Page 641 of 690

640
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
4Start de motor van de tweede
auto. Verhoog het motortoerental
iets en laat de motor gedurende
ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de
accu van uw auto op te laden.
5 Auto's met Smart entry-systeem
en startknop: Open en sluit een
van de portieren terwijl het contact
UIT staat.
6 Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het con-
tact AAN te zetten.
7 Verwijder de startkabels in exact
de omgekeerde volgorde van
aansluiten als de motor van uw
auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto
aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Starten van de motor als de accu leeg
is
De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de
accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem
uit als de motor is uitgeschakeld. (Auto's
met Stop & Start-systeem: Behalve wan-
neer de motor is uitgezet door het Stop
& Start-systeem.)
●Schakel niet-noodzakelijke elektrische
verbruikers uit als er gedurende langere
tijd met lage snelheden gereden wordt,
bijvoorbeeld in een file.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie
wordt gewist. Laat wanneer de accu volle- dig is ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk
worden geïnitialiseerd. (
→Blz. 669)
■Verwijderen van de accuklemmen
Wanneer de accuklemmen worden verwij-
derd, wordt de in de ECU opgeslagen
informatie gewist. Neem voordat u de
accuklemmen losneemt contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit
wordt veroorzaakt door natuurlijke ontla-
ding en het effect van bepaalde elektrische
apparatuur. Als de auto langere tijd niet
gebruikt wordt, kan de accu ontladen en
kan de auto mogelijk niet meer worden
gestart. (De accu laadt automatisch op tij-
dens het rijden.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
accu
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Wanneer de accu ontladen is,
is het in sommige gevallen niet mogelijk
om de portieren te ontgrendelen met het
Smart entry-systee m met startknop.
Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Mogelijk start de motor niet bij
de eerste poging nadat de accu weer is
opgeladen, maar start hij wel normaal bij
de tweede poging. Dit wijst niet op een
storing.
●Auto's met Smart entry-systeem met
startknop: De stand van het contact
wordt door de auto opgeslagen. Wan-
neer de accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem t erug naar de stand
die was geselecteerd voordat de accu
ontladen raakte. Zet vóór het losnemen
van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de accu wanneer u niet zeker weet
in welke stand het contact stond voordat
de accu ontladen raakte.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 640 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 642 of 690

641
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
●Auto's met Stop & Start-systeem: Na het
losnemen en weer aansluiten van de
accuklemmen of nadat de accu is ver-
vangen, schakelt het Stop & Start-sys-
teem gedurende ongeveer 5 tot 60
minuten de motor mogelijk niet automa-
tisch uit.
■Vervangen van de batterij
●Gebruik een accu die voldoet aan de
Europese wetgeving.
●Auto's met Stop & Start-systeem:
Gebruik een originele accu die speciaal
ontworpen is voor gebruik met het Stop
& Start-systeem of een accu met gelijk-
waardige specificaties. Wanneer een
niet-ondersteunde accu wordt gebruikt,
wordt de werking van het Stop &
Start-systeem mogelijk beperkt om de
accu te beschermen. Ook nemen de
prestaties van de accu mogelijk af en
kan de motor mogelijk niet worden her-
start. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
●Gebruik een accu van hetzelfde formaat
als van de accu die wordt vervangen en
met een gelijkwaardige capaciteit van
20 uur (20HR) of meer.
• Als het formaat verschilt, kan de accu niet goed worden bevestigd.
• Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto korte tijd niet gebruikt is, kan de
accu ontladen en kan de motor mogelijk
niet meer worden gestart.
●Neem voor meer informatie contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING
■Verwijderen van de accuklemmen
Verwijder altijd eerst de minkabel (-). Als
de pluspool (+) bij het verwijderen in
contact komt met metalen onderdelen in
de buurt, kunnen er vonken ontstaan
waardoor brand kan ontstaan. Ook kunt
u een elektrische schok krijgen en ern-
stig letsel oplopen.
■Voorkomen van bra nd en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht om te voorkomen dat het
licht ontvlambare gas dat uit de accu
kan komen, per ongeluk tot ontbranding
komt:
●Zorg ervoor dat de startkabel aange-
sloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt
met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
●Zorg ervoor dat de op de “+”-pool
aangesloten startkabel niet in contact
komt met andere onderdelen of meta-
len oppervlakken, zoals metalen steu-
nen en ongelakt metaal.
●Laat de “+” en “-” klemmen van de
startkabels niet in contact komen met
elkaar.
●Rook niet en gebruik geen lucifers,
aanstekers en open vuur in de buurt
van de accu.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve
elektrolyt en de onderdelen van de accu
bevatten lood en loodhoudende samen-
stellingen. Neem bij het omgaan met de
accu de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht:
●Draag bij het werken met de accu
altijd een veiligheidsbril en zorg
ervoor dat de vloeistof uit de accu niet
in contact komt met de huid, kleding
of de carrosserie van de auto.
●Leun niet over de accu heen.
●Was accuvloeistof, die op de huid of
in de ogen terecht is gekomen, direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloei-
stof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medi-
sche hulp kan worden verkregen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 641 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 643 of 690

