Veiligheidssysteem van uw auto
78
3
Situaties waarin de actieve motorkap
niet wordt geactiveerd
• De actieve motorkap werkt niet bij aanrijdingen van opzij, bij aanrijdingen
van achteren of bij het over de kop
slaan van de auto. De auto kannamelijk uitsluitend frontale
aanrijdingen detecteren.
• Als de voorbumper beschadigd of aangepast is.
• Als de auto schuin van voren een voetganger raakt.
• Als een voetganger op de weg ligt.
• Als de voetganger een voorwerp bij zich heeft dat de schok absorbeert,
zoals een koffertje, een wandelwagen
of een kinderwagen.
Storing actieve motorkap
Als er zich problemen voordoen met het
systeem, wordt er een melding
weergegeven op het LCD-display van het
instrumentenpaneel.
Deze waarschuwingsmelding geeft aan
dat de bescherming van voetgangers
door de actieve motorkap niet goed
functioneert.
We adviseren u het systeem zo snel mogelijk te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer als de
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven.
ODMESA2203
ODMESA2204
ODMESA2205
ODMESA2206
ODMESA2207
ODM046667L/ODM046668L
■
Type A ■Type B
Stuurwiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-54• Elektronische stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . 4-54
• Stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-55
• Stuurkolomverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-55
• Stuurwielverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-56
• Claxon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-57
Spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-58 • Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-58
• Buitenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-62
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-66 • Bediening instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-68
• Bediening LCD-display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-69
• Meters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-69
• Schakelstandindicator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-74
LCD-Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-76 • LCD-modi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-76
• Modus Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-77
• Modus Gebruikersinstell. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-78
• A/V-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-84
• Turn By Turn-modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-84
• Waarschuwingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-84
Tripcomputer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-94 • Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-94
• Trip A/B . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-94
• Brandstofverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-96 • Digitale snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-97
• Modus eenmalige ritinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-98
Waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . . . 4-99 • Waarschuwingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-99
• Controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-109
Parkeerhulp achter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-116 • Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-116
• Gevallen waarbij het systeem niet werkt . . . . . . . . 4-117
• Zelfdiagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-118
Parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-119 • Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-119
• Gevallen waarbij het systeem niet werkt . . . . . . . . 4-122
• Zelfdiagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-123
Smart parking assist system (SPAS) . . . . . . . . . 4-124 • Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-124
• Gevallen waarbij het systeem niet werkt . . . . . . . . 4-126
• Hoe het systeem werkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-129
• Extra aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-136
• Storing systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-137
AVM-systeem (Around View Monitor) . . . . . . . 4-143 • Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-143
Achteruitrijcamera. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-144
Alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-145
4
Kenmerken van uw auto
34
4
1. Instelling
Ga, om de Smart Tailgate te activeren,
naar de Modus gebruikersinstellingen en
selecteer Smart Tailgate op het LCD-
display. ❈ Zie "LCD-display" in dit hoofdstuk voor
meer informatie.
2. Detectie en waarschuwing
Als u zich in de detectiezone (ongeveer 50 - 100 cm (20 - 40 in.) achter de auto)
bevindt terwijl u de Smart Key bij u
draagt, knipperen de alarmknipperlichten
en klinkt de zoemer gedurende ongeveer
3 seconden om te waarschuwen dat de
Smart Key is gesignaleerd en dat de
achterklep open zal gaan.✽AANWIJZING
Kom niet in de detectiezone als u niet
wilt dat de achterklep opengaat. Als u
onbedoeld in de detectiezone komt en de
alarmknipperlichten en de zoemer in
werking treden, verlaat dan de
detectiezone met de Smart Key. De
achterklep zal gesloten blijven.
ODM044508
449
Kenmerken van uw auto
Waarschuwing geopend schuif-
/kanteldak (indien van toepassing) Als de bestuurder de sleutel uit het
contact haalt (Smart Key: het contact
uitschakelt) terwijl het schuif-/kanteldak
niet volledig is gesloten, klinkt er
gedurende ongeveer 7 seconden een
waarschuwingszoemer en verschijnt demelding "Zonnedak Open" op het LCD-
display.
Sluit het schuif-/kanteldak goed wanneer
u de auto verlaat.Zonnescherm
Het zonnescherm openen
Druk op de toets voor het openen van het
zonnescherm (1).
WAARSCHUWING
• Verstel het schuif-/kanteldak of het zonnescherm niet tijdens het
rijden. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen
waardoor een ongeluk met
ernstig letsel of schade het
gevolg kan zijn.
• Als u goederen op het dak wilt vervoeren met behulp van een
dwarsdrager, kunt u het schuif-
/kanteldak niet gebruiken.
• Wanneer u goederen op het dak vervoert, dient u geen zware
voorwerpen boven het schuif-
/kanteldak of het glazen dak teplaatsen.
• Laat kinderen niet het schuif-/ kanteldak bedienen.
OPMERKING
Zorg dat er tijdens het rijden geen
bagage door de opening van het schuif-/kanteldak steekt.
ODM046633L/ODM046634L
■ Type A■Type B
ODM042029
Kenmerken van uw auto
56
4
Druk de vergrendeling (1) omlaag, zet
het stuurwiel in de gewenste hoek (2) en
hoogte (3) en trek de vergrendeling weer
omhoog om het stuurwiel te blokkeren.
Stel het stuurwiel af voordat u gaat
rijden. Stuurwielverwarming
(indien van toepassing)
Door op de schakelaar voor de
stuurverwarming te drukken terwijl het
contact in de stand ON staat, wordt de
stuurverwarming ingeschakeld. Het
controlelampje in de schakelaar zal gaan
branden en er verschijnt een melding in
het LCD-display.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
stuurwielverwarming uit te schakelen.
Het controlelampje in de schakelaar zal
uitgaan en er verschijnt een melding in
het LCD-display.
✽AANWIJZING
De stuurwielverwarming zal ongeveer
30 minuten na het inschakelen
automatisch uitschakelen.
ODM042036
ODM042342
OPMERKING
Plaats geen stuurwielknoppen om het stuurwiel te bedienen. Anders kan het stuurwiel
-verwarmingssysteem beschadigdraken.
461
Kenmerken van uw auto
2. Kalibratieprocedure
Houd de toets 6 tot max. 8 s ingedrukt.
Als het geheugen van het kompas gewist
is, verschijnt er een "C" in het display.
- Maak met een snelheid lager dan 8km/h een rondje met de auto. Doe dit 2
keer of totdat het kompas een rijrichtingaangeeft.
- Zowel een rondje rechtsom als linksom is mogelijk. Als de kalibratie is voltooid,
geeft het kompas een rijrichting aan.
- Blijf rondjes rijden totdat het kompas een rijrichting aangeeft. 3. Instellen van de kompaszone
1. Zoek op de zonekaart uw actuele
locatie en het desbetreffende
zonenummer op.
2. Houd de toets 3 tot max. 5 s ingedrukt.Het actuele zonenummer verschijnt op
het display.
B520C01JM
EUROPA
B520C03JM
ASIA
B520C04JM
ZUID-AMERIKA
B520C05JM
AFRIKA
Kenmerken van uw auto
62
4
3. Druk op de toets totdat het nieuwe
zonenummer op het display wordt
weergegeven. Zodra u de toets loslaat,
toont het display binnen enkele
seconden een kompasrichting. Buitenspiegel
Stel de spiegels af voordat u gaat rijden.
Uw auto is uitgerust met zowel een linker
als een rechter buitenspiegel. De
spiegels kunnen elektrisch versteld
worden met de schakelaar. De spiegels
kunnen worden ingeklapt ombeschadigingen in een automatische
wasserette of bij het rijden door een
smalle straat te voorkomen.
WAARSCHUWING
- Buitenspiegel
• De buitenspiegel is convergerend. Objecten in de
spiegel zijn daardoor dichterbij
dan ze lijken.
• Gebruik bij het veranderen van rijstrook daarom uw binnen-
spiegel of kijk opzij om dewerkelijke afstand tot het
achteropkomende verkeer vast testellen
OPMERKING
1. Plaats geen accessoires
(bijvoorbeeld een skidrager ofantenne) op de auto die metmagneten bevestigd moeten
worden. Deze beïnvloeden de werking van het kompas.
2. Als het kompas snel na het herhaaldelijk afstellen afwijkt vande juiste weergave, adviseren wij
u het te laten nakijken door eenofficiële HYUNDAI-dealer.
3. In tunnels of op steile hellingen kan het zijn dat het kompas nietde juiste richting aangeeft. (Het
kompas geeft weer de juiste richting aan als de auto op een
plaats rijdt waar hetaardmagnetisch veld stabiel is.)
4. Gebruik voor het reinigen van de spiegel een papieren doekje ofvergelijkbaar materiaal dat
vochtig is gemaakt metglasreiniger. Spuit niet direct
glasreiniger op de spiegel, anderskan er glasreiniger in de spiegel komen.
Kenmerken van uw auto
66
4
INSTRUMENTENPANEEL
1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. Koelvloeistoftemperatuurmeter
4. Brandstofmeter
5. LCD-display
6. Waarschuwings- en controlelampjes
(indien van toepassing)
7. Controlelampjes richtingaanwijzers
ODM046738L_EM/ODM046739L
■Type A
- Benzinemotor
❈Het aanwezige instrumentenpaneel kan
afwijken van de afbeelding.
Zie "Meters en tellers" op de volgende
bladzijden voor meer informatie.
- Dieselmotor