Page 105 of 320

Zekeringen en lampjesNr.Stroomverbruiker/Ampère
6Centrale vergrendeling40
8Aanjager verwarming/Climatronic30
10Trekhaak20
11Elektrokleppen CNG7,5
13Lichtschakelaar, LSS- en SMLS-stuur-
kolom, diagnoseaansluiting, re-
gen-/lichtsensor7,5
14LSS-stuurkolom: ruitenwisserhendel10
15Combi7,5
16Voeding lichten rechts40
17Ruitbediening rechterportieren30
18Ruitenwissers30
19Radio, multimediasysteem25
20Achterruitverwarming30
21SCR-regeleenheid30
23Rear view camera7,5
24Connectivity Box, aansluiting externe
audiobronnen (dubbele USB-Aux IN),
telefoonversterker, MIB-scherm5
25Elektronica stuurkolom (MFL)7,5
26Gateway7,5
27Regeleenheid actieve wielophanging7,5
28DWA-sensor7,5
Nr.Stroomverbruiker/Ampère
29DWA-claxon7,5
31Regeleenheid clima 9AA/9AB7,5
Regeleenheid Climatronic 9AK15
32LSS-stuurkolom, zonder Kessy7,5
33Ruitbediening linkerportieren30
35Voeding lichten links40
36Signal horn20
37Regeleenheid stoelverwarming30
38BCM Power C6330
39BSD, PDC, MRR10
40
Lichtschakelaar, diagnoseaansluiting,
lichtbundelhoogteverstelling, LSS-
stuurkolom: lichten, halogeenkoplam-
pen, achteruitrijschakelaar
7,5
41Elektrochromatische spiegel, afstel-
ling buitenspiegels zonder inklappen,
RKA zonder radio7,5
42Koppelingspedaal, startrelais, CNG-re-
lais bobine7,5
43DWP-relais bobine, achterruitwisser-
motor15
44Airbag7,5
45Linker koplamp Leimo Plus7,5
46Rechter koplamp Leimo Plus7,5
Nr.Stroomverbruiker/Ampère
48Stuurkolomvergrendeling, Kessy re-
geleenheid7,5
49SCR-relais bobine7,5
51Aircodruksensor, verwarmde sproeiers7,5
53Keuzehendel automaat, ZSS7,5
58Dubbele waterpomp7,5
59Verwarmde buitenspiegels10
60Trekhaak30
61Trekhaak30
Zekeringenoverzicht in de motorruim-
t
e Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
pag. 59
Vervang de zekeringen alleen door zekerin-
gen voor dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur
en opschrift) en grootte.
Nr.Stroomverbruiker/Ampère
1Module motorinspuiting30» 103
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 106 of 320

NoodgevallenNr.Stroomverbruiker/Ampère
2
Brandstofdoseerklep (TJ4/T6P/TJ7),
Circulatiepomp koelvloeistof lage tem-
peratuur (TJ4/T6P/TJ7); Oliedrukregel-
klep (TJ1), AGR koelingsklep (TJ1), Ho-
ge- en lagedrukwaterpomp (TJ1), SCR-
relais bobine
7,5
3Lambdasondes15
4Pomprelais benzinemotor (MPI), Vlot-
terregeleenheid (TSI en Diesel)15
5
Drukomzetter, EPW elektroklep, TOG-
sensor, PWM elektrische ventilator,
Variabele distributieklep, Klep voor ac-
tief-koolstofreservoir en oliedrukregel-
klep (TSI)
15
6
Ontstekingsbobines (MPI en TSI)30
Gloeibougierelais, weerstand aanzuig-
buis (diesel)7,5
7Onderdrukpomp (TSI)15
8EKP-relais verstuivers en bobine (MPI
en CNG), brandstofdoseerklep (diesel)10
9Servosensor7,5
10Vref accu: Gateway, BDM en BCM7,5
14Module motorinspuiting, hoofdrelais
motor, ESC15
15Automatische versnellingsbak DQ200
en AQ16030
1750 diag7,5
Nr.Stroomverbruiker/Ampère
18Startmotor30
20ESC (pomp)60
ABS (pomp)40
21ESC/ABS (kleppen)25
24Elektrische ventilator TH4 zonder airco
voor landen met gematigd klimaat30
25
Elektrische ventilator TH4 met airco of
T5I voor landen met gematigd klimaat20
PTC140
26Elektrische ventilator TJ1/TJ4/TJ7/T6P
of TH4/T5I voor landen met gematigd
klimaat50
27
Elektrische ventilator TH4 met airco of
T5I voor landen met gematigd klimaat30
PTC240
28PTC340
Vervangen van lampjes
A l
g
emene aanwijzingen Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
pag. 60
Voor het vervangen van lampjes is enige
technische vaardigheid vereist. Als u zelf lampen wilt vervangen in het mo-
torc
ompartiment, houd er dan rekening mee
dat dit een gevaarlijke zone is ››› in Veilig-
heid s
aan
wijzingen voor werkzaamheden in
de motorruimte op pag. 278.
Een lampje mag alleen worden vervangen
door een lampje van gelijke uitvoering. De
aanduiding van het wattage staat op de
lampvoet.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau zijn er
verschillende koplampsystemen en achter-
lichten:
● Halogeenkoplamp
● Full-led koplamp*
● Hoofd-halogeenkoplamp met led-dagrijver-
lichting*
● A
chterlicht met lampen
● Achterlicht met led*
Ful
l-led koplampen*
Full-led koplampen verrichten alle verlich-
tingsfuncties (daglicht, parkeerlicht, knipper-
licht, dimlicht en routelicht) met lichtgevende
diodes (led's) als lichtbron.
De full-led koplampen zijn ontworpen om de
gehele levenscyclus van de wagen mee te
kunnen en de lichtbronnen kunnen niet wor-
den vervangen. Bij schade aan een koplamp
moet u naar de werkplaats van een officiële
dealer gaan voor vervanging.
104
Page 107 of 320

Zekeringen en lampjes
ATTENTIE
● Als
de motor op bedrijfstemperatuur is,
moet bij werkzaamheden in de motorruimte
bijzonder zorgvuldig te werk worden gegaan -
gevaar voor verbranding!
● Lampen staan onder druk en kunnen explo-
deren al
s ze worden vervangen - gevaar voor
verwondingen!
● Let er bij het vervangen van de lampen op,
dat u
zich niet verwondt aan scherpe delen in
het koplamphuis. VOORZICHTIG
● Voor het w
erken aan het elektrisch systeem
moet de sleutel uit het contact gehaald wor-
den. Gevaar voor kortsluiting!
● Vóór het vervangen van het gloeilampje de
verlichtin
g resp. parkeerlichten uitschakelen. Milieu-aanwijzing
Met betrekking tot de opslag en afvoer van
defect e l
ampjes kunt u informatie verkrijgen
bij de gespecialiseerde winkels. Let op
● Afhank elijk
van de weersomstandigheden
(koude, vocht) kunnen de koplampen, de mis-
tlampen, achterlichten en knipperlichten tij-
delijk beslaan. Dit heeft geen invloed op de
levensduur van het verlichtingssysteem. Bij
het inschakelen van de lichten, ontwasemt de
zone waar de lichtbundel uitstraalt snel. Het is echter mogelijk dat de randen binnenin
aang
e
slagen blijven.
● Controleer regelmatig of de verlichting van
uw wag
en goed werkt, met name de verlich-
ting aan de buitenzijde van de wagen. Dat is
niet alleen in het belang van uw eigen veilig-
heid, maar ook in het belang van de veilig-
heid van andere verkeersdeelnemers.
● Zorg ervoor dat u een nieuw lampje hebt,
voord
at u het kapotte lampje gaat uitbouwen.
● Lampenglas niet met de blote hand aanra-
ken. Gebruik
een stoffen doek of papier. Pak
het glas van het gloeilampje niet met blote
handen vast. Gebruik een schone stoffen
doek of schoon papier. De vetsporen die de
vingers achterlaten zouden anders door de
warmte van het brandende gloeilampje ver-
dampen en op het spiegeloppervlak neer-
slaan met als gevolg dat de reflector dof
wordt.
● Afhankelijk van de uitrusting van de wagen
kan de binnen- en/of
buitenverlichting ge-
heel of gedeeltelijk uit led bestaan. De leds
gaan gemiddeld langer mee dan de levens-
duur van de wagen. Bij schade aan een led-
lampje moet u naar de werkplaats van een of-
ficiële dealer gaan voor vervanging. Gloeilampjes voor vervangen
Lamp j
e
van het grootlicht Afb. 109
In de motorruimte: lampje grootlicht. –
Motorkap openen.
– Draai het deksel 1 naar links en verwijder
het
›
›
› afb. 109.
– Verwijder de stekker van het lampje 2 door deze naar buiten te trekken.
– Verwijder het lampje door het los te trekken
en p l
aats
het nieuwe.
– Breng de stekker van het lampje 2 aan.
– Breng het deksel 1 aan en draai het naar
r ec
hts.
– W
erking van het nieuwe lampje controle-
ren.
105
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 108 of 320

