COROLLA_TMUK_EE
1
6 5
4
3
2
9
8
7
OverzichtZoeken op afbeelding
Veiligheid
en beveiligingZorg ervoor dat u dit leest(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjesLezen van rijgerelateerde informatie(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u gaat
rijdenOpenen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór
het rijden
(Belangrijkste onderwerpen: sleutels, portieren, stoelen,
elektrisch bedienbare ruiten)
RijdenHandelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden
opgevolgd
(Belangrijkste onderwerpen: starten van de motor, tanken)
AudiosysteemBedienen van het audiosysteem(Belangrijkste onderdelen: radio, CD-speler)
Voorzieningen
in het interieurGebruik van de voorzieningen in het interieur(Belangrijkste onderwerpen: airconditioning, opbergmogelijkhede n)
Onderhoud en
verzorgingDe zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures(Belangrijkste onderwerpen: interieur en exterieur, lampen)
Bij problemenInformatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval(Belangrijkste onderwerpen: ontladen accu, lekke band)
Vo e r t u i g -
specificatiesVoertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
(Belangrijkste onderwerpen: brandstof, olie, bandenspanning)
IndexZoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-12L25-NL
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L25E.book Page 1 Thursday, Novemb er 8, 2018 10:31 AM
4
COROLLA_TMUK_EEINHOUDSOPGAVE
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod ...................... 463
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen ..... 468
Gebruik van de AUX-aansluiting ................ 472
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon .... 473
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel ................ 477
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat ......... 477
5-7. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth”-menu) ........... 479
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(menu TEL) ....................... 481
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een
Bluetooth
® compatibele
draagbare speler .............. 486
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ................................... 488
Beantwoorden van een oproep .............................. 489
Voeren van een telefoongesprek ................ 489
5-10.Bluetooth
®
Bluetooth®............................ 4916-1. Gebruik van de airconditioning
en de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning .................. 502
Automatische airconditioning .................. 507
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming ............... 514
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ............ 516
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ....... 519
Voorzieningen in de bagageruimte.................... 522
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ................... 531
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van
uw auto ............................. 540
Reinigen en beschermen van het interieur van
uw auto ............................. 543
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie....... 546
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren
onderhoud ........................ 548
6Voorzieningen in het
interieur
7Onderhoud en verzorging
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L25E.book Page 4 Thursday, Novemb er 8, 2018 10:31 AM
16
COROLLA_TMUK_EEOverzicht
Multi-informatiedisplay ........................................
........................... Blz. 123
Weergave ....................................................... .................................... Blz. 123
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ............. .. Blz. 608
Richtingaanwijzerschakelaar ......................................................... Blz. 276
Lichtschakelaar ................................................ ............................... Blz. 283
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting .. ........ Blz. 283
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................... ....... Blz. 292
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers........................................ Blz. 293
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ..................... ............ Blz. 297
Gebruik ....................................................................................... Blz. 293, 297
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof ................................................... Blz. 558
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ................... Blz. 590
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ................. Blz. 550
Ontgrendelingshendel stuurverstelling .......................... .............. Blz. 234
Airconditioning ................................................ ........................ Blz. 502, 507
Gebruik ....................................................................................... Blz. 502, 507
Achterruitverwarming ........................................... ...................... Blz. 504, 510
Audiosysteem
*4, 5............................................................... ............. Blz. 450
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 16 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
23
COROLLA_TMUK_EEOverzicht
Multi-informatiedisplay ........................................
........................... Blz. 123
Weergave ....................................................... .................................... Blz. 123
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ............. .. Blz. 608
Richtingaanwijzerschakelaar ......................................................... Blz. 276
Lichtschakelaar ................................................ ............................... Blz. 283
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting .. ........ Blz. 283
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................... ....... Blz. 292
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers........................................ Blz. 293
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ..................... ............ Blz. 297
Gebruik ....................................................................................... Blz. 293, 297
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof ................................................... Blz. 558
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ................... Blz. 590
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ................. Blz. 550
Ontgrendelingshendel stuurverstelling .......................... .............. Blz. 234
Airconditioning ................................................ ........................ Blz. 502, 507
Gebruik ....................................................................................... Blz. 502, 507
Achterruitverwarming ........................................... ...................... Blz. 504, 510
Audiosysteem
*4, 5............................................................... ............. Blz. 450
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 23 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
129
2
COROLLA_TMUK_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Analoge klok (wanneer de digi-
taal+ snelheidsmeter wordt weer-
gegeven) (indien aanwezig)
De analoge klok weergeven.
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
//// / om het
multi-informatiedisplay weer aan te zet-
ten.
Standaardinstelling
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel
worden gereset naar de standaardinstel-
ling.
■Voertuigfuncties en instellingen
die u kunt wijzigen
→ Blz. 659
■Onderbreking van de weergave van
de instellingen
●Bepaalde instellingen kunnen niet gewij-
zigd worden tijdens het rijden. Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
voordat u instellingen wijzigt.
●Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm tij-
delijk niet worden bediend.
Werkingsduur Stop & Start-sys-
teem (sinds starten)/melding sta-
tus
Geeft de actuele totale tijd aan dat de
motor is gestopt door de werking van het
Stop & Sta rt-systeem.
Toont tevens de status van het Stop &
Start-systeem met e en pop-updisplay.
