Page 137 of 380
In de volgende tabel is, in overeenstemming met de Europese regelgeving ECE 129, de mogelijkheid voor montage van
i-Size-kinderzitjes aangegeven.
i-Size PLAATSEN IN HET VOERTUIG
Kinderzitje VoorpassagierPassagiers achterin
aan de zijkantenPassagier achterin in
het midden
i-Size kinderzitjesISO/R2 X i-U X
ISO/F2 X i-U X
i-U: geschikt voor Universele i-Size-kinderzitjes, zowel gemonteerd tegen de rijrichting in als in de rijrichting.
X: stoel niet geschikt voor Universele i-Size-kinderzitjes.
135
Page 138 of 380
KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR FCA VOOR UW RENEGADE
Lineaccessori MOPAR
®omvat een volledige reeks kinderzitjes die bevestigd moeten worden met de driepuntsveiligheidsgordel of de
ISOFIX-beugels.
Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Installatie kinderzitjes
Groep 0+: van
pasgeboren tot
13 kg
Britax Baby Safe plus
Goedkeuringsnummer:
E1 04301146
Jeep bestelcode: 71806415
Universeel ISOFIX kinderzitje.
Het zitje moet tegen de rijrichting in
gemonteerd worden, met behulp van
alleen de veiligheidsgordels, of de
speciale ISOFIX-basis (die apart kan
worden aangeschaft) en de
ISOFIXbevestigingspunten in het
voertuig.
Dit moet gemonteerd worden op de
buitenste achterste stoelen.
Britax Baby Safe ISOFIX base
Jeep bestelcode: 71806416
136
VEILIGHEID
Page 139 of 380

Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Installatie kinderzitjes
Groep 1: van 9 tot
18 kg
Fair G0/1S
Nummer typegoedkeuring:
E4 04443718
Jeep bestelcode: 71807388
Universeel ISOFIX kinderzitje.
Dit mag zowel in de rijrichting als
tegen de rijrichting in gemonteerd
worden met behulp van alleen de
veiligheidsgordels van het voertuig of
de Isofix-bevestigingspunten.
FCA adviseert montage met het
ISOFIX platform (RWF speciaal "N"
type - dat apart aangeschaft moet
worden) voor montage tegen de
rijrichting in of het Isofix platform
(FWF speciaal "A" type - dat apart
aangeschaft moet worden) voor
montage in de rijrichting, de starre
hoofdsteun (die apart aangeschaft
moet worden) en de
Isofixbevestigingspunten in het
voertuig.
Dit moet gemonteerd worden op de
buitenste achterste stoelen.. ++
Fair ISOFIX RWF platform, type
"N" voor G 0/1S
Jeep bestelcode: 71807417
of
Fair ISOFIX RWF platform, type
"A" voor G 0/1S
Jeep bestelcode: 71805364
++
FAIR hoofdsteun
Jeep bestelcode: 71807387
137
Page 140 of 380
Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Installatie kinderzitjes
Groep 1: van 9 tot
18 kg
Britax Safefix TT
Goedkeuringsnummer:
E1 04301199
Jeep bestelcode: 71805956Dit moet gemonteerd worden in de
rijrichting, met behulp van ISOFIX
beugels en de bovenste gordel, die
bij het kinderzitje geleverd wordt.
Dit moet gemonteerd worden op de
buitenste achterste stoelen.
Britax Roemer Duo Plus
Typegoedkeuringsnummer: E1
04301133
Jeep bestelcode: 71803161Dit moet gemonteerd worden in de
rijrichting, met behulp van ISOFIX
beugels en de bovenste gordel, die
bij het kinderzitje geleverd wordt.
Dit moet gemonteerd worden op de
buitenste achterste stoelen.
138
VEILIGHEID
Page 141 of 380
Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Installatie kinderzitjes
Groep 2: van
15 kg tot 36 kgFair Junior Fix
Nummer typegoedkeuring:
E4 04443721
Jeep bestelcode: 71806570Het kan alleen in de rijrichting
gemonteerd worden, met behulp van
de driepuntsveiligheidsgordel en de
ISOFIX-bevestigingen, indien
aanwezig in de gekozen positie
BELANGRIJK Jeep adviseert het kinderzitje te monteren volgens de aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
139
Page 142 of 380

Belangrijke aanbevelingen voor het veilig
vervoeren van kinderen
Monteer de kinderzitjes op de
achterbank, omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming biedt.
Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes die tegen de rijrichting in
gemonteerd zijn, tot ze 3-4 jaar zijn.
Indien een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje op de voorstoel is
gemonteerd, aan passagierszijde, dan
wordt geadviseerd de hoofdsteun te
verwijderen (zie de procedure beschreven
in de paragraaf "Hoofdsteun", hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig"). De
hoofdsteun moet weer goed op zijn plaats
gezet worden als er geen kinderzitje
gemonteerd is.
Als de passagiersairbag buiten werking
is gesteld, controleer dan of het speciale
lampje op het paneel op het dashboard
brandt om er zeker van te zijn dat deze
airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld.
Volg de aanwijzingen die de producent
bij het kinderzitje geleverd heeft
zorgvuldig op. Bewaar deze aanwijzingen
samen met de overige documenten en dit
instructieboek in het voertuig. Gebruik
geen gebruikte kinderzitjes waarvan de
gebruiksaanwijzingen ontbreken.
Elk kinderzitje is bedoeld voor slechts
één kind: vervoer nooit twee kinderen in
één zitje.
Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door eraan te trekken.
Controleer tijdens het rijden of het
kind geen verkeerde houding aanneemt
of de gordels losmaakt.
Laat een kind nooit de het diagonale
gordelgedeelte onder zijn arm of achter
zijn rug omleggen.
Vervoer kinderen nooit op schoot, ook
geen pasgeborenen. Niemand is in staat
om een kind vast te houden bij een
ongeval.
Na een ongeval moet het kinderzitje
door een nieuw exemplaar worden
vervangen.
BELANGRIJK
88)ZEER GEVAARLIJK Plaats NOOIT een
kinderzitje tegen de rijrichting in op de
passagiersstoel van auto's met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe
klein ook, kan de airbag ernstig letsel en
zelfs de dood van het kind tot gevolg
hebben. Het is raadzaam kinderen altijd in
kinderzitjes op de achterbank te
vervoeren: bij een ongeval biedt de
achterbank de meeste bescherming.89)Op de zonneklep is een etiket met
symbolen aangebracht dat eraan herinnert
dat de airbag verplicht uitgeschakeld moet
worden als een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje op de voorstoel
wordt gemonteerd. Neem altijd de
aanwijzingen op de zonneklep aan
passagierszijde in acht (zie de paragraaf
"Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) -
Airbag").
90)Mocht het toch nodig zijn om een kind
in een tegen de rijrichting in gemonteerd
kinderzitje op de passagiersstoel voor te
vervoeren, dan moeten de frontairbag en
zijairbag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld via het hoofdmenu van het
display (zie de aanwijzingen in de
paragraaf ‘Display’, in het hoofdstuk
‘Kennismaking met het
instrumentenpaneel’), de uitschakeling
moet geverifieerd worden door te
controleren of de ledOFF op het
dashboard brandt. Bovendien moet de
passagiersstoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voorkomen
dat het kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard.
91)Verplaats de voorste passagiersstoel of
de achterbank niet als er een kind op zit
of als het kind in een geschikt kinderzitje
zit.
140
VEILIGHEID
Page 143 of 380

92)Onjuiste montage van het kinderzitje
kan ertoe leiden dat het
beschermingssysteem inefficiënt wordt.
Bij een ongeval kan het kinderzitje
loskomen en kan het kind zelfs dodelijk
gewond raken. Houd u, bij het monteren
van kinderzitjes voor pasgeborenen of
kinderen, strikt aan de aanwijzingen van
de Fabrikant.
93)Wanneer het kinderzitje niet in gebruik
is, zet het dan vast met de
veiligheidsgordel of met de
ISOFIX-bevestigingen, of verwijder het uit
het voertuig. Laat het kinderzitje niet los
in het interieur liggen. Zo kan het in geval
van abrupt remmen of een ongeval geen
letsel bij de inzittenden veroorzaken.
94)Verplaats de stoel niet als er een
kinderzitje is geplaatst: verwijder altijd
eerst het kinderzitje alvorens de stoel
anders in te stellen.
95)Zorg er altijd voor dat het
borstgedeelte van de veiligheidsgordel niet
onder de armen door of achter de rug van
het kind langs loopt. Bij een ongeval zal
de veiligheidsgordel het kind niet vast
kunnen houden, met het risico van zelfs
dodelijk letsel. Daarom moet het kind de
veiligheidsgordel altijd correct omleggen.96)Gebruik één onderste
verankeringspunt niet voor de installatie
van meer dan één kinderzitje.
97)Als een universeel ISOFIX-kinderzitje
niet aan alle drie de verankeringspunten is
vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind
niet goed kunnen beschermen. In geval
van een aanrijding zou het kind ernstig
gewond kunnen raken of zelfs kunnen
overlijden.
98)Monteer het kinderzitje alleen bij
stilstaande auto. Het kinderzitje is op de
juiste wijze aan de beugels bevestigd als
de vergrendeling hoorbaar vastklikt. De
instructies voor montage, demontage en
plaatsing moeten in elk geval worden
opgevolgd. De fabrikant van het
kinderzitje is verplicht deze instructies bij
het kinderzitje te leveren.
99)Als het voertuig bij een ongeluk van
een zekere ernst betrokken is geweest,
moeten de ISOFIX verankeringen en het
kinderzitje vervangen worden.
100)Als het voertuig bij een ongeluk van
een zekere ernst betrokken is geweest,
moeten het kinderzitje en de
veiligheidsgordel waarmee deze vastzat,
vervangen worden.AANVULLEND
VEILIGHEIDSSYSTEEM
(SRS) - AIRBAGS
Het voertuig is voorzien van:frontairbag bestuurderszijde;frontairbag passagierszijde;airbags aan passagiers- en
bestuurderszijde ter bescherming van
bekken, borst en schouders (zijairbags);
zijairbags die het hoofd van de
inzittenden voor- en achterin beschermen
(hoofdairbags).
FRONTAIRBAGS
De frontairbags voor bestuurder/passagier
en de knie-airbag voor de bestuurder
(indien aanwezig) beschermen de
inzittenden op de voorstoelen in geval
van middelzware/zware frontale
botsingen, door de airbag tussen de
inzittende en het stuurwiel of het
dashboard op te blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen bij
andere soorten botsingen (botsingen
opzij, achterop, over de kop slaan enz.),
wijst dit niet op een storing van het
systeem.
De frontairbags voor bestuurder en
passagier zijn geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling
hierop. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de
141
Page 144 of 380

wet voorgeschreven is in alle Europese
landen en de meeste landen daarbuiten.
Bij een botsing worden degenen die geen
veiligheidsgordel dragen naar voren
geworpen en kunnen ze zo in contact
komen met een airbag die nog wordt
opgeblazen. Onder deze omstandigheden
wordt de inzittende minder door de
airbag beschermd.
De frontairbags kunnen niet worden
geactiveerd in het geval van een frontale
botsing tegen sterk vervormbare
voorwerpen waarbij de voorkant van de
auto niet betrokken is (bijv. flankbotsing
tegen de vangrail) of indien de auto
onder een andere auto of
veiligheidsbarrières schuift (bijv. onder
een vrachtwagen of de vangrails).
Als de airbags onder de hierboven
beschreven omstandigheden niet
opgeblazen worden, dan bieden ze geen
aanvullende bescherming ten opzichte
van de veiligheidsgordels, zodat hun
activering geen zin heeft. In deze
gevallen wijst de uitgebleven activering
dus niet op een storing van het systeem.
Frontairbag bestuurderszijde
101) 102)
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in het midden van het stuurwiel is
geplaatst fig. 95.
BELANGRIJK Maak voor de reiniging
van de afdekking van de airbag op het
stuurwiel geen gebruik van bijzonder
agressieve producten.
Frontairbag passagierszijde
103)
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in dashboard fig. 96 is
opgeborgen; deze airbag heeft een groter
volume dan de bestuurdersairbag.Frontairbag passagier en kinderzitjes
PlaatsNOOITeen kinderzitje tegen de
rijrichting in op de voorstoel met een
actieve passagiersairbag. Als bij een
botsing de airbag wordt opgeblazen, kan
dit leiden tot dodelijk letsel van het kind.
NeemALTIJDde aanwijzingen vermeld op
het label op de zonneklep aan
passagierszijde fig. 97 in acht.
95J0A0176C96J0A0177C
142
VEILIGHEID