Page 193 of 232

7
USB-aansluiting
AUX-aansluiting
Deze aansluiting op de middenconsole is
uitsluitend bestemd voor de voeding en het opladen
van een aangesloten extern apparaat.
Sluit een extern apparaat (MP3 -speler enz.) met
een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de Jack-
aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat af
(hoog geluidsniveau). Stel ver volgens het volume
van de autoradio af.
De bediening gebeurt via het externe apparaat. De functies van het op de AUX-aansluiting
aangesloten apparaat moeten via het apparaat
worden bediend: het is dus niet mogelijk om met de
toetsen op het bedieningspaneel van de auto of met
de stuurkolomschakelaars een ander nummer, een
andere map of een andere playlist te selecteren, of
het afspelen te starten, te stoppen of te onderbreken.
Laat na het loskoppelen de kabel van het externe
apparaat niet aangesloten op de AUX-aansluiting
om te voorkomen dat er ruis via de luidsprekers
hoorbaar is.Selecteren van de geluidsbron
Druk op "
MEDIA ".
Selecteer het tabblad " Bron" om de
carrousel van geluidsbronnen weer te
geven.
Selecteer de geluidsbron.
Gebruik de afspeelinstellingen op het scherm.
Druk op de toets " Willekeurig" en/of op de toets
" Herhalen " om deze opties te activeren. Druk er
nogmaals op om de opties te deactiveren.
Informatie en tips
De autoradio speelt bestanden met de extensie
".wav", ".wma" en ".mp3" met een bitrate van 32 kbps
tot 320
kbps af.
Ook audiobestanden met de extensie ".aac", ".m4a",
".m4b" en ".mp4" kunnen worden afgespeeld met
bemonsteringsfrequenties (sampling rates) tussen
8
en 96 KHz.
Playlists van het type ".m3u" en ".pls" kunnen ook
worden afgespeeld.
Het systeem is niet geschikt voor apparatuur met
een capaciteit van meer dan 64
GB.
Geadviseerd wordt om voor bestandsnamen
maximaal 20
karakters te gebruiken zonder speciale
tekens (bijv.: " ", ?,;, ù), om problemen met het
afspelen of de weergave te voorkomen.
Het systeem is geschikt voor externe
USB-geluidsdragers en voor apparatuur
van BlackBerry
® en Apple® die op de USB-
aansluitingen kunnen worden aangesloten. De
kabel is niet meegeleverd.
De apparatuur kan worden bediend via het
audiosysteem van de auto.
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet
door het systeem wordt herkend, moet met een
kabel (niet meegeleverd) met Jack-plug op de
AUX-aansluiting worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend USB-sticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 194 of 232

8
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
Als tegelijkertijd twee identieke apparaten zijn
aangesloten (twee USB-sticks of twee Apple
®-
spelers), werkt het systeem niet. Het is wel
mogelijk om tegelijkertijd een USB-stick en een
Apple
®-speler aan te sluiten.
Gebruik voor een correcte werking de originele
USB-kabels van Apple
®.
Bluetooth® streaming audio
Streaming audio biedt de mogelijkheid om
muziekbestanden op een smartphone via de audio-
installatie in de auto af te spelen.
Activeer de Bluetooth
®-functie van het externe
apparaat.
Druk op "MEDIA".
Druk op de toets " Source" als een
medium actief is.
Selecteer de mediabron " Bluetooth
®"
en druk ver volgens op de toets
" Apparaat toevoegen ". Als er nog geen enkel extern apparaat met het
systeem is gekoppeld, wordt een speciale pagina op
het scherm weergegeven.
Selecteer "Ja" om de koppelprocedure te starten en
de naam van het systeem op het externe apparaat
te zoeken.
Selecteer de naam van het externe apparaat. Voer
wanneer het audiosysteem daarom vraagt de op het
scherm van het systeem weergegeven pincode in of
bevestig de op het externe apparaat weergegeven
pincode.
Tijdens het koppelen wordt een pagina op het
scherm weergegeven met de voortgangsstatus.
Als de koppeling mislukt, moet u
de Bluetooth
®-
functie van het externe apparaat uitschakelen en
vervolgens weer inschakelen.
Als de koppelprocedure succesvol is voltooid, wordt
een schermpagina weergegeven:
-
a
ls u "Ja" antwoordt, wordt het Bluetooth
®-audio-
apparaat geregistreerd als favoriet (het apparaat
is prioritair boven andere apparaten die later
worden gekoppeld).
-
a
ls u "Nee" antwoordt, is de volgorde van
verbinding bepalend voor de prioriteit. Het meest
recent verbonden apparaat heeft dan de hoogste
prioriteit. Bij bepaalde Bluetooth
®-apparaten is het niet
mogelijk bij alle aanwezige categorieën van het
systeem door muziekstukken en informatie op
de telefoon te scrollen.
Apple®-speler aansluiten
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de
auto. Sluit een Apple
®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-
aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 195 of 232

9
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
genres/nummers/playlists/audioboeken/
podcasts).
De standaardindeling is de indeling per artiest.
Om dit te veranderen moet u terug naar het
eerste niveau in de structuur om ver volgens
een andere indeling te selecteren (bijvoorbeeld
playlists). Bevestig uw keuze voordat u
in de
structuur weer afdaalt naar de gewenste track.
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
®-speler.
Navigatie
Druk op N AV in het midden of onderaan
het scherm om de instellingen en
navigatiemenu's weer te geven:
Ga naar …
Selecteer "Ga naar" om de bestemming op een
andere manier in te stellen dan via het invoeren van
een adres.
Kaart weergeven
De kaart met de route weergeven om zo een beeld
te krijgen van de route door over de kaart te scrollen. Een route plannen
Het navigatiesysteem gebruiken om vooraf een route
te plannen door het vertrekpunt en de bestemming
te selecteren.
Diensten
De verkeersinformatie gebruiken om vertragingen
door de verkeerssituatie zo veel mogelijk te
voorkomen.
Instellingen
Het uiterlijk en de werking van het navigatiesysteem
wijzigen.
De meeste parameters van het systeem zijn
toegankelijk door in het hoofdmenu op "Parameters"
te drukken.
Hulp
Toegang tot de informatie over de Assistance-
diensten en andere gespecialiseerde diensten.
Afsluiten
De instellingen bevestigen.
Limiet
Snelheidslimiet (indien bekend).
Om het verschil te zien tussen de gewenste
aankomsttijd en de geschatte aankomsttijd.
Schakelen tussen 3D- en 2D-kaarten.
Ga naar …, Kaar t weergeven, Een route plannen,
Diensten, Instellingen, Help, Afsluiten.
Als het navigatiesysteem voor de eerste keer
opstart, worden de "Rijmodus" en uitgebreide
informatie over de huidige locatie weergegeven.
Meer informatie
Het overzicht van de route geeft een globaal
beeld van de route, informatie over de resterende
afstand tot de bestemming en een schatting van de
resterende reistijd.
Met RDS/ TMC-gegevens kan het overzicht van de
route ook informatie geven over vertragingen op de
route.
Route wijzigen
Het navigatiesysteem helpt u
uw bestemming zo
snel mogelijk te bereiken door een alternatieve route
(indien beschikbaar) weer te geven.
Afsluiten
De instellingen bevestigen.
Instructies
Navigatie-aanwijzingen voor het ver volg van de
route en afstand tot de volgende aanwijzing. Als de
volgende aanwijzing op minder dan 150 meter van
de eerste aanwijzing wordt gegeven, wordt deze
aanwijzing direct weergegeven in de plaats van de
afstand.
Raak dit gedeelte van de statusbalk aan om de
laatste gesproken aanwijzing nogmaals te horen. Raak het midden van het scherm aan om het
hoofdmenu te openen.
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 196 of 232

10
Kaartupdate
Ga als volgt te werk om een kaart bij te werken:
- G arantie bijwerken van kaart: als een
nieuwe kaart beschikbaar wordt gesteld
binnen 90
dagen van het eerste gebruik
van het systeem, dan kunt u
deze kaart
eenmaal gratis downloaden.
-
K
aart bijwerken: u kunt een nieuwe versie
van de kaart aanschaffen in uw systeem.
Volg deze vier stappen om een bijgewerkte kaart in
uw systeem te installeren:
-
B
ereid een USB-apparaat voor.
-
Installeer To mTo m H O M E en maak een
M yTo mTo m account aan.
-
D
ownload de kaart.
-
I
nstalleer de nieuwe kaart. Gebruik een USB-apparaat en geen externe
geluidsdragers (telefoon of mediaspeler).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
Een USB-apparaat voorbereiden
Het USB-apparaat moet worden voorbereid
bij een draaiende motor en een stilstaande
auto.
U moet beschikken over een USB-apparaat dat
voldoet aan de onderstaande voor waarden voor het
bijwerken van de kaart:
-
H
et USB-apparaat moet leeg zijn.
-
H
et USB-apparaat heeft 16 Gb beschikbare
ruimte.
-
G
ebruik uitsluitend USB-apparaten met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
-
V
ergrendel het USB-apparaat niet en controleer
of dit bestanden kan opslaan.
Ga als volgt te werk om het USB-apparaat voor te
bereiden:
F
Z
org er voor dat de kaart die u wilt bijwerken
actief is in uw navigatiesysteem.
Als het navigatiesysteem beschikt over
verschillende kaarten en u
een kaart wilt
bijwerken die op dit moment niet is geactiveerd,
activeer deze dan.
F
Sel
ecteer " Kaart wijzigen " in het menu
" Instellingen " van de navigatie-applicatie.
F
Sel
ecteer " Navigatie-updates " in het menu
" Instellingen ".
F
U d
ient aan te geven of u een USB-apparaat wilt
voorbereiden voor het downloaden van updates. Het systeem begint met het voorbereiden van het
USB-apparaat.
-
A
ls het systeem blijft vragen om het
plaatsen van een USB-apparaat, zorg
dan dat het USB-apparaat voldoet aan de
bovenstaande voorwaarden en probeer het
opnieuw.
-
A
ls u
verschillende USB-apparaten
aansluit, vraagt het systeem de apparaten
te ver wijderen, zodat alleen het voor te
bereiden apparaat is verbonden.
-
A
ls er onvoldoende ruimte op het USB-
apparaat aanwezig is, vraagt het systeem
een ander USB-apparaat te gebruiken.
-
A
ls u een USB-apparaat aansluit dat reeds
bestanden bevat, waarschuwt het systeem
dat deze bestanden wellicht worden gewist.
Het volgende bericht verschijnt wanneer het USB-
apparaat gereed is:
" Navigatie-updates "
Het USB-apparaat is nu voorbereid en
u kunt dit veilig verwijderen. F
Sel
ecteer "
Ja".
F
P
laats het USB-apparaat in de USB-aansluiting
in de centrale opslagruimte die is bedoeld
voor het overbrengen van gegevens.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 197 of 232

11
F Ver wijder het USB-apparaat. U kunt nu de nieuwe kaart downloaden naar het USB-
apparaat.
Installeren van TomTom HOME
Ga als volgt te werk om "TomTom HOME" te
installeren en een "MyTomTom" account aan te
maken.
F
D
ownload en installeer de To mTo m H O M E
applicatie op uw computer met behulp van deze
link:
tomtom.com/getstarted.
F
S
electeer en download To mTo m H O M E en volg
de instructies op het scherm.
Geef de voorkeur aan een veilig WiFi-netwerk
en niet aan een 3G/4G -netwerk voor het
downloaden van de applicatie naar uw computer.
F Sluit het USB-apparaat aan op uw computer; "TomTom HOME" wordt automatisch gestart.
F
Sel
ecteer " Verbinden " in de rechter bovenhoek
v a n " To mTo m H O M E ".
F
Sel
ecteer " Een account aanmaken " en voer
ver volgens uw gegevens in om een "MyTomTom"
account aan te maken.
U dient te beschikken over een "MyTomTom"
account voor het ontvangen van kaartupdates. Nadat het account is aangemaakt, dient u
aan
te geven of u het systeem wilt koppelen aan
uw account. Het voorbereide USB-apparaat
vertegenwoordigt uw systeem.
F
Sel
ecteer "
Apparaat koppelen " en vervolgens
" Afsluiten ".
U kunt nu een nieuwe kaart downloaden naar het
USB-apparaat.
Een kaart downloaden
Sluit het USB-apparaat aan op uw computer.
Een kaar t selecteren om te downloaden
-
O
m te controleren of u gratis een kaart
kunt downloaden met behulp van de
garantie bijwerken van kaart selecteert u
" Gereedschappen " en ver volgens "Garantie
bijwerken van kaart " in "TomTom HOME".
-
Sel
ecteer " Kaarten aanschaffen " i n " To mTo m
HOME" om een kaart-update aan te schaffen.
-
A
ls u reeds een update heeft aangeschaft,
selecteert u " Mijn apparaat bijwerken " in
To mTo m H O M E .
Een kaar t downloaden
Als een kaartupdate beschikbaar is voor uw
systeem, wordt dit weergegeven als Update
beschikbaar. Er wordt geen update ver werkt als uw systeem
reeds over de meeste recente kaart beschikt.
F
S
electeer de kaart die u wilt downloaden
en selecteer vervolgens " Bijwerken en
installeren "; de kaart wordt gedownload en
geïnstalleerd op uw USB-apparaat.
F
Sel
ecteer "
Afsluiten " nadat de procedure is
voltooid.De kaart installeren
De nieuwe kaar t moet worden gedownload
bij een draaiende motor en een stilstaande
auto.
