Page 217 of 380
ZEKERINGENKAST IN DE BAGAGERUIMTEfig. 165
OPMERKING De regeleenheid in de bagageruimte varieert afhankelijk van de uitrusting van het voertuig.
Zekeringenhouder regeleenheid nr. 1
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Hi-Fi-systeem F2 20
Elektrisch schuifdak F3 20
Elektrisch verstelling lendensteun voorstoel (bestuurderszijde) F4 7,5
Elektrische verstelling voorstoel (bestuurderszijde) F5 30
Elektrische verstelling voorstoel (bestuurders- en
passagierszijde)F6 7,5
Elektrische lendensteun voorstoel (bestuurders- en
passagierszijde)F7 30
Elektrische verwarming voorstoelen F8 20
Bovendien heeft de regeleenheid een zekering van 20A om het paneel van het schuifdak te beveiligen.
215
Page 218 of 380
Zekeringenhouder regeleenheid nr. 2
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Regeleenheid voor regeling buitenverlichting op aanhanger F1 10
Regeleenheid voor buitenverlichting (linkerkant) F5 15
Regeleenheid voor buitenverlichting (rechterkant) F6 15
216
NOODGEVALLEN
Page 219 of 380

BELANGRIJK
154)Als de zekering opnieuw doorbrandt,
neem dan contact op met het Jeep
Servicenetwerk.
155)Vervang een zekering nooit door een
exemplaar met een grotere stroomsterkte
(ampère); BRANDGEVAAR.
156)Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE,
MEGA-FUSE, MIDI-FUSE) doorbrandt,
probeer dan niet eigenhandig reparaties
uit te voeren maar neem contact op met
het Jeep Servicenetwerk.
157)Voordat u een zekering vervangt, zorg
ervoor dat de startinrichting op STOP
staat, dat de sleutel, indien mechanisch,
verwijderd is en dat alle apparatuur uit is
geschakeld en/of afgesloten is.
158)Als een hoofdzekering voor
veiligheidssystemen (airbagsysteem,
remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of de
stuurinrichting doorbrandt, neem dan
contact op met het Jeep Servicenetwerk.
BELANGRIJK
77)Vervang een doorgebrande zekering
nooit door metalen draden of ander
materiaal.
78)Als de motorruimte moet worden
gewassen, zorg er dan voor dat de
waterstraal niet rechtstreeks op de
zekeringenkast en de motortjes van de
ruitenwissers terechtkomt.
EEN WIEL VERVANGEN
159) 160) 161) 162) 163) 166) 167)
KRIK
164) 165)
Het is nuttig om het volgende te weten:de krik weegt 2,8 kg;de krik behoeft geen afstelling;de krik niet kan worden gerepareerd:
in geval van een defect moet de krik door
een origineel exemplaar worden
vervangen;
afgezien van de slinger mag geen
enkel ander gereedschap op de krik
gemonteerd worden.
Onderhoud
voorkom dat er vuil op de
“wormschroef” terechtkomt;
zorg ervoor dat de "wormschroef" altijd
gesmeerd is;
breng nooit wijzigingen aan de krik
aan.
Omstandigheden om niet bij te gebruiken
temperaturen onder −40°C;op zanderige of modderige grond;op ongelijke ondergrond;op steile wegen;onder extreme weersomstandigheden:
onweer, tyfonen, orkanen,
217
Page 220 of 380

sneeuwstormen, stormen, enz.in direct contact met de motor of voor
reparaties onder de auto;
op schepen.
VERVANGINGSPROCEDURE
Ga als volgt te werk:breng het voertuig tot stilstand op een
plaats waar het geen gevaar oplevert voor
het verkeer en waar u de band veilig kunt
verwisselen, zo ver mogelijk van de rand
van de rijbaan. De grond moet zo
mogelijk vlak en voldoende compact zijn;
schakel de noodknipperlichten en de
elektrische parkeerrem in;
schakel de eerste of
achteruitversnelling in of, voor versies
met automatische versnellingsbak, zet de
pook in stand P (Parkeren);
zet de motor af en trek het
reflecterende veiligheidsvest aan (voor
uw eigen veiligheid en in
overeenstemming met landelijke
wetgeving) voordat u uit het voertuig
stapt. De motor moet uitgeschakeld
blijven zolang als het voertuig van de
grond is opgekrikt.
Het reservewiel, of afhankelijk van de
versie, het noodreservewiel, bevindt zich
onder de mat in de bagageruimte
fig. 166.Om toegang te krijgen tot het reservewiel
of noodreservewiel, als volgt te werk
gaan:open de achterklep, pak hendel A
fig. 167 vast en til de laadvloer B op,
houd deze met één hand vast;
pak hendel C fig. 168 en til de
vloerbedekking op;
166J0A0338C167J0A0284C
168J0A0365C
218
NOODGEVALLEN
Page 221 of 380

verwijder de bevestiging van de krik
van het reservewiel;
verwijder de wig om het wiel te
blokkeren;
verwijder de krik en de sleutel om de
bout van het reservewiel te los te draaien.
Draai aan de bouten van de krik om de
sleutel los te maken en te scheiden van
het mechanisme van de krik;
verwijder het wiel uit de
bagageruimte.Gereedschapstas (waar aanwezig)
Bij versies met een reservewiel bevindt
zich, in de bagageruimte (aan de
rechterkant) een gereedschapstas die
met speciale bevestigingen is vastgezet
aan de vloerbedekking van de
bagageruimte.
In de gereedschaptas bevinden zich
fig. 169:A: de krik;B: de schroevendraaier;C: de adapter om te tanken in een
noodgeval;
D: de stift om het wiel te centreren
(waar aanwezig, te gebruiken voor het
monteren van het reservewiel);
E: een speciale
diefstalbeveiligingsmoer (waar aanwezig,
te gebruiken om de wielbouten te
monteren/demonteren);
F: een wig om het wiel te blokkeren;G: het sleepoog;H: de sleutel om de wielbouten te
monteren/aan te halen en de krik te
bedienen;
I: de inbussleutel om in een
noodgeval het schuifdak (waar aanwezig)
te bedienen.169J0A0226C
219
Page 222 of 380

Belangrijke informatie over de krik
Het is nuttig om het volgende te weten:
de volledig krik weegt 2,8 kg;de krik behoeft geen afstelling;de krik kan niet gerepareerd worden;
als hij stuk gaat moet hij vervangen
worden door een origineel exemplaar;
geen enkel gereedschap, behalve de
slinger, mag bevestigd worden aan de
krik.
Ga als volgt te werk:
indien u genoodzaakt bent om het
voertuig stil te zetten langs een weg op
een helling, als deze erg steil is, of als de
ondergrond onstabiel is, de blokkeerwig
A pakken en openen zoals aangegeven op
de afbeelding fig. 170;
waarschuw alle aanwezigen dat het
voertuig opgekrikt zal worden: zij dienen
de onmiddellijke omgeving te verlaten
en, wat nog belangrijker is, u moet hen
waarschuwen het voertuig niet aan te
raken tot het weer op de grond staat.
Niemand mag in het voertuig
achterblijven;
als het voertuig voorzien is van
lichtmetalen velgen, waarvan het
wieldeksel de bouten afdekt, de sleutel
uiterst voorzichtig hanteren om het
wieldeksel te verwijderen voordat het
voertuig wordt opgekrikt;
draai, voordat het voertuig wordt
opgekrikt, de bouten van het wiel met de
lekke band los zonder ze te verwijderen,
met behulp van de sleutel A fig. 171.
Terwijl de band nog op de grond rust, is
het voldoende om de wielbouten één slag
linksom te draaien;
plaats de krik onder de auto, in de
buurt van het te vervangen wiel;
zet de sleutel D fig. 172 op het
zeskant A van de krik B en draai hem
rechtsom tot de beugel van de krik stevig
onder de zone die opgekrikt moet worden
zit, bij de langsligger onder het portier,
zorg ervoor dat hij uitgelijnd is met de
beugel zelf bij het merkteken aangegeven
met het symbool
op de bekleding
onder het portier;
170J0A0157C
171J0A0249C
220
NOODGEVALLEN
Page 223 of 380

krik het voertuig op tot de band enkele
centimeters van de grond is;
verwijder de bouten en het wiel (bij
versies met wieldop, deze verwijderen na
het losdraaien van de 4 bouten waarmee
hij bevestigd is en vervolgens de laatste
bout losdraaien en het wiel verwijderen);
verwijder de sleutel van de krik en
plaats de stift om de wielnaaf te
centreren (in geval van lichtmetalen velg)
om het monteren van het reservewiel te
vergemakkelijken;
zorg ervoor dat het reservewiel, waar
het de contactoppervlakken van de naaf
raakt, schoon is en vrij van
onzuiverheden die later zouden kunnen
leiden tot het losraken van de bouten;
monteer het reservewiel;vervang de bouten en draai ze vast,
zonder ze aan te halen;
verwijder, indien gebruikt, de
uitlijnstift;
laat het voertuig volledig zakken en
verwijder de krik.
neem de sleutel voor het verwijderen
van het reservewiel, de krik en het wiel
(zie fig. 169 );
als het voertuig voorzien is van
lichtmetalen velgen, waarbij de naafdop
de bouten afdekt, de sleutel uiterst
voorzichtig hanteren om de naafdop te
verwijderen alvorens het voertuig op te
krikken;
draai de bouten, om de beurt
kruislings vast, volgens de numerieke
volgorde aangegeven in fig. 173. In geval
van twijfel met betrekking tot het
aanhaalkoppel van de bouten, contact
opnemen met het Jeep Servicenetwerk;
Leg de krik, de gereedschappen, de
wig en de lekke band in debagageruimte, zorg ervoor dat ze goed
vastgezet worden.
BELANGRIJK
Mocht het absoluut noodzakelijk zijn
om te werk te gaan op de weg of er
vlakbij, let dan heel goed op
voorbijrijdende voertuigen.
Let extra goed op bij het gebruik van
de sleutel om de bouten te verwijderen:
deze kan scherpe randen hebben.
Het hoger opkrikken van het voertuig
dan noodzakelijk kan leiden tot minder
stabiliteit ervan: de krik kan wegglijden
en omstanders verwonden. KDo not raise
the vehicle any more than required for
the removal of the wheel.
Banden met éénrichtingsloopvlak
kunnen herkend worden aan de pijlen op
172J0A0422C
173J0A0159C
221
Page 224 of 380

de zijkant van de band, die de
draairichting aangeven. Dit moet
absoluut in acht worden genomen. Alleen
op die manier kunnen de banden hun
eigenschappen behouden in termen van
grip, lawaai, weerstand tegen slijtage en
drainage op natte oppervlakken.
Indien het, na een lekke band,
noodzakelijk zou zijn een dergelijke band
omgekeerd te monteren, moet er toch
uiterst voorzicht verder gereden worden,
aangezien de prestaties van de band in
deze omstandigheden beperkt zijn. Deze
voorzorgsmaatregel moet altijd in acht
genomen vooral wanneer het wegdek nat
is.
Om volledig te kunnen profiteren van
het eenrichtingsloopvlak, wordt
geadviseerd alle wielen zo spoedig
mogelijk terug te brengen in de correcte
draairichting.
Verzeker u ervan dat het reservewiel
gemonteerd is met het ventiel naar
buiten gericht. Het wiel kan beschadigd
raken als het onjuist gemonteerd is.
Als het voertuig voorzien is van
naafdoppen of wieldeksels, niet proberen
deze op het reservewiel te monteren.
Om letsel aan personen te voorkomen,
mogen de bouten alleen volledig worden
aangehaald wanneer alle wielen van het
voertuig op de grond staan, om te
voorkomen dat het voertuig van de krik
valt.
Na ongeveer 40 km gereden te
hebben, stoppen en controleren of de
bouten correct zijn aangehaald.
159)Indien het wiel met de lege band en
de krik in het interieur worden
achtergelaten dan vormen ze een ernstig
risico voor de veiligheid van de inzittenden
in geval van ongevallen of bruusk remmen.
Daarom moeten de krik en het wiel met de
lege band altijd in de speciale behuizing
in de bagageruimte geplaatst worden.
160)Het is extreem gevaarlijk een wiel te
proberen te vervangen aan de zijkant van
het voertuig vlak naast een rijbaan: zorg
ervoor dat het voertuig op een voldoende
afstand van de weg staat, om te vermijden
overreden te worden.161)Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand
van het verkeer wachten terwijl het wiel
wordt verwisseld. Op hellingen of op
onverharde wegen, de wielen blokkeren
met de speciaal voorziene wiggen.
162)Een gemonteerd reservewiel wijzigt
de rijeigenschappen van de auto. Vermijd
bruusk optrekken en remmen, scherpe
stuurbewegingen en snelle bochten. De
totale levensduur van het
ruimtebesparende reservewiel is ongeveer
3000 km. Hierna moet de band vervangen
worden door een nieuw exemplaar van
hetzelfde type. Monteer nooit een
standaard band op de velg van een
ruimtebesparend reservewiel. Zorg ervoor
dat het verwisselde wiel zo snel mogelijk
wordt gerepareerd en gemonteerd. Het
gebruik van twee of meer
ruimtebesparende reservewielen is
verboden. Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet met vet alvorens het wiel
te monteren: de bouten zouden los
kunnen raken tijdens het rijden!
222
NOODGEVALLEN
BELANGRIJK