Noodgevallen
Lampje dimlicht Afb. 110
In de motorruimte: de afdekking ver-
w ijder
en. Afb. 111
In de motorruimte: lampje dimlicht. –
Motorkap openen. –
De b
and ›
›› afb. 110 1 verplaatsen in pijl-
ric htin
g en de af
dekking verwijderen.
– Verwijder de stekker van het lampje ›››
afb.
111 2 .
– Haak de houderveer ››
›
afb. 111 3 los
door de v
eer n
aar binnen en naar rechts te
drukken.
– Verwijder het lampje en plaats het nieuwe,
zodat
het bevestigingsuitsteeksel van de
schotel past in de uitsparing van de reflec-
tor.
– Connector plaatsen.
– Deksel plaatsen en band sluiten. Ervoor
zorg
en dat gedurende deze handeling de
pakking goed vastzit op de afdekking van
de houder.
– Werking van het nieuwe lampje controle-
ren. Knipperlic
ht en DRL-/stadslicht (dag-
licht) 1) Afb. 112
In de motorruimte: lampje knipper-
lic ht
1 en lampje DRL-licht (daglicht)
2 .
–
Motorkap openen.
– Draai de fitting ››
› afb. 112 1 of
2 naar
link s
en tr
ek hem los.
– Verwijder het lampje door dit naar links te
draaien en te
gelijkertijd op de fitting te
drukken.
– Ga in omgekeerde volgorde te werk voor de
montage. 1)
Bij uitvoeringen met koplampen met led-daglicht
kan dit l
ampje niet worden vervangen. Het is zo ont-
worpen dat het de hele levensduur van de wagen
meegaat. Bij een defect moet u naar de werkplaats
van een officiële dealer gaan voor vervanging.
106
Page 109 of 320

Zekeringen en lampjes
Lamp van mistlicht Afb. 113
Mistlamp: rooster verwijderen Afb. 114
Mistlamp: fitting uitbouwen De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer
en:
Steek een schroevendraaier in de gleuf
››› afb. 113 (pijl). Maak vervolgens de
klemmen rondom het rooster los door
eraan te trekken.
1. Verwijder de 3 bouten
›››
afb. 114 1 en
neem de mi s
tl
amp weg.
Verwijder de stekker van het lampje 2 .
Dr aai fittin
g 3 naar links en trek los.
V er
w
ijder het lampje door het naar links
te draaien en er tegelijkertijd op te druk-
ken.
Vervang het lampje door erop te druk-
ken en het tegelijkertijd naar rechts te
draaien. Let hierbij op de juiste stand
van de bevestigingsgeleiders.
Ga in omgekeerde volgorde te werk voor
de montage.
Werking van het nieuwe lampje controle-
ren.
2.
3.
4.
5.
6.
7
8.
Gloeilampjes achter vervangen
Acht
erlichten (in zijpaneel) Afb. 115
Bagageruimte: toegang tot de be-
v e
s
tigingsbout van het achterlicht. Afb. 116
Bevestigingslippen aan de achterzij-
de van het
achterlicht. De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer
en:
Controleren welk lampje defect is. »
1.
107
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 110 of 320

Noodgevallen
Achterklep openen.
V er
w
ijder het deksel door het met de
platte zijde van een schroevendraaier in
de uitsparing ››› afb. 115 1 los te wip-
pen.
V er
w
ijder de stekker van het lampje 2 .
Dr aai met
de h
and of met een schroe-
vendraaier de bevestigingsschroef van
de lamp los 3 .
D e l
amp
van de carrosserie weghalen
door ze voorzichtig naar u te trekken en
op een schone en vlakke ondergrond
leggen.
Demonteer de fitting door de bevesti-
gingslipjes te openen ››› afb. 116 A .
D ef
ect
e lampje vervangen.
In omgekeerde volgorde te werk gaan
voor de montage en speciaal opletten
bij het plaatsen van de fitting. De beves-
tigingslippen moeten hoorbaar vastklik-
ken. VOORZICHTIG
Ga bij het uitbouwen van het achterlicht voor-
zic htig t
e werk, om te voorkomen dat onder-
delen resp. lak beschadigd raken. Let op
● Een z
achte doek klaarleggen, zodat er geen
krassen op het achterlichtglas komen als dit
wordt neergelegd. 2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
●
Bij het ac ht
erlicht met leds kan alleen het
lampje van het knipperlicht en dat van het
achteruitrijlicht worden vervangen. Achterlichten (in achterklep)
Afb. 117
Achterklep open: de afdekking ver-
w ijder
en. Afb. 118
Fitting uitbouwen. De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer
en:
Controleren welk lampje defect is.
Achterklep openen.
Trek de afdekking van de achterklep in
pijlrichting los ››› afb. 117.
Verwijder de stekker van het lampje
››› afb. 118 1 .
D emont
eer de fittin
g door de bevesti-
gingslipjes te openen A .
D ef
ect
e lampje vervangen.
Met een doek eventuele vingerafdruk-
ken op het glas van het lampje verwijde-
ren.
Werking van het nieuwe gloeilampje
controleren.
In omgekeerde volgorde te werk gaan
voor de montage en speciaal opletten
bij het plaatsen van de fitting, daarbij
controleren of de bevestigingslippen
goed vastzitten. Let op
● Bij het ac ht
erlicht met leds kan alleen het
lampje van het knipperlicht en dat van het
achteruitrijlicht worden vervangen. 1.
2.
3.
4.
5.
4.
6.
7.
8.
108
Page 111 of 320

Zekeringen en lampjes
Kentekenverlichting –
Steek een schroevendraaier aan de platte
zijde in de hier t
oe voorziene gleuf en ver-
wijder het licht.
– Verwijder de fitting door te draaien tot deze
loskomt
.
– De gloeilamp vervangen.
– Bouw de fitting in, door te draaien tot deze
vas
tzit.
– Plaats het licht in de overeenkomstige hol-
te en druk t
ot een "klik" hoorbaar is.
Zijknipperlichten Afb. 119
Knipperlicht ingebouwd in de bui-
t en
s
piegel De zijknipperlichten zijn van het type led en
z
ijn in
g
ebouwd in de buitenspiegels. Bij een defect moet u naar de werkplaats van
een officiële de
aler gaan voor vervanging.
Derde remlicht Gezien de moeilijkheden betreffende de ver-
van
gin
g van dit licht dient dit in een garage
uitgevoerd te worden.
Lampjes aan de binnenzijde
verv
angen
Interieurverlichting en leeslampjes
voorin Afb. 120
Leeslampje voorin. Het glas verwijderen
– De platte kant van een dunne schroeven-
dr aaier t
u
ssen het huis en het glas steken
››› afb. 120.
– Het glas voorzichtig loswippen om bescha-
digingen t
e voorkomen.
Om de lampjes te vervangen
– De lampjes naar buiten trekken.
– Om het middelste lampje te verwijderen,
deze v
asthouden en naar één kant duwen.
Voor de montage – In omgekeerde volgorde te werk gaan en
zachtj
es aan de buitenkant van het lampje
drukken.
– Eerst het glas met de kleine bevestigings-
randen op het fr
ame van de schakelaar zet-
ten. Vervolgens op de voorkant drukken tot
de twee lange randen in de houder vallen. Let op
Bij de interieurverlichting met leds kunnen de
lamp j
es niet worden vervangen. Als het licht
niet werkt moet u naar een officiële dealer
gaan. 109
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 112 of 320
Noodgevallen
Bagageruimteverlichting* Afb. 121
Bagageruimteverlichting. Afb. 122
Bagageruimteverlichting. –
Verwijder de kap door op de rand van de
binnen
z
ijde (pijl) te drukken met de vlakke
kant van een schroevendraaier ››› afb. 121.
– Druk zijdelings op het lampje en verwijder
het uit de houder ›
›› afb. 122.
110