642
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
1Breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand, schakel de air-
conditioning uit en zet vervolgens
de motor af.
2 Als er stoom te zien is: Open,
nadat de stoom is verdwenen,
voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
WAARSCHUWING
●Was altijd uw handen nadat u de
accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt
aangeraakt.
●Houd kinderen uit de buurt van de
accu.
■Vervangen van de batterij
●Wanneer de vuldop en indicator zich
in de buurt van de klembeugel bevin-
den, kan er accuvloeistof (accuzuur)
lekken.
●Neem voor meer informatie over het
vervangen van de accu contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
OPMERKING
■Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startka-
bels voor dat deze niet verstrikt raken in
de koelventilatoren of in de aandrijfriem
van de motor.
Als uw auto over verhit
raakt
Het volgende kan erop duiden
dat de auto oververhit raakt.
De koelvloeistoftemperatuurme-
ter ( →Blz. 113, 117) komt in het
rode gebied of u merkt dat de
motor minder vermogen levert.
(De auto accelereert bijvoor-
beeld niet als het gaspedaal
wordt ingetrapt.)
“Engine Coolant Temp High
Stop in a Safe Place See
Owner’s Manual” (Temperatuur
koelvloeistof te hoog. Breng
auto op veilige plaats tot stil-
stand. Raadpleeg handleiding)
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Er komt stoom onder de motor-
kap uit.
Correctieprocedures
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 642 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 644 of 690
643
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
3Controleer nadat de motor vol-
doende is afgekoeld de slangen
en het radiateurblok (radiateur) op
sporen van lekkage.
Radiateurs
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een grote hoeveel-
heid koelvloeistof onmiddellijk contact op
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
4Het koelvloeistofniveau is correct
als het zich tussen de streepjes
FULL (vol) en LOW (laag) bevindt
wanneer het hybridesysteem
koud is.
Motor
Reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Intercooler
Reservoir
Streepje F
Streepje L
5 Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water gebruikt
worden als u geen koelvloeistof bij de
hand hebt.
Motor
Intercooler
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 643 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 645 of 690

644
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
6Start de motor, schakel de aircon-
ditioning in en controleer of de
koelventilatoren van de radiateur
draaien en of er geen koelvloei-
stof lekt uit de radiateur of de
slangen.
De koelventilatoren gaan draaien als de
airconditioning wordt ingeschakeld direct
na een koude start. Controleer of de ven-
tilatoren draaien door ernaar te luisteren
en te voelen of er luchtstroom is. Schakel
als u hier niet zeker van bent de aircondi-
tioning nog een aantal keer in en uit. (De
ventilatoren werken mogelijk niet bij tem-
peraturen beneden het vriespunt.)
7Als de koelventilatoren niet
draaien: Zet de motor onmiddellijk
uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als de ventilatoren draaien: Laat
de auto nakijken door de dichtst-
bijzijnde erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Bij controles in de motorruimte van
uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht. Het niet in acht nemen van
de voorzorgsmaatregelen kan ernstig
letsel, zoals brandwonden, tot gevolg
hebben.
●Als er stoom onder de motorkap van-
daan komt, open de motorkap dan
niet voordat de stoom is verdwenen.
De motorruimte kan zeer heet zijn.
●Houd uw handen en kleding (met
name stropdassen, sjaals en dassen)
uit de buurt van de ventilatoren en
aandrijfriemen. Als u dit niet doet,
kunnen uw handen of kleding bekneld
raken, wat kan leiden tot ernstig let-
sel.
●Draai de doppen van het koelvloei-
stofreservoir niet los als de motor en
de radiateur heet zijn.
Er kan hete stoom of koelvloeistof uit
spuiten.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat de
motor voldoende is afgekoeld. Het te
snel bijvullen van koude koelvloeistof bij
een hete motor kan schade aan de
motor veroorzaken.
■Voorkomen van b eschadigingen
aan het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgs-
maatregelen:
●Zorg dat de koelvloeistof niet veront-
reinigd raakt (bijvoorbeeld met zand
of stof)
●Gebruik geen koelvloeistofadditief.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 644 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 646 of 690

645
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
1Zet de motor af. Activeer de par-
keerrem en zet de selectiehendel
in stand P (Multidrive CVT) of N
(handgeschakelde transmissie).
2 Verwijder modder, sneeuw of
zand rond de voorwielen.
3 Leg een stuk hout, stenen of
ander materiaal onder de voor-
wielen om de wielen grip te
geven.
4 Start de motor opnieuw.
5 Zet de selectiehendel in stand D
of R (Multidrive CVT) of in de 1e
versnelling of de achteruit (hand-
geschakelde transmissie) en
deactiveer de parkeerrem. Trap
vervolgens voorzichtig het gaspe-
daal in.
■Wanneer u de auto moeilijk los kunt
krijgen
Druk op de schakelaar om de TRC
uit te schakelen.
Als de auto vast komt te
zitten
Voer de volgende procedures uit
als de banden doorslippen of als
de auto vastzit in modder,
sneeuw, enz.:
Herstelprocedure
WAARSCHUWING
■Bij het vrij proberen te krijgen van
een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen
door te “schommelen”, controleer dan
eerst of er in de omgeving van de auto
geen andere auto's, objecten of perso-
nen aanwezig zijn die geraakt zouden
kunnen worden als de auto plotseling in
beweging komt. De auto kan ook een
plotselinge beweging maken als de wie-
len weer grip krijgen. Neem de grootst
mogelijke voorzichtigheid in acht.
■Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel niet in een andere
stand als het gaspedaal is ingetrapt.
Als u dat wel doet, kan de auto onver-
wacht snel accelereren, waardoor een
aanrijding en ernstig letsel kunnen ont-
staan.
OPMERKING
■Om beschadiging van de transmis-
sie en andere componenten te
voorkomen
●Vermijd dat de voorwielen doorslip-
pen en dat u het gaspedaal verder
dan noodzakelijk intrapt.
●Als de auto na deze pogingen nog
steeds vastzit, moet deze door een
ander voertuig worden losgetrokken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 645 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 647 of 690
646
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 646 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 648 of 690
9
647
COROLLA_TMUK_EE
9
Voertuigspecificaties
Voertuigspecificaties
.9-1. SpecificatiesOnderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil,
enz.) ............................... 648
Informatie over brandstof.. 658
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen ...... 659
9-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen ..................... 669
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 647 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM