Page 33 of 240

BELANGRIJK Na gebruik van een
USB-oplaadstation, bevelen wij aan het
apparaat (smartphone) af te sluiten en
altijd eerst de kabel uit het contact
van het voertuig te halen, nooit uit het
apparaat. Zie fig. 33 bijvoorbeeld.
Kabels die blijven rondslingeren
of aangesloten blijven, zouden correct
bijladen kunnen beperken en/of de
conditie van de USB-aansluiting.
SMARTPHONE
DOCK
(voor bepaalde versies/markten)
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
kan de auto zijn uitgerust met een
docking station voor smartphones dat
op het dashboard wordt geinstalleerd.
Het installeren/
de-installeren van het
station
Installeer het smartphone docking
station door het in de speciale zetel van
het dashboard in te brengen,
geïllustreerd in fig. 34 (vastklikken).
Om het docking station te verwijderen
op beide knoppen fig. 35tegelijk
drukken.OPMERKING Wanneer het smartphone
docking station niet in gebruik is, wordt
aanbevolen om het te verwijderen uit
zijn zetel om geluiden en/of trillingen te
vermijden.
Inbrengen/verwijderen
van de smartphone
Om een smartphone in het docking
station in te brengen:
zorg ervoor dat ringmoer A fig. 36
gedraaid is in stand
;
32F1D0697
33F1D0801
34F1D0702
35F1D0700
36F1D0703
31
Page 34 of 240

breng de smartphone horizontaal in
zijn zetel door hem op de basis van
het docking station te plaatsen, en druk
om de grijphand te openen fig. 37;
leg de smartphone op de voorste
basis en laat hem los. De lading op de
veer in het docking station zorgt ervoor
dat de grijphand sluit;
blokkeer de smartphone door te
draaien aan de ringmoer A fig. 36 zodat
deze in postie klikt
.
De achterste knop B fig. 38 maakt
aanpassingen mogelijk afhankelijk
van het gewicht en de geometrie van
de smartphone.
Om een smartphone van het docking
station te verwijderen:
draai aan ringmoer A fig. 36 zodat
deze in postie klikt
;
neem de smartphone uit door deze
naar beneden te drukken om de
grijphand te openen;
verwijder de smartphone van het
docking station en maak hem los. De
lading op de veer in het docking station
zorgt ervoor dat de grijphand sluit
nadat de telefoon verwijderd is.
7) 8) 9)
BELANGRIJK
7)Wanneer het voertuig in beweging is,
mag de smartphone alleen in het docking
station worden gebruikt in een horizontale
positie en zonder enige kanteling (zie fig.
37). Enige andere positie van het docking
station is alleen toegestaan bij stilstaand
voertuig, met als uitsluitend doeleinde het
inbrengen van de smartphone in het
station.
8)De maximum afmetingen van de
bruikbare smartphones zijn: 67 mm
(breedte) and 11 mm (diepte).9)Het maximum gewicht van een
smartphone die geïnstalleerd kan worden is
180 g.
37F1D0699
B
38F1D0701
32
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 35 of 240

VERSIE MET
AARDGASSYSTEEM
30) 31) 14)10) 11) 12) 13)
INLEIDING
De aardgasuitvoering heeft twee
brandstoftoevoersystemen: een voor
benzine en een voor aardgas.
Alhoewel het aardgassysteem talrijke
veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd als volgt te werk te gaan
als het voertuig lange tijd niet gebruikt
wordt of als het voertuig verplaatst
wordt in een noodgeval na pech of een
ongeval:
draai de bevestigingselementen A
fig. 39 los, verwijder dan het deksel B;
draai de aardgaskraan dicht door de
ringmoer C fig. 40 rechtsom te
draaien;
zet het deksel terug en draai de
bevestigingen weer vast.AARDGASTANK14)
De auto heeft een tank (onder druk) A
fig. 41voor de opslag van aardgas in
vloeibare staat. Deze is toroïdaal en is in
de ruimte voor het reservewiel
geplaatst en is op passende wijze
beschermd.Certificatie AARDGASTANK
De aardgas tank is gecertificeerd in
overeenstemming met de geldende
voorschriften.
In Italië heeft de tank een levensduur
van 10 jaar vanaf de
kentekenregistratiedatum van de auto.
Als het voertuig in een ander land
dan Italië geregistreerd is, kunnen de
levensduur en de test-/
inspectieprocedures variëren afhankelijk
van de wetgeving die in dat land van
kracht is. Ga in ieder geval, als de
tijdslimiet in uw land verstreken is, naar
een Fiat dealer om de tank te laten
vervangen.
39F1D0111
40F1D0112
41F1D0113
33
Page 36 of 240

KEUZE VAN
BRANDSTOFTOEVOER
BENZINE OF AARDGAS
32)15) 16) 17)
Met de knop A fig. 42 (benzine/
aardgasschakelaar) kunt u werking op
benzine of aardgas selecteren.
Om te garanderen dat de omschakeling
in volstrekte veiligheid plaatsvindt,
hangt de daadwerkelijke omschakeling
naar het gewenste brandstofsysteem
af van de omstandigheden waaronder
de auto gebruikt wordt, en hoeft dus
niet onmiddellijk te zijn.
De omschakeling wordt bevestigd door
het aan-/uitgaan van het groene lampje
op het instrumentenpaneel.Als het aardgas op raakt, wordt
automatisch overgeschakeld op
benzine. In dat geval verschijnt op het
display het
pictogram net boven
de letters aardgas en gaan de vier
streepjes van de digitale meter uit.
TANKEN
18) 19)
AARDGAS
Maximale vulcapaciteit (inclusief
reserve): 30,5 liter. Er is bij de waarde
reeds rekening gehouden met de 80%
vullimiet van de tank en de
resthoeveelheid die nodig is voor de
opvoering; deze waarde
vertegenwoordigt de maximum
toelaatbare vulinhoud. Bovendien kan
deze waarde per tankbeurt variëren als
gevolg van verschillen tussen de
pompdrukken van de stations, pompen
met verschillende leverings-/
vergrendelingsfuncties, niet volledig
lege tank.
BELANGRIJK
30)Let wel dat in sommige landen
(inclusief Italië) wettelijke beperkingen
gelden voor het parkeren/stallen van auto's
die rijden op gas dat dichter is dan
zuurstof; aardgas valt onder deze
categorie.31)Wijzigingen of reparaties aan het
brandstoftoevoersysteem die niet correct
zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening
wordt gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
32)Schakel niet om tussen de twee
werkingsmethodes tijdens het starten van
de motor.
BELANGRIJK
10)Het systeem werkt op temperaturen
tussen -20° C en 100° C.
11)Als de brandstof op raakt uit tijdens
werking op aardgas, schakelt de auto
automatisch op benzine over en alle
streepjes van de digitale indicator op de
display gaan uit. De display blijft in deze
staat tot weer aardgas wordt bijgetankt.
12)De auto is uitgerust met een gasvormig
aardgas inspuitsysteem dat speciaal
ontworpen is voor deze auto: daarom is
het absoluut verboden de configuratie van
het systeem of de componenten ervan
te wijzigen. Het gebruik van andere
componenten of materialen zou kunnen
leiden tot een slechte werking en
verminderde veiligheid; neem dus in geval
van problemen altijd contact op met het
Fiat Servicenetwerk. Volg, om
beschadiging aan onderdelen van het
gassysteem te voorkomen, wanneer het
voertuig wordt gesleept of opgekrikt, de
aanwijzingen op die beschreven zijn in de
paragraaf "Slepen van het voertuig" van het
Instructieboek.
42F1D0109
34
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 37 of 240

13)Bij gebruik van een lakoven moet de
aardgastank uit de auto verwijderd worden
en later weer worden gemonteerd bij het
Fiat Servicenetwerk. Alhoewel het
aardgassysteem talrijke
veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd als volgt te werk te gaan als
het voertuig lange tijd niet gebruikt wordt of
als het voertuig verplaatst wordt in een
noodgeval na pech of een ongeval: schroef
de bevestigingen A fig. 39los, verwijder
het deksel B. Sluit de aardgaskraan door
de ringmoer C rechtsom fig. 41te draaien.
Zet het deksel terug en draai de
bevestigingen weer vast.
14)Het wordt geadviseerd zo nu en dan
(minstens een keer per zes maanden),
de aardgas in de tank volledig te gebruiken
en, bij de volgende tankbeurt te controleren
of de maximuminhoud van 30,5 liter
(inclusief reserve) (met een tolerantie van 2
liter extra) niet overschreden wordt (zie
instructies in de paragraaf "Inhouden” van
dit supplement). Als het niveau de 30,5 liter
(inclusief reserve) overschrijdt, neem dan
onmiddellijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
15)Onafhankelijk van het laatst gebruikte
brandstoftoevoersysteem, zal het systeem
bij de volgende keer dat de motor gestart
wordt, na de aanvankelijke benzinefase,
automatisch overschakelen naar aardgas.16)Wanneer om omschakeling verzocht
wordt van benzine naar aardgas, kan
er een metaalachtig geluid van de kleppen
die het circuit onder druk zetten, hoorbaar
zijn. Bij de omschakellogica zoals hierboven
beschreven, is een vertraging tussen het
tikkende geluid van de kleppen en het
uitgaan van het groene lampje
op het
instrumentenpaneel volstrekt normaal.
17)In bijzondere gebruiksomstandigheden,
zoals starten en de werking bij lage
omgevingstemperatuur of toevoer van
aardgas met een laag propaangehalte, kan
het systeem tijdelijk omschakelen naar de
werking op benzine, zonder dat de
uitgevoerde schakelaar aangeduid wordt.
Als het gasniveau in de tank laag is, of
als er hoge prestaties gevraagd worden
(bijv. inhalen, volgeladen auto, steile
hellingen) kan het systeem automatisch
omschakelen naar de werking op benzine
om het vereiste motorvermogen te
garanderen. Het groene
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel gaat branden om dit
aan te geven. Wanneer bovengenoemde
omstandigheden niet langer aanwezig zijn,
keert het systeem automatisch terug naar
werking op aardgas en gaat het groene
lampje
uit. Om bovenbeschreven
automatische omschakeling te verkrijgen,
moet u zich ervan verzekeren dat er altijd
voldoende brandstof in de benzinetank zit.
18)Gebruik uitsluitend aardgas voor
motorvoertuigen.
19)Het strikt verboden is om additieven in
aardgas te gebruiken.
VERSIE MET
AARDGASSYSTEEM
(Natural Power)
33) 34) 35)20)
INLEIDING
De versie "Natural Power" heeft twee
brandstofsystemen, een voor benzine
en een voor aardgas (methaan).
AARDGASCILINDERS
De auto is uitgerust met twee cilinders
(totale inhoud ongeveer 72 liter) fig.
43-fig. 44 die zich onder de vloer van
het voertuig bevinden en die
beschermd zijn met twee speciale
beschermkappen.
43F1D0137
35
Page 38 of 240

Het aardgas, onder hoge druk
opgeslagen in de cilinders, stroomt via
een speciale pijp naar het
reduceerventiel/de drukregelaar die de
twee aardgasinjectoren van brandstof
op lage druk (ongeveer 9 bar) voorziet.
Cilindercertificering
De aardgascilinders zijn gecertificeerd in
overeenstemming met EEG-richtlijn nr.
110.
De cilinders moeten, in
overeenstemming met EEG-richtlijn
Procedure nr. 110, om de 4 jaar vanaf
de voertuigregistratiedatum
geïnspecteerd worden of in
overeenstemming met specifieke
voorschriften in afzonderlijke landen.Op de plaatjes, die door de dealer bij
de boorddocumentatie zijn geleverd, is
de datum voor de eerste inspectie
van de cilinders vermeld.
Aardgastankstations zijn niet bevoegd
de cilinders bij te vullen als de
inspectiedatum verstreken is.
BELANGRIJK Als het voertuig in een
ander land dan Italië geregistreerd
is, dan dienen de certificatiedata,
identificatie- en inspectieprocedures
voor de aardgascilinders te voldoen aan
de wetgeving van dat land. Onthoud
dat de levensduur van de cilinders
in ieder geval 20 jaar is vanaf de
productiedatum, zoals aangegeven in
EEG-richtlijn nr. 110.
KEUZE VAN
BRANDSTOFTOEVOER
BENZINE OF AARDGAS
36)21) 22) 23)
Deze motor loopt normaal op aardgas
behalve tijdens het starten, dan werkt
hij op benzine.
Met de knop A fig. 45 (benzine/
aardgasschakelaar) kunt u werking op
benzine of aardgas selecteren.Om te garanderen dat de omschakeling
in volstrekte veiligheid plaatsvindt,
hangt de daadwerkelijke omschakeling
naar het gewenste brandstofsysteem
af van de omstandigheden waaronder
de auto gebruikt wordt, en hoeft dus
niet onmiddellijk te zijn.
De omschakeling wordt bevestigd door
het aan-/uitgaan van het groene lampje
op het instrumentenpaneel.
Bovendien kan, bij het starten bij een
buitentemperatuur van minder dan
ongeveer -10°C, de omschakelingstijd
van benzine naar aardgas langer zijn
om de eenheid voor drukregeling/-
verlaging in staat te stellen op te
warmen.
Als het aardgas op raakt, wordt
automatisch overgeschakeld op
benzine. In dat geval gaan de vier
streepjes op de digitale meter uit en
gaat het groene lampje
op het
instrumentpaneel branden.
44F1D013845F1D0109
36
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 39 of 240

TANKEN
Aardgas
Inhoud: ongeveer 12 kg. Het totale
volume van de cilinders is ongeveer 72
liter.
BELANGRIJK
33)De Fiat Panda Natural Power is
uitgerust met een hogedruk
aardgasbrandstofsysteem, ontworpen om
te werken op een nominale druk van 200
bar. Het is gevaarlijk om het systeem te
forceren op hogere drukwaarden te laten
werken. Volg om schade aan de delen van
het gassysteem bij het slepen of opkrikken
van de auto te voorkomen, de instructies
in het instructieboekje in de paragraaf:
“Slepen van het voertuig”. Neem bij een
storing in het aardgassysteem alleen
contact op met een Fiat dealerbedrijf.
Breng geen wijzigingen aan het
aardgassysteem of de componenten ervan
aan. Zij zijn uitsluitend ontworpen voor de
Fiat Panda Natural Power. Het gebruik
van andere componenten of materialen
kan leiden tot storingen en kan de
veiligheid in gevaar brengen.34)Bij gebruik van een lakoven moeten de
cilinders uit het voertuig verwijderd worden
en vervolgens worden gemonteerd bij
een Fiat dealer. Alhoewel het
aardgassysteem talrijke
veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd de handbediende kraan voor
de cilinders te sluiten, elke keer als het
voertuig lange tijd niet gebruikt wordt,
getransporteerd wordt op een ander
voertuig of als het verplaatst wordt in een
noodgeval na pech of een ongeval.
35)Wijzigingen of reparaties aan het
brandstoftoevoersysteem die niet correct
zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening
wordt gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
36)Schakel niet om tussen de twee
werkingsmethodes tijdens het starten van
de motor.
BELANGRIJK
20)Als het aardgas opraakt, schakelt het
systeem automatisch over op benzine
en gaan alle streepjes op de digitale meter
op het display uit. De display blijft in deze
staat tot weer aardgas wordt bijgetankt.
21)Onafhankelijk van het laatst gebruikte
brandstoftoevoersysteem, zal het systeem
bij de volgende keer dat de motor gestart
wordt, na de aanvankelijke benzinefase,
automatisch overschakelen naar aardgas.22)Wanneer omschakelen van benzine
naar aardgas wordt gevraagd, kan tijdens
het starten van de auto een metaalachtig
geluid van de klep die druk opbouwt in het
circuit hoorbaar zijn. Bij de
omschakellogica zoals hierboven
beschreven, is een vertraging tussen het
tikkende geluid van de kleppen en het
uitgaan van het groene lampje
op het
instrumentenpaneel volstrekt normaal.
23)In bijzondere gebruiksomstandigheden,
zoals starten en de werking bij lage
omgevingstemperatuur kan het systeem
tijdelijk omschakelen naar de werking
op benzine, zonder dat er een indicatie
verschijnt of een lampje gaat branden. Als
het gasniveau in de tank laag is, of als er
hoge prestaties gevraagd worden (bijv.
inhalen, volgeladen auto, steile hellingen)
kan het systeem automatisch omschakelen
naar de werking op benzine om het
vereiste motorvermogen te garanderen.
Het groene waarschuwingslampje
op
het instrumentenpaneel gaat branden
om dit aan te geven. Wanneer
bovengenoemde omstandigheden niet
langer aanwezig zijn, keert het systeem
automatisch terug naar werking op
aardgas. Het groen lampje
gaat uit. Om
bovenbeschreven automatische
omschakeling te verkrijgen, moet u zich
ervan verzekeren dat er altijd voldoende
brandstof in de benzinetank zit.
37
Page 40 of 240
KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.BEDIENINGSPANEEL EN
BOORDINSTRUMENTEN ................ 39
DISPLAY ......................................... 40
LAMPJES EN BERICHTEN ............. 43
-Rode lampjes................................... 43
-Gele lampjes..................................... 51
-Groene lampjes................................. 60
-Blauwe lampjes................................. 62
-Symbolen en berichten op het
display................................................. 62
38
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL