Page 153 of 232
151
Zekeringen rechter stijl
F Maak het deksel los.
Sluit het deksel na de werkzaamheden
zorgvuldig.Zekeringen
A (Ampère)Functie
54 -Niet gebruikt
55 15Stoelverwarming
56 1512 V-aansluiting achterpassagiers
57 10Aanvullende verwarming onder stoel
58 15Verwarming linker achterruit
59 15Verwarming rechter achterruit
60 -Niet gebruikt
61 -Niet gebruikt
62 -Niet gebruikt
63 10Bediening aanvullende verwarming achterpassagiers
64 -Niet gebruikt
65 30Aanjager aanvullende verwarming achterpassagiers
8
In geval van pech
Page 154 of 232

152
Zekeringen in de
motorruimte
F Ver wijder de schroeven en kantel de zekeringkast omlaag om bij de zekeringen te
komen.
Sluit het deksel na de werkzaamheden
zorgvuldig. Zekeringen
A (Ampère)Functie
1 40Voeding ABS-pomp
2 50Elektronische eenheid voorverwarming dieselbrandstof
3 30Contactslot – Startmotor
4 40Voorverwarming dieselbrandstof
5 20/50Ventilatie interieur met programmeerbare standkachel (+ accu)
6 40/60Motor ventilateurgroep interieur hoge snelheid (+ accu)
7 40/50/60 Motor ventilateurgroep interieur lage snelheid (+ accu)
8 40Motorventilateurgroep interieur (+ sleutel)
9 1512 V-aansluiting achter (+ accu)
10 15Claxon
11 -Niet gebruikt
14 1512
V-aansluiting vóór (+ accu)
15 15Aansteker (+ accu)
16 -Niet gebruikt
17 -Niet gebruikt
18 7, 5Elektronische eenheid motor (+ accu)
19 7, 5Aircocompressor
20 30Pomp ruitensproeiers/koplampsproeiers
21 15Voeding brandstofpomp
22 -Niet gebruikt
23 30ABS-solenoïden
24 7, 5Extra schakelaarpaneel – Bediening en inklappen buitenspiegels (+ sleutel)
30 15Buitenspiegelverwarming
In geval van pech
Page 155 of 232

153
Accu
Accu's bevatten giftige stoffen zoals
zwavelzuur en lood.
Ze moeten worden ver werkt conform de
regelgeving en mogen in geen geval met het
huishoudelijke afval worden weggegooid.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.
Toegang tot de accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor
het starten van de motor met behulp van startkabels
en voor het laden van een lege accu.
12 V-loodaccu
Bescherm uw ogen en gezicht voordat
u handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend uit in
een goed geventileerde ruimte, ver van open
vuur of vonken veroorzakende bronnen, om
elk risico van brand- of explosiegevaar uit te
sluiten.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn. De accu bevindt zich onder vloer linksvoor.
F
D
raai de 6 bevestigingsbouten van de afdekklep
los.
F
T
il de afdekklep op of verwijder deze volledig.F
K
antel de hendel 1
omlaag om de
accupoolklemmen los te maken.
F
V
erwijder de accupoolklemmen 2
van de
minpool (-).
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
contact alvorens de accu los te koppelen.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de accukabels los
te nemen.
Sluit de ruiten en de portieren voordat de
accupoolklemmen worden losgemaakt.
8
In geval van pech
Page 156 of 232

154
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Start de motor nooit door een acculader aan
te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of
h o g e r.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12
V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (audiosysteem,
ruitenwissers, verlichting enz.) van beide auto's
uit.
Zorg er voor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor
(ventilator, aandrijfriemen enz.) bevinden.
Maak de (+) klem niet los bij draaiende motor.
Wacht na het opnieuw aansluiten van de accu en
het aanzetten van het contact 1
minuut voor u
de
auto start, hierdoor kunnen de elektrische systemen
geïnitialiseerd worden. Raadpleeg, wanneer hierna
toch storingen optreden, het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. De pluspool van de accu A
is bereikbaar via een
klepje aan de zijde van de zekeringkast.
Gebruik voor het aansluiten uitsluitend de
hierboven aangegeven en afgebeelde punten.
Anders bestaat het risico van kortsluiting!
F
S
luit de rode kabel eerst aan op de accupool A
en ver volgens op de (+) pool van de hulpaccu B .
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool
van de hulpaccu B .
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of zwarte
kabel aan op het massapunt C van uw auto.
F
S
tel de startmotor in werking en laat de motor
draaien.
F
W
acht tot de motor stationair draait en neem dan
de kabels los.
A. Pluspool van de accu van uw auto B.
Hulpaccu
C. Massapunt van uw auto
Het is raadzaam de minpool (-) van de accu los
te koppelen als uw auto langer dan een maand
buiten gebruik is.
De beschrijving van de laadprocedure van de
accu dient slechts ter informatie.
Nadat de accu langdurig losgekoppeld is geweest,
moeten de volgende functies geïnitialiseerd worden:
-
d
e display-parameters (datum, tijd, taal,
afstands- en temperatuureenheden),
-
radiozenders,
-
c
entrale vergrendeling.
Raadpleeg, als bepaalde instellingen van de auto
zijn gewist, het CITROËN-netwerk om deze opnieuw
in te stellen.
Als uw auto is uitgerust met een tachograaf of een
alarm, adviseren wij u
de minpool van de accu los
te koppelen als u
de auto langer dan 5
dagen niet
gebruikt (de accu bevindt zich links onder de vloer in
het interieur).
In geval van pech
Page 157 of 232