(→ Blz. 372)
Instellingen Stop & Start-systeem
De werkingsduur van het Stop &
Start-systeem als de airconditioning is
ingeschakeld met de aircoschakelaar kan
op 2 verschillende niveaus worden inge-
steld via op het multi-informatiedis-
play. ( →Blz. 372)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Als de motor draait tijdens het wijzigen
van de display-instellingen, dient de
auto te worden geparkeerd op een
plaats met voldoende ventilatie. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage,
kunnen uitlaatgassen die het schade-
lijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich
ophopen en in de auto terechtkomen.
Dit kan zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het dis-
play
Om te voorkomen dat de accu leeg
raakt, dient de motor te draaien terwijl
de displayinstellingen worden aange-
past.
Informatie Stop &
Start-systeem (indien
aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 129 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
263
4
COROLLA_TMUK_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
de 4e versnelling of een lagere ver-
snelling staan. (
→Blz. 270)
Handgeschakelde transmissie
Rijd niet in de 6e versnelling, om
maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laad-
stroom.
■ Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buiten-
temperaturen hoger dan 30°C kan
ertoe leiden dat de motor oververhit
raakt. Als de koelvloeistoftempera-
tuurmeter aangeeft dat de motor
oververhit raakt, schakel dan direct
de airconditioning uit en breng de
auto op een veilige plaats tot stil-
stand. ( →Blz. 642)
■ Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de
wielen van de auto en de aanhang-
wagen. Activeer de parkeerrem goed
en zet de selectiehendel in stand P
(Multidrive CVT) en de 1e versnelling
of stand R (handgeschakelde trans-
missie).
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk
op. Anders kunnen zich ongevallen
voordoen die tot ernstig letsel kunnen
leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rij-
den met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aan-
hangwagen of de maximaal toegestane
gewichten niet worden overschreden.
(→ Blz. 258)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor
het rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schakel terug. Scha-
kel bij het afdalen van een lange of
steile helling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achter-
een in. Anders k an het remsysteem
oververhit raken of kan de remwerking
teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of let-
sel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
een band is gemonteerd die is gere-
pareerd met de bandenreparatieset.
●Gebruik de volgende systemen niet
bij het rijden met een aanhangwagen.
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig)
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting
op de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen
aan het elektrische systeem van uw
auto en een storing veroorzaken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 263 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
311
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige tijd met de auto is gere-
den) en wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoor
waarden wordt vol-
daan, verdwijnt de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werki ngsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staa t
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of als er fel licht in de camera voor schijnt
SituatieActies
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt
is met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of
andere verontreinigingen
Maak om het gedeelte van de voorruit voor
de camera voor te reinigen gebruik van de
ruitenwissers of de voorruitverwarming van
het airconditioningsysteem (→Blz. 504,
509).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon heeft gestaan,
maak dan gebruik van de airconditioning
om het gedeelte rondom de camera voor af
te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt
gereflecteerd de temperatuur van de
camera voor extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omge-
ving heeft gestaan, maak dan gebruik van
het airconditioningsysteem om het gedeelte
rondom te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt
afgedekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap
is geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera
voor is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker,
enz., zodat de camera voor niet meer wordt
afgedekt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 311 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
370
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De selectiehendel staat in stand D of P (Multidrive CVT) of de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie).
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
• De geselecteerde rijmodus is de nor-
male modus of de ECO-modus.
• De motorkap is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor mogelijk niet uitgescha-
keld door het Stop & Start-systeem. Dit
wijst niet op een storing van het Stop &
Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De accu wordt periodiek opgeladen.
• De accu is niet voldoende opgeladen, bij- voorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoe-
stand is afgenomen, als de elektrische
belasting hoog is, als de temperatuur van
de accuvloeistof extreem laag is of als de
accu verouderd is.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• De auto staat stil op een steile helling.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Door verkeersdrukte of andere omstan- digheden komt de auto veelvuldig tot
stilstand.
• De auto rijdt op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is extreem
laag of hoog.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losge- nomen en weer aangesloten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem. (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Star t-systeem wordt uit-
geschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingescha- keld. • Het stuurwiel wordt bediend.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectie-
hendel wordt vanuit stand D in stand M,
N of R gezet.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectie- hendel wordt vanuit stand P in een
andere stand gezet.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• Auto's met Multidrive CVT: Het gaspe- daal wordt ingetrapt.
• De uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem wordt ingedrukt.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Wanneer de voorligger wegrijdt wanneer
uw auto tot stilstand is gebracht door het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem
met volledig snelheidsbereik. (indien
aanwezig)
• De rijmodus wordt gewijzigd van de nor- male of ECO-modus in een andere
modus.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem. (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uit-
geschakeld.)
• Het rempedaal wordt pompend of diep
ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvol-
doende.
• Als een schakelaar van het airconditio- ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
■Het St op & St art -systeem kan worden
gebruikt wanneer het Brake Hold-sys-
teem is ingeschakeld.
●Als de motor automatisch opnieuw
wordt gestart door h et Stop & Start-sys-
teem terwijl het Brake Hold-systeem is
ingeschakeld, wordt er nog steeds rem-
kracht uitgeoefend door het Brake
Hold-systeem.
●Als er niet langer aan de bedrijfscondi-
ties voor het Brake Hold-systeem wordt
voldaan ( →Blz. 280) terwijl de motor is
uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem, stopt de werking van het Brake
Hold-systeem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 370 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM