Page 145 of 380

Uitschakeling van de airbags aan
passagierszijde: frontairbag en zijairbag
Als een kind in een kinderzitje dat
achterstevoren op de voorstoel is
geplaatst, vervoerd moet worden, schakel
dan de frontairbag en de zijairbag aan de
passagierszijde uit. Schakel ze uit door
middel van het Menu weergegeven op het
display.
Op de dashboardbekleding bevinden zich
twee leds
OFFenON. Wanneer de
startinrichting op MAR wordt gezet, gaan
de twee led's enkele seconden branden.
Als dat niet gebeurt, neem dan contact
op met het Jeep Servicenetwerk.
Tijdens de eerste seconden geeft het
branden van de led niet de werkelijke
toestand van de passagiersbeschermingaan, maar heeft alleen tot doel om de
correcte werking ervan te controleren. Na
een test van enkele seconden zullen de
leds de beschermingsstatus van de
passagiersairbag aangeven.
Passagiersbescherming ingeschakeld:de
led
AANfig. 98 blijft branden.
Passagiersbescherming uitgeschakeld:de
led
OFFfig. 98 blijft branden.
De leds kunnen met verschillende
lichtsterkte branden, afhankelijk van de
voertuigcondities. De lichtsterkte kan
tijdens dezelfde sleutelcyclus variëren.
97J0A0190C
98J0A0922C
143
Page 146 of 380
Frontairbag passagier en kinderzitje: WAARSCHUWING
99J0A0215
144
VEILIGHEID
Page 147 of 380

ZIJAIRBAGS
Om de bescherming van de inzittenden
in geval van een flankbotsing te
vergroten, is de auto uitgerust met
zijairbags voorin en hoofdairbags.
Zijairbag
Deze bestaan uit twee kussens die zich
in de rugleuning van de voorstoelen
bevinden fig. 100 en die het bekken, de
borst en schouders van de inzittenden bij
middelzware flankbotsingen beschermen.
De plaats van deze airbags is gemarkeerd
met het etiket "AIRBAG" bevestigd op de
buitenzijde van de voorstoelen.
Hoofdairbag
Deze bestaat uit een "gordijnairbag" die
zich achter de dakbekleding aan de
zijkant bevindt en afgedekt is met
speciale afwerkingselementen fig. 101.
Deze zijn ontworpen om het hoofd van deinzittenden voorin en achterin te
beschermen bij flankbotsingen, dankzij
het grote oppervlak dat in opgeblazen
toestand wordt beslagen.
Bij lichte flankbotsingen is het opblazen
van de hoofdairbags niet vereist.
Het systeem biedt de beste bescherming
bij een zijdelingse botsing als de
passagier correct op zijn stoel zit, zodat
de hoofdairbag zo goed mogelijk
opgeblazen kan worden.
104) 105) 106) 107) 105) 109) 110) 111) 112) 113) 114) 115)
Belangrijke opmerkingen
Reinig de stoelen niet met water of
stoom onder druk (met de hand of in een
automatisch wasapparaat).
101J0A0180C
145
100J0A0178C
Page 148 of 380

De front- en/of zijairbags kunnen in
werking treden bij heftige botsingen
tegen de onderkant van het voertuig (bijv.
botsing met treden, trottoirbanden,
kuilen of verkeersdrempels, enz.).
Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt
er een kleine hoeveelheid poeder: dit
poeder is niet schadelijk en duidt niet op
het begin van een brand. Dit poeder kan
echter de huid en ogen irriteren: was ze
in dit geval met neutrale zeep en water.
De controle, reparatie en vervanging van
de airbags moeten door het Jeep
Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet het
airbagsysteem door het Jeep
Servicenetwerk buiten werking worden
gesteld.
Gordelspanners en airbags worden op
verschillende manieren geactiveerd,
afhankelijk van het type botsing. Als een
of meerdere van deze voorzieningen niet
in werking treden, dan duidt dat niet op
een storing in het systeem.
BELANGRIJK
101)Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag, op de zijkant van de
dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats
nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons)
op het dashboard aan passagierszijde,
omdat deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en
tevens de inzittenden ernstig kunnen
verwonden.
102)Rijd altijd met de handen op de rand
van het stuurwiel zodat de airbag indien
nodig ongehinderd opgeblazen kan
worden. Rijd niet met het lichaam naar
voren gebogen, maar houd de rugleuning
in een rechte stand en steun er goed
tegen met uw rug.103)Plaats NOOIT een kinderzitje tegen
de rijrichting in op de passagiersstoel van
auto's met een actieve passagiersairbag.
Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de
airbag ernstig letsel en zelfs de dood van
het kind tot gevolg hebben. Daarom moet
de passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
104)Hang geen harde voorwerpen aan de
kledinghaken of de steunhandgrepen.
105)Steun niet met het hoofd, de armen
of de ellebogen tegen het portier, de
ruiten of in het gebied van de Hoofdairbag
om mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.
106)Steek nooit het hoofd, de armen of
ellebogen uit het raam.
146
VEILIGHEID
Page 149 of 380

107)Als het startsysteem op MAR wordt
gezet en hetlampje niet gaat branden
of tijdens het rijden blijft branden, dan is
er mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet in
werking treden bij een ongeval of, in een
zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in
werking treden. Neem, alvorens verder te
rijden, onmiddellijk contact op met het
Jeep Servicenetwerk om het systeem te
laten controleren.
108)In sommige versies gaat in het geval
van een storing van de led
OFF(op de
plaat van het instrumentenpaneel) het
lampje
op het instrumentenpaneel
branden en worden de airbags aan de
passagierszijde uitgeschakeld. In sommige
versies gaat in het geval van een storing
van de led
ON(op de plaat van het
instrumentenpaneel) het lampjeop de
console branden.
109)Bedek bij voertuigen met zijairbags
de rugleuning van de voorstoelen niet met
extra hoezen.
110)Reis niet met voorwerpen op schoot
of voor de borst en houd niets in de mond
(pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig
letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.111)Laat na diefstal of poging tot
diefstal, vandalisme of overstromingen het
airbagsysteem door het Jeep
Servicenetwerk controleren.112)Als de contactsleutel in stand MAR
staat, ook wanneer de motor is afgezet,
kunnen de airbags ook geactiveerd worden
als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Daarom mag, wanneer de
passagiersairbag is ingeschakeld, en ook
al staat de auto stil, GEEN tegen de
rijrichting in gemonteerd kinderzitje op de
voorstoel gemonteerd worden. Als bij een
botsing de airbag wordt opgeblazen, kan
dit leiden tot ernstig letsel en zelfs tot de
dood van het kind. Daarom moet de
passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
Onthoud ten slotte dat als het
startsysteem in de STOP-stand staat, bij
een botsing geen enkel veiligheidssysteem
(airbag of gordelspanners) wordt
geactiveerd; het is dus geen
systeemstoring als deze systemen in deze
gevallen niet worden ingeschakeld.
147
Page 150 of 380
113)Een storing van het airbaglampje
wordt aangegeven door het aangaan van
het symbool "storing airbag" en een
speciaal bericht op het display van het
instrumentenpaneel. De pyrotechnische
ladingen zijn niet uitgeschakeld. Neem,
alvorens verder te rijden, onmiddellijk
contact op met het Jeep Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren.
114)De activeringsdrempel van de airbag
is hoger dan die van de gordelspanners.
Bij aanrijdingen die tussen deze twee
drempelwaarden liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.
115)De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt hun
doeltreffendheid. Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de
inzittenden uitsluitend door de zijairbags
en de veiligheidsgordels beschermd, die
dus altijd gedragen moeten worden.
148
VEILIGHEID
Page 151 of 380

STARTEN EN RIJDEN
Laten we eens kijken naar het "hart" van
het voertuig: dan kunt u zien hoe u het
potentieel ervan optimaal kunt benutten.
We zullen u laten zien hoe u het voertuig
in elke situatie veilig kunt besturen,
zodat het een echte "maatje" voor u kan
zijn, waarbij het comfort en de
portefeuille niet vergeten worden.MOTOR STARTEN............150
DE AUTO PARKEREN..........152
ELEKTRISCHE PARKEERREM
(EPB)....................152
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK..........155
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK..........156
VERSNELLINGSBAK MET DUBBELE
KOPPELING...............158
VIERWIELAANDRIJVING - JEEP ACTIVE
DRIVE (4WD) en JEEP ACTIVE DRIVE
LOW (4WD LOW).............162
SELEC-TERRAIN.............163
STOP/START-SYSTEEM........164
SNELHEIDSBEGRENZER.......166
ELEKTRONISCHE CRUISE-
CONTROL.................167
ADAPTIVE CRUISE CONTROL (ACC) .168
PARKSENSE SYSTEEM.........174
ACTIVE PARKSENSE-SYSTEEM . . .178
SIDE DISTANCE WARNING-
SYSTEEM.................183
LANESENSE-SYSTEEM (waarschuwing
rijstrookafwijking)............185
ACHTERUITRIJCAMERA (PARKVIEW®
REAR BACKUP CAMERA).......187
TANKEN..................188
AANHANGERS TREKKEN.......192
149
Page 152 of 380

MOTOR STARTEN
116) 117) 118)44) 45) 46) 47)
Alvorens de motor te starten, de stoel,
achteruitkijkspiegels, buitenspiegels
instellen en de veiligheidsriem correct
vastmaken.
Trap nooit het gaspedaal in om de motor
te starten.
Indien nodig, kunnen berichten met
aanwijzingen voor de startprocedure
weergegeven worden op het display.
LPG-versies
De motor wordt altijd op benzine gestart,
ongeacht de eerder geselecteerde
gekozen modus.
Daarom moet er altijd benzine in de tank
zitten om de benzinepomp te
beschermen en tijdelijke omschakeling
van aardgas of LPG naar benzine te
garanderen, als er hoge prestaties vereist
zijn.
PROCEDURE VOOR VERSIES MET
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK
Ga als volgt te werk:schakel de elektrische parkeerrem in
en zet de versnellingspook in de
vrijstand;
draai de contactsleutel naar MAR. Bij
Dieselversies gaat lampjeop het
instrumentenpaneel branden: wacht tot
het lampje uitgaat;
trap het koppelingspedaal volledig in
zonder het gaspedaal aan te raken;
draai de contactsleutel naar AVV en
laat deze los zodra de motor start;
als de motor niet binnen 10 seconden
start, de contactsleutel weer naar STOP
draaien en 10-15 seconden wachten
alvorens de startprocedure te herhalen.
PROCEDURE VOOR VERSIES MET
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Ga als volgt te werk:schakel de elektrische parkeerrem in
en zet de versnellingspook in P
(Parkeren) of N (Vrijstand);
trap het rempedaal volledig in zonder
het gaspedaal aan te raken;
draai de contactsleutel naar AVV;als de motor niet start, de
contactsleutel weer naar STOP draaien
en 10-15 seconden wachten alvorens de
startprocedure te herhalen.
BELANGRIJK Als het symbool,
met de contactsleutel op MAR, samen
met het controlelampje
gaat
branden, de contactsleutel naar STOP
draaien en terug naar MAR. Als hetlampje (of het symbool op het display)
blijft branden, probeer het dan met de
andere sleutels die bij het voertuig
geleverd zijn. Neem contact op met
het Jeep Servicenetwerk als de motor
nog steeds niet gestart kan worden.
STARTPROBLEMEN
De motor starten als de batterij van de
elektronische sleutel (Keyless Enter-N-Go)
leeg is
Als de startinrichting niet reageert
wanneer de betreffende knop wordt
ingedrukt, kan de batterij van de
elektronische sleutel leeg zijn. Daarom
herkent het systeem de aanwezigheid van
de elektronische sleutel aan boord van
het voertuig niet en wordt er een speciaal
bericht weergegeven.
Leg in dat geval de ronde kant van de
elektronische sleutel (de kant tegenover
de metalen baard) op de startinrichting
en druk met de elektronische sleutel op
de knop. Op die manier wordt de
startinrichting geactiveerd en kan de
motor gestart worden.
DE MOTOR UITZETTEN
Ga als volgt te werk:parkeer het voertuig op een plek die
niet gevaarlijk is voor andere
weggebruikers; schakel een versnelling in
150
STARTEN EN RIJDEN