Page 649 of 735
719
Onderhoud
Zie de volgende tabel voor de
mengverhouding.Koelvloeistof verversen
We adviseren u de koelvloeistof te laten
vervangen door een officiële HYUNDAI-
dealer.
OPMERKING
Leg een flinke doek rond de
vulopening om te voorkomen datals er gemorst wordt, koelvloeistofterechtkomt of de dynamo of
andere onderdelen van de motor.
WAARSCHUWING
- Koelvloeistof
• Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir.
• Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit
op de voorruit terecht komt
waardoor u de macht over de
auto kunt verliezen. Bovendien
kan het de lak beschadigen.WAARSCHUWING
Radiateurdop
Verwijder bij een warme motor en
radiateur de radiateurdop niet. Erkan nog steeds gloeiend hete
koelvloeistof en stoom
ontsnappen, waardoor er ernstigletsel kan ontstaan.
ODM072007
-15°C (5°F) 35 65
-25°C (-13°F) 40 60
-35°C (-31°F) 50 50
-45°C (-49°F) 60 40
Buiten-
temperatuur Mengverhouding
(hoeveelheid))
Antivries Water
Page 650 of 735

Onderhoud
20
7
REM-/KOPPELINGSVLOEISTOF (INDIEN VAN TOEPASSING)
Controle van niveau
rem-/koppelingsvloeistof
Controleer regelmatig het niveau in het
reservoir. Het vloeistofniveau dient zich
tussen de merktekens MAX en MIN aan
de zijkant van het reservoir te bevinden.
Reinig het gebied rondom de dop van het
reservoir grondig alvorens de dop te
verwijderen en vloeistof bij te vullen, om te
voorkomen dat deze vervuild raakt.
Vul vloeistof bij tot aan het merkteken MAX
wanneer het niveau te laag is. Het niveau
van de remvloeistof zal na verloop van tijd
dalen. Dit is normaal en wordt veroorzaakt
door het slijten van de remblokken. Als het
rem-/koppelingsvloeistof extreem laag is,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Gebruik alleen de voorgeschreven remvloeistof. (Zie "Aanbevolensmeermiddelen en hoeveelheden" in
hoofdstuk 8.)
Meng nooit verschillende soortenvloeistof door elkaar.
✽AANWIJZING
Lees voor het verwijderen van de
vuldop van het rem-/
koppelingsvloeistofreservoir eerst de
waarschuwing op de dop.
ODM072009
WAARSCHUWING
- Rem-/koppelingsvloeistof
Wees voorzichtig bij het vervangen
of bijvullen van rem-
/koppelingsvloeistof. Zorg ervoor
dat de vloeistof niet in contact komt
met uw ogen. Spoel uw ogen direct
met een ruime hoeveelheidleidingwater wanneer u
remvloeistof in uw ogen krijgt. Laat
uw ogen zo snel mogelijk
onderzoeken door een dokter.
WAARSCHUWING - Lekkage van rem-
/koppelingsvloeistof
Als u het rem-
/koppelingsvloeistofreservoir
regelmatig moet bijvullen,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Reinig de vuldop alvorens hem te
verwijderen. Gebruik alleen DOT3
of DOT4 rem-/koppelingsvloeistof
uit een afgesloten verpakking.
OPMERKING
Zorg ervoor dat rem- /koppelingsvloeistof niet in contact
komt met het lakwerk van de auto.De lak kan hierdoor beschadigen.
De kwaliteit van remvloeistof diegedurende lange tijd blootgesteld
is aan de buitenlucht kan nietgegarandeerd worden. Vervang
deze. Gebruik het juiste type vloeistof. Slechts een paar druppels minerale olie, bijvoorbeeld
motorolie, in het remsysteem kunnen de onderdelen van het
systeem beschadigen.
Page 651 of 735

721
Onderhoud
STUURBEKRACHTIGINGSVLOEISTOF (INDIEN VAN TOEPASSING)
Controleren van vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
Controleer regelmatig het niveau van het
reservoir van de
stuurbekrachtigingsvloeistof. Zet de auto
hiervoor op een vlakke ondergrond. Het
vloeistofniveau dient zich bij normale
temperaturen tussen de merktekens
MAX en MIN aan de zijkant van het
reservoir te bevinden.
Reinig het gebied rondom de dop van het
reservoir grondig alvorens
stuurbekrachtigingsvloeistof bij te vullen
om te voorkomen dat deze vervuild raakt.
Vul vloeistof bij tot aan het merkteken
MAX wanneer het niveau te laag is.
✽AANWIJZING
Controleer of het vloeistofniveau zich in
het gebied HOT op het reservoir
bevindt. Als de vloeistof koud is,
controleer dan of het vloeistofniveau
zich in het gebied COLD bevindt.
Als u het
stuurbekrachtigingsvloeistofreservoir
regelmatig moet bijvullen, adviseren weu het systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Gebruik alleen de voorgeschreven stuurbekrachtigingsvloeistof. (Zie
"Aanbevolen smeermiddelen enhoeveelheden" in hoofdstuk 8.)
Controle van de slangen van de
stuurbekrachtiging
Controleer voor het rijden de slangen van
de stuurbekrachtiging op loszitten,
lekkage, beschadigingen en verdraaiing.
ODMNMC2035OPMERKING
• Blijf niet te lang doorrijden met een te laag vloeistofniveau in hetreservoir om schade aan de
stuurbekrachtigingspomp tevoorkomen.
• Start de motor nooit als het reservoir leeg is.
• Voorkom bij het bijvullen van vloeistof dat er vuil in hetreservoir komt.
(Vervolg)
(Vervolg)• Als het vloeistofniveau te laag is, kan het sturen zwaarder gaan enkunnen er vreemde geluiden te
horen zijn van de
stuurbekrachtiging.
• Door niet de voorgeschreven vloeistof te gebruiken, zal de
stuurbekrachtiging mindereffectief zijn en kan schade aan de stuurinrichting ontstaan.
Page 652 of 735

