Page 49 of 380

openen/sluiten ruit, handmatige
elektrische werking alleen tijdens het
sluiten van de ruit.
Ruit openen
Druk op de toetsen om de gewenste ruit
te openen.
Wanneer een van de openingstoetsen op
de voor- of achterportieren kort wordt
ingedrukt, beweegt de ruit in "stappen";
als de knop ingedrukt wordt gehouden,
wordt de "continue automatische"
werking geactiveerd.
Als er opnieuw op de toets wordt gedrukt,
stopt de ruit in de gewenste stand.
Ruit sluiten
Trek de knoppen omhoog om de
gewenste ruit te sluiten.
Bij het sluiten van de ruit wordt dezelfde
werkingslogica als bij het openen
gebruikt, alleen voor de ruiten van het
voorportier.
De achterruiten kunnen alleen "in
stappen" gesloten worden.
Knelbeveiliging ruit voorportier
(waar aanwezig)
Dit veiligheidssysteem kan de
aanwezigheid van een obstakel tijdens
het sluiten van de ruit herkennen. Als dat
gebeurt, wordt de beweging van de ruitdoor het systeem gestopt en over enkele
centimeters omgekeerd, afhankelijk van
de stand.
De knelbeveiliging is zowel tijdens de
handmatige als de automatische
bediening van de ruit actief.
Initialisatie elektrische ruitbediening
Als de stroomtoevoer is onderbroken,
moet de elektrische ruitbediening
opnieuw worden geïnitialiseerd.
De hieronder beschreven
initialisatieprocedure moet met gesloten
portieren en voor elk portier uitgevoerd
worden:
sluit de ruit volledig om de
handmatige bediening te initialiseren;
houd, nadat de ruit de bovenste
eindaanslag heeft bereikt, de
"omhoog"-toets minstens 3 seconden
ingedrukt.
BELANGRIJK
22)Oneigenlijk gebruik van de elektrische
ruitbediening kan gevaarlijk zijn.
Controleer voor en tijdens het bedienen
van de ruit altijd of de passagiers niet
kunnen worden verwond door de
bewegende ruit of door voorwerpen die
door de ruit worden meegesleept of
geraakt. Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig (voorzien van
mechanische sleutel met
afstandsbediening) wordt verlaten om te
voorkomen dat onverwachtse bediening
van de elektrische ruitbediening gevaar
oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
47
Page 50 of 380

ELEKTRISCH SCHUIFDAK
23)11)
Het elektrische schuifdak bestaat uit
twee glazen panelen (het voorste is
beweegbaar en het achterste is een vast
paneel) het is voorzien van een elektrisch
bediend zonnescherm.
Bij sommige versies kan het voorpaneel
elektrisch bediend worden.
Het schuifdak en het zonnescherm
kunnen alleen bediend worden als de
contactsleutel in de stand MAR staat.
BEDIENINGSKNOPPEN
Knop Afig. 40: druk op de knop op het
voorste glazen paneel voor een volledige
opening. Trek aan de knop: het
voorpaneel wordt volledig gesloten. Druk
nogmaals op de knop A tijdens de
automatische opening of sluiting om de
beweging van het zonnescherm te
stoppen.
Knop Bfig. 40: Druk kort op knop B om
het zonnescherm in stappen te openen.
Met een langere druk op de knop wordt
de “continue automatische” opening
geactiveerd. Door kort aan de knop B te
trekken wordt het zonnescherm kort
gesloten. Door lang aan de knop tetrekken wordt de “continue
automatische” sluiting geactiveerd.
Knop Cfig. 40: houd de knop ingedrukt
om het dak in de "spoiler"-stand te zetten
(scharnieropening). Dit type
scharnieropening kan geactiveerd worden
ongeacht de stand van het schuifdak.
Tijdens de opening van de spoiler kan het
sluiten van het dak gestopt worden door
knop C in te drukken. Druk op knop C
met een volledig gesloten dak om het dak
in de scharnierstand te zetten. Als het
dak gepositioneerd is tussen de volledig
open stand en de scharnierstand, druk
dan op knop C om het dak handmatig te
sluiten.KNELBEVEILIGING
Het schuifdak en het elektrische
zonnescherm zijn uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het sluiten van
het dak een eventueel obstakel kan
herkennen; wanneer dit gebeurt, grijpt
het systeem in en wordt de beweging
onmiddellijk omgedraaid.
NOODBEDIENING
Als de bedieningstoetsen niet werken,
kunnen het zonnescherm en het
schuifdak handmatig bediend worden
zoals hieronder is beschreven:
Bediening zonnescherm: verwijder
beschermdop A fig. 41 die op de
40J0A0224C
48
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 51 of 380

binnenbekleding zit;Bediening schuifdak: verwijder
beschermdop B die op de
binnenbekleding zit;
neem de bijgeleverde sleutel C uit de
bagageruimte;
steek sleutel C in zitting A (voor
bediening van het zonenscherm) of B
(voor bediening van het schuifdak) en
draai hem naar rechts om het dak (of het
zonnescherm) te openen of naar links om
het dak (of het zonnescherm) te sluiten.
INITIALISATIEPROCEDURE
Bij een storing van de automatische
beweging bij het openen/sluiten of een
noodsituatie (zie beschrijving in de vorige
paragraaf), moet de automatische
bediening van het schuifdak opnieuw
worden geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
breng het dak naar de volledig
gesloten stand;
draai de contactsleutel naar STOP en
houdt hem daar gedurende 10 seconden;
draai de contactsleutel naar MAR;druk op knop A: fig. 40 in de
"dichtgaande" stand;
houd de knop minstens 10 seconden
ingedrukt, daarna zou het mechanisch
stoppen van de motor van het dak
hoorbaar moeten zijn;
druk knop A in de "gesloten" stand
nogmaals binnen 5 seconden in;
houd knop A ingedrukt: in deze stand
zal het dak automatisch een cyclus
openen en sluiten uitvoeren. Als dat niet
zo is, de handelingen vanaf het begin
herhalen;
houd knop A ingedrukt tot het dak
helemaal gesloten is: de
initialisatieprocedure is afgerond.
BELANGRIJK
23)Bij het verlaten van het voertuig
(uitgerust met mechanische sleutel met
afstandsbediening), altijd de sleutel uit
het contactslot halen om te voorkomen dat
onbedoelde bediening van het schuifdak
gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers. Oneigenlijk gebruik van het
schuifdak kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen altijd of
iemand kan worden verwond door het
bewegende schuifdak of door voorwerpen
die door het mechanisme worden
meegesleept of geraakt.
BELANGRIJK
11)Open het schuifdak niet als er een
imperiaal gemonteerd is. Open het
schuifdak niet als er sneeuw of ijs op ligt:
risico op beschadiging.
41J0A00390C
49
Page 52 of 380

MySky SCHUIFDAK
12)
Het dak heeft twee panelen, een voor- en
een achterpaneel, die apart of samen,
naar eigen voorkeur, verwijderd kunnen
worden. Voor- en achterpaneel worden
onderscheiden door een speciaal symbool
aan de onderkant van de panelen zelf.
BELANGRIJK De panelen zijn bestand
tegen elke hoeveelheid sneeuw die
erop terecht zou kunnen komen. Het
wordt echter geadviseerd overmatige
hoeveelheden sneeuw te verwijderen.
ELEKTRISCHE BEDIENING
VOORPANEEL
Bij sommige versies kan het voorpaneel
elektrisch bediend worden.
Dit werkt alleen met de contactsleutel in
de stand MAR. Het paneel kan naar
voren/achteren verplaatst worden en
geopend worden in scharnierstand.De knoppen om het voorpaneel te
bedienen bevinden zich op de sierlijst
naast de voorste plafondverlichting
fig. 42:
Knop A: het voorpaneel openen/sluiten
tot het einde van zijn slag. Druk op knop
A om het voorste glazen paneel volledig
te openen. Trek aan de knop: het
voorpaneel wordt volledig gesloten.
Knop B: knop voor het openen in
scharnierstand van het voorpaneel. Knop
B indrukken en weer loslaten om het dak
in "scharnierstand" te zetten. Deze
openingswijze kan alleen worden
geactiveerd bij een volledig gesloten dak.
Knop B wordt uitgeschakeld als het
paneel volledig of gedeeltelijk geopend
is. Tijdens de scharnieropening kan het
sluiten van het dak gestopt worden door
knop B in te drukken.
Knelbeveiliging
Het voorpaneel is uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het openen en
sluiten van het paneel een eventueel
obstakel kan herkennen. Wanneer dit
gebeurt, stopt het systeem de beweging
42J0A0225C
50
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 53 of 380
van het paneel en keert de beweging
onmiddellijk om.
PANELEN VERWIJDEREN
BELANGRIJK Verwijder de panelen
uitsluitend wanneer het voertuig
stilstaat. Het achterpaneel kan alleen
verwijderd worden als het voorpaneel
volledig gesloten of verwijderd is.
Ga als volgt te werk om de panelen te
verwijderen:
ga te werk vanuit het interieur, zet de
sleutel A fig. 43 in de zitting B fig. 44,
draai de sleutel en blijf draaien tot het
symbool, zodat het portierslot
ontgrendeld wordt; trek tegelijkertijd
hendel C (op hetzelfde paneel) helemaal
tot de eindaanslag;verwijder het paneel (voor of achter) of
beide panelen, neem vervolgens het
windschot (uit de opbergtas voor
dakpanelen) en bevestig het in de
betreffende behuizingen in het voertuig
(zie fig. 45 en fig. 46 );
plaats het paneel (of beide panelen) in
de daarvoor bedoelde koffer (zie volgende
pagina's) en berg deze op in de
bagageruimte.
43J0A0272C
44J0A0271C45J0A0552C
46J0A0551C
51
Page 54 of 380

OPBERGKOFFER VOOR PANELEN
Na het verwijderen van de dakpanelen
moeten deze in de daarvoor bedoelde
koffer in de bagageruimte worden
opgeborgen. Het wordt geadviseerd deze
handeling vanaf de buitenkant van het
voertuig uit te voeren.
Ga als volgt te werk:
open de tas, verwijder schot A
fig. 47 en til de bevestigingen B op;
leg de panelen erin, zorg ervoor dat de
handgrepen tegen over elkaar liggen (zie
fig. 48 ), leg vervolgens het schot goed in
zijn zitting;
sluit de tas weer, leg hem correct in de
bagageruimte en zet hem stevig vast aan
de bevestigingshaken op de dwarsligger
van de bagageruimte (zie fig. 49 ).
BELANGRIJK Leg geen gelijkmatig
verdeelde ladingen op de tas als deze
zwaarder zijn dan 10 kg.
NOODBEDIENING
Als de bedieningsknoppen niet werken,
kan het schuifdak handmatig bediend
worden zoals hieronder is beschreven:
verwijder beschermdop A fig. 50 op
de binnenbekleding;
steek de bijgeleverde sleutel B in de
zitting A en draai hem rechtsom om het
dak te openen of linksom om het te
sluiten.
47J0A0630C
48J0A0490C
49J0A0417C
50J0A0080C
52
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 55 of 380

INITIALISATIEPROCEDURE
Bij een storing van de automatische
beweging bij het openen/sluiten of een
noodsituatie (zie beschrijving in de vorige
paragraaf), moet de automatische
bediening van het schuifdak opnieuw
worden geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
breng het dak naar de volledig
gesloten stand;
zet de startinrichting in STOP en
houdt hem daar gedurende 10 seconden;
zet de startinrichting naar MAR;druk de knop A fig. 42 in de
“gesloten” stand;
houd de knop minstens 10 seconden
ingedrukt, daarna zou het mechanisch
stoppen van de motor van het dak
hoorbaar moeten zijn;
druk binnen 5 seconden de knop A
opnieuw in de “gesloten” stand;
houd knop A ingedrukt: in deze stand
zal het dak automatisch een cyclus
openen en sluiten uitvoeren. Als dat niet
zo is, de handelingen vanaf het begin
herhalen;
houd knop A ingedrukt tot het dak
helemaal gesloten is: de
initialisatieprocedure is afgerond.
BELANGRIJK
12)Open het schuifdak niet als er een
imperiaal gemonteerd is. Open het
schuifdak niet als er sneeuw of ijs op ligt:
risico op beschadiging.
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:trek hendel A fig. 51 in de richting
van de pijl;
verplaats hendel B fig. 52, in de
richting van de pijl en til de motorkap op;
51J0A0364C
53
Page 56 of 380
maak de steunstang C fig. 53 los uit
klem D, en zet het uiteinde ervan in de
zitting E op de motorkap.
24) 25)
SLUITEN
Ga als volgt te werk:houd de motorkap met één hand
omhoog, verwijder met de andere hand
de stang uit de zitting E en zet hem terug
in klem D;
laat de motorkap tot op ongeveer
40 cm van de motorruimte zakken en
laat hem dan vallen. Controleer of de
motorkap volledig gesloten is en niet
alleen met de beveiliging is vergrendeld
door te proberen hem op te tillen. Als de
motorkap niet perfect gesloten is,
probeer dan niet erop te drukken maar
open hem opnieuw en herhaal de
handeling.
26) 27)
BELANGRIJK Controleer altijd of de
motorkap goed vergrendeld is om te
voorkomen dat deze tijdens het rijden
open gaat. Aangezien de motorkap
voorzien is van een dubbel
vergrendelingssysteem, aan elke kant
een, moet gecontroleerd worden of hij
aan beide kanten gesloten is.
52J0A0069C
53J0A0070C
54
WEGWIJS IN UW AUTO