Page 553 of 690
552
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Sproeierreservoir (
→Blz. 558)
Koelvloeistofreservoir ( →Blz. 555)
Zekeringenkasten ( →Blz. 581)
Motorolievuldop ( →Blz. 553)
Oliepeilstok ( →Blz. 553)
Koelvloeistofreservoir intercooler ( →Blz. 555)
Accu ( →Blz. 556)
Radiateur ( →Blz. 556)
Condensor ( →Blz. 556)
Elektrische koelventilatoren
Motorruimte
Onderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 552 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 554 of 690

553
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controleer het oliepeil met behulp
van de peilstok bij bedrijfswarme,
afgezette motor.
■
Controle van motorolie
1Plaats de auto op een horizontale
ondergrond. Wacht, nadat de motor
op bedrijfstemperatuur is gekomen
en is afgezet, minstens 5 minuten
om de olie de gelegenheid te geven
naar het carter terug te stromen.
2 Trek de peilstok uit de motor ter-
wijl u een doek onder het uiteinde
houdt.
3 Veeg de peilstok met een schone
doek af.
4 Steek de peilstok weer volledig in
de motor.
5 Trek de peilstok uit de motor en
controleer het oliepeil terwijl u een
doek onder het uiteinde houdt. Laag
Normaal
Te hoog
De vorm van de peilstok is afhankelijk van
de uitvoering van de auto en het motor-
type.
6
Veeg de peilstok af en steek deze
helemaal terug in de houder.
■ Oliesoort controleren en beno-
digdheden klaarleggen
Controleer welke kwaliteit motorolie
wordt voorgeschreven en leg de
benodigdheden voor het bijvullen
klaar.
Keuze motorolie
→Blz. 651
Oliehoeveelheid
(minimaal → maximaal)
1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Onderwerp
Schone trechter
■ Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet
u olie bijvullen van het type zoals
hierna is vermeld, of van hetzelfde
type als waarmee de motor eerder
werd gevuld.
1 Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
Controleren en bijvullen van
motorolie
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 553 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 555 of 690

554
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
2
Giet beetje voor beetje motorolie
in de vulopening en controleer
ondertussen het oliepeil steeds
door middel van de peilstok.
3 Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde
hoeveelheid motorolie verbruikt. In de vol-
gende situaties neemt het olieverbruik
mogelijk toe en moet er mogelijk tussen de
onderhoudsintervallen motorolie worden
bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld
direct na aanschaf van de auto of nadat
de motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of
motorolie met een verkeerde viscositeit
wordt gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerental-
len, met een zwaar beladen auto, met
een aanhangwagen of bij veelvuldig
optrekken en afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait,
of bij veelvuldig rijden in druk verkeer
■Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie verversen
moet worden gereset. Ga als volgt te werk:
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel om te selecteren.
2 Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selecte-
ren en houd vervolgens
ingedrukt.
3 Druk op of om “Oil Mainte-
nance” (verversen motorolie) te selec-
teren en druk vervolgens op .
4 Druk op of om “Yes” (ja) te
selecteren en druk vervolgens op
. Er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay wanneer de reset-
procedure is voltooid.
WAARSCHUWING
■Afgewerkte motorolie
●Afgewerkte motorolie bevat schade-
lijke stoffen die huidaandoeningen
zoals ontsteking of huidkanker kun-
nen veroorzaken. Wees daarom voor-
zichtig en vermijd langdurig en
herhaaldelijk contact met de huid.
Verwijder afgewerkte motorolie door
goed met water en zeep te wassen.
●Voer afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters op een veilige en
acceptabele manier af. Gooi afge-
werkte motorolie en gebruikte oliefil-
ters nooit weg in de vuilnisbak, in het
riool of zomaar ergens.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur, een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige, tankstation of een automateria-
lenzaak voor meer informatie over
recycling of afvoeren.
●Houd motorolie buiten het bereik van
kinderen.
OPMERKING
■Voorkomen van e
rnstige schade
aan de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
■Bij het olie verversen of bijvullen
●Let erop dat er geen motorolie op
onderdelen van de auto terechtkomt.
●Vul nooit te veel olie bij, anders kan
de motor beschadigd raken.
●Controleer na het olie verversen altijd
het oliepeil met de peilstok.
●Controleer of de olievuldop goed is
vastgedraaid.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 554 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 556 of 690

555
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■
Koelvloeistofreservoir
Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich bij koude motor tussen de
streepjes FULL en LOW bevindt.
Dop reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder het
LOW-streepje bevindt, moet koelvloeistof
worden bijgevuld tot aan het
FULL-streepje. ( →Blz. 642)
■ Koelvloeistofreservoir intercoo-
ler
Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich bij koude motor tussen de
streepjes F en L bevindt.
Dop reservoir
Streepje F Streepje L
Als het niveau zich op of onder het onder-
ste streepje (L) bevindt, moet koelvloei-
stof worden bijgevuld tot aan het
bovenste streepje (F). (
→Blz. 642)
■Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life
Coolant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een
mengsel van 50% koelvloeistof en 50%
gedemineraliseerd water. (Minimumtem-
peratuur: -35°C)
Neem voor meer informatie over koelvloei-
stof contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Als het koelvloeistofniveau korte tijd
na het bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateur, de slangen, de
doppen van het koelvloeistofreservoir, de
aftapkraan en de waterpomp visueel.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige de druk
op de dop nakijken en controleren op lekk-
ages in het koelsysteem.
Koelvloeistof controleren
WAARSCHUWING
■Als de motor oververhit is
Draai de dop van het koelvloeistofreser-
voir en de dop van het koelvloeistofre-
servoir van de intercooler niet los.
Als het koelsysteem nog onder druk
staat, kan hete koelvloeistof uit de vul-
opening spuiten als de dop wordt verwij-
derd en brandwonden of ander ernstig
letsel veroorzaken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 555 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 557 of 690

556
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer de radiateur, condensor
en intercooler en verwijder eventueel
vuil. Als een van bovenstaande
onderdelen erg vuil is of als u niet
zeker bent van de staat ervan, laat
dan uw auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Controleer de accu als volgt.
■
Buitenkant van de accu
Controleer de accu op gecorrodeerde
en loszittende klemmen, scheuren en
een loszittende bevestigingsbeugel. Accupolen
Klembeugel
■Voorzorgsmaatregel
en voor het opla-
den van de accu
Tijdens het opladen van de accu ontstaat
het licht ontvlambare en explosieve water-
stof. Houd u daarom voor het opladen aan
de volgende voorzorgsmaatregelen:
●Als de accu in de auto is gemonteerd,
moet voorafgaand aan het opladen de
massakabel worden losgenomen.
●Controleer of de acculader tijdens het
aansluiten en losnemen van de accu-
klemmen is uitgeschakeld.
■Na het opladen/aansluiten van de
accu (auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop)
●Nadat de accu losgenomen is geweest,
is het wellicht niet meteen mogelijk om
de portieren met he t Smart entry-sys-
teem met startknop te ontgrendelen.
Gebruik in dat geval de afstandsbedie-
ning of de mechanische sleutel om de
portieren te vergrendelen of ontgrende-
len.
●Start de auto met het contact in stand
ACC. De auto kan mogelijk niet worden
gestart als het contact UIT staat. De
motor werkt vanaf de tweede poging
echter normaal.
●De stand van het contact wordt door de
auto opgeslagen. Als de accu weer
wordt aangesloten, keert het contact
terug naar de stand die was geselec-
teerd voordat de accu werd losgeno-
men. Controleer of het contact UIT is
gezet voordat u de accu losneemt.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of
alleen water. Een goede mengverhou-
ding van water en antivries zorgt voor
een goede smering, corrosiebescher-
ming en koeling. Lees altijd de informa-
tie op het etiket van de antivries of
koelvloeistof.
■Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel
water om te voorkomen dat het de lak of
onderdelen aantast.
Controle van radiateur, con-
densor en intercooler
WAARSCHUWING
■Als de motor oververhit is
Raak om brandwonden te voorkomen
de radiateur, de condensor en de inter-
cooler niet aan, aangezien deze heet
kunnen zijn.
Accu
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 556 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 558 of 690

