Page 33 of 735
311
Veiligheidssysteem van uw auto
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verwijderen en plaatsen
Verwijderen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning (2) rechtop met de rugleuningverstelling of
rugleuningschakelaar (1).
2. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog.
ODM032010
ODM033060
ODM033062
■
Type A
■ Type B
OPMERKING
Wanneer u de rugleuning naar
voren klapt terwijl de hoofdsteun en
zitting niet zijn ingeklapt, raakt dehoofdsteun mogelijk de zonneklep
of andere onderdelen van de auto.
OYFH034205
Page 34 of 735
Veiligheidssysteem van uw auto
12
3
3. Druk de ontgrendelknop hoofdsteun
(3) in terwijl u de hoofdsteun naar
boven (4) trekt.
Plaatsen van de hoofdsteun:
1. Stop de pennen van de hoofdsteun (2) inde gaten terwijl u de ontgrendelknop (1)
indrukt.
2. Zet de rugleuning (4) rechtop met de rugleuningverstelling of
rugleuningschakelaar (3). 3. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de
gewenste hoogte.
ODM033061
ODM033063
■
Type A
■ Type B
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteunen
goed vergrendeld zijn nadat ze
opnieuw geplaatst zijn en of ze
goed zijn afgesteld.
WAARSCHUWING
Laat iemand tijdens het rijden
NOOIT zitten in een stoel waarvan
de hoofdsteun verwijderd is.
Page 35 of 735
313
Veiligheidssysteem van uw auto
Stoelverwarming
(indien van toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de
voorstoelen bij lage buitentemperaturen
verwarmd worden.De stoelverwarming kan worden
ingeschakeld door op de schakelaar te
drukken voor de bestuurdersstoel en/of
de stoel van de voorpassagier als hetcontact in stand ON staat.
Laat de schakelaars in stand UIT staan
als de stoelverwarming niet gebruikt
hoeft te worden.• Telkens als u op de schakelaar drukt,
verandert de temperatuurinstelling
voor de stoel als volgt:
• De standaardinstelling voor de stoelverwarming is UIT als het contact
in stand ON wordt gezet.
✽AANWIJZING
Als de schakelaars voor de
stoelverwarming in stand AAN staan,
schakelt de stoelverwarming
automatisch aan of uit, afhankelijk van
de temperatuur van de stoel.ODM032015
ODM032016
■ Type C
■Type D
UIT →HOOG( ) →MIDDEN( ) →LAAG( )
→
ODM032013
ODM032014
■Type A
■Type B
Page 36 of 735

Veiligheidssysteem van uw auto
14
3
Stoelverkoeling
(stoel met luchtventilatie)
(indien van toepassing)
De temperatuurinstelling van de stoel
verandert afhankelijk van de stand van
de schakelaar.
• Als u de zitting wilt verwarmen, drukt u
de schakelaar in (rood).
ODM032017
ODM032018
■Type A
■Type B
OPMERKING
- Stoelbeschadigingen
• Gebruik voor het reinigen van de
stoelen geen organischoplosmiddel, zoals thinner,alcohol of wasbenzine. Hierdoor
kan de stoelverwarming en de stoel zelf beschadigd worden.
• Plaats geen isolerende materialen zoals dekens, kussensof hoezen op de stoel wanneer de
stoelverwarming is ingeschakeld.Dit kan leiden tot oververhitting.
• Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijnvoorzien van stoelverwarming.
Hierdoor kunnen de onderdelenvan de stoelverwarming
beschadigd raken.
• Wijzig de bekleding van de stoel niet. Dit kan de stoelverwarming
beschadigen.
WAARSCHUWING
De stoelverwarming kan ERNSTIGE
BRANDWONDEN veroorzaken, zelfs
bij lage temperaturen, en in hetbijzonder als de stoelverwarming
gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Passagiers moeten in
staat zijn te voelen of de stoel te
warm wordt, zodat ze destoelverwarming uit kunnen
schakelen, indien noodzakelijk.
Bij personen die
temperatuurwisselingen of pijn aan
de huid niet kunnen voelen, moet
extreme voorzichtigheid in acht
worden genomen, vooral als het
gaat om de volgende soorten
passagiers:
• Kinderen, ouderen, gehandicapten en ziekenhuispatiënten.
• Mensen met een gevoelige huid die gemakkelijk verbranden.
• Vermoeide personen.
• Dronken personen.
• Personen die onder invloed zijn van medicijnen die het
reactievermogen verminderen ofslaap opwekken.
Page 37 of 735

315
Veiligheidssysteem van uw auto
• Als u de zitting wilt koelen, drukt u deschakelaar in (blauw).
• Telkens als u op de toets drukt, verandert de luchtcirculatie als volgt:
• De standaardinstelling voor de stoelverwarming (met luchtventilatie) is
UIT als het contact in stand ON wordt
gezet.
UIT →HOOG( ) →MIDDEN( ) →LAAG( )
→
OPMERKING
Om beschadiging van de
stoelverwarming, -ventilatie enstoelen te voorkomen:
• Gebruik de stoelverwarming en - ventilatie ALLEEN als hetverwarmings- en
ventilatiesysteem is ingeschakeld. Als destoelverwarming en -ventilatie
gedurende langere tijd gebruikt wordt terwijl het verwarmings- en
ventilatiesysteem uitgeschakeldis, kan er een defect ontstaan aan
de stoelverwarming en -ventilatie.
• Gebruik voor het reinigen van de stoelen geen oplosmiddel, zoals
thinner, benzeen, alcohol of wasbenzine.
(Vervolg)
(Vervolg)• Voorkom dat er vloeistoffen gemorst worden op het oppervlakvan de zittingen en rugleuningen
van de stoelen; hierdoor zouden
de uitstroomopeningen verstoptkunnen raken wat een defect kan
veroorzaken.
• Plaats geen materialen zoals plastic tassen of kranten onder
de stoelen. Deze zouden deluchtinlaat kunnen blokkeren,
waardoor de uitstroomopeningen mogelijk niet goed werken.
• Wijzig de bekleding van de stoel niet. Hierdoor zou schade aan destoelverwarming en -ventilatie
kunnen ontstaan.
• Zet de motor uit en start hem weer als de uitstroomopeningen
niet werken. We adviseren u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer als dat geen verbetering brengt.
Page 38 of 735

Veiligheidssysteem van uw auto
16
3
Opbergvak in rugleuning
In de rugleuning van beide voorstoelen
bevindt zich een opbergvak. Afstellen van de achterbank
Voorwaartse/achterwaartse richting
(2ezitrij)
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de langsverstelling aan de voorzijde van
de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en
controleer of de stoel goed vergrendeld
is door te proberen deze handmatig naar
voren of achteren te schuiven. Als de
stoel beweegt, dan is hij niet goed
vergrendeld.
Rugleuningverstelling (2ezitrij)
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Trek de hendel van de rugleuningverstelling omhoog.
2. Houd de hendel omhooggetrokken en verstel de rugleuning in de gewenste
positie.
3. Laat de hendel los en zorg dat de rugleuning in die positie vergrendeld is.
(De hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.)
ODM032020
ODM032019
WAARSCHUWING - Opbergvakken rugleuning
Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen in de opbergvakken.
Bij een ongeval kunnen ze uit de
opbergvakken geslingerd worden
en inzittenden verwonden.
OCM030052
Page 39 of 735

317
Veiligheidssysteem van uw auto
Walk-in-stoel (stoel 2ezitrij, indien van toepassing)
Bereiken van de 3 e
zitrij:
1. Leid de veiligheidsgordel door de geleider. Trek, nadat de veiligheidsgordel
is vastgemaakt, de band strak door hem
omhoog te bewegen.
2. Trek de walk-in-hendel (1) op de rugleuning van de 2 e
zitrij omhoog. 3. De rugleuning van de 2
e
zitrij klapt
naar beneden en de stoel wordt
helemaal naar voren geschoven. Schuif na het in- of uitstappen de stoel
van de 2 e
zitrij weer helemaal naar
achteren en klap de rugleuning
omhoog tot hij vastklikt. Controleer of
de stoel vergrendeld is.
Neerklapbare achterbank
De rugleuning achter kan worden
opgeklapt om het vervoer van langere
voorwerpen mogelijk te maken of de
bagageruimte te vergroten.
ODM032027
ODM032021
ODM032055
WAARSCHUWING
Gebruik de walk-in-functie niet als de auto rijdt of als er mensen op de
2e zitrij zitten omdat hierdoor de
stoel plotseling in beweging kan
komen, waardoor de passagierletsel kan oplopen.
WAARSCHUWING
Het doel van de opklapbare
rugleuning is het vervoer van
langere voorwerpen mogelijk te
maken waarvoor anders geenruimte is. Laat nooit iemand op een
neergeklapte rugleuning zitten als
de auto rijdt omdat dat geen veiligepositie is en omdat dan de
veiligheidsgordels niet gebruikt
kunnen worden. Hierdoor kan bijeen aanrijding of een noodstop
ernstig letsel ontstaan. Voorwerpen
die op de neergeklapte rugleuning
vervoerd worden mogen niet boven
de bovenzijde van de voorstoelen
uitsteken. Als dat wel het geval iskan de lading bij een noodstop naar
voren schuiven en letsel of schade
veroorzaken.
Page 40 of 735
Veiligheidssysteem van uw auto
18
3
Neerklappen van de rugleuning achter:
1. Steek de gesp van de
veiligheidsgordel achter in de opening
tussen de rugleuning en de zitting enplaats de gordel in de geleider om
beschadiging te voorkomen.
2. Zet de rugleuning zoveel mogelijk rechtop en schuif indien nodig de
voorste stoel naar voren.
3. Zet de hoofdsteunen achter in de laagste positie.■2e
zitrij
ODM032034/OXM039030/ODM032027/ODM032035
■3e
zitrij