Page 705 of 735
775
Onderhoud
ODMEMC2024
Mistlamp vóór
1. Stel de mistlampen voor af terwijl de bestuurder in de auto zit.
2. De begrenzingslijn moet in het toegestane gebied vallen (gearceerde gedeelte).
Verticale lijn door hart gloeilamp linker mistlamp
Horizontale lijn door hart gloeilamp mistlamp
Verticale lijn door hart gloeilamp rechter mistlamp
Hartlijn auto
Bovenste limiet
Begrenzingslijn
W3 (Mistlamp vóór)
Grond
H3 (Mistlamp vóór)
Page 706 of 735
Onderhoud
76
7
Lamp richtingaanwijzer opzij
vervangen
Als de lamp niet brandt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer. Lamp achterlichtunit vervangen
(1) Rem-/achterlicht
(2) Achterlicht
(3) Richtingaanwijzer achter
(4) AchteruitrijlichtLampen buitenzijde
Richtingaanwijzers achter en
remlicht/achterlicht
1. Zet de motor uit.
2. Open de achterklep.
3. Draai de bevestigingsschroeven van
de lichtunit los met een
kruiskopschroevendraaier.
4. Verwijder de achterlichtunit uit de carrosserie.
ODM072034
ODM076033L
ODM076033L
ONCEMC3214
■Type A
■Type B
Page 707 of 735
777
Onderhoud
5. Verwijder de fitting uit de lichtunit doordeze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
6. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en de lamp linksom
te draaien tot de nokjes ervan in lijn
liggen met de uitsparingen van de
fitting. Neem de lamp los uit de fitting. 7. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en
draai de lamp tot hij vastzit.
8. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de unit en draai defitting rechtsom.
9. Plaats de lichtunit in de carrosserie.
Lampen binnenzijde
1. Zet de motor uit.
2. Open de achterklep.
3. Verwijder het deksel met een platte schroevendraaier.
ODM072036
ODM076103L
ODM076104L
■
Type A
■ Type B
Page 708 of 735
Onderhoud
78
7
Achterlicht/achteruitrijlicht
(type met gloeilamp)
4. Verwijder de fitting uit de lichtunit door
deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
5. Neem de lamp los uit de fitting.
6. Steek een nieuwe lamp in de fitting. 7. Plaats de fitting in de lichtunit door de
nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit en
de fitting rechtsom te draaien.
8. Plaats de lichtunit in de carrosserie.
Mistachterlicht
1. Verwijder de fitting uit de unit door deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de unit.
2. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en de lamp linksom
te draaien tot de nokjes ervan in lijn
liggen met de uitsparingen van de
fitting. Neem de lamp los uit de fitting.
3. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
ODM072037
ODMEMC2011
■ Type A
■Type B
AAcchhtteerruuiittrriijjlliicchhtt
Page 709 of 735
779
Onderhoud
Gloeilamp derde remlicht
vervangen
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de middelste afdekking vande achterklepbekleding voorzichtig.
3. Neem de stekker los. 4. Draai de bevestigingsmoeren los en
verwijder de spoiler. 5. Verwijder het derde remlicht (A) nadat
de moeren en de ruitensproeier (B) zijn
losgedraaid.
6. Plaats een nieuwe lamp in de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
ODMEMC2018
ODMEMC2019
ODMEMC2022ODMEMC2021
B
A
Page 710 of 735
Onderhoud
80
7
Lamp kentekenplaatverlichting
vervangen
1. Draai de bevestigingsschroeven van
de lens los met een
kruiskopschroevendraaier.
2. Verwijder de lens.
3. Trek de lamp naar buiten.
4. Plaats een nieuwe lamp.
5. Plaats de lens en draai de bevestigingsschroeven goed vast. Vervangen lamp instapverlichting
(indien van toepassing)
Als de lamp niet brandt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
ODM042261ODM072039
Page 711 of 735
781
Onderhoud
Lamp interieurverlichting
vervangen
1. Wrik de lens met een platteschroevendraaier voorzichtig los uit het
huis van de interieurverlichting.
2. Trek de lamp naar buiten.
3. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
4. Breng de lipjes van de lens in lijn met de uitsparingen in het huis van de
interieurverlichting en klik de lens vast.
WAARSCHUWING
Controleer, voordat u de lamp gaat
vervangen, of toets OFF is
ingedrukt om te voorkomen dat u
zich brandt of een schok krijgt.
OPMERKING
Zorg dat de lens, het lipje van de lens en de kunststof behuizing niet
vuil worden of beschadigd raken.
■ Kaartleeslampje vóór
OXM079044/ODM072041/ODM072043
■Lamp dashboardkastje (indien van toepassing)
■ Bagageruimteverlichting (indien van toepassing)
■Verlichting zonneklep■ Interieurverlichting
ODM072040/ODM072042/ODM072052• Type A
• Type B
Page 712 of 735

Onderhoud
82
7
ONDERHOUD EXTERIEUR
Exterieur, onderhoud
Onderhoud exterieur - Algemeen
Het is van groot belang bij gebruik van chemische reinigingsmiddelen of polish
de aanwijzingen op het etiket van het
desbetreffende product op te volgen.
Lees de waarschuwingen en
opmerkingen op het etiket.
Wassen met een hogedrukreiniger
• Houd bij het gebruik van een hogedrukreiniger voldoende afstand
tot de auto. Wanneer u onvoldoende
afstand houdt of de druk te hoog is,
kunnen onderdelen van de beschadigd
raken of kan er water in de auto
komen.
• Spuit niet met een hogedrukreiniger direct op de camera, de sensoren of de
omgeving ervan. Schokken door
waterstralen uit de hogedrukreiniger
kunnen ervoor zorgen dat het apparaat
niet goed werkt.
• Houd de spuitmond uit de buurt van stofhoezen (rubberen of kunststof
afdekkapjes) of stekkers, aangezien
deze beschadigd kunnen raken
wanneer deze in aanraking komen met
waterstralen uit de hogedrukreiniger.
Onderhoud van de lak
Wassen
Was uw auto minimaal eenmaal per
maand grondig met lauw of koud water
om de lak tegen roest en veroudering te
beschermen.
Was, nadat u op een stoffige of
modderige weg gereden heeft, de auto
zo snel mogelijk. Besteed hierbij de
nodige zorg aan het verwijderen van
opeengehoopt zout, vuil of modder.
Controleer of de afvoeropeningen aan de
onderzijde van de portieren en de
dorpels open en schoon blijven.
Insecten, teer, sap van bomen,
uitwerpselen van vogels, industrieel vuil
en dergelijke kunnen de lak van uw auto
aantasten als ze niet direct verwijderd
worden.
Zelfs bij het direct verwijderen kan blijken
dat water alleen niet toereikend is.
Gebruik in dat geval een speciale
autoshampoo.
Spoel de auto na het wassen grondig af
met lauw of koud water. Laat deshampoo niet op de lak opdrogen.
WAARSCHUWING - Natte remmen
Test na het wassen de remmen van
uw auto bij lage snelheid om te
controleren of de remwerking door
binnengedrongen water beïnvloed
is. Droog de remmen door het
rempedaal bij lage snelheid licht inte trappen wanneer de
remprestaties verminderd zijn.
OPMERKING
• Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen,oplosmiddelen of te heet water en was de auto niet in de volle zon of
wanneer de carrosserie warm is.
• Wees voorzichtig bij het schoonmaken van de zijruiten,vooral bij gebruik van eenhogedrukreiniger. Er kan namelijk
water door de ruiten het interieurbinnendringen.
• Reinig kunststof onderdelen en lichting niet met chemischeoplosmiddelen of sterke
reinigingsmiddelen, ombeschadiging ervan te
voorkomen.