Page 281 of 690

280
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
Activeert het Brake Hold-systeem
Het controlelampje voor de stand-bystand
van het Brake Hold-systeem (groen)
gaat branden. Als h
et systeem de rem-
men vasthoudt, gaat het controlelampje
Brake Hold-systeem in werking (geel)
branden.
WAARSCHUWING
■Parkeerremschakelaar
Plaats geen objecten in de buurt van de
parkeerremschakelaar.
Objecten kunnen de schakelaar hinde-
ren en er mogelijk toe leiden dat de par-
keerrem onverwachts wordt bediend.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Voordat u de auto verlaat, moet u de
parkeerrem activeren, de selectiehendel
in stand P (Multidrive CVT) of in de neu-
traalstand (handgeschakelde transmis-
sie) zetten en ervoor zorgen dat de auto
niet beweegt.
■Wanneer een storing in het sys-
teem optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en controleer de waarschu-
wingsmeldingen.
■Wanneer de parkeerrem niet gede-
activeerd kan worden door een sto-
ring
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd, kunnen de onderdelen van
het remsysteem oververhit raken, waar-
door de remprestaties in negatieve zin
kunnen worden beïnvloed en de onder-
delen van het remsysteem sneller slij-
ten.
Laat, als dit gebeurt, de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Brake Hold-functie
Multidrive CVT
Het Brake Hold-systeem houdt na acti-
vering de remmen vast wanneer de
selectiehendel in stand D, M of N staat
en het rempedaal ingetrapt werd om de
auto tot stilstand te brengen. Het sys-
teem laat de rem los wanneer het gas-
pedaal ingetrapt wordt en de
selectiehendel in stand D of M staat om
zo voor soepel wegrijden te zorgen.
Handgeschakelde transmissie
Het Brake Hold-systeem houdt na acti-
vering de remmen vast wanneer de
selectiehendel in een vooruitstand of N
staat en het rempedaal ingetrapt werd
om de auto tot stilstand te brengen. Het
systeem laat de remmen los wanneer
het gaspedaal ingetrapt wordt en de
selectiehendel in een vooruitstand staat
om zo voor soepel wegrijden te zorgen.
Inschakelen van het
systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 280 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 282 of 690

281
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
■Voorwaarden voor werking Brake
Hold-systeem
Het Brake Hold-systee m kan onder de vol-
gende omstandigheden niet geactiveerd
worden:
●Het bestuurdersportier is niet gesloten.
●De bestuurder draagt geen veiligheids-
gordel.
Als onder een van de bovenstaande
omstandigheden het Brake Hold-systeem
is ingeschakeld, wordt het systeem uitge-
schakeld en gaat het controlelampje voor
de stand-bystand van het Brake Hold-sys-
teem uit. Wanneer een van deze omstan-
digheden zich voordoet terwijl het systeem
de remmen vasthoudt, klinkt een waar-
schuwingszoemer en wordt een melding
weergegeven op het multi-informatiedis-
play. De parkeerrem wordt dan automa-
tisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten
de remmen heeft vastgehouden en het
rempedaal niet ingetrapt wordt, wordt
automatisch de parkeerrem geactiveerd.
In dat geval klinkt een zoemer en ver-
schijnt er een waarschuwingsmelding op
het multi-informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk
opnieuw op de schakelaar om het sys-
teem te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto
mogelijk niet stilhouden op een steile
helling. In deze situatie kan het nodig
zijn dat de bestuurder zelf het rempe-
daal ingetrapt houdt. Er klinkt een waar-
schuwingszoemer en het
multi-informatiedisplay zal de bestuur-
der over de situatie informeren. Lees de
op het multi-informatiedisplay weerge-
geven waarschuwingsmelding en volg
de aanwijzingen op.
■Wanneer de parkeerrem automatisch
geactiveerd wordt terwijl het systeem
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit
om de parkeerrem te deactiveren.
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem
zal niet automatisch gedeactiveerd wor- den als de veiligheidsgordel niet is vast-
gemaakt.)
●Bedien de parkeerremschakelaar terwijl
u het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje
van de parkeerrem uitgaat. ( →Blz. 277)
■Wanneer een contr ole door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige nodig is
Als het controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem ( groen) niet brandt
terwijl de Brake Hold-schakelaar wordt
ingedrukt en aan de werkingsvoorwaarden
van het Brake Hold-systeem is voldaan, is
het systeem mogelijk defect. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Als “Brake Hold Malfunction Press
Brake to Deactivate Visit Your Dealer”
(Storing in Brake Hold-functie. Trap
rempedaal in om te deactiveren. Ga
naar uw dealer) of “Brake Hold
Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in Brake Hold-functie. Ga naar
uw dealer) op het multi-informatiedis-
play wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoe-
mers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
worden gebruikt om een systeemstoring
aan te geven of om de bestuurder te infor-
meren dat hij extra moet opletten. Lees de
op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de
aanwijzingen op.
■Als het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking knippert
→ Blz. 606
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 281 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 283 of 690

282
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling
staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake
Hold-systeem gebruikt op een steile hel-
ling. De Brake Hold-functie kan de auto
in een dergelijke situatie mogelijk niet
stilhouden.
■Wanneer u stilhoudt op een glad
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden
wanneer de banden hun grip hebben
verloren. Gebruik het systeem niet wan-
neer u stilhoudt op een glad wegdek.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontwor-
pen voor langdurig gebruik bij het par-
keren van de auto. Als u het contact UIT
zet terwijl het systeem de remmen vast-
houdt, worden de remmen mogelijk
gelost, waardoor de auto in beweging
komt. Trap het rempedaal in, zet de
selectiehendel in stand P (Multidrive
CVT) of de neutraalstand (handgescha-
kelde transmissie) en activeer de par-
keerrem wanneer u de startknop
bedient.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 282 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 284 of 690

283
4
COROLLA_TMUK_EE 4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Rijden
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De koplampen, de dagrijver-
lichting ( →Blz. 283) en alle ver-
lichting die hieronder genoemd is,
worden automatisch in- en uitge-
schakeld.
2 De parkeerlichten voor, ach-
terlichten, kentekenplaat- en
dashboardverlichting gaan bran-
den.
3 De koplampen en alle hier-
boven genoemde lichten gaan
branden.
■De AUTO-modus kan worden
gebruikt als
Het contact AAN staat.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers, wordt
de dagrijverlichting automatisch ingescha-
keld als de motor wordt gestart en de par-
keerrem wordt gedeactiveerd met de
lichtschakelaar in de stand . (Brandt
helderder dan de parkeerlichten voor.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor
gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waardoor
de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht sig-
naleren, waardoor het automatische kop-
lampsysteem mogelijk onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen en
mistlampen voor (indien aanwezig) wor-
den automatisch uitgeschakeld als het
contact in stand ACC of UIT wordt gezet
en het bestuurdersportier wordt
geopend.
●Wanneer de lichtschakelaar in stand
staat: De koplampen en alle ove-
rige verlichting worden automatisch uit-
geschakeld als het contact in stand ACC
of UIT staat en het bestuurdersportier
geopend wordt.
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handma-
tig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 283 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 285 of 690

284
COROLLA_TMUK_EE4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Zet, om de verlichting weer in te schake-
len, het contact AAN of zet de lichtschake-
laar een keer in stand OFF en daarna
terug in stand of .
■Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer als het contact UIT of
in stand ACC wordt gezet en het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de ver-
lichting is ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampver-
stelling (indien aanwezig)
De koplamphoogte wordt automatisch
geregeld op basis van het aantal passa-
giers in de auto en de mate van belading
om verblinding van andere weggebruikers
door de koplampen te voorkomen.
■Energiebespar ende functie
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar
in de stand of staat terwijl het
contact UIT wordt gezet, schakelt de ener-
giebesparende functie van de accu alle ver-
lichting na ongeveer 20 minuten
automatisch uit. Wanneer het contact AAN
wordt gezet, wordt de energiebesparende
functie uitgeschakeld.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minu-
ten nadat de energiebesparende functie van
de accu weer is geactiveerd automatisch
uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt
bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur.
( → Blz. 659)
1 Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand
te zetten, wordt het grootlicht weer uitge-
schakeld.
2Trek de hendel naar u toe en laat
deze meteen weer los om één
keer met het grootlicht te knippe-
ren.
U kunt lichtsignalen geven met het groot-
licht met de koplampen in- of uitgescha-
keld.
Dankzij dit systeem kunnen de kop-
lampen gedurende 30 seconden wor-
den ingeschakeld wanneer het
contact UIT staat.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden
dan noodzakelijk is als de motor niet
draait.
Inschakelen van het
grootlicht
Follow Me Home-systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 284 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 286 of 690

285
4
COROLLA_TMUK_EE 4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Rijden
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet, de hendel naar u toe en laat
hem los terwijl de lichtschakelaar in
de stand staat.
De lichten doven onder de volgende
omstandigheden:
Het contact wordt AAN gezet.
De lichtschakelaar wordt inge-
schakeld.
U trekt de lichtschakelaar naar u
toe en laat hem los.
De koplamphoogte kan worden afge-
stemd op het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading.
1 Verhogen van de koplamphoogte
2 Verlagen van de koplamphoogte ■
Aanwijzing voor instellen van de
koplamphoogte
Hatchback (auto's zonder achter-
ruitenwisser)
Hatchback (auto's met achterrui-
tenwisser)
Draaiknop koplamp-
verstelling (indien aanwezig)
Aantal inzittenden en hoe-
veelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveel-
heid bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading3,5
BestuurderMaximale
belading4
Aantal inzittenden en hoe-
veelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveel-
heid bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading2,5
BestuurderMaximale
belading4
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 285 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 287 of 690

286
COROLLA_TMUK_EE4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Wagon (auto's zonder achterrui-
tenwisser)
Wagon (auto's met achterruiten-
wisser)
*: Indien aanwezig
1Druk de Automatic High
Beam-schakelaar in.
Aantal inzittenden en hoe-
veelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveel-
heid bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading3
BestuurderMaximale
belading4
Aantal inzittenden en hoe-
veelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveel-
heid bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading2,5
BestuurderMaximale
belading3,5
Automatic High
Beam-systeem*
Het Automatic High Beam-sys-
teem gebruikt een camerasensor
aan de bovenzijde van de voor-
ruit om de helderheid van de ver-
lichting van tegenliggers en
voorliggers, straatverlichting,
enz. te beoordelen en schakelt,
indien nodig, het grootlicht auto-
matisch in en uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic
High Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Auto-
matic High Beam-systeem. Rijd altijd
voorzichtig en houd hierbij de omgeving
in de gaten en schakel indien nodig
handmatig het grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking
van het Automatic High Beam-sys-
teem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van de
Automatic High Beam
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 286 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 288 of 690

287
4
COROLLA_TMUK_EE 4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Rijden
2Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand of
staat.
Het controlelampje van het Automatic
High Beam-systeem gaat branden als het
systeem werkt.
■Voorwaarden voor het automatisch
in- en uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch ingeschakeld (na ongeveer 1
seconde):
• De rijsnelheid is ongeveer 40 km/h of hoger.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of ach-
terlichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voor-
waarden wordt voldaan, wordt het groot-
licht automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 30
km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de
koplampen of achterlichten ingescha-
keld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op
de weg voor u.
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het groot-
licht mogelijk niet automatisch uitge-
schakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een
bocht opdoemt • Als plotseling een andere auto voor de
eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers niet kun- nen worden gesignaleerd als gevolg van
een reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen in de
rechter tegemoetkomende rijstrook op
een brede weg
• Wanneer de verlichting van tegenliggers
of voorliggers niet is ingeschakeld
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgescha-
keld als een tegenligger wordt gesigna-
leerd die zijn mistlampen aan heeft
terwijl de koplampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlich-
ting, straatverlichting, verkeerslichten of
verlichte billboards en andere reflecte-
rende objecten wordt mogelijk gescha-
keld van grootlicht naar dimlicht of blijft
het dimlicht mogelijk ingeschakeld.
●De volgende factoren kunnen van
invloed zijn op de reactietijd voor het in-
of uitschakelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlam-
pen en achterlichten van tegenliggers
en voorliggers
• De beweging en richting van tegenlig-
gers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of
voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingsper- centage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveel- heid bagage in de auto
●Het grootlicht wordt mogelijk onverwacht
in- of uitgeschakeld.
●Fietsen of vergelijkbare voertuigen wor-
den mogelijk niet gesignaleerd.
●In de volgende situaties kan het sys-
teem de helderheid van het omgevings-
licht mogelijk niet juist signaleren.
Hierdoor blijven de dimlichten mogelijk
branden of gaat het grootlicht knipperen
of worden voetgangers, tegenliggers of
voorliggers verblind. Als dat het geval is,
moet handmatig geschakeld worden
tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij rijden in slecht weer (zware regenval, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 287 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM