Page 49 of 232

47
De over de vloer verspreide warme lucht wordt
vanuit de airconditioningsunit vóór verdeeld ter
hoogte van de voetenruimte van de passagiers op
zitrij 2 en 3.
Op de wielkast linksachter bevindt zich een
uitstroomopening voor de ver warming van de
voetenruimte van de passagiers op zitrij 3.
Inschakelen/uitschakelen
F Druk vanaf de bestuurdersstoel op deze knop op het bedieningspaneel
MODE om de bediening achter
in de auto in te schakelen. Het
verklikkerlampje gaat branden.
Luchtopbrengst
F Draai de knop naar de gekozen stand om voldoende luchtopbrengst
te verkrijgen.
Instellen van de
comforttemperatuur
F Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de temperatuur
naar behoefte in te stellen.
De functie kan worden uitgeschakeld met de
schakelaar OFF van het centrale "Monozone"
bedieningspaneel.
Om condens te voorkomen, zorgt een
veiligheidssysteem echter automatisch voor de
ventilatie achter, ook als de schakelaar in de
stand 0
staat.
Door deze toets opnieuw in te drukken wordt de
bediening achter in de auto gedeactiveerd. Het
verklikkerlampje dooft.
Programmeerbare
standkachel
Dit vergemakkelijkt ook het verwarmen,
ontwasemen en ontdooien van interieur.
Digitale programmering
Het bedieningspaneel van de programmeerbare
standkachel bevindt zich naast het stuur wiel onder
het schakelaarpaneel MODE .
Tijdweergave
Pictogram verwarmingscyclus
Pictogram instellen en weergave tijd
De programmeerbare standkachel (afhankelijk
van de uitvoering) zorgt voor een geleidelijke
voor ver warming van het koelcircuit, zodat de motor
beter op temperatuur is bij het starten.
Met behulp van de tijdschakelaar kunt u
het
gewenste inschakeltijdstip kiezen. Het systeem zorgt
er voor dat het interieur sneller wordt opgewarmd.
3
Ergonomie en comfort
Page 50 of 232

48
Toetsen instellen tijd
Programmaselectietoets
Toets direct inschakelen verwarming
Instellen van de
tijdschakelaar
Zet voordat u de standkachel programmeert de klok
v an de tijdschakelaar gelijk. F
D
ruk op de toets set
en houd de
toets ingedrukt.
Het display wordt verlicht en het
pictogram van het instellen van de tijd
verschijnt.
F
D
ruk binnen 10 seconden op een van de twee
toetsen voor het instellen van de tijd tot de juiste
tijd wordt weergegeven:
-
>
o
m de klok vooruit te zetten of
-
<
o
m de klok terug te zetten.
Druk lang op de toets om de klok sneller vooruit of
terug te zetten.
F
L
aat de toets set
los.
De tijd wordt opgeslagen als het display uit is.
Weergeven van de tijd
F Druk op de toets "<" of ">".
Het pictogram van de weergave van de tijd verschijnt
en gedurende ongeveer 10
seconden wordt de tijd
weergegeven.
Direct inschakelen van de
standkachel
Controleer voor het inschakelen van de standkachel
of:
-
d
e knop van de temperatuurregeling in de stand
Warme lucht (rood) staat,
-
d
e knop van de luchtopbrengstregeling in de
stand 2
staat. F
D
ruk op deze knop.
Het display wordt verlicht en het
pictogram van de verwarmingscyclus
verschijnt en wordt weergegeven
zolang de standkachel in werking is.
Uitgestelde inschakeling
van de standkachel
Het inschakelen van de standkachel kan tussen
1 minuut en 24 uur van tevoren geprogrammeerd
worden.
U kunt drie verschillende tijdschakelingen opslaan
en een uitgestelde inschakeling programmeren.
Weergave nummer geselecteerd
programma
Pictogram ventilatie
Wanneer u de standkachel dagelijks op
dezelfde tijd wilt inschakelen, hoeft u
alleen de
opgeslagen tijdschakeling elke dag opnieuw te
programmeren.
F
D
ruk op deze toets. De
verlichting van het display wordt
ingeschakeld.
Het symbool "- -:- -" of de
eerder ingestelde tijd en het
voorkeuzenummer (1, 2
of 3)
worden gedurende 10
seconden
weergegeven.
Ergonomie en comfort
Page 51 of 232

49
Standaard zijn er vooraf geselecteerde
tijden in het systeem opgeslagen (1 = 6 uur;
2 = 16
uur, 3 = 22 uur). Bij een wijziging in
de geprogrammeerde tijd wordt de eerder
geselecteerde tijd gewist.
Als de accu wordt losgekoppeld, worden
de standaard geselecteerde tijden weer
teruggezet.
Annuleren van de
programmering
F Druk kort op deze toets om een geprogrammeerde inschakeltijd te
wissen.
De verlichting van het display wordt uitgeschakeld en
het voorkeuzenummer (1, 2
of 3) verdwijnt.
Oproepen van een
programmering
F Druk herhaaldelijk op deze toets tot het voorkeuzenummer (1, 2 of
3) van de gewenste inschakeltijd
verschijnt.
Na 10
seconden verdwijnt de tijd, die opgeslagen
blijft, van het display, dat echter blijft branden en het
voorkeuzenummer (1, 2
of 3) blijft weergeven.
De werkingsduur instellen
De duur van de ver warming kan worden ingesteld
tussen 10 en 60 minuten.
F
H
oud deze toets ingedrukt. De geprogrammeerde duur van de ver warming
wordt weergegeven en het pictogram van de
ver warmingscyclus of van de ventilatie knippert.
F
S
tel de duur van de ver warming in met de toets
"<" of ">".
De duur van de ver warming is opgeslagen als deze
niet meer op het display wordt weergegeven of als
u nogmaals op de toets set
drukt.
Bij een uitgestelde inschakeling van de standkachel
wordt de ver warming automatisch uitgeschakeld na
afloop van de geprogrammeerde duur. F
A
ls de standkachel direct wordt
ingeschakeld, druk dan nogmaals
op deze toets om de ver warming
handmatig uit te schakelen.
Het pictogram van de ver warmingscyclus verdwijnt
en de verlichting van het display gaat uit.
Laat de standkachel ten minste 1
keer per
jaar aan het einde van de her fst controleren.
Onderhoud en reparaties aan het systeem
mogen alleen worden uitgevoerd door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gebruik uitsluitend originele
vervangingsonderdelen.
Uitschakelen van de
ver warming
Druk om de overige voorkeuze-instellingen
weer te geven binnen 10 seconden
herhaaldelijk op de toets set. Druk binnen
10
seconden op de toets voor het instellen van
de tijd "<" of ">" om de inschakeltijd in
te stellen.
De programmering wordt opgeslagen als de
inschakeltijd en het voorkeuzenummer (1, 2
of 3)
verdwijnen en de verlichting van het display wordt
uitgeschakeld.
F
D
ruk tegelijkertijd op de toets "<" of ">".
De tijd en het pictogram van het instellen van de tijd
worden weergegeven.
F
D
ruk nogmaals op de toets set en houd de toets
ingedrukt.
F
D
ruk nogmaals tegelijkertijd op de toets "<" of
" >".
3
Ergonomie en comfort
Page 52 of 232

50
Om het risico van vergiftiging of verstikking
te vermijden, mag de standkachel niet
worden gebruikt, ook niet voor korte
perioden, in afgesloten ruimten, zoals
een garage of een werkplaats zonder een
uitlaatgasafvoersysteem.
De standkachel wordt uitgeschakeld als de
accuspanning laag is, zodat het starten van de
motor niet in gevaar komt.
De standkachel wordt gevoed door brandstof
uit de brandstoftank van de auto. Controleer,
voordat u de standkachel programmeert of
inschakelt, of er nog voldoende brandstof in de
tank aanwezig is.
Schakel de standkachel altijd uit tijdens het
tanken om elk risico van brand of explosie te
vermijden.
De temperatuur bij het verwarmingssysteem
mag niet hoger zijn dan 120
°C. Een hogere
temperatuur (bijv. bij het laten uitharden van de
lak na het spuiten van de auto) kan tot schade
aan componenten van elektronische circuits
leiden.
De standkachel is voorzien van een thermische
beveiliging die in het geval van over verhitting
van de motor als gevolg van een gebrek aan
koelvloeistof de verbranding onderbreekt.
Controleer het koelvloeistofniveau en vul het
indien nodig bij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus .
Druk vervolgens op de programmaselectietoets
alvorens de standkachel weer in te schakelen.Gebruiksadviezen voor ventilatie en airconditioning
Neem voor een optimale werking van de
verwarming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het interieur
de uitstroomopening onder de voorruit, de
verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de
ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
D
ek de zonnesensor op het dashboard niet af;
deze wordt gebruikt voor het regelen van het
automatische airconditioningssysteem.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee
keer per maand 5
tot 10 minuten aan om het
systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen
periodiek vervangen. Wij raden u
een
gecombineerd interieurfilter aan. Dankzij het
toegevoegde speciale actieve middel draagt dit
bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden
en een schoon interieur (vermindering van
allergische reacties, stank en vetaanslag). F L
aat de airconditioning regelmatig controleren
zoals voorgeschreven in het garantie- en
onderhoudsboekje, om het systeem in perfecte
staat te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet
koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van
een aanhanger op een steile helling bij een hoge
buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk
worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht
van de motor.
Om te voorkomen dat de ruiten beslaan en de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat:
-
r
ijd niet te lang met uitgeschakelde ventilatie.
-
h
oud de luchtrecirculatie niet langere tijd
ingeschakeld.
Ergonomie en comfort
Page 53 of 232

51
Als de auto lange tijd in de zon heeft gestaan
en de temperatuur in het interieur hoog is
opgelopen, zet dan de ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht
in het interieur goed ver verst wordt.
Condensvorming door de airconditioning kan
ertoe leiden dat zich een klein plasje water
onder de auto vormt. Dit is een normaal
verschijnsel. Bevat gefluoreerde broeikasgassen
R13 4A .
Afhankelijk van de uitvoering en het
verkoopland kan het aircocircuit het
broeikasgas R13 4A bevatten.
Stop & Star t
De verwarmings- en airconditioningssystemen
werken alleen als de motor draait.
Als u
het thermische comfort in de auto op
het door u
gewenste niveau wilt houden, kunt
u
tijdelijk de functie Stop & Start uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het Stop & Star t -
systeem.Ontwasemen – ontdooien
voorruit en zijruiten
Deze opdruk op het bedieningspaneel
geeft aan in welke stand de knoppen
moeten staan om de voorruit en de
zijruiten snel te ontwasemen of te
ontdooien.
Met handbediende
airconditioning
F Zet de knoppen van de aanjagersnelheid en de
luchtverdeling in de met
de desbetreffende opdruk
weergegeven stand.
Snel ontdooien en ontwasemen van de voorruit:
F
z
et de aanjager in de hoogste stand, F
z
et de schakelaar van de
luchttoevoer tijdelijk in de
luchtrecirculatiestand.
Met automatische
airconditioning
F Druk op deze toets; het lampje gaat branden. Het systeem regelt de koeling, de luchtopbrengst
en luchttoevoer, de achterruitverwarming en de
luchtverdeling naar de voorruit en zijruiten.
Schakel wanneer uw auto is voorzien van een extra
ver warming dit systeem uit om de ruiten snel te
kunnen ontwasemen/ontdooien.
Achterruitverwarming
en verwarming
buitenspiegels
F Druk op deze toets om de achterruit
en buitenspiegels te ontwasemen/
ontdooien. Het lampje van de toets
gaat branden.
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld om
onnodig stroomverbruik te voorkomen.
U kunt de achterruit- en buitenspiegelverwarming
ook eerder uitschakelen door nogmaals op deze
toets te drukken. Het lampje van de toets gaat dan
uit. De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
3
Ergonomie en comfort
Page 54 of 232

52
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt
dat zolang de achterruitverwarming in werking
is, de STOP-stand niet beschikbaar is.
Voorzieningen van de
cabine
Zonneklep
F Klap de zonneklep omlaag om verblinding door de zon te voorkomen.
De zonnekleppen zijn voorzien van etuis voor het
opbergen van tolkaarten, tickets, …
Centraal opbergvak Opbergbak voorstoelen
Stoelen met variabele demping zijn echter niet
voorzien van een opbergruimte.
De opbergruimte onder de passagiersstoel is
bestemd voor de gereedschapskist, met het
gereedschap voor het ver wisselen van een wiel of
een lamp, of voor het trekken van de auto enz.
U beschikt over een open opbergvak onder het
paneel van de middenconsole.
Dit opbergvak biedt toegang tot de AUX-
aansluitingen (Jack en USB) voor de overdracht van
gegevens naar het audiosysteem.
Afhankelijk van de uitvoering bevat dit opbergvak
ook een dubbele bekerhouder en/of een
smartphonehouder.
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich een vaste
opbergbak.
Ergonomie en comfort
Page 55 of 232
53
Draai om de bak te verwijderen de vergrendeling
een kwart omwenteling om de bak los te maken en
trek de bak ver volgens naar voren.
Inklapbaar schrijfblad
Om een CD in te voeren of te ver wijderen moet
u eerst het schrijfblad inklappen.
Het schrijfblad is niet beweegbaar als uw
auto is voorzien van een tweepersoons
voorpassagiersbank en een airbag voor aan
passagierszijde.
Multifunctionele steun
Deze houdt mobiele uitrusting zoals een smartphone
in een verticale positie of een touchscreen tablet in
een horizontale positie.
F B
eweeg het schrijfblad aan de bovenzijde
omhoog of omlaag om het uit of in te klappen.
Met de klem kunnen documenten, notities, enz.
worden vastgezet. Vergeet bij het weer aanbrengen van de bak niet
om de vergrendeling een kwart omwenteling in de
omgekeerde richting te draaien om de bak weer op
zijn plaats vast te zetten.
3
Ergonomie en comfort
Page 56 of 232
54
Ver wijder voordat u de steun inklapt de
d raagbare apparatuur door dezelfde
handelingen nogmaals uit te voeren.
Duw op de bovenzijde van de steun om hem in
te klappen.
F
T
rek aan de bovenzijde van de steun om hem uit
te klappen.
F
K
antel de hendel aan de zijkant om de klemmen
aan de boven- en onderzijde te ontgrendelen.
F
B
eweeg de klemmen uit elkaar om de draagbare
apparatuur te bevestigen.
F
Z
et de hendel aan de zijkant omhoog om de
klemmen te vergrendelen.
Opbergvakken in de
voorportieren Dashboardkastje aan
passagierszijde
Afhankelijk van het land van bestemming kan in
een van de opbergvakken van de voorportieren de
bandenreparatieset zijn opgeborgen.
Ergonomie en comfort