U kunt de kaart op uw systeem installeren nadat
u
deze heeft gedownload naar uw USB-apparaat.
F
P
laats het USB-apparaat met de nieuwe
kaart in de USB-aansluiting in de centrale
opslagruimte die is bedoeld voor het
overbrengen van gegevens naar het systeem.
Het systeem registreert een nieuwe kaart op het
USB-apparaat. Er kan tevens een update aanwezig
zijn voor de navigatie-software indien deze nodig is
voor de nieuwe kaart.
F
U d
ient aan te geven of u het systeem wilt
bijwerken.
F
Sel
ecteer " Start".
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 198 of 232

12
Als het USB-apparaat nieuwe software bevat,
begint het systeem met bijwerken van de navigatie-
software. Het systeem moet opnieuw worden gestart
nadat de software is bijgewerkt.
F
Sel
ecteer " OK".
Voordat het systeem begint met bijwerken van de
kaart, wordt meegedeeld dat het minimaal dertig
minuten duurt om de kaart te installeren.
Ver wijder het USB-apparaat niet en schakel
het systeem niet uit voordat het bijwerken is
voltooid. Het systeem kan niet worden gebruikt
voordat het bijwerken is voltooid. Start de
systeem-update opnieuw als het bijwerken
wordt onderbroken.
Het volgende bericht verschijnt wanneer de kaart is
bijgewerkt:
" Update beëindigd "
U kunt nu het USB-apparaat veilig ver wijderen.
Problemen oplossen U d ient het USB-apparaat wellicht opnieuw voor
te bereiden.
-
D
e versie van de kaart op het USB-apparaat is
hetzelfde of ouder dan de versie in het systeem.
Download in een dergelijk geval de kaart
opnieuw naar het USB-apparaat met behulp van
" To mTo m H O M E ".
U dient het USB-apparaat wellicht opnieuw voor
te bereiden.
Telefoon
Druk op " TELEFOON " om de
telefoonmenu's weer te geven:
Recente oproepen
-
A
lle oproepen, In, Uit, Verloren
De contacten van de lijst van recente oproepen
weergeven en bellen. Instellingen
-
A
angesloten tel., Apparaat toevoegen, Audio
aansluiten
Koppel maximaal tien telefoons/audio-apparaten
voor het vereenvoudigen en versnellen van
toegang en verbinding.
Overbrengen
-
O
verbrengen\
Oproepen overbrengen van het systeem naar de
mobiele telefoon en omgekeerd.
-
G
edempt
Schakelt de systeemmicrofoon uit voor
privégesprekken.
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
Het koppelen van de Bluetooth®-telefoon
aan de handsfree set van uw autoradio mag
om veiligheidsredenen en vanwege het feit
dat deze handeling de volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat en bij
aangezet contact.
De volgende problemen kunnen zich voordoen
tijdens een update:
-
D
e kaart op het USB-apparaat is ongeldig.
Download in een dergelijk geval de kaart
opnieuw naar het USB-apparaat met behulp van
" To mTo m H O M E ". -
M
obiele telefoon
De contacten in het telefoonboek van de mobiele
telefoon weergeven en bellen.
-
D
ruk op de toets 5
of 6
om door namen in het
telefoonboek te scrollen.
-
D
irect naar de gewenste letter in de lijst gaan.
Het systeemgeheugen bevat vooraf ingestelde
tekstberichten die kunnen worden verstuurd als
antwoord op een ontvangen bericht of als een nieuw
bericht. Wanneer een tekstbericht is ontvangen (afhankelijk
van het telefoonmodel), kan het systeem tevens het
betreffende bericht versturen.
Bel het telefoonnummer met behulp van het virtuele
toetsenbord op het scherm.
F
K
lik op "
Sluiten ".
De nieuwe kaart is nu beschikbaar in het
systeem.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 199 of 232

13
Druk op "PHONE".
Als er nog geen enkele mobiele telefoon
in het systeem is geregistreerd, wordt
een speciale pagina weergegeven op
het scherm.
Selecteer "Ja" om de registratieprocedure te starten
en zoek ver volgens de naam van het systeem op de
mobiele telefoon (als u "Nee" selecteert, wordt de
primaire schermpagina Telefoon weergegeven).
Selecteer de naam van het systeem en voer
ver volgens, afhankelijk van de telefoon, via het
toetsenbord van uw telefoon de op het scherm van
het systeem weergegeven pincode in of bevestig op
de mobiele telefoon de weergegeven pincode.
Tijdens de registratie wordt een schermpagina
weergegeven waarop de voortgang van de
bewerking kan worden bekeken.