557
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wees extra voorzichtig als niet bekend
is wat de stand van het contact was
voordat de accu leeg raakte.
Neem, als het systeem na meerdere
pogingen nog niet start, contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Chemicaliën in de accu
Accuzuur is giftig en bijtend en kan het
ontstaan van het licht ontvlambare en
explosieve waterstof veroorzaken.
Neem bij werkzaamheden bij of aan de
accu de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht om ernstig letsel te voorko-
men:
●Veroorzaak geen vonken met gereed-
schap.
●Rook nooit en steek nooit een lucifer
of een aansteker aan bij de accu.
●Voorkom dat ogen, huid of kleren in
contact komen met de elektrolyt.
●Adem of slik nooit elektrolyt in.
●Gebruik een veiligheidsbril als u bij de
accu bezig bent.
●Houd kinderen uit de buurt van de
accu.
■Een veilige plaats voor het opladen
van de accu
Laad de accu altijd op in een open
ruimte. Laad de accu niet op in een
garage of in een afgesloten ruimte waar
onvoldoende ventilatie is.
■Noodmaatregelen met betrekking
tot elektrolyt
●Als er elektrolyt in uw ogen terecht-
komt
Spoel de ogen minstens 15 minuten
met water en schakel direct medische
hulp in. Blijf zo mogelijk water met
een spons of doek op de ogen dep-
pen, terwijl u naar een arts of het zie-
kenhuis gaat.
●Als er elektrolyt op uw huid terecht-
komt
Was de huid zorgvuldig met veel
water. Als het pijn doet of brandt,
roept u meteen medische hulp in.
●Als er elektrolyt op uw kleding
terechtkomt
De elektrolyt kan via de kleding op uw
huid terechtkomen. Trek onmiddellijk
de kleding uit en volg, indien nodig,
de procedure zoals hierboven
beschreven.
●Als u per ongeluk elektrolyt binnen-
krijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk.
Schakel zo snel mogelijk medische
hulp in.
■Accukabels van de accu losnemen
Neem de negatieve (-) accupool niet los
van de carrosseriezijde. De losgeno-
men negatieve (-) accupool kan in con-
tact komen met de positieve (+)
accupool, waardoor ernstig letsel als
gevolg van een kortsluiting kan ont-
staan.
OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij
draaiende motor. Controleer ook of alle
accessoires zijn uitgeschakeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 557 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 559 of 690

558
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Auto's met een meter voor het rui-
tensproeiervloeistofniveau
Het ruitensproeiervloeistofniveau is
extreem laag.
Neem de dop van de opening, terwijl
u het gat in het midden van de dop
met uw vinger dichthoudt, en contro-
leer het vloeistofpeil in de slang.
Auto's zonder een meter voor het
ruitensproeiervloeistofniveau
Vul in de volgende situaties ruiten-
sproeiervloeistof bij:
Een sproeier werkt niet.
Er verschijnt een waarschuwings-
melding op het multi-informatiedis-
play.
Bijvullen van ruitensproeier-
vloeistofWAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als
de motor draait of nog niet is afgekoeld.
Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en
kan vlam vatten als het bijvoorbeeld op
hete motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met
ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries
in plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van
uw auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen
ruitensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeier-
vloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de rui-
tensproeiervloeistoffles aangegeven
temperaturen voor de juiste mengver-
houding.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 558 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 560 of 690

559
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controleer of de slijtage-indicatoren
op de banden te zien zijn. Controleer
de banden tevens op ongelijkmatige
slijtage, zoals overmatige slijtage aan
een zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de banden-
spanning van het reservewiel ook als
het niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren
wordt aangegeven met de tekst TWI of de indicatie op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicato-
ren te zien zijn.
■Wanneer moeten banden worden ver-
vangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op
een band.
●De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of barsten
die zo diep zijn dat het binnenmateriaal
zichtbaar wordt en bulten die duiden op
een interne beschadiging
●Een band vaak leegloopt of niet goed
kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als u er niet
zeker van bent.
■Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten
altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er
niet of nauwelijks met de banden is gere-
den en de banden niet beschadigd lijken te
zijn.
■Als de profieldiepte van winterban-
den minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de
winterbanden verloren.
■Controle van de ventielen
Controleer bij het vervangen van de ban-
den de ventielen op vervorming, scheuren
of andere beschadigingen.
Banden
Vervang of verwissel banden
afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 559 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM