Page 17 of 232

15
Te laag
brandstofniveauPermanent, met de
naald in het E-gebied. Een bijna lege brandstoftank.
Wacht niet met tanken.
De actieradius met de resterende hoeveelheid brandstof
is afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg, de
verstreken tijd en het aantal kilometers dat is gereden sinds
het lampje brandt.
Knippert. Er is een storing in het systeem. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor Permanent.
Vanwege de buitentemperatuur is
voorgloeien noodzakelijk. Wacht met starten tot het verklikkerlampje uitgaat.
Mistachterlichten Permanent. De knop MODE op het
bedieningspaneel is ingeschakeld. Handmatig selecteren.
De lampen werken alleen als het dimlicht ingeschakeld is.
Schakel ze bij normaal zicht uit.
Groene verklikkerlampjes Richtingaanwijzer
links Knippert, met
geluidssignaal. Richting aangeven met behulp van
de lichtschakelaar. Beweeg de hendel omlaag.
Richtingaanwijzer
rechts Knippert, met
geluidssignaal. Richting aangeven met behulp van
de lichtschakelaar. Beweeg de hendel omhoog.
Mistlampen vóór Permanent. De knop MODE op het
bedieningspaneel is ingeschakeld. Handmatig selecteren.
De lampen werken alleen als het dimlicht ingeschakeld is.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 232

16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Snelheidsregelaar Permanent. De snelheidsregelaar is
geselecteerd. Handmatig selecteren.
Dimlicht Permanent. Een handmatige selectie. Draai de ring van de lichtschakelaar in de tweede stand.
Blauwe verklikkerlampjes Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u
toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar
dimlicht.
Automatisch
grootlicht Permanent.
Deze functie kan worden
ingeschakeld via het menu "MODE". Het in- en uitschakelen van het grootlicht wordt automatisch
geregeld afhankelijk van de rijomstandigheden en het
verkeer.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de configuratie van de auto
.
Temperatuur/
gladheid Het verklikkerlampje
voor gladheid en de
temperatuur die knippert
in combinatie met een
melding op het display. Weersomstandigheden met kans op
gladheid.
Wees extra waakzaam en rem niet abrupt.
Datum/tijd Instellen van datum
en tijd. Een instelling via het menu "MODE". Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de configuratie van de auto.
Verklikkerlampje op het display
WeergaveSignaleert Acties/Opmerkingen
Instrumentenpaneel
Page 19 of 232

17
OnderhoudssleutelEen sleutel die blijft
branden. Een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Raadpleeg het overzicht van controles in het
onderhoudsschema van de fabrikant en laat vervolgens de
onderhoudsbeurt uitvoeren.
Stop & Star t Permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping
e n z .) . Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u
wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over het Stop & Star t
-systeem.
Schakelindicator Een omhoogwijzende
pijl. Er kan worden opgeschakeld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de schakelindicator.
Snelheidsbegrenzer Permanent. De snelheidsbegrenzer is
ingeschakeld. Handmatig selecteren.
Zie de desbetreffende rubrieken voor meer informatie over
de
snelheidsbegrenzer .
Permanent bij "OFF". De snelheidsbegrenzer is
geselecteerd, maar inactief.
Verklikkerlampje op het display
WeergaveSignaleert Acties/Opmerkingen
Hoogte van de
koplampverstelling Koplampen verstellen.
Stand 0 t /m 3, afhankelijk van de
belading van de auto. Verstel de koplampen met de toetsen van het
bedieningspaneel MODE.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 232

18
Meters
Onderhoudsinformatie
Na het aanzetten van het contact brandt het lampje
(een sleutel die onderhoudsinformatie symboliseert)
gedurende enkele seconden: het display geeft
de afstand tot de volgende onderhoudsbeurt aan
volgens het onderhoudsschema van de fabrikant.
Motorolieniveau
Afhankelijk van de motoruitvoering wordt
vervolgens het motorolieniveau weergegeven in een
schaalverdeling van 1 (min.) tot 5 (max.) segmenten.
Als er geen enkel segment wordt weergegeven, is
het motorolieniveau te laag. Vul in dat geval altijd
motorolie bij om motorschade te voorkomen.
De controle van het motorolieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale
ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten
niet heeft gedraaid. Deze informatie wordt bepaald op basis van de
afgelegde afstand sinds de vorige onderhoudsbeurt. Controleer bij twijfel het motorolieniveau met
de peilstok.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus
.
Motoroliekwaliteit
Dit verklikkerlampje knippert bij het
starten van de motor en er verschijnt,
afhankelijk van de uitvoering, een
melding op het instrumentenpaneel: het
systeem heeft een verslechtering van de
kwaliteit van de motorolie gedetecteerd.
De motorolie moet zo snel mogelijk
worden ververst.
Dit tweede verklikkerlampje gaat
samen met het eerste verklikkerlampje
branden als de olie niet is ver verst en
de kwaliteit van de olie een nieuwe
grenswaarde heeft overschreden. Als
dit verklikkerlampje met regelmatige
inter vallen gaat branden, vul dan zo snel
mogelijk motorolie bij. Voor de 3,0
l HDi-motoren zal het toerental
beperkt worden tot 3000 t /min en ver volgens
tot 1500 t /min zolang de olie niet is ver verst.
Laat de motorolie ver versen om te voorkomen
dat er schade aan de motor ontstaat.
Na enkele seconden schakelt het display weer over
naar de normale weergave.
Resetten van de
onderhoudsinformatie
Raadpleeg het overzicht van de controles in
het onderhoudsschema van de fabrikant dat
u bij de aflevering van de auto is overhandigd.
Het permanent knipperen van het lampje kan worden
uitgeschakeld door een gekwalificeerde werkplaats
door middel van het diagnosegereedschap, na elke
onderhoudsbeurt.
Als u
zelf de onderhoudsbeurt van uw auto hebt
uitgevoerd, moet u de onderhoudsindicator als volgt
resetten:
F
s
teek de sleutel in het contactslot,
F
d
raai deze in de stand MAR
,
F
h
oud gedurende ten minste 15
seconden
gelijktijdig het rempedaal en het gaspedaal
ingetrapt.
Instrumentenpaneel
Page 21 of 232
19
Opvragen van de
onderhoudsinformatie
Druk kort op de toets MODE voor toegang tot de
onderhoudsindicator.
Gebruik de pijltjestoetsen omhoog/omlaag om de
afstand tot de volgende onderhoudsbeurt en het
motoroliegebruik weer te geven.
Door de toets MODE opnieuw in te drukken, keert
u
terug naar de verschillende menu's op het display.
Gebruik deze toets om terug te keren naar de
startpagina. Menu …
Selecteer …Om …
Service Ser vice (km/mijl tot
onderhoudsbeurt)Het nog af te leggen aantal
kilometers/mijlen tot de volgende
onderhoudsbeurt weer te geven.
Olie verversen (km/mijlen tot olie
verversen) Het nog af te leggen aantal
kilometers/mijlen tot de volgende
olieverversing weer te geven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de configuratie van de auto .
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 232

20
Koelvloeistoftemperatuur
Als de wijzer in het rode gebied komt en/of het
lampje gaat branden:
-
s
top onmiddellijk en zet het contact af. De
motor ventilateur kan nog ongeveer 10
minuten
blijven werken.
-
w
acht tot de motor is afgekoeld om het niveau
te controleren en eventueel koelvloeistof bij te
vullen. Volg dit advies op:
Let op: het koelcircuit staat onder druk!
Draai om brandwonden te voorkomen met behulp
van een doek de dop eerst twee omwentelingen los
om de druk te laten dalen.
Controleer, als de druk eenmaal is gedaald, het
niveau en ver wijder de dop om koelvloeistof bij te
vullen.
De naald bevindt zich tussen C (Cold) en H (Hot):
normale werking.
Onder zware gebruiksomstandigheden of bij warm
weer kan de wijzer in de buurt van het rode gebied
komen. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als de wijzer in het
rode gebied blijft staan.
Controleer geregeld het koelvloeistofniveau.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus
.
Brandstofniveaumeter
Het brandstofniveau wordt aangegeven zodra het
contact wordt aangezet.
De wijzer staat op:
-
F
(Full): de brandstoftank is vol.
-
E
(Empty): de reser ve wordt ingeschakeld, het
lampje voor minimumniveau brandt permanent.
Het alarmlampje gaat branden bij een resterende
hoeveelheid van ongeveer:
-
1
0 liter, bij een tank met een inhoud van 60 of
90
liter,
-
1
2 liter, bij een tank met een inhoud van 120 liter.
Optioneel kan de auto worden uitgerust met een
brandstoftank met een andere inhoud:
-
6
0 liter (alle motoren),
-
1
20 liter (behalve Euro 6 -motoren).
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over brandstof .
Instrumentenpaneel
Page 23 of 232

21
Actieradiusindicatoren
AdBlue®
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue®-reservoir
is aangesproken of een storing in het SCR-systeem
is gesignaleerd, verschijnt bij het aanzetten van
het contact een indicator die aangeeft hoeveel
kilometer u
nog ongeveer kunt rijden voordat het
opnieuw starten van de motor automatisch wordt
geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd en het
AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste actieradius
weergegeven.
Niet starten van de motor bij een
te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem
wordt automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op het
instrumentenpaneel. Actieradius tussen 2400
en 600
km
Zodra de grenswaarde van 2400 km
is bereikt, gaat dit verklikkerlampje
branden en wordt tijdelijk de actieradius
weergegeven in kilometres of mijlen
voordat het starten van de motor wordt
geblokkeerd.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, wordt
de waarschuwing weergegeven en klinkt een
geluidssignaal.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel mogelijk
vloeistof bij. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking tot
het bijvullen.
Actieradius kleiner dan 600
km
Zodra de grenswaarde van 600
km
is bereikt, gaat dit verklikkerlampje
branden en wordt de actieradius
weergegeven in kilometres of mijlen
voordat het starten van de motor wordt
geblokkeerd. Elke keer dat het contact wordt aangezet, wordt
de waarschuwing weergegeven en klinkt een
geluidssignaal.
Vul zo snel mogelijk additief bij om te voorkomen dat
het reser voir helemaal leeg raakt en de motor niet
meer gestart kan worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking tot
het bijvullen.
Storing in verband met een te laag AdBlue
®-
niveau
Actieradius bereikt van 0
km: het AdBlue
®-
reservoir is leeg: het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem voorkomt dat de motor
opnieuw wordt gestart.
Als er geen AdBlue
® wordt bijgevuld in het specifieke
reser voir, kan de motor niet meer worden gestart.
Om de motor te kunnen starten, moet het
reser voir met minimaal 4
liter AdBlue
® worden
gevuld: neem contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats of
vul zelf het reser voir bij.
De waarschuwing wordt herhaald, waarbij de
actieradius wordt bijgewerkt bij elke afgelegde
50
km.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 232

22
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking tot
het bijvullen.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Detectie
Het verklikkerlampje Zelfdiagnose motor
gaat branden.
Elke keer dat het contact wordt
aangezet, klinkt een geluidssignaal en
wordt een melding weergegeven om aan
te geven dat er sprake is van een storing
in het emissieregelsysteem.
Als het een tijdelijke storing betreft, verdwijnt de
waarschuwing zodra de uitstoot van schadelijke
stoffen weer aan de normen voldoet.
Als echter 50
km (30 mijl) zijn afgelegd met
permanent brandend verklikkerlampje, wordt
de storing bevestigd.
Als na deze bevestiging meer dan 400
km
(250
mijl) zijn afgelegd, wordt automatisch de
startblokkering van de motor geactiveerd.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bevestigde storing
Naast de hierboven vermelde waarschuwingen
wordt de toegestane actieradius in kilometers
(mijlen) weergegeven op het instrumentenpaneel.
De waarschuwing wordt elke 30
seconden herhaald,
waarbij de actieradius wordt bijgewerkt.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
De kans bestaat dat de motor niet meer kan worden
gestart.
Starten geblokkeerd na 400 km
( 250 mijl)
Bij elke startpoging wordt de
waarschuwing geactiveerd en wordt
de melding "Starten geblokkeerd"
weergegeven.
Neem verplicht contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
Configuratie van de auto
Via het bedieningspaneel
MODE
Via dit bedieningspaneel hebt u toegang tot de
m enu's waarin u de persoonlijke instellingen van de
uitrusting van de auto kunt wijzigen.
Instrumentenpaneel