Page 145 of 232

143
Bij stalen velgen :
Bij lichtmetalen velgen :
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
identificatiemarkeringen, met name de
bandenspanningssticker.
F
H
aak de houder I aan het buitenste gedeelte.
F
D
raai de handgreep H vast om de houder vast te
zetten op de stalen velg.
F
P
laats de steun J op de houder I.
F
D
raai de handgreep H vast.
F
D
raai de drie bevestigingsbouten K van de
houder I op de lichtmetalen velg. F
M
onteer het verlengstuk A, de wielsleutel D en
de staaf B op de bevestigingsbout.
F
D
raai het geheel rechtsom om de kabel volledig
op te rollen en het wiel tegen de bodem van de
auto vast te zetten.
F
C
ontroleer of het wiel horizontaal tegen de
bodem van de auto aanligt en of de uitsparing
van het liersysteem zichtbaar is.
F
B
erg het gereedschap en de wieldop (afhankelijk
van de uitvoering) op.Een lamp vervangen
De koplampunits zijn voorzien van glas van
polycarbonaat met een speciale vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met een
droge of schurende doek en gebruik
geen oplosmiddelen ,
F
g
ebruik een spons met zeepwater of een
pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een hogedrukreiniger
hardnekkig vuil probeert te verwijderen,
houd de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten en de
randen ervan gericht, om beschadiging
van de vernislaag en de afdichtrubbers te
voorkomen.
Bij het ver vangen van lampen moet het contact
en de verlichting minstens enkele minuten
zijn uitgeschakeld – om brandwonden te
voorkomen!
F
R
aak de lamp niet met de vingers aan,
maar gebruik een niet-pluizende doek.
Het is van belang dat u
uitsluitend lampen
van het type anti-ultraviolet (UV) toepast om
beschadiging van de koplamp te voorkomen.
Ver vang een kapotte lamp altijd door een
nieuwe lamp met dezelfde specificaties.
8
In geval van pech
Page 146 of 232
144
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een
laagje condens aan de binnenzijde van de
koplampen en de achterlichten vormen; dit
verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van
de koplampen.
Typen lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen lampen.
Ver wijder ze als volgt:
Ty p e A
Ty p e B
Glassokkellamp: de lamp is gemonteerd met een
drukbevestiging. Trek de lamp daarom voorzichtig
los.
Ty p e C
Ty p e D
Lamp met bajonetsluiting: druk de lamp iets in en
draai deze linksom. Cilindrische gloeilamp: druk de contacten uit elkaar.
Halogeenlamp: duw de borgveer open en ver wijder
de lamp uit de lamphouder.
Verlichting vóór
1.
Grootlicht.
2. Dimlicht.
3. Richtingaanwijzers.
4. Parkeerlichten/dagrijverlichting
In geval van pech
Page 147 of 232

145
Indien nodig kunt u de koplampunit verwijderen:
F V erwijder, afhankelijk van het verkoopland, het
schuimmateriaal dat als bescherming dient
tegen extreme kou door het zijwaarts naar de
buitenzijde te schuiven.
F
N
eem de stekker los door de borgring te
verwijderen.
F
V
erwijder de twee bevestigingsbouten van de
koplampunit.
F
B
eweeg de koplampunit naar het midden van de
auto en haal de unit uit de geleiders. Let bij de
linker koplampunit op de motorkapsteun.
Grootlicht
Ty p e D , H7-55 W
F V er wijder het deksel door aan de rubber lip te
trekken.
F
N
eem de stekker los.
F
D
ruk op de centrale haak en duw de borgveer
open.
F
V
er vang de lamp en let erop dat het metalen
gedeelte goed aansluit op de groef van de
lampunit.
Dimlicht
Ty p e D , H7-55 W
F V er wijder het deksel door aan de rubber lip te
trekken.
F
N
eem de stekker los.
F
D
ruk op de centrale haak en duw de borgveer
open.
F
V
er vang de lamp en let erop dat het metalen
gedeelte goed aansluit op de groeven van de
lampunit.
Richtingaanwijzers
Ty p e A , W Y21W – 21W
F V er wijder het deksel door aan de rubber lip te
trekken.
F
D
raai de lamphouder een kwartslag linksom.
F
V
ervang de gloeilamp.
F
O
pen de motorkap en plaats de motorkapsteun.
F
S
teek uw hand achter de koplampunit om bij de
lampen te komen. Ty p e A
, W21/5W – 21 W en 5 W
F
V
er wijder het deksel door aan de rubber lip te
trekken.
F
D
raai de lamphouder een kwartslag linksom.
F
V
ervang de gloeilamp.
Parkeerlichten/dagrijverlichting
LED-dagrijverlichting
Deze LED's (Light-Emitting Diodes) verzorgen zowel
de functie dagrijverlichting als de functie parkeerlicht.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk als uw auto is
voorzien van dagrijverlichting met LED's.
8
In geval van pech
Page 148 of 232
146
Zijknipperlichten
Ty p e A , W16WF – 16W
F
B
eweeg het spiegelglas van de buitenspiegel
opzij om bij de bouten te komen.
F
V
erwijder de twee bevestigingsbouten.
F
T
rek de lamphouder los uit de borgnokjes.
F
V
erwijder de lamp en vervang hem.
Mistlampen
Ty p e D , H11 - 5 5 W
F D raai het wiel volledig naar binnen.
Wacht na het uitschakelen van de verlichting
enkele minuten alvorens een halogeenlamp te
vervangen (om brandwonden te voorkomen).
Raak de lamp niet met de hand aan, maar
gebruik een droge, pluisvrije doek.
Controleer na het vervangen of de verlichting
goed werkt.
F
V
er wijder de bout in de wielkuip.
F
V
erwijder de afdekplaat. F
V
erwijder de bevestigingsklem en neem de
stekker los.
F
D
raai de lamphouder en verwijder hem.
F
V
er vang de lamp en let erop dat het metalen
gedeelte goed aansluit op de groeven van de
lampunit.
In geval van pech
Page 149 of 232
147
Ty p e C, 12 V10W – 10W
Parkeerlichten zijkant
Ty p e A, W5W – 5W
Plafonniers
F Afhankelijk vna de uitvoering (lengte L4):
verwijder de twee bevestigingsbouten.
F
T
rek de lamphouder los uit de borgnokjes.
F
V
erwijder de lamp en vervang hem. Voor/Achter
F D ruk de plafonnier op de door de pijl
aangegeven punten los en verwijder hem.
F
O
pen het beschermplaatje.
F
D
ruk de twee contacten uit elkaar en ver vang de
lamp.
F
C
ontroleer of de nieuwe lamp goed tussen de
contacten vastzit.
F
S
luit het beschermplaatje.
F
B
reng de plafonnier aan en controleer of hij goed
vastzit.
Achterlichten
1. Remlichten
Ty p e B , P21W – 21W
2. Remlichten/parkeerlichten
Ty p e B , P21/5W – 21W en 5W
3. Richtingaanwijzers
Ty p e B , PY21W – 21W
4. Achteruitrijlichten
Ty p e A , W16W – 16W
5. Mistlamp
Ty p e A , W16W – 16W
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de typen lampen .
8
In geval van pech
Page 150 of 232

148
Kentekenplaatverlichting
Ty p e C , C5W – 5W
F
D
ruk het lampglas op het door de pijl
aangegeven punt los en verwijder het.
F
D
ruk de twee contacten uit elkaar en ver wijder
de defecte lamp.
F
C
ontroleer na het ver vangen van de lamp of de
nieuwe lamp goed tussen de contacten vastzit.
F
B
reng het lampglas aan en druk het vast.
F
K
ijk welke lamp defect is en open ver volgens de
achterdeuren.
F
V
oer voor het monteren van een gloeilamp
deze handelingen in omgekeerde volgorde
uit.
F
V
erwijder de desbetreffende afdekklep door
de zeven bevestigingsbouten los te draaien
(bestelwagen)
of
F
V
erwijder de desbetreffende afdekklep door de
klep met de handgreep los te trekken (combi).
F
N
eem de stekker los door op de centrale lip te
drukken.
F
V
erwijder de twee bevestigingsmoeren van de
lampunit.
F
T
rek aan de buitenzijde de lampunit los. F
V
erwijder de zes bevestigingsbouten van de
lamphouder.
F
M
aak de drie klemmen los en haal de
lamphouder uit de behuizing.
F
V
ervang de gloeilamp.
In geval van pech
Page 151 of 232

149
Derde remlicht
Ty p e A , W5W – 5W (x 4)
F
V
erwijder de twee bevestigingsbouten van de
lampunit.
F Trek de lampunit naar u toe om hem te ver wijderen.
F Druk de twee borglippen naar binnen en
verwijder de lamphouder.
F
T
rek aan de defecte lamp om hem te
verwijderen.
F
V
ervang de gloeilamp.
Een zekering vervangen
De drie zekeringkasten bevinden zich links in het
dashboard, in de rechter stijl en in de motorruimte.
In de tabellen staan alleen de nummers van de
zekeringen vermeld die de gebruiker kan vervangen.
Raadpleeg voor alle andere werkzaamheden
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Informatie voor professionele reparateurs:
raadpleeg het schema van de "Methoden"
voor uitgebreide informatie over de zekeringen
en relais. Dit schema kunt u
opvragen bij het
CITROËN-netwerk.
Een zekering vervangen
CITROËN is niet aansprakelijk voor kosten die
voortvloeien uit storingen veroorzaakt door
het monteren van extra accessoires die door
CITROËN noch aanbevolen noch geleverd
worden en die bovendien niet volgens haar
specificaties zijn gemonteerd. Dit geldt met
name als het gezamenlijke stroomverbruik van
de extra accessoires meer dan 10
milliampère
bedraagt. Goed
Defect
Voordat u een zekering ver vangt, dient u eerst de
oorzaak van de storing op te sporen en te (laten)
verhelpen. De nummers van de zekeringen zijn
aangegeven op de zekeringkast.
Ver vang een defecte zekering altijd door een
zekering met dezelfde stroomsterkte.
8
In geval van pech
Page 152 of 232

150
Zekeringen dashboard
(links)
F Ver wijder de schroeven en kantel de zekeringkast omlaag om bij de zekeringen te
komen. Zekering
A (Ampère) Functie
12 7, 5Dimlicht rechts
13 7, 5Dimlicht links
31 5Relais elektronische eenheid motorruimte – Relais elektronische eenheid
dashboard (+ sleutel)
32 7, 5Interieurverlichting (+ accu)
33 7, 5Sensor accucontrole Stop & Start-uitvoering (+ accu)
34 7, 5Interieurverlichting Minibus – Alarmknipperlichten
36 10Autoradio – Bediening airconditioning – Inbraakalarm – Tachograaf –
Elektronische eenheid stroomonderbreker – Programmeereenheid
standkachel (+ accu)
37 7, 5Remlichtschakelaar – Derde remlicht – Instrumentenpaneel (+ sleutel)
38 20Centrale portiervergrendeling (+ accu)
42 5Elektronische eenheid en sensor ABS – Sensor ASR – Sensor DSC –
Remlichtschakelaar
43 20Motor ruitenwissers vóór (+ sleutel)
47 20Motor ruitbediening bestuurderszijde
48 20Motor ruitbediening passagierszijde
49 5Elektronische eenheid parkeerhulp – Autoradio – Bediening aan de
stuurkolom – Schakelaarpanelen (centraal en aan de zijkant) – Extra
schakelaarpaneel – Elektronische eenheid stroomonderbreker (+ sleutel)
50 7, 5Elektronische eenheid airbags en gordelspanners
51 5Tachograaf – Elektronische eenheid stuurbekrachtiging –
Airconditioning – Achteruitrijlichten – Sensor water in brandstoffilter –
Luchthoeveelheidsmeter (+ sleutel)
53 7, 5Instrumentenpaneel (+ accu)
89 -Niet gebruikt
90 7, 5Grootlicht links
91 7, 5Grootlicht rechts
92 7, 5Mistlamp links
93 7, 5Mistlamp rechts
In geval van pech