Onderhoud
22
7
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
Ruitensproeiervloeistofniveau
controleren
Het reservoir is transparant, zodat het
niveau snel visueel kan wordengecontroleerd. Controleer het vloeistofpeil in het
sproeierreservoir en vul indien nodigvloeistof bij. Als u geen ruitensproeiervloeistof bij de
hand heeft, kunt u het reservoir bijvullen
met gewoon water. Gebruik in koudeklimaten echter speciale
ruitensproeiervloeistof om bevriezing te
voorkomen.
WAARSCHUWING
- Koelvloeistof
• Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir.
• Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit
op de voorruit terecht komt
waardoor u de macht over de
auto kunt verliezen. Bovendien
kan het de lak beschadigen.
• Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan onder bepaalde
omstandigheden licht
ontvlambaar zijn. Houd open
vuur en vonken uit de buurt van
de ruitensproeiervloeistof en het
sproeierreservoir. De auto kan
beschadigd raken en de inzittenden kunnen letsel oplopen.
• Ruitensproeiervloeistof is giftig voor mensen en dieren. Drink
geen ruitensproeiervloeistof envermijd contact met
ruitensproeiervloeistof. Hierdoorkan ernstig letsel ontstaan.
ODMNMC2019
ODM072010
■Type A
■Type B
Page 653 of 735
723
Onderhoud
PARKEERREM
Controleer de parkeerrem
Type A
Controleer of de slag van het
parkeerrempedaal volgens de
specificatie is als het wordt ingetrapt met
294 N (30 kg, 66 lb). De parkeerrem
alleen moet de auto veilig op een vrij
steile helling kunnen houden. Als de slag
groter of kleiner is dan voorgeschreven,
adviseren we u het systeem te laten
repareren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Vrije slag : 8-9 tarden
Type B
Controleer de slag van de parkeerrem
door het aantal klikken te tellen wanneer
de hendel volledig wordt aangetrokken.
De parkeerrem alleen moet de auto veilig
op een vrij steile helling kunnen houden.
Als de slag groter of kleiner is dan
voorgeschreven, adviseren we u hetsysteem te laten repareren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Slag: 5~6 klikjes bij een kracht van 20 kg (44 lbs, 196 N).OCM050015
ODM052015
Page 654 of 735
Onderhoud
24
7
BRANDSTOFFILTER (DIESEL)
Aftappen van water uit het brandstoffilter
De waterafscheider vangt het water uit
de brandstof op.
Het waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het contact in stand ON staat
en water zich in de waterafscheider
verzameld heeft. Als het waarschuwingslampje
brandt, adviseren we u hetsysteem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-
dealer. Brandstoffilterelement vervangen
✽AANWIJZING
We adviseren u voor het vervangen van
het brandstoffilterelement vervangende
onderdelen te gebruiken die zijn
geleverd door een officiële HYUNDAI-
dealer.OPMERKING
Als het water in de afscheider niet of niet vaak genoeg wordt afgetapt,
kan er schade ontstaan aanbelangrijke onderdelen, zoals het
brandstofsysteem, doordat er waterin het brandstoffilter komt.
ODM072011
Page 655 of 735
725
Onderhoud
LUCHTFILTER
Filter vervangen
Dit moet indien nodig vervangen worden
en mag niet gereinigd worden.
U kunt het filter schoonmaken wanneer u
het luchtfilterelement controleert.
Reinig het filter met behulp van perslucht. 1. Neem de bevestigingsclips los om het
luchtfilterdeksel te verwijderen. 2. Veeg de binnenkant van het luchtfilter
schoon.
3. Vervang het luchtfilter.
4. Bevestig het deksel met de bevestigingsclips.
ODM072012
ODM072013OXM079014
Page 656 of 735
Onderhoud
26
7
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema.
Vervang het element vaker dan in het
onderhoudsschema is aangegeven alsde auto wordt gebruikt in gebieden met
zeer veel stof of zand. (Raadpleeg"Onderhoudsschema bij gebruik onder
zware omstandigheden" in dithoofdstuk.)
OPMERKING
• Rijd niet met de auto wanneer het luchtfilter verwijderd is; hierdoorkan de motor overmatig slijten.
• Zorg er om schade aan de motor te voorkomen voor dat bij hetverwijderen van het luchtfilter
geen stof en vuil in de luchtinlaat komt.
• We adviseren u vervangende onderdelen te gebruiken diegeleverd zijn door een officiële
HYUNDAI-dealer.