Als de procedure is mislukt, deactiveer
dan de Bluetooth-functie van uw
telefoon en activeer de functie
vervolgens opnieuw. Als de registratieprocedure succesvol
is afgesloten, wordt een schermpagina
weergegeven:
-
b
eantwoord de vraag met "Ja": de
mobiele telefoon is nu geregistreerd
als favoriet (de mobiele telefoon is
dan prioritair boven andere, later
geregistreerde telefoons).
-
a
ls er geen ander apparaat is
gekoppeld, beschouwt het systeem
het eerste gekoppelde apparaat als
favoriet.
Bij telefoons die niet zijn geregistreerd als
favoriet, is de prioriteit van de een boven
de ander afhankelijk van de volgorde van
verbinding: de laatste met het systeem
verbonden telefoon heeft de hoogste prioriteit.
De beschikbaarheid van de diensten is afhankelijk
van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit
van de gebruikte Bluetooth
®-apparaten. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem
contact op met uw provider voor meer informatie
over de beschikbare functies. Om het profiel voor het automatisch verbinden te
wijzigen selecteert u
in de lijst de telefoon. Selecteer
vervolgens de gewenste parameter.
Het systeem is compatibel met de volgende
profielen: HFP, OPP, PBAP, A 2DP, AVRCP, MAP.
Automatisch opnieuw verbinden
Bij het aanzetten van het contact wordt de telefoon
die bij het afzetten van het contact met het systeem
was verbonden automatisch opnieuw verbonden.
Voorwaarde is dat deze verbindingswijze tijdens
de koppelingsprocedure is geactiveerd (zie vorige
pagina's).
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en
zorg er voor dat deze "zichtbaar is voor iedereen"
(configuratie van de telefoon).
Als u
terugkomt in de auto, wordt de laatste met
het systeem verbonden telefoon automatisch weer
verbonden binnen 30
seconden na het aanzetten
van het contact (Bluetooth
® geactiveerd). De verbinding wordt bevestigd door de weergave
van een melding en de naam van de telefoon.
Beheer van
telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een apparaat
met het systeem worden verbonden of de
verbinding worden verbroken, en kan een
koppeling ongedaan worden gemaakt.
Druk op " Instellingen ".
Selecteer " Telefoon/Bluetooth
®" en selecteer
vervolgens de telefoon in de lijst van gekoppelde
apparaten.
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 200 of 232

14
Selecteer "Verbinden " of "Verbinding verbreken ",
" Apparaat verwijderen " of "Apparaat toevoegen ",
" Opslaan onder favorieten ", " Tekstberichten
Aan ", "Downloaden " in de lijst van opties.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en wordt er
e en pop-upvenster op het scherm geopend.
Druk kort op deze stuur wieltoets om het
gesprek aan te nemen.
of
Druk op de toets " Aannemen" die op het scherm
wordt weergegeven.
Wanneer u
een telefoongesprek voert ter wijl
een ander gesprek in de wacht staat, kunt
u
overschakelen van het ene naar het andere
gesprek met de toets " Schak. tussen gesprekken "
of kunt u
beide gesprekken samenvoegen in een
"conference call" met de toets " Co nf e r.".
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuur wieltoets om een
gesprek te weigeren.
of
Druk op de toets " Negeren" die op het scherm wordt
weergegeven.
Bellen
Bellen van een nieuw nummer
Gebruik de telefoon liever niet onder het
rijden. Stop op een veilige plaats of gebruik bij
voorkeur de stuurwieltoetsen.
Druk op "PHONE".
Druk op de toets Toetsenbord.
Toets het telefoonnummer in op het toetsenbord
en druk ver volgens op de toets " Bellen" om het
nummer te bellen.
Bellen van een contact
Druk op " PHONE".
Druk op de toets " Telefoonboek" of op
de toets " Recente oproepen ".
Selecteer het contact in de weergegeven lijst om het
desbetreffende nummer te bellen.
Gegevens auto
Druk op " MEER" om menu's met
informatie over de auto weer te geven:
Buitentemperatuur
Weergeven van de buitentemperatuur.
Klokje
Weergeven van het klokje.
Kompas
Weergeven van de rijrichting.
Traject
-
D
irecte info., Traject A, Traject B .
Weergeven van de boordcomputer.
Druk lang op de toets "Traject A" of "Traject B"
om de gegevens van het desbetreffende traject
te resetten.
Configuratie
Druk op deze knop om het menu
Instellingen weer te geven:
Weergeven
-
L
ichtsterkte
De lichtsterkte van het scherm instellen.
-
W
eergavemodus .
De weergavemodus instellen.
-
Ta
a l .
De gewenste taal selecteren.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen