Page 30 of 735

Veiligheidssysteem van uw auto
8
3
Geheugen bestuurdersstoel
(indien van toepassing, elektrisch
verstelbare stoel) De bestuurdersstoel heeft een
geheugen, waarin de stand van de stoel
en van de buitenspiegel met een druk op
de knop kunnen worden opgeslagen of
opgeroepen. Verschillende personen
kunnen zodoende elk hun eigen
voorkeursinstelling bewaren. Als de
accukabels worden losgenomen, wordt
het geheugen van de bestuurdersstoel
gewist. De voorkeursposities dienen in
dat geval opnieuw te wordenopgeslagen.Opslaan van stoelposities met
toetsen in het portier
Opslaan van posities bestuurdersstoel
1. Zet de selectiehendel in stand P of N (bij een automatische transmissie) of
de versnellingspook in de vrijstand (bij
een handgeschakelde transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Verstel de bestuurdersstoel en de buitenspiegel naar de voor de
bestuurder meest comfortabele
positie.
3. Druk op toets SET op het bedienings- paneel. Het systeem geeft één piepje.
4. Druk binnen 5 seconden na het indrukken van toets SET op één van
de geheugentoetsen (1 of 2). Het
systeem geeft met twee piepjes aandat de instellingen met succes zijnopgeslagen.
ODM042335
WAARSCHUWING
Bedien het geheugen van de
bestuurdersstoel nooit tijdens hetrijden.
Hierdoor kunt u de controle
verliezen waardoor een ongeluk
met ernstig letsel of schade het
gevolg kan zijn.
Page 31 of 735

39
Veiligheidssysteem van uw auto
Posities instellen vanuit geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P of N(bij een automatische transmissie) of
de versnellingspook in de vrijstand (bij
een handgeschakelde transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2) om de instellingen op te
roepen. Het systeem geeft één piepje
en de bestuurdersstoel wordt automa-
tisch in de opgeslagen positie gezet.
Als tijdens het uitvoeren van deinstellingen uit het geheugen de
schakelaar voor het verstellen van de
bestuurdersstoel wordt bediend, wordt
het instellen vanuit het geheugen
afgebroken en wordt de stoel in de
richting waarin de schakelaar wordt
bediend, bewogen.Instapfunctie (indien van toepassing)
Het systeem beweegt de bestuurders-
stoel als volgt automatisch:
• Zonder Smart Key-systeem
- De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de contactsleutel uit het
contactslot wordt verwijderd en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de contactsleutel in het
contactslot gestoken wordt.
• Met Smart Key-systeem
- De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de toets ENGINE
START/STOP UIT wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE
START/STOP in stand ACC of
START wordt gezet.
U kunt deze functie activeren of
deactiveren. Zie "Gebruikersinstell" in dithoofdstuk 4.WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk als u
posities instelt vanuit het geheugen
als u in de auto zit. Duw de
schakelaar voor het verstellen van
de stoel onmiddellijk in de
gewenste richting als de stoel te
ver in een bepaalde richting
beweegt.
Page 120 of 735

419
Kenmerken van uw auto
Alarm geactiveerd
Het alarm wordt geactiveerd als een van
de volgende situaties zich voordoet
terwijl het alarm is ingeschakeld.
• Een van de voor- of achterportierenwordt geopend zonder de afstands-
bediening of Smart Key.
• De achterklep wordt zonder de afstandsbediening of de Smart Keygeopend.
• De motorkap wordt geopend.
Het alarm klinkt en de alarm-
knipperlichten knipperen gedurende 27
seconden, tenzij het systeem wordt
uitgeschakeld. Het alarm kan worden
uitgeschakeld door de portieren te
ontgrendelen met de afstandsbediening
of Smart Key. Alarm uitgeschakeld
Het systeem wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
Afstandsbediening
- De toets voor portier ontgrendelen
wordt ingedrukt.
- De motor wordt gestart.
- Het contact staat gedurende ten minste 30 seconden in stand ON.
Smart Key
- De toets voor portier ontgrendelenwordt ingedrukt.
- De toets van het voorportier wordt ingedrukt terwijl u de Smart Key bij u heeft.
- De motor wordt gestart.
- De toets ENGINE START/STOP staat in stand ON.
Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
knipperen de alarmknipperlichten
tweemaal om aan te geven dat het alarm
is uitgeschakeld.
Als er op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening wordt gedrukt en er
binnen 30 seconden geen portier (of
achterklep) wordt geopend, wordt het
alarm weer ingeschakeld.
✽AANWIJZING
• Zonder Smart Key-systeem Steek, als het systeem niet uitgescha-
keld is met de afstandsbediening. De
contactsleutel in contactslot en start
de motor. Daarna zal het alarm
worden uitgeschakeld.
• Met Smart Key- Systeem Steek, als het systeem niet uitgescha-
keld is met de Smart Key- Systeem
Open het portier met de mechanische
sleutel en start de motor als het
systeem niet is uitgeschakeld met de
Smart Key. Hierdoor wordt het
systeem uitgeschakeld.
• Als u uw sleutels verloren bent, adviseren we u contact op te nemen
met een officiële HYUNDAI-dealer.
OPMERKING
Breng geen wijzigingen aan in het
antidiefstalsysteem. Hierdoor kanhet systeem defect raken. We
adviseren u het systeem te latenrepareren door een officiëleHYUNDAI-dealer.
Storingen veroorzaakt dooronjuiste afstelling of eigenhandigeaanpassingen van het
antidiefstalsysteem vallen nietonder de fabrieksgarantie.
Page 165 of 735

Kenmerken van uw auto
64
4
Parkeerhulp bij achteruit inparkeren
(indien van toepassing)
Wanneer u de selectiehendel in de
achteruitversnelling (R) zet, bewegen de
buitenspiegels omlaag om het
inparkeren gemakkelijker te maken.
Afhankelijk van de stand van de
buitenspiegelschakelaar (1) bewegen de
buitenspiegels als volgt: Links of Rechts :
Als de schakelaar van
de spiegelbediening in destand L (links) of R (rechts)
staat, bewegen beide
buitenspiegels omlaag.
Neutraal : Als de schakelaar van despiegelbediening in de
neutrale (middelste) stand
staat, bewegen de
buitenspiegels niet.
✽AANWIJZING
De buitenspiegels keren automatisch
terug naar hun oorspronkelijke positie
onder de volgende omstandigheden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in stand ACC of OFF
wordt gezet.
• Als de selectiehendel in een andere
stand dan stand R (achteruit) wordt
gezet.
Buitenspiegel inklappen
Handmatig
Pak de buitenspiegel bij de behuizing
vast en klap deze naar achteren.ODM042035
ONCEMC3214
Page 169 of 735
Kenmerken van uw auto
68
4
Bediening instrumentenpaneelRegelen dashboardverlichting
(indien van toepassing)
De intensiteit van de
dashboardverlichting kan worden
veranderd door de regelknop naar rechts
of links te bewegen als het contact of de
toets ENGINE START/STOP in de stand
ON staat of als de verlichting is
ingeschakeld. • Er zijn 20 standen voor de
lichtintensiteit: 1 (MIN) ~ 20 (MAX)
• Wanneer u de regelknop van de dashboardverlichting naar rechts (+) of
naar links (-) gedraaid houdt, wordt de
lichtintensiteit traploos geregeld.
• Als de lichtintensiteit het maximale of minimale niveau bereikt, klinkt eengeluidssignaal.
ODM042056
WAARSCHUWING
Stel het instrumentenpaneel nooit
af tijdens het rijden. Hierdoor kunt
u de controle over de auto verliezen
waardoor een ongeluk met ernstig
letsel of schade het gevolg kan zijn.
ODM046621L/ODM046620L
■
Type A
■Type B
Page 171 of 735
Kenmerken van uw auto
70
4
Toerenteller
De toerenteller geeft het aantal
omwentelingen per minuut (omw/min) bij
benadering weer.
Gebruik de toerenteller om de juiste
schakelmomenten te kiezen en voorkom
dat de motor zwaar moet trekken of met
te hoge motortoerentallen draait.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Wanneer het contact of de toets ENGINE
START/STOP in stand ON staat, geeft
deze meter de koelvloeistoftemperatuur
weer.
OPMERKING
Zorg ervoor dat het motortoerental
niet toeneemt tot in het rode gebied. Hierdoor kan ernstigemotorschade ontstaan.■ Benzine
■ Diesel
ODM046059
ODM046733
■
Type A
■Type B
ODM046742
ODM046734
Page 174 of 735
473
Kenmerken van uw auto
Waarschuwingslampje gladheid(indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje brandt om de
bestuurder te waarschuwen voor een
mogelijk glad wegdek.
Onder de volgende omstandigheden
knippert dit waarschuwingslampje
(samen met de buitentemperatuurmeter)
10 keer en klinkt 3 keer een
geluidssignaal, waarna het
waarschuwingslampje blijft branden.
- De door de buitentemperatuurmeter weergegeven temperatuur is lager dan
ongeveer 4°C (39,2°F)
- Het contact of de toets ENGINE START/STOP staat in de stand ON
✽AANWIJZING
Als het waarschuwingslampje voor een
glad wegdek gaat branden tijdens het
rijden, moet u met meer aandacht en
veiliger rijden en te hoge snelheden,
snelle acceleratie, plotseling afremmen
en plotselinge stuurbewegingen
vermijden.
ODM046729/ODM046728
■
Type A
■Type B
Page 178 of 735

477
Kenmerken van uw auto
Modus Onderhoud
Onderhoudsinterval
Onderhoud over
Deze modus berekent en laat zien
wanneer uw auto weer aan periodiekonderhoud toe is (in kilometers of indagen).
Vanaf het moment dat er nog 1500 km of
30 dagen resteren voordat het
onderhoudsinterval is verstreken, wordt
nadat de toets ENGINE START/STOP in
de stand ON is gezet gedurende enkele
seconden de melding "Onderhoud over"
weergegeven.Onderhoud vereist
Als u het periodieke onderhoud niet hebt
laten uitvoeren volgens het
geprogrammeerde onderhoudsinterval,
wordt nadat de toets ENGINE
START/STOP in de stand ON is gezet
gedurende enkele seconden de melding
"Onderhoud vereist" weergegeven. (In
plaats van het aantal km of de tijd wordt
"---" weergegeven)Resetten van het onderhoudsinterval
naar het eerder geprogrammeerde
interval in km of dagen:
- Activeer de resetmodus door de toets
SELECT/RESET langer dan 5
seconden ingedrukt te houden. Houd
vervolgens de toets SELECT/RESET
nogmaals langer dan 1 seconde
ingedrukt (Europa).
- Houd de toets SELECT/RESET langer dan 1 seconde ingedrukt
(behalve Europa).
ODM046128N/ODM046166N
■
Type A
■Type B
ODM046124N/ODM046165L
■
Type A
■Type B