DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningselementen, de instrumenten en de meters kunnen variëren afhankelijk van
de versies.
1. Verstelbare luchtroosters 2. Bedieningshendel buitenverlichting 3. Frontairbag bestuurderszijde 4. Bedieningshendel ruitenwissers voor/achter en
tripcomputer 5. Verstelbare en richtbare luchtroosters in het midden 6. Frontairbag passagierszijde 7. Dashboardkastje (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) 8. Radio (voor bepaalde uitvoeringen/markten) 9. Bedieningsknoppen 10. Versnellingspook 11. Bedieningsorganen voor
verwarming/ventilatie/klimaatregeling 12. Contactslot 13. Instrumentenpaneel 14. Elektrische voorruiten 15. ECO/ASR OFF toetsen (voor bepaalde
versies/markten)
1F1D0131
8
KENNISMAKING MET DE AUTO
INSTELLINGENMENU
Het menu omvat de volgende opties:
MENU
VERLICHTING
PIEP SNELHEID
SENSOR KOPLAMPEN (voor
bepaalde versies/markten)
INSCHAKELING/GEGEVENS TRIP
B
STEL UUR IN
STEL DATUM IN
RADIO HERHALING(voor bepaalde
markten/versies)
AUTOCLOSE (voor bepaalde
versies/markten)
MEETEENHEID
TAAL
GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
PIEP VEILIGHEIDSGORDELS (voor
bepaalde versies/markten)
SERVICE
AIRBAG/PASSENGER BAG (voor
bepaalde versies/markten)
DAGLICHTEN (voor bepaalde
versies/markten)
RESET BANDEN (voor bepaalde
versies/markten)
CITY BRAKE C. (voor bepaalde
versies/markten)
RESET OLIEPEIL (voor bepaalde
versies/markten)
EXIT MENU
Uitschakeling van de airbags aan
de passagierszijde: frontairbag
en zijairbag
Met deze functie kan de frontairbag aan
passagierszijde in- of uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
druk op de knopen druk na
weergave van het bericht
“Passagiersairbag: Uit” om uit te
schakelen) of het bericht
(“Passagiersairbag: Aan” om in te
schakelen) door op
ente
drukken, nogmaals op
drukken;
op het display verschijnt een bericht
met het verzoek om bevestiging;
druk op de knoppenof
om "Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te bevestigen)
of "Nee" (om te annuleren);
druk kort op de knop;er
verschijnt een bevestigingsbericht van
de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop ingedrukt om naar
het standaardscherm terug te keren
zonder op te slaan.Oliepeil resetten
(voor bepaalde versies/markten)
24)
Met deze functie wordt de
waarschuwing de olie bij te vullen
gereset die circa elke 8.000 km
verschijnt.
Ga als volgt te werk om deze
waarschuwing na het bijvullen van olie
te resetten:
Druk kort op de knop. Het
display vraagt u de reset te bevestigen.
Druk op de knopofen
selecteer “JA” om de waarschuwing te
resetten of “NEE” om de bewerking
te annuleren.
TRIP COMPUTER
De Trip Computer geeft informatie over
de werking van de auto weer op het
display, wanneer de contactsleutel in de
stand MAR staat. Er zijn twee
afzonderlijke reisfunctie, “Trip A” en
“Trip B” genaamd, waarmee de
gegevens over de gehele reis
onafhankelijk van elkaar bewaakt
kunnen worden.
41