Page 225 of 380

163)Het noodreservewiel (waar voorzien)
is specifiek voor het voertuig: monteer het
niet op andere modellen, en monteer ook
geen noodreservewielen van andere
modellen op uw voertuig. Gebruik het
ruimtebesparende reservewiel alleen in
noodgevallen. Gebruik het nooit langer
dan strikt noodzakelijk en rijd nooit harder
dan 80 km/h. Op het noodreservewiel is
een oranje sticker aangebracht waarop de
belangrijkste waarschuwingen over het
gebruik en de betreffende beperkingen
zijn vermeld. Deze sticker mag nooit
verwijderd of afgedekt worden. Monteer
nooit een wieldeksel op het
noodreservewiel.164)De krik is een gereedschap dat
ontwikkeld en ontworpen is voor het
vervangen van een wiel, als een band lek
of beschadigd raakt, op het voertuig
waarbij de krik is geleverd of bij
voertuigen van hetzelfde model. Elk ander
gebruik, bijv. om andere modellen
voertuigen of andere dingen op te krikken,
is ten strengste verboden. Gebruik hem
nooit voor onderhoud of reparaties onder
het voertuig of om winterbanden te
verwisselen voor zomerbanden of
andersom: wij adviseren u om contact op
te nemen met een Jeep Servicenetwerk.
Zorg dat u zich nooit onder een opgekrikt
voertuig bevindt: gebruik de krik alleen in
de aangegeven standen. Gebruik de krik
niet voor zwaardere lasten dan is
aangegeven op het plaatje op de krik.
Start de motor nooit wanneer de auto
opgekrikt is. Als het voertuig meer dan
noodzakelijk is opgekrikt, kan alles
onstabieler worden, met het risico dat het
voertuig met een harde klap omlaag komt.
Krik de auto daarom alleen zover op als
nodig is om toegang te krijgen tot het
noodreservewiel.165)Zorg voor voldoende werkruimte bij
het opkrikken om schaafwonden aan uw
hand door contact met de grond te
voorkomen. Ook de bewegende delen van
de krik ("wormschroef" en gewrichten)
kunnen verwondingen veroorzaken: raak
deze delen niet aan. In geval van
accidenteel contact met smeervet, het
betreffende deel zorgvuldig schoonmaken.
166)Op het noodreservewiel kunnen geen
sneeuwkettingen gemonteerd worden. In
geval van een lekke voorband
(aandrijfwiel) en als er sneeuwkettingen
gebruikt moeten worden, gebruik dan een
standaardwiel en monteer het
ruimtebesparende reservewiel op de
achteras. Zo heeft de vooras twee normale
wielen waarop sneeuwkettingen kunnen
worden gemonteerd.
167)Als het wieldeksel niet goed
gemonteerd is, indien aanwezig, kan het
tijdens het rijden losraken. Voer nooit
werkzaamheden aan het ventiel uit. Steek
nooit gereedschap, van welk type ook,
tussen de velg en de band. Controleer
regelmatig de spanning van zowel de
banden als het ruimtebesparende
reservewiel, in overeenstemming met de
spanningswaarden die zijn aangegeven in
het hoofdstuk “Technische gegevens”.
223
Page 226 of 380

TIREKIT (BANDENKIT)
(indien aanwezig)
BESCHRIJVING
168) 169)
79)
3)
De TireKit bevindt zich in de
bagageruimte in een speciale houder. In
deze houder zitten ook een
schroevendraaier, het sleepoog en de
adapter voor de brandstofvulopening.
LPG-versies
De auto is voorzien van een TireKit snelle
bandenreparatiekit en geen
noodreservewiel. Deze kit is aangebracht
in een specifieke stevige houder
fig. 174 in de bagageruimte.De TireKit fig. 175 omvat:
één busje A met afdichtmiddel,
voorzien van: een transparante vulleiding
voor het inspuiten van het afdichtmiddel
en een sticker C met daarop het opschrift
MAX 80 km/h / 50 mph die na reparatie
van de band op een goed zichtbare plaats
moet worden aangebracht (bijv. op het
dashboard);
een compressor B;een folder met aanwijzingen voor het
gebruik van de kit;
een paar handschoenen in het
compartiment van de vulleiding van het
busje D.
REPARATIEPROCEDURE
Ga als volgt te werk:stop het voertuig op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar het
wiel op veilige wijze vervangen kan
worden. De motor moet op vluchtstroken,
in parkeergarages, op parkeerplaatsen of
tankstations worden afgezet en de
ondergrond moet zo vlak en compact
mogelijk zijn;
zet de motor af, trek de elektrische
parkeerrem aan en schakel de 1e
versnelling of de achteruit in. Zorg ervoor
dat alle passagiers de auto verlaten en
naar een veilige plek gaan, waar ze het
verkeer niet hinderen of risico op letsel
lopen. Doe het reflecterende
veiligheidsvest (wettelijk verplicht) aan
174J0A0947C175J0A0955C
224
NOODGEVALLEN
Page 227 of 380

voordat u uit de auto stapt;plaats het busje A met afdichtmiddel
in de daarvoor bestemde ruimte in de
compressor B en druk het hard omlaag.
Verwijder de sticker C met de indicatie
van de snelheid en plak deze op een
zichtbare plaats;
doe de handschoenen aan;verwijder de dop van het ventiel van
de lekke band en schroef de transparante
leiding voor de afdichtingsvloeistof D op
de klep. Indien een busje van 250 ml
aanwezig is, is de behuizing van de
transparante leiding voorzien van een
verwijderbare ring om het uitnemen te
vergemakkelijken. Zorg ervoor dat de
ON/OFF-knop F in de uitstand staat
(knop niet ingedrukt);
plaats de stekker E fig. 176 in het
12 V-stopcontact van de auto en start de
motor;
schakel de compressor in door op de
ON/OFF-knop F fig. 177 te drukken.
Zodra de druk die vermeld wordt in de
paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" of op het daarvoor
bestemde label op de drukmeter G
verschijnt, schakelt u de compressor
weer uit met de ON/OFF-knop;
verwijder het busje A fig. 178 van de
compressor door op knop H te drukken
en het busje voorzichtig omhoog te
trekken.
Als de drukmeter G fig. 177 15 minuten
nadat de compressor ingeschakeld werd,
een druk van minder dan 1,8 bar / 26 psi
weergeeft, schakelt u de compressor uit,
ontkoppelt u de vulleiding D van het
ventiel van de band en verwijdert u het
busje A van de compressor.
Verplaats het voertuig ca. 10 m voor een
betere verdeling van het afdichtmiddel.
Stop het voertuig op een veilige wijze,
schakel de handrem in en herstel de druk
met de zwarte vulleiding L fig. 179 tot
de vereiste waarde is bereikt. Als ook
15 minuten na het starten de druk
minder dan 1,8 bar / 26 psi is, rij dan
niet verder, maar neem contact op met
het Jeep Servicenetwerk. Zet de auto, na
ongeveer 8 km / 5 mijl fig. 180 gereden
te hebben, op een veilige en geschikte
ON
OFF 12V
E
176J0A0956
177J0A0957
A
H
178J0A0958
225
Page 228 of 380

plaats, met de handrem ingeschakeld.
Neem de compressor en herstel de druk
met de zwarte vulleiding L.
Als de weergegeven druk hoger is dan1,8 bar / 26 psi, herstel dan de druk en
rij voorzichtig zo snel mogelijk naar een
dealer van het Jeep Servicenetwerk.
Indien de druk echter lager is dan
1,8 bar / 26 psi, rij dan niet verder, maar
neem contact op met het Jeep
Servicenetwerk.
OPPOMPEN
Ga als volgt te werk:stop de auto op een veilige manier,
zoals hierboven beschreven, en schakel
de elektrische handrem in;
neem de zwarte vulleiding uit en
schroef deze stevig op het ventiel van de
band. Volg daarna de onderstaande
instructies. Druk op de ontluchtingsknop
M om eventuele overmatige
bandenspanning weg te nemen (zie de
paragraaf “Reparatieprocedure”).
VERVANGING FILTERELEMENT
Ga als volgt te werk:gebruik alleen originele
filterelementen, die kunnen worden
aangeschaft bij het Jeep Servicenetwerk;
druk op de ontgrendelknop en til het
filterelement op, om het te verwijderen
(zie bovenstaande beschrijving).
BELANGRIJK
168)BELANGRIJK: Overschrijd de
snelheid van 80 km/h niet. Vermijd abrupt
accelereren of remmen. De Fix&Go-kit
voorziet in een tijdelijke reparatie, daarom
moet de band zo snel mogelijk onderzocht
en gerepareerd worden door een
specialist. Alvorens de kit te gebruiken,
controleren of de band niet buitensporig
beschadigd is en dat de velg in goede
conditie is, gebruik de kit anders niet en
bel pechverhelping. Verwijder vreemde
voorwerpen niet uit de band. Laat de
compressor niet langer dan 20 minuten
achter elkaar aan staan -
oververhittingsgevaar.
169)De informatie die vereist is door het
voorschrift dat van toepassing is, staat
vermeld op het etiket van de verpakking
van de Fix&Go kit. Lees het etiket op het
busje vóór gebruik, vermijd oneigenlijk
gebruik. De kit dient gebruikt te worden
door volwassenen en mag niet gebruikt
worden door kinderen.
L
179J0A0959
8 km / 5 mi
180J0A0960
226
NOODGEVALLEN
Page 229 of 380

BELANGRIJK
79)Het afdichtmiddel werkt bij
buitentemperaturen tussen -40°C en
+55°C. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Banden met een
beschadiging van het bandoppervlak tot
een maximale diameter van 6 mm kunnen
hersteld worden. Toon het busje en het
etiket aan het personeel dat de band zal
behandelen die hersteld werd met de
bandenreparatiekit.
BELANGRIJK
3)Laat de bus en het afdichtmiddel niet
in het milieu achter. Zorg dat ze worden
weggegooid overeenkomstig de nationale
en plaatselijke voorschriften.
STARTEN MET HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor gestart
worden met startkabels en de accu van
een ander voertuig, of met een hulpaccu.
BELANGRIJK
Bij gebruik van hulpaccu dient men zich
te houden aan de instructies voor gebruik
en de voorzorgsmaatregelen die zijn
aangegeven door de fabrikant.
Gebruik geen hulpaccu of enige andere
externe voedingsbron met een spanning
hoger dan 12 V: de accu, de startmotor,
de dynamo en het elektrische systeem
van het voertuig kunnen hierdoor worden
beschadigd.
Probeer niet te starten met hulpaccu als
de accu nat is. De accu kan kapot gaan
en ontploffen!
VOORBEREIDEN VAN STARTEN
MET HULPACCU
170) 171) 172)80)
BELANGRIJK De plusklem (+) van de
accu is voorzien van een afschermkap.
Til de afschermkap op om toegang te
krijgen tot de plusklem.
Ga als volgt te werk:schakel de parkeerrem in, zet de
automatische versnellingsbak in stand P(Parkeren) of, voor versies met
handgeschakelde versnellingsbak, in de
vrijstand en draai de contactsleutel naar
STOP;
schakel alle andere elektrische
apparaten in het voertuig uit;
als een ander voertuig klaar is voor een
noodstart, parkeer dan de auto binnen
het bereik van de te gebruiken
startkabels, schakel de parkeerrem in en
zorg ervoor dat het contactslot is
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Vermijd contact tussen
beide voertuigen, dit kan immers een
massaverbinding veroorzaken wat tot
ernstig letsel aan mensen in de buurt
kan leiden.
PROCEDURE VOOR STARTEN
MET HULPACCU
BELANGRIJK Het verkeerd uitvoeren
van onderstaande procedure kan
ernstige letsel bij mensen of schade
aan het laadsysteem van één of beide
voertuigen tot gevolg hebben. Volg de
onderstaande instructies nauwkeurig
op.
227
Page 230 of 380

Kabels aansluiten
Ga als volgt te werk om de auto te starten
met een hulpaccu:
sluit een uiteinde van de pluskabel
(+) aan op de plusklem (+) van het
voertuig met de lege accu;
sluit het andere uiteinde van de
pluskabel (+) aan op de plusklem (+) van
de hulpaccu;
sluit een uiteinde van de minkabel (–)
aan op de minklem (–) van de hulpaccu;
Sluit het andere uiteinde van de
minkabel (–) aan op de massa op de
motor (het zichtbare metalen deel van de
motor van het voertuig met lege accu) uit
de buurt van de accu en het
inspuitsysteem;
start de motor van het voertuig met
de hulpaccu, laat de motor enkele
minuten stationair draaien. Start de
motor van het voertuig met lege accu.
Kabels loskoppelen.
Neem, als de motor gestart is, de kabels
als volgt los:
koppel het uiteinde van de minkabel
(–) los van de massa op de motor van het
voertuig met de lege accu;
koppel het andere uiteinde van de
minkabel (–) los van de minklem (–) van
de hulpaccu;
koppel het uiteinde van de pluskabel
(+) los van de plusklem (+) van de
hulpaccu;
koppel een uiteinde van de pluskabel
(+) los van de plusklem (+) van het
voertuig met de lege accu;
Als het vaak nodig is om een noodstart
uit te voeren, laat de accu en het
laadsysteem van het voertuig dan
controleren door het Jeep
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Alle accessoires (bijv.
mobiele telefoons, enz.) aangesloten
op de stopcontacten het voertuig
verbruiken stroom, ook als ze niet
worden gebruikt. Als deze apparaten te
lang bij afgezette motor zijn
aangesloten, kan de accu leeglopen
met vermindering van levensduur van
de accu en/of startproblemen tot
gevolg.
BELANGRIJK
170)Kom niet te dicht bij de
koelventilator van de radiateur: de
elektrische ventilator kan inschakelen;
gevaar voor verwondingen. Sjaals, dassen
of andere loszittende kleding kunnen door
de bewegende onderdelen worden
meegetrokken.
171)Verwijder alle metalen voorwerpen
(bijv. ringen, horloges, armbanden), die
zouden kunnen leiden tot een onbedoeld
elektrisch contact en daardoor ernstig
letsel.
172)De batterijen bevatten een zuur dat
de huid of de ogen kan verbranden. Accu's
produceren waterstof, dat uiterst
brandbaar en explosief is. Houd ze daarom
uit de buurt van vlammen of apparaten die
vonken kunnen afgeven.
228
NOODGEVALLEN
Page 231 of 380

BELANGRIJK
80)Verbind de startkabel niet met de
minpool (–) van de lege accu. De
afgegeven vonk kan explosie van de accu
tot gevolg hebben en ernstige schade
veroorzaken. Gebruik alleen het specifieke
massapunt; gebruik geen andere
blootgestelde metalen onderdelen.
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
173)
Deze grijpt bij een botsing in en
veroorzaakt het volgende:
onderbreking van de brandstoftoevoer
met afzetten van de motor als gevolg;
automatische ontgrendeling van de
portieren;
inschakeling van de binnenverlichting;uitschakeling van de ventilatie van de
klimaatregeling;
inschakeling van de
alarmknipperlichten (om de lichten uit te
schakelen moet de resetprocedure
worden uitgevoerd die hierna wordt
beschreven).
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, verschijnt er bij sommige
versies een bericht op het display. Op
dezelfde manier wordt de bestuurder met
een speciaal bericht op het display
gewaarschuwd als het systeem niet
correct werkt.
BELANGRIJK Controleer het voertuig
zorgvuldig op brandstoflekkage,
bijvoorbeeld in de motorruimte, onder
het voertuig of in de buurt van de tank.
Draai na een botsing de contactsleutelnaar STOP om te voorkomen dat de
accu leegloopt.
Resetprocedure
Om de correcte werking van het voertuig
te herstellen, moet de volgende
procedure worden uitgevoerd (deze
procedure moet binnen een minuut na de
start voltooid worden):
zet de startinrichting naar MAR;draai de richtingaanwijzer naar rechts,
vervolgens naar links, dan weer naar
rechts en weer naar links;
zet de richtingaanwijzer naar links uit;draai de startinrichting naar STOP;draai de contactsleutel naar MAR.
LPG-versies
In geval van een botsing, wordt de
brandstoftoevoer onmiddellijk afgesloten,
worden de LPG-veiligheidskleppen
gesloten en wordt de inspuiting
onderbroken om de motor uit te zetten.
229
Page 232 of 380

BELANGRIJK
173)Als na een botsing een
brandstoflucht wordt geroken of
brandstoflekkage wordt geconstateerd,
dan mag het systeem niet opnieuw
ingeschakeld worden om brand te
voorkomen.
ONTGRENDELING
VERSNELLINGSPOOK
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Ga in geval van storing als volgt te werk
om de versnellingspook uit P (Parkeren)
te zetten:
zet de motor af en schakel de
elektrische parkeerrem in;
Versies met stuur links: til de stofkap
van de versnellingsbak A fig. 181 op voor
toegang tot het gat B fig. 182.Versies
met stuur rechts: til de stofkap van de
versnellingsbak A fig. 181 en verwijder
vervolgens de badge door hem met beide
handen uit de binnenkant te trekken (de
badge is bereikbaar als de stofkap is
opgetild) voor toegang tot het gat B
fig. 182;
trap het rempedaal volledig in en houd
het ingetrapt;
steek de bijgeleverde schroevendraaier
haaks in opening B fig. 182 en beweeg
de ontgrendelingshendel;
181J0A0963C
230
NOODGEVALLEN
zet de versnellingspook in N
(Vrijstand);
zet stofkap en paneel weer goed op
hun plaats;
start de motor.