.) ■
Plaatsing van onderste
ISOfix-bevestigingspunt
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kin-
derzitje niet binnen de “universele”
categorie valt (of de benodigde infor-
matie staat niet in de tabel), raad-
pleeg dan de “voertuiglijst” van de
fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke montage-
posities of doe navraag naar de com-
patibiliteit bij de verkoper van het
zitje. ( →Blz. 53, 54, 59, 60)
1 Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de wer-
king van het baby- of kinderzitje
hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. ( →Blz. 232)
2 Verwijder de klepjes van de
bevestigingspunten en plaats het
baby- of kinderzitje op de stoel.
WAARSCHUWING
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als de veiligheidsgor-
del om de nek van het kind draait, kan
het kind stikken of ernstig letsel oplo-
pen. Als dit gebeurt en de gordelslui-
ting niet kan worden losgemaakt, knip
de gordel dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of
het goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergor-
del over het midden van de schouder
van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen,
maar mag ook niet van de schouder
van het kind vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje
vastgezet met een onderste
ISOfix-bevestigingspunt
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 66 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 68 of 690

67
1
COROLLA_TMUK_EE 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
De stangen worden achter de klepjes van
de bevestigingspunten geplaatst.
3
Beweeg het baby- of kinderzitje
na het plaatsen naar achteren en
naar voren om te controleren of
het goed vastzit. ( →Blz. 65)
■Bij gebruik van een Toyota DUO
PLUS (Latijns-Amerikaanse landen*)
Zet het zo ver mogelijk achterover.
*: Guadeloupe, Martinique en Frans-Guyana
■Bij gebruik van een MIDI 2
(Latijns-Amerikaanse landen*)
Pas de steunpoot en de ISOfix-koppelin-
gen als volgt aan:
1 Vergrendel de ISOfix-koppelingen bij
nr. 2.
2 Vergrendel de steunpoot op het punt
waar 5 openingen zichtbaar zijn.
*: Guadeloupe, Martinique en
Frans-Guyana
■ Bevestigingspunt en bovenste
gordel
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn bevestigingspunten voor de
bovenste gordel aanwezig.
Gebruik de bevestigingspunten voor
de bovenste gordel bij het vastmaken
van de bovenste gordel.
Bevestigingspunten bovenste gor-
del
Bovenste gordel
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer bij het gebruik van de
onderste bevestigingspunten of er
geen vreemde voorwerpen rond de
bevestigingspunten aanwezig zijn en
of de gordel niet klem zit achter het
zitje.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 67 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 69 of 690

68
COROLLA_TMUK_EE1-2. Veiligheidsvoorzi
eningen voor kinderen
■Bovenste gordel vastmaken aan
de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
1 Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de plaatsing van het baby- of
kinderzitje of de bovenste gordel hindert.
(→ Blz. 232)
2 Zet de haak vast aan het bevesti-
gingspunt voor de bovenste gor-
del en trek de bovenste gordel
aan.
Controleer of de bovenste gordel goed
vastzit. ( →Blz. 65)
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst
terwijl de hoofdsteun omhoog staat, zorg
er dan voor dat de bovenste gordel onder
de hoofdsteun door loopt.
Haak
Bovenste gordel
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
●Bevestig de bovenste gordel stevig
en controleer of de gordel niet
gedraaid is.
●Bevestig de bovenste gordel uitslui-
tend aan de bevestigingspunten voor
de bovenste gordel.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
●Wanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun omhoog
staat, nadat de hoofdsteun omhoog is
gezet en de bevestigingspunt voor de
bovenste gordel vervolgens is vastge-
maakt, zet de hoofdsteun dan niet in
een lagere stand.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 68 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 70 of 690

69
1
COROLLA_TMUK_EE 1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsge-
bied. De systeemnaam kan per land
verschillend zijn.
Microfoon
Toets SOS
*
Controlelampjes
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communi-
catie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet
bestemd voor communicatie met de
eCall-medewerker.
■ Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd,
belt het systeem automatisch het
eCall-controlecentrum.
* De mede-
werker van het controlecentrum ont-
vangt de locatie van auto, het tijdstip
waarop het ongeval plaatsvond en
het VIN van de auto en probeert de
inzittenden van de auto te spreken
om de ernst van de situatie te beoor-
delen. Als de inzittenden niet in staat
zijn om te communiceren, behandelt
de medewerker de oproep als een
noodgeval, neemt hij of zij contact op
met de dichtstbijzijnde hulpdiensten
(112, enz.) en verzoekt hij of zij om
assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden verzonden. ( →Blz. 70)
■ Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets
SOS om het eCall-controlecentrum te
bellen.
* De medewerker van het con-
trolecentrum zal de locatie van uw
auto bepalen, de situatie beoordelen
en de benodigde hulpdiensten stu-
ren.
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van
het Global Navigation Satellite
System (GNSS) en ingebouwde
cellulaire technologie, waardoor
de volgende noodoproepen
mogelijk zijn: automatische
noodoproepen (automatische
melding van een aanrijding) en
handmatige noodoproepen
(door het indrukke n van de toets
SOS). Deze dienst is door regel-
geving van de Europese Unie
verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
Noodoproepdiensten
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 69 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 71 of 690

70
COROLLA_TMUK_EE1-3. Noodoproep
Open de afdekking voordat u op de
toets SOS drukt.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker
dat er geen sprake is van een noodgeval.
*: In sommige gevallen kan er geen
oproep worden verzonden. ( →Blz. 70)
Wanneer het contact AAN wordt
gezet, gaat het rode controlelampje
gedurende 10 seconden branden en
gaat vervolgens het groene controle-
lampje branden om aan te geven dat
het systeem is ingeschakeld. De con-
trolelampjes geven het volgende aan:
Als het groene controlelampje gaat
branden en blijft branden, is het
systeem ingeschakeld.
Als het groene controlelampje
tweemaal per seconde knippert,
wordt er een automatische of
handmatige noodoproep gedaan.
Als er geen controlelampjes bran-
den, is het systeem niet ingescha-
keld.
Als het rode controlelampje brandt
op een ander moment dan direct
na het AAN zetten van het contact,
is er mogelijk een storing in het systeem aanwezig of is de
back-upbatterij mogelijk leeg.
Als het rode controlelampje gedu-
rende ongeveer 30 seconden knip-
pert tijdens een noodoproep, is de
verbinding verbroken of is het sig-
naal van het mobiele netwerk te
zwak.
De levensduur van de back-upbatterij is
hooguit 3 jaar.
■Vrije software en opensourcesoft-
ware
Dit product bevat vrije software/open-
sourcesoftware (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode van
FOSS is beschikbaar op de volgende
URL:
https://www.denso.com/global/en/
opensource/dcm/toyota/Controlelampjes
WAARSCHUWING
■Wanneer er geen noodoproep kan
worden verstuurd
●In de volgende situaties kunnen
mogelijk geen noodoproepen worden
gedaan. Neem in dergelijke gevallen
op een andere wijze contact op met
hulpdiensten (112, enz.).
• Zelfs als de auto zich in het dekkings- gebied van het mobiele-telefoonnet-
werk bevindt, kan het moeilijk zijn om
contact te leggen met het eCall-con-
trolecentrum als de ontvangst slecht
is of de lijn bezet is. In dergelijke
gevallen krijgt u mogelijk geen con-
tact met het eCall-controlecentrum en
kunt u dus geen noodoproepen doen
en kunnen hulpdiensten niet worden
ingeschakeld, ook al probeert het sys-
teem verbinding te maken met het
eCall-controlecentrum.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 70 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 72 of 690

71
1
COROLLA_TMUK_EE 1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
• Wanneer de auto zich buiten het dek-
kingsgebied van het mobiele-tele-
foonnetwerk bevindt, kunnen er geen
noodoproepen worden verzonden.
• Wanneer er een storing aanwezig is in de bijbehorende apparatuur (zoals
het paneel van de toets SOS, de con-
trolelampjes, microfoon, luidspreker,
DCM, antenne of op de apparatuur
aangesloten bedrading) of deze
beschadigd of kapot is, kan er geen
noodoproep worden geplaatst.
• Tijdens een noodoproep doet het sys- teem herhaaldelijk een poging om con-
tact op te nemen met het
eCall-controlecentrum. Als er echter
als gevolg van een slechte ontvangst
geen contact kan worden gelegd met
het eCall-controlecentrum, kan het
systeem mogelijk geen contact maken
met het mobiele netwerk en wordt de
noodoproep beëindigd zonder dat er
verbinding is gemaakt. Het rode con-
trolelampje knippert gedurende onge-
veer 30 seconden om aan te geven dat
de verbinding is verbroken.
●Als de spanning van de accu afneemt
of als de accu is losgenomen, kan het
systeem mogelijk geen verbinding
maken met het eCall-controlecentrum.
■Als het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exem-
plaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Voor uw veiligheid
●Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te
helpen bij het plaatsen van een
noodoproep bij ongevallen, zoals een
verkeersongeval of een plotseling
medisch noodgeval. Het systeem
biedt de bestuurder en de passagiers
op geen enkele wijze bescherming.
Rijd voorzichtig en doe voor uw veilig-
heid altijd uw veiligheidsgordel om.
●Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
●Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt,
verlaat dan de auto en zoek onmid-
dellijk een veilige plek op.
●Als de airbags worden geactiveerd
terwijl het systeem normaal werkt,
verzendt het systeem een
noodoproep. Het systeem verzendt
ook een noodoproep als de auto van
achteren wordt aangereden of als de
auto over de kop slaat, zelfs als de
airbags niet worden geactiveerd.
●Plaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en contro-
leer of de omgeving veilig is alvorens
een noodoproep te plaatsen.
●Vervang zekeringen altijd door de
voorgeschreven zekeringen. Als u
andere zekeringen gebruikt, kan er
kortsluiting in het circuit optreden en
kan er brand ontstaan.
●Wanneer u het systeem gebruikt ter-
wijl er rook is of sprake is van een
ongewone geur, kan er brand ont-
staan. Stop onmiddellijk met het
gebruik van het systeem en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
■Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel
van de toets SOS, enz. komt en sla er
niet tegenaan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 71 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM