Page 17 of 320

De essentie
Werking Openen en s luit
en
Ger
elateerde video Afb. 1
Openen en sluiten Portieren
Afb. 2
Sleutel met afstandsbediening: toet-
sen. Afb. 3
Middenconsole: drukknoppen voor
centr al
e vergrendeling. Ver- en ontgrendelen met de sleutel
●
Vergrendelen: druk op de knop ››
›
afb. 2.
● Ontgrendelen: druk op de knop ›››
afb. 2.
● Achterklep ontgrendelen: druk op de knop
›››
afb. 2 tot alle knipperlichten van de au-
to even knipperen.
Ver- en ontgrendelen met de schakelaar van
de centrale vergrendeling
● Vergrendelen: druk op de knop ›››
afb. 3.
Het symbool gaat geel branden om aan te
geven dat deze is ingeschakeld. Geen enkel
portier wordt geopend van buitenaf. U kunt
de portieren van binnen ontgrendelen door
tweemaal aan de slotgreep te trekken.
● Ontgrendelen: druk opnieuw op de knop
›››
afb. 3. Het symbool brandt weer in de nor-
male kleur.
››› in Beschrijving op pag. 130
›››
pag. 129 Ontgrendelen en vergrendelen van
het
be
s
tuurdersportier Afb. 4
Greep van het bestuurdersportier: slot-
c i
linder
verborgen. Als de centrale vergrendeling uitvalt, kan het
be
s
t
uurdersportier via de slotcilinder worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Bij het handmatig vergrendelen van het por-
tier, zullen alle andere portieren automatisch
vergrendelen. Bij het handmatig ontgrende-
len zal uitsluitend het portier van de bestuur-
der worden ontgrendeld. Volg de instructies
m.b.t. de inbraakbeveiliging ›››
pag.
136 op. » 15
Page 18 of 320

De essentie
● De s
l
eutelbaard van de wagensleutel uit-
klappen ›››
pag. 127.
● Steek de sleutelbaard in de onderste ope-
ning v
an de klep op de portiergreep aan be-
stuurderzijde ››› afb. 4 (pijl) en licht de klep
op.
● Voer de sleutelbaard in de slotcilinder en
ontgrendel
of vergrendel de wagen.
Bijzonderheden
● Het alarmsysteem blijft geactiveerd bij ont-
grendelde w
agens. Het alarm zal echter nog
niet afgaan ›››
pag. 136.
● Na het openen van portier aan bestuur-
dersz
ijde heeft u 15 sec. om het contact in te
schakelen. Daarna gaat het alarm af.
● Contact inschakelen. De elektronische weg-
rijblokkerin
g herkent een geldige sleutel en
schakelt het alarmsysteem uit. Let op
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd
wanneer de w ag
en met de sleutelbaard ver-
grendeld wordt ›››
pag. 136. Noodvergrendeling van de portieren
z
onder s
lot
cilinder Afb. 5
Portier noodvergrendelen. Als de centrale vergrendeling uitvalt, moeten
de por
tier
en
zonder slotcilinder apart worden
vergrendeld.
Aan de voorzijde van het bijrijdersportier zit
een noodvergrendeling (alleen zichtbaar bij
geopend portier).
● Afdekkap uit de opening trekken.
● De sleutel in de gleuf in de binnenkant ste-
ken en naar r
echts (rechterportier) resp. naar
links (linkerportier) draaien tot tegen de aan-
slag.
Nadat het portier is vergrendeld, kan het por-
tier niet meer van buitenaf worden geopend.
Het portier kan van binnenuit worden ont-
grendeld en geopend door eenmaal aan de
slotgreep te trekken. Achterklep
Afb. 6
Achterklep: greep De werking van de achterklepontgrendeling
i
s
el
ektrisch*. Deze wordt geactiveerd door
licht te drukken op de greep ››› afb. 6.
Dit systeem is al dan niet operationeel naar-
gelang de status van de wagen.
Als de achterklep vergrendeld is, kan ze niet
geopend worden; is ze echter ontgrendeld,
dan is de ontgrendeling operationeel en kan
ze geopend worden.
Om de status vergrendelen/ontgrendelen te
wijzigen, drukt u op de drukknop of op de
toets ››› afb. 2 van de sleutel met afstands-
bediening.
Is de achterklep open of niet juist gesloten,
dan wordt dit op het display van het instru-
mentenpaneel weergegeven.* Als bij het be-
reiken van een snelheid van 6 km/u (4 mph) 16
Page 19 of 320

De essentie
de achterklep open gaat, klinkt een extra
w aar
s
chuwingssignaal*.
● De achterklep openen: druk lichtjes op de
greep ››
› afb. 6. De klep wordt automatisch
geopend.
● De achterklep sluiten: houd de klep bij een
van de handgr
epen van de binnenbekleding
vast en sluit de klep door hem zachtjes aan
te duwen.
››› in Openen en sluiten op pag. 139
››› pag. 17 Noodontgrendeling van achterklep
Afb. 7
Noodontgrendeling van achterklep. Maakt openen mogelijk ingeval de centrale
v
er
gr
endeling niet werkt (bijvoorbeeld bij
een lege batterij).
In de bekleding van de bagageruimte zit een
gleuf die toegang geeft tot het mechanisme
voor noodopenen.
Openen van de achterklep vanaf de binnen-
zijde van de bagageruimte
● Steek de sleutelbaard in de gleuf en ont-
grendel het
sluitsysteem door de sleutel
linksom te draaien, zoals de pijl aangeeft
››› afb. 7.
Gerelateerde video Afb. 8
Motorkap Motorkap
Afb. 9
Ontgrendelingshendel in de voeten-
ruimt e
v
an de bestuurder. Afb. 10
Hendel onder de motorkap. Alvorens de motorkap te openen, controleert
u of
de ruit
en
wissers op de voorruit rusten.
● Open het portier en trek aan de hendel on-
der het da
shboard ››› afb. 9 1 .
» 17
Page 20 of 320

De essentie
● Druk om de mot
ork
ap te openen de hendel
in het midden onder de motorkap naar links
››› afb. 10 2 . De vergrendelingshaken ko-
men vrij.
● De mot
orkapsteun losmaken en in de daar-
voor bedoelde p
laats van de motorkap vast-
zetten.
››› in Veiligheidsaanwijzingen voor
werkzaamheden in de motorruimte op
pag. 278
››› pag. 278 Elektrische ruitbediening*
Afb. 11
Detail van het bestuurdersportier: be-
dienin gsel
ementen voor de ruiten. ●
De ruit
openen: druk
op de knop .
● De ruit sluiten: trek aan de knop .
Knoppen in het be
stuurdersportier
Ruit van het portier linksvoor
Ruit van het portier rechtsvoor
Ruit van het portier linksachter (alleen bij
wagens met elektrische ruitbediening
achter)
Ruit van het portier rechtsachter (alleen
bij wagens met elektrische ruitbediening
achter)
Veiligheidsschakelaar voor het uitschake-
len van de ruitbedieningsknoppen in de
achterportieren (alleen bij wagens met
elektrische ruitbediening achter)
››› in De ruiten elektrisch openen en
sluiten* op pag. 139
››› pag. 139 1
2
3
4
5 Vóór elke rit
Ger el
at
eerde video Afb. 12
Interieur van de
auto Voorstoelen handmatig verstellen
Afb. 13
Voorstoelen: handmatig verstellen
v an de s t
oel. Vooruit/achteruit: trek aan de hendel en
v
er
s
chuif de stoel.
Omhoog/omlaag: trek de hendel omh-
oog of duw deze omlaag.
1 2
18
Page 21 of 320
De essentie
Rugleuning schuiner zetten: draai aan
het bedienin
g
sknop.
››› in Voorstoelen verstellen op
pag. 151 Hoofdsteun verstellen
Afb. 14
Voorstoel: hoofdsteun verstellen. ●
Druk om de hoofdsteun hoger of lager te
z ett
en op de knop aan de
zijkant 1 , schuif
hem omhoog of om
l
aag tot hij in de gewen-
ste stand vastklikt.
››› in Voorste hoofdsteunen verstellen
op pag. 151
››› pag. 76, ››› pag. 151 3
Veiligheidsgordel verstellen
Afb. 15
De slotgesp van de veiligheidsgordel
aanbr en
g
en en verwijderen. Afb. 16
Juist verloop van de gordelband en
een juis t
e stand van de hoofdsteun van voren
en opzij gezien. Om de veiligheidsgordel te verstellen bij de
s
c
houder
, regelt u de hoogte van de stoelen.
Het schoudergedeelte goed in het midden,
nooit over de hals. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bovenlichaam.
Het heupgedeelte loopt over het bekken,
nooit over de buik. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bekken.
››› pag. 80
››› pag. 82 19
Page 22 of 320

De essentie
Gordelspanners Bij een botsing worden de veiligheidsgordels
van de
v
oorste zitplaatsen automatisch strak
getrokken.
De gordelspanner kan slechts eenmaal wor-
den geactiveerd.
››› in Onderhoud en afvoer van de gor-
delspanners op pag. 83
››› pag. 83 Buitenspiegels verstellen
Afb. 17
Detail van het bestuurdersportier: be-
dienin gsel
ement voor buitenspiegel. Buitenspiegels verstellen: knop naar de ge-
w
en
s
te stand draaien: Door de knop naar de juiste stand te
breng
en, stelt u de buitenspiegel aan de
zijde van de bestuurder (L, links) en aan
de zijde van de bijrijder (R, rechts) in de
gewenste richting in.
Spiegels inklappen.
››› in Elektrisch bediende buitenspie-
gels* op pag. 150
››› pag. 150 Stuur verstellen
Afb. 18
Hendel linksonder aan de stuurko-
lom. ●
Positie van het stuur verstellen: trek de
hendel
›
›
› afb. 18 1 omlaag, plaats het stuur
in de g ew
en
ste positie en breng de hendel
opnieuw omhoog tot het sluitpunt. L/R
››› in Stand van het stuurwiel verstel-
len op pag. 74 Airbags
Gerelat
eerde video Afb. 19
Interieur van de
aut o20
Page 23 of 320

De essentie
Voorairbags Afb. 20
Bestuurdersairbag in het stuurwiel. Afb. 21
Bijrijdersairbag in het dashboard. De voorairbag van de bestuurder bevindt zich
in het
s
t
uurwiel ››› afb. 20 en die van de bijrij-
der in het dashboard ››› afb. 21. De airbags
zijn gemarkeerd met het opschrift "AIRBAG".
De airbagafdekkingen worden bij het active-
ren van de bestuurders- en bijrijdersairbag
geopend en blijven aan het stuurwiel en het
dashboard zitten ››› afb. 20, ››› afb. 21.
Het voorairbagsysteem biedt in combinatie
met de veiligheidsgordels extra bescherming
op hoofd- en borsthoogte van de bestuurder
en bijrijder in geval van zware frontale bot-
singen. De speciaal ontwikkelde airbag maakt het
mogelijk d
at het gas onder het gewicht van
de inzittende gericht wegstroomt. Op deze
wijze worden het hoofd en het bovenlichaam
beschermd en door de airbag opgevangen.
Na een aanrijding is de luchtzak derhalve zo
ver leeggelopen dat het zicht naar voren weer
vrij is.
››› pag. 87 Voorairbag van de bijrijder buiten
w
erk
in
g stellen* Afb. 22
Schakelaar voorairbag aan bijrijders-
z ijde. Om de voorairbag van de bijrijder buiten
w
erk
in
g te stellen:
● Open het portier aan de voorpassagierszij-
de. » 21
Page 24 of 320

De essentie
● De s
l
eutel in de overeenkomstige gleuf van
de schakelaar voor deactivering steken.
● De sleutel blijft ongeveer ¾ van zijn lengte
zitten (m
aximaal).
● Draai de sleutel in stand . Niet te
veel
kracht uitoefenen. Indien u moeilijkheden
ondervindt, controleert u of de sleutel tot de
aanslag is ingestoken.
● Kijk tot slot naar het controlelampje op het
dashbo
ard, waar staat
aangegeven, moet het opschrift verschij-
nen.
››› in Voorairbag van de voorpassagier
buiten werking stellen* op pag. 89
››› pag. 89 Zij-airbags*
Afb. 23
Zij-airbag in de bestuurdersstoel. Afb. 24
Zij-airbag volledig opgeblazen in het
linker deel
van de wagen. De zij-airbags zitten in de rugleuningvulling
v
an de be
s
tuurdersstoel ››› afb. 23 en van de
bijrijdersstoel. De inbouwplaatsen zijn ge-
markeerd door het opschrift "AIRBAG" boven-
aan de rugleuningen.
De zij-airbags bieden in aanvulling op de vei-
ligheidsgordels extra bescherming voor het
bovenlichaam van de inzittenden bij zware
botsingen van opzij.
Bij botsingen van opzij wordt door de zij-air-
bags het gevaar op lichamelijk letsel voor de
inzittenden gereduceerd aan de zijde waar
de impact plaatsvindt. Behalve hun gewone
beschermende functie hebben de veilig-
heidsgordels ook de taak om de inzittenden
op de stoelen voorin en op de buitenste zit-
plaatsen achterin bij een aanrijding van opzij
zo op hun plaats te houden dat de zij-airbags
maximale bescherming kunnen bieden.
››› in Zij-airbags* op pag. 87 Hoofdairbags*
Afb. 25
Plaats en gebied van openvouwen
v an de hoof
d
airbag. Aan elke zijde van de binnenruimte boven de
deur
en bev
indt
zich een hoofdairbag ›››
afb.
25. Deze plek wordt aangeduid met het
woord "AIRBAG".
Wanneer de hoofdairbag wordt geactiveerd,
neemt hij de in het rood aangeduide ruimte
in ›››
afb. 25 (gebied van het openvouwen).
Hierom is het verboden om voorwerpen in dit
gebied te plaatsen of vast te maken ››› in
Hoof d
airb
ags* op pag. 88.
Bij botsingen van opzij wordt de hoofdairbag
geactiveerd die zich aan de zijde van de bot-
sing bevindt. 22