155
Slepen
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuur wiel van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4
wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem- en
stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een
professioneel bergingsbedrijf in:
-
a
ls de auto is gestrand op de autosnelweg
of autoweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten, het stuurslot
te ontgrendelen of de parkeerrem los te
zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op de
grond,
-
bij
het ontbreken van een goedgekeurde
sleepstang.
Laad om explosie- en brandgevaar te
voorkomen de accu alleen op in een goed
geventileerde ruimte en uit de buurt van
vonken of open vuur.
Probeer niet een bevroren accu op te laden:
de accu moet eerst worden ontdooid om
explosiegevaar uit te sluiten. Als de accu
bevroren is geweest, laat deze dan eerst
controleren, voordat u
hem laat opladen door
een specialist. Die controleert of de inwendige
componenten zijn beschadigd en of de
behuizing scheuren vertoont, waardoor giftige
en corrosieve accuzuren zouden kunnen
weglekken.
Laad de accu langzaam met een lage
stroomsterkte op gedurende maximaal 24
uur;
op deze manier wordt voorkomen dat de accu
beschadigd raakt.
Laden met behulp van een
acculader
F Zorg er voor dat de accu, die onder de vloer links voor is gemonteerd, bereikbaar is.
F
M
aak de accukabels los.
F
V
olg de aanwijzingen van de fabrikant van de
acculader.
F
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen met
de (-) kabel.
F
C
ontroleer de staat van de accupolen en de
klemmen. Indien ze bedekt zijn met een (witte of
groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels
los en reinig de polen en de klemmen.
Na het monteren van de accu door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats duurt het even
voordat het Stop & Start-systeem weer zal
werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk
van klimatologische omstandigheden en de
laadtoestand van de accu (kan tot ongeveer
8
uur duren).
Deze sticker hoort bij het Stop & Start-systeem
en geeft aan dat er een speciale 12
V-loodaccu
is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of
vervangen mag worden door een dealer van
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
8
In geval van pech
Page 158 of 232
156
Slepen van uw auto
Het afneembare sleepoog bevindt zich in
de gereedschapskist onder de stoel van de
voorpassagier.
F
M
aak het klepje los met behulp van bijvoorbeeld
een platte schroevendraaier.
Als u
dit niet doet, is het mogelijk dat bepaalde
onderdelen van het remsysteem beschadigd
raken en dat de rembekrachtiger na het starten
niet meer werkt.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
M
aak de goedgekeurde sleepstang vast aan het
afneembare sleepoog.
F
Ze
t de versnellingsbak in de neutraalstand.Slepen van een andere auto
Het vaste sleepoog bevindt zich rechts onder de
b u m p e r.
F
M
aak de goedgekeurde sleepstang vast aan het
vaste sleepoog.
In geval van pech
Page 159 of 232

157
Technische gegevens
motoren en
aanhangergewichten
Motoren
De technische gegevens van de motor van uw
auto staan vermeld op het kentekenbewijs en in de
commerciële documentatie.Het maximumvermogen komt overeen met
de op de testbank gehomologeerde waarde,
onder de omstandigheden die zijn vastgelegd
in de Europese regelgeving (richtlijn
1999/99/EG).
Raadpleeg voor meer informatie een CITROËN-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten een aanhangergewichten van uw auto
staan vermeld op het kentekenbewijs van uw auto en
in de commerciële documentatie.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Raadpleeg voor meer informatie een CITROËN-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats. Het maximaal toegestane treingewicht en de
aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000
meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter
met 10% te worden verminderd.
De maximaal toegestane kogeldruk komt overeen
met het maximale gewicht op de (zonder of met
gereedschap afneembare) trekhaak.
GT W: Maximaal toelaatbaar treingewicht.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de
prestaties van de auto minder worden
om de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur meer dan 37 °C bedraagt,
moet het treingewicht worden verminderd.
De wegligging van een nauwelijks beladen
trekkende auto kan achteruit gaan.
Het trekken van een aanhanger verlengt de
remweg.
Rijd bij het trekken van een aanhanger nooit
sneller dan 100
km/h (houd u aan de ter
plaatse geldende regels). Als de buitentemperatuur hoog is, is het
raadzaam om na het stilzetten van de auto de
motor 1
tot 2 minuten stationair te laten draaien
zodat deze beter kan afkoelen.
9
Technische gegevens
Page 160 of 232
158
Dieselmotoren
Dieselmotoren Euro 6
Motor2,0 BlueHDi 110
2,0 BlueHDi 110 S&S2,0
BlueHDi 130
2,0 BlueHDi 130 S&S2,0
BlueHDi 160
2,0 BlueHDi 160 S&S
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6
versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cm
3) 19 9719 9719 97
Max. vermogen: ECE-norm (kW) 8196120
Brandstof DieselDieselDiesel
Dieselmotoren Euro 4/Euro 5
Motor 2,2 HDi 1102,2 HDi 130
2,2 e- HDi 1302,2
HDi 150
2,2 e- HDi 1503,0
HDi 180
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6
versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cm
3) 219821982198 2999
Max. vermogen: EEC-norm (kW) 819611 0 13 0
Brandstof DieselDieselDiesel Diesel
(Afhankelijk van het verkoopland)
Technische gegevens