Page 57 of 232
55
Gekoeld dashboardkastje
Het gekoelde dashboardkastje bevindt zich boven in
het dashboard, aan de passagierszijde.
De lucht die de aanjager in het dashboardkastje
verspreidt, is dezelfde als de lucht uit de
ventilatieroosters in het interieur.
USB-aansluiting
12 V-aansluitingHet aansluiten van elektrische apparatuur die
niet door CITROËN is goedgekeurd, zoals
een lader met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een slechte
radio-ontvangst of storingen in de weergave
van de displays.
Aansteker
Deze aansluiting is uitsluitend bestemd voor
de voeding en het opladen van de aangesloten
draagbare apparatuur.
Maximaal vermogen: 180 W. F
D
ruk de aansteker in en wacht tot deze
uitspringt.
3
Ergonomie en comfort
Page 58 of 232

56
Uitneembare asbak
F Open de asbak, trek hem omhoog en leeg hem in een vuilnisbak.
Opbergvak boven de
voorruit
Dit opbergvak bevindt zich boven de zonnekleppen.
Maximale belasting: ongeveer 20 kg.
Leeslampjes
De bestuurder kan met behulp van
de bediening aan de onderzijde
aan de bestuurderszijde van
het dashboard het lampje aan
passagierszijde in-/uitschakelen.
De leeslampjes kunnen met een schakelaar worden
in- en uitgeschakeld.
Met de schakelaar aan bestuurderszijde kunnen
beide leeslampjes gelijktijdig worden bediend.
Met de schakelaar aan passagierszijde kunnen de
leeslampjes aan bestuurders- en passagierszijde
afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld.
Interieurverlichting
Deze kan worden ingeschakeld:
-
m et de schakelaars op de plafonnier, bij
aangezet contact (stand MAR ),
-
d
oor het openen of sluiten van de voorportieren,
-
do
or het vergrendelen/ontgrendelen van de auto.
De plafonnier gaat automatisch uit:
-
a
ls zowel de rechter als de linker schakelaar niet
is ingedrukt,
-
i
n alle gevallen na 15 minuten, als de deuren
geopend blijven,
-
o
f zodra het contact is aangezet.
Ergonomie en comfort
Page 59 of 232

57
Voorzieningen achter
Sjorogen
Om veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de zwaarste lading zo dicht mogelijk
bij de cabine te plaatsen.
Steun voor sjorrail
Aan weerszijden van de laadruimte bevinden zich
boven de bekleding steunen voor de bevestiging van
een sjorrail.
Maximale belasting: 200 kg.
Zijbekleding
De wanden van de laadruimte zijn aan de onderzijde
bekleed om beschadiging door lading te voorkomen.
De vloer van de laadruimte is voorzien van sjorogen
om de lading veilig vast te zetten: 8
stuks bij auto's
met lengte L1
of L2; 10
stuks bij auto's met lengte
L3
of L4.
Twee extra sjorogen zijn op de scheidingswand
achter de cabine gemonteerd.
Maximale belasting: 500
kg.
12 V-aansluiting
Het aansluiten van elektrische apparatuur die
niet door CITROËN is goedgekeurd, zoals
een lader met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een slechte
radio-ontvangst of storingen in de weergave
van de displays.
Maximaal vermogen: 180
W.
3
Ergonomie en comfort
Page 60 of 232

58
Aansteker
F Druk de aansteker in en wacht tot deze uitspringt.
Plafonniers Leeslampjes
Deze bevinden zich boven elke rij
stoelen.
Binnenimperiaal
Deze opbergruimte bevindt zich in de laadruimte,
boven de cabine. De inhoud is afhankelijk van de
hoogte van de bestelwagen (uitvoering H2
of H3).
Berg om veiligheidsredenen geen zware
voor werpen op in de opbergruimte boven de
cabine.
SchotUw auto kan (afhankelijk van de uitvoering)
uitgerust zijn met één of twee plafonnier(s) boven de
achterdeuren en schuifdeuren.
De plafonniers kunnen worden ingeschakeld door:
-
d
e plafonnier naar links of rechts te kantelen,
-
de
achterdeuren of schuifdeuren te openen of te
sluiten.
Als de deuren geopend blijven, dooft de verlichting
automatisch na enkele minuten. Het schot achter de voorstoelen beschermt de
bestuurder en voorpassagiers tegen schuivende
lading.
Verticale laddervormige
afscheiding
Afhankelijk van het land van bestemming bevindt
zich achter de bestuurdersstoel een verticale
laddervormige afscheiding die de bestuurder
beschermt tegen schuivende lading.
Ergonomie en comfort
Page 61 of 232

59
Scheidingswand met
schuifraam
Afhankelijk van het land van bestemming wordt
de cabine van de laadruimte geïsoleerd door een
scheidingswand met schuifraam.
U hebt wel de mogelijkheid om het schuifraam in de
scheidingswand te openen of te sluiten met behulp
van de knop.
Zaklamp
Ver wijder de zaklamp uit de houder door op de knop
te drukken en de lamp 90 graden omlaag te draaien.
Schuif de schakelaar naar voren om de lamp te laten
branden.
Verwijder de beschermkap op de zaklamp om de
vier batterijen (NiMH-type) te vervangen.
Steek de zaklamp om deze in de bagageruimte terug
te plaatsen in de uitsparingen van de houder en
draai de zaklamp omhoog.
De magnetische zaklamp bevindt zich ter hoogte
van de achterste plafonnier (afhankelijk van de
uitvoering).
In het midden van de houder van de zaklamp bevindt
zich een lamp. Bij stilstaande auto, ongeacht of de sleutel zich
in het contactslot bevindt, houden het opladen
en branden van de zaklamp na ongeveer
15
minuten op.
Tijdens het rijden worden de batterijen van de
zaklamp automatisch opgeladen.
Zijschuifruiten
Tijdens het rijden moet de ruit zijn gesloten of
in een van de tussenstanden zijn gezet.
Laat geen lange voor werpen via de ruiten naar
buiten steken.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto kunnen de
zijruiten van zitrij 2
worden geopend.
F
K
nijp de 2 knoppen in en schuif de ruit open.
3
Ergonomie en comfort
Page 62 of 232
60
Voorzieningen aan de
buitenzijde
Antisteenslagrooster
Afhankelijk van het land van bestemming is
aan de binnenzijde van de voorbumper een
antisteenslagrooster bevestigd, waarmee de
componenten in de motorruimte worden beschermd
tegen steenslag.
Beschermingen voor zeer
lage temperaturen
Afhankelijk van het land van bestemming zijn
afdichtingen van schuimmateriaal aangebracht
waarmee het bovenste gedeelte van de motorruimte
wordt geïsoleerd en beschermd tegen kou en sneeuw.
Inklapbare treeplank
Ze zijn tegen de koplampen aan op de traverse aan
de bovenzijde van de radiateur bevestigd.
Schuif ze in de richting van de buitenzijde van de
auto om ze te ver wijderen.Om het achterin in- en uitstappen te
vergemakkelijken kan uw auto worden voorzien van
een treeplank die naar buiten komt bij het openen
van de schuifdeur.
Ergonomie en comfort
Page 63 of 232

61
Lichtschakelaar
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een
laagje condens aan de binnenzijde van de
koplampen en de achterlichten vormen; dit
verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van
de koplampen.
Reizen naar het buitenland
Wanneer u
uw auto gaat gebruiken in een land
waarin het verkeer aan de andere kant van de
weg rijdt, moet de afstelling van de koplampen
worden gewijzigd om te voorkomen dat
tegemoetkomend verkeer wordt verblind.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Selecteren van de stand
van de hoofdverlichting
Lichten uit (afgezet contact)/
Dagrijverlichting (draaiende motor).
Dimlicht/grootlicht.
Grootlichtassistent.
Koplampen overschakelen
(dimlicht/grootlicht)
F Trek de lichtschakelaar naar u toe om over te
schakelen van dim- naar grootlicht en terug.
Om een lichtsignaal te geven, trekt u
de
lichtschakelaar naar u
toe, ongeacht de stand van
de ring.
Richtingaanwijzers
F Draai aan de ring om het witte merkteken tegenover het symbool te zetten. F
L
inks: duw de hendel omlaag, voorbij het zware
punt.
F
R
echts: duw de hendel omhoog, voorbij het
zware punt.
Functie " snelweg"
F Beweeg de schakelaar kort omhoog of omlaag,
zonder hem door de weerstand te drukken. De
desbetreffende richtingaanwijzers zullen vijf keer
knipperen.
Mistlampen
De mistlampen (afhankelijk van de uitvoering)
werken als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld.
Met deze schakelaar kunt u de verlichting voor en
achter selecteren en bedienen.
4
Verlichting en zicht
Page 64 of 232

62
Mistlampen vóór
Mistachterlichten
F
D
ruk op één van deze schakelaars om de
gewenste verlichting in te schakelen.
De mistlampen mogen uitsluitend worden
gebruikt bij dichte mist of zware sneeuwval.
Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag
als 's nachts, is het mistachterlicht verblindend
voor medeweggebruikers en daarom niet
toegestaan.
Vergeet niet de mistlampen uit te schakelen
zodra ze niet meer nodig zijn.
LED-dagrijverlichting
Als de motor wordt gestart, wordt de dagrijverlichting
automatisch ingeschakeld.
Zodra de parkeerlichten of het dim- of grootlicht
handmatig of automatisch wordt ingeschakeld, gaat
de dagrijverlichting uit.
Instellen
Voor landen waar het voeren van verlichting overdag
niet wettelijk verplicht is, kunt u de functie in- of
uitschakelen via het configuratiemenu.
Automatisch inschakelen
van de verlichting
De automatische verlichting (afhankelijk van de
uitvoering) zorgt er bij een geringe lichtsterkte van
de omgeving voor dat automatisch het dimlicht wordt
ingeschakeld.
Bij mist of sneeuw kan de lichtsensor ten
onrechte voldoende licht waarnemen; de
verlichting wordt dan niet automatisch
ingeschakeld. Schakel het dimlicht indien nodig
zelf in.
De verlichting wordt automatisch uitgeschakeld
als de lichtsterkte van de omgeving weer
voldoende is.
Dek de lichtsensor in het midden van de
voorruit niet af.
Activering
F Draai de ring in de afgebeelde stand.
Als het contact wordt afgezet, wordt de verlichting
automatisch uitgeschakeld.
Follow me home-
verlichting
De functie "follow me home" (afhankelijk van de
uitvoering) zorgt er voor dat, als u de auto verlaat, de
dimlichten nog gedurende de ingestelde tijd blijven
branden (bijvoorbeeld op een parkeerterrein).
Contact afgezet of contact
in de stand STOP
F Zet binnen 2 minuten na het afzetten van de
motor het contact in de stand STOP of ver wijder
de sleutel uit het contact.
F
T
rek de lichtschakelaar naar het stuur wiel toe.
Op het instrumentenpaneel gaat dit
verklikkerlampje branden.
Telkens als u
de lichtschakelaar naar het stuur wiel
toe trekt, wordt de duur van de follow-me-home
verlichting met 30
seconden verlengd. De maximale
duur bedraagt ongeveer 3
minuten. Zodra de
U kunt zelf de gevoeligheid van de lichtsensor
instellen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de configuratie van de
auto
.
Verlichting en zicht