Page 121 of 232

119
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren
sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van
de auto.Uitsluitend de aangedreven wielen mogen
van sneeuwkettingen worden voorzien. Een
noodreser vewiel mag niet worden voorzien van
een sneeuwketting.
Houd u
altijd aan de ter plekke geldende
regelgeving over het gebruik van
sneeuwkettingen en de maximaal toegestane
snelheid.
Montagetips
F Als u onderweg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de kant van de
weg stil op een vlakke ondergrond.
F
P
arkeerrem aantrekken en indien nodig
wielblokken tegen de wielen plaatsen, om het
wegrollen van de auto te voorkomen.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij de
aanwijzingen van de fabrikant.
F
R
ijd voorzichtig weg en rij even met een snelheid
van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de kettingen
correct gespannen zijn.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade aan
de banden en het wegdek te voorkomen.
Als uw auto is voorzien van lichtmetalen
velgen, controleer dan of de ketting en de
bevestigingen de velg niet raken.
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek het
monteren van de sneeuwkettingen te oefenen;
doe dit op een vlakke en droge ondergrond. Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn voor
het type velg van uw auto:
Maat van de af fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting van
de schakels
205/70
R1516
mm
215/ 70
R
1512
mm
225/70
R1516
mm
215/75
R1612
mm
225/75
R1616
mm
Neem voor meer informatie over sneeuwkettingen
contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Trekken van een
aanhanger
De maximale aanhangergewichten staan vermeld
op het kentekenbewijs van uw auto en op het
constructeursplaatje.
7
Praktische informatie
Page 122 of 232

120
Voor meer informatie over de Technische
gegevens van uw auto en met name de
gewichten en aanhangergewichten, zie de
desbetreffende rubriek.
Aan de hand daar van kunt u
bepalen of uw auto
geschikt is voor het trekken van een aanhanger,
caravan of boot, enz.
Wij raden u
aan gebruik te maken van een
originele, speciaal door de fabrikant geteste en
goedgekeurde CITROËN-trekhaak inclusief
bedrading en deze door het CITROËN-
dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Deze originele trekhaken zijn compatibel met
de werking van de parkeerhulp achter en de
achteruitrijcamera (indien aanwezig).
Als de trekhaak wordt gemonteerd door een
bedrijf dat niet tot het CITROËN-netwerk
behoort, moet de montage altijd volgens
de voorschriften van de fabrikant worden
uitgevoerd.Trekhaak met afneembare
kogel
Presentatie
Deze originele trekhaakkogel kan gemakkelijk en
snel gemonteerd en verwijderd worden. Hiervoor is
geen gereedschap nodig.
1. Bevestigingssteun.
2. Aansluiting.
3. Veiligheidsoog.
4. Afneembare kogel.
5. Draaiknop voor vergrendeling/ontgrendeling.
6. Veiligheidsslot met afneembare kap.
7. Label voor sleutelnummer. Voor meer informatie over de Technische
gegevens
van uw auto en met name de
gewichten en aanhangergewichten, zie de
desbetreffende rubriek.
A. Vergrendelde stand; de draaiknop maakt
contact met de kogel (geen speling).
B. Ontgrendelde stand; de draaiknop maakt
geen contact met de kogel (speling van
ongeveer 5
mm).
Houd u
aan de plaatselijke geldende wettelijke
voorschriften.
Deze waarden worden ook vermeld in de
commerciële documentatie.
Praktische informatie
Page 123 of 232

121
Vóór het gebruik
Verzeker u er van dat de kogel correct vergrendeld
i s. Doe dit door het volgende te controleren:
-
h
et groene merkteken van de draaiknop valt
samen met het groene merkteken van de kogel,
-
d
e draaiknop maakt contact met de kogel,
-
he
t veiligheidsslot is vergrendeld en de sleutel is
ver wijderd; de draaiknop kan niet meer worden
bediend,
-
d
e kogel mag absoluut niet in de steun
kunnen bewegen: duw en trek eraan om dit te
controleren.
Tijdens het gebruik
Ontgrendel nooit het systeem ter wijl
een aanhanger is aangekoppeld of een
bagageplateau op de trekhaakkogel is
gemonteerd.
Overschrijd nooit het maximaal toelaatbare
gewicht van de auto en van de aanhanger en
het maximaal toelaatbare treingewicht.
Na het gebruik
Als gereden wordt zonder aanhanger of
bagageplateau, moet de trekhaakkogel zijn
verwijderd en moet de afdekkap zijn aangebracht.
Dit is met name van belang als de kogel het zicht
op de kentekenplaat of de verlichting van de auto
belemmert.
Monteren van de kogel
F Verwijder onder de achterbumper de afdekkap van de steun van de trekhaakkogel.
F
S
teek het uiteinde van de trekhaakkogel 4
in
de steun 1
en beweeg het naar boven; de kogel
wordt automatisch vergrendeld. De draaiknop 5
maakt een kwart omwenteling
linksom; houd uw handen uit de buurt van de knop.
F
C
ontroleer of het mechanisme correct
vergrendeld is (stand A ).
F
V
ergrendel het slot 6
met de sleutel.
7
Praktische informatie
Page 124 of 232

122
Verwijderen van de kogel
F Ver wijder altijd de sleutel. De sleutel kan niet worden verwijderd als het slot ontgrendeld is.
F
K
lem het kapje op het slot.
F
V
erwijder de beschermkap van de
trekhaakkogel.
F
M
aak de aanhanger vast aan de trekhaakkogel.
F
M
aak de kabel van de aanhanger vast aan het
veiligheidsoog 3
op de steun van de kogel.
F
S
luit de stekker van de aanhanger aan op de
aansluiting 2
van de steun. F
N
eem de stekker van de aanhanger los van de
aansluiting 2
van de steun.
F
M
aak de kabel van de aanhanger los van het
veiligheidsoog 3
op de steun.
F
M
aak de aanhanger los van de trekhaakkogel.
F
M
onteer de beschermkap op de trekhaakkogel.
F
V
er wijder het kapje van het slot en zet het kapje
vast op de kop van de sleutel. F
S
teek de sleutel in het slot 6
.
F
O
ntgrendel het slot met de sleutel.
F
H
oud de trekhaakkogel 4
stevig met één
hand vast; trek met de andere hand aan de
draaiknop 5
en draai deze zo ver mogelijk
rechtsom; laat de draaiknop niet los.
Praktische informatie
Page 125 of 232

123
Onderhoud
De correcte werking van het systeem is alleen
gegarandeerd als de kogel en de steun schoon
blijven.
Voordat de auto met een hogedrukreiniger wordt
schoongemaakt moet de kogel zijn ver wijderd en
moet de beschermdop zijn aangebracht.Breng het bijgevoegde label op een goed
zichtbare plaats aan, in de buurt van de steun
of in de bagageruimte.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats voor
werkzaamheden aan het trekhaaksysteem.
Dakstangen en imperiaals
F Ver wijder de kogel naar beneden toe van de steun 1.
F
L
aat de draaiknop los; deze wordt automatisch
geblokkeerd in de ontgrendelde stand (stand B ).
F
M
onteer de afdekkap op de steun.
F
B
erg de kogel zorgvuldig op in de hoes, zodat
de kogel geen schokken kan oplopen en niet vuil
kan worden. Uit veiligheidsoverwegingen en om te voorkomen
dat het dak beschadigd wordt, moeten voor uw auto
goedgekeurde dakstangen of imperiaals worden
gebruikt.
Allesdragers kunnen alleen op een bestelwagen,
combi of minibus met hoogte H1
of H2 worden
gemonteerd. Controleer bij een minibus of er een
airconditioningsunit op het dak is gemonteerd.
Een dakstang of een imperiaal moet op de
verankeringspunten op het dak van de auto worden
bevestigd. Afhankelijk van de wielbasis van de auto
zijn er 6, 8
of 10
verankeringspunten aangebracht.
Houd u
aan de montagevoorschriften en de
gebruiksvoor waarden die zijn vermeld in de
handleiding van de dakstangen of het imperiaal.
7
Praktische informatie
Page 126 of 232

124
Maximale daklast (gelijkmatig verdeeld over
het dak): 150 kg, onder voorbehoud dat het
maximaal toegestane totaalgewicht van de
auto niet wordt overschreden.
Op uitvoeringen met hoogte H3
is de montage
van dakstangen of een imperiaal niet mogelijk.
Houd u
zorgvuldig aan de geldende
regelgeving met betrekking tot de afmetingen
van op het dak ver voerde voor werpen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de technische
gegevens van uw auto en met name de
afmetingen.Ruitenwisserbladen
vervangen
Controleer of de ruitensproeierkoppen niet
verstopt zitten.
Vervangen van een
wisserblad vóór
F Til de ruitenwisserarm op.
F M aak het wisserblad los door de knop in te
drukken en ver wijder het door het naar buiten te
trekken.
F
M
onteer het nieuwe wisserblad en controleer of
het goed vastzit.
F
Z
et de ruitenwisserarm terug.
Voor een gemakkelijke toegang tot de ruitenwissers
en de ruitensproeierkoppen kunt u
in de uitsparingen
van de voorbumper gaan staan.
Praktische informatie
Page 127 of 232

125
Motorkap
Openen
Schakel omwille van uw veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit alvorens
werkzaamheden onder de motorkap uit te
voeren om letsel als gevolg van het automatisch
inschakelen van de START-stand te voorkomen.
Interieur
Deze handeling mag alleen worden uitgevoerd als
de auto stilstaat en het bestuurdersportier geopend
is.
Buitenzijde
Open de motorkap niet als het hard waait.
Wees bij warme motor voorzichtig met het
bedienen van de veiligheidshaak en de
motorkapsteun (kans op brandwonden).In verband met de aanwezigheid van
elektrische componenten in de motorruimte
wordt geadviseerd om blootstelling aan water
(regen, wassen, …) te beperken.
Sluiten van de motorkap
F Trek aan de hendel aan de zijkant van het
dashboard. F
D
uw de veiligheidshaak aan de bovenzijde van
de grille omhoog en til de motorkap op. F
M
aak de motorkapsteun los en steek deze in de
eerste en ver volgens de tweede uitsparing van
de motorkap.
F
P
laats de motorkapsteun in de houder alvorens
de motorkap te sluiten.
F L aat de motorkap voorzichtig zakken en laat
deze aan het einde van de slag in het slot vallen.
7
Praktische informatie
Page 128 of 232

126
Dieselmotoren
1.Reservoir ruiten- en koplampsproeiervloeistof.
2. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof.
3. Reservoir koelvloeistof.
4. Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5. Brandstoffilter.
6. Zekeringkast.
7. Luchtfilter.
8. Oliepeilstok.
9. Olievuldop.
Accu-aansluitingen:
+ Pluspool.
- Minpool (massa). Het dieselcircuit staat onder zeer hoge druk.
Laat werkzaamheden aan dit circuit alleen door
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren.
Niveaus controleren
Controleer deze niveaus regelmatig en
respecteer de voor waarden zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien
nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau
het desbetreffende circuit controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Let erop dat u
bij het eventueel ver wijderen en
monteren van de afdekkap van de motor, de
bevestigingsclips niet beschadigt.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met afgewerkte
olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn bijtend en
schadelijk voor de gezondheid. Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffen
niet in het riool, in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daar voor
bestemde containers bij het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Motorolieniveau
Regelmatig controleren en tussen twee
verversingen eventueel olie bijvullen
(maximum olieverbruik: 0,5
liter per
1000
km). De controle dient bij koude
motor en horizontaal geplaatste auto
te geschieden, met behulp van de
oliepeilstok.
Controle met de peilstok
2 merktekens op de peilstok:
A = M
A X
B = MIN
Praktische informatie