Kenmerken van uw auto
Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5• Noteer het sleutelnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
• Sleutelfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
• Startblokkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-6
Portiervergrendeling met afstandsbediening. . . . . 4-8 • Werking systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
• Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-10
• Vervangen van de batterij. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-11
Smart Key . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13 • Werking van de Smart Key . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
• Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de Smart Key . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
• Portiervergrendeling/portierontgrendeling in een noodsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
Antidiefstalsysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17 • Antidiefstalsysteem ingeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
• Alarm geactiveerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
• Antidiefstalsysteem uitgeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Portiersloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20 • Van buitenaf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
• Van binnenuit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
• Supervergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23 • Kenmerken van de portiervergrendeling/
-ontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
• Kinderslot achterportierslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25 • Handmatig bedienbare achterklep . . . . . . . . . . . . . . 4-25
• Elektrisch bedienbare achterklep . . . . . . . . . . . . . . . 4-27
• Smart Tailgate (intelligente achterklep) . . . . . . . . . . 4-33
• Noodontgrendeling achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-37
Ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-38 • Elektrisch bedienbare ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-39
Motorkap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-43 • Motorkap openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-43
• Motorkap sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-44
Tankdopklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-45 • Tankdopklep openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-45
• Tankdopklep sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-45
• Noodontgrendeling tankdopklep . . . . . . . . . . . . . . . . 4-47
Panoramadak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-48 • Waarschuwing geopend schuif-/kanteldak . . . . . . . . 4-49
• Zonnescherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-49
• Schuif-/kanteldak open-/dichtschuiven . . . . . . . . . . . 4-50
• Schuif-/kanteldak kantelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-51
• Schuif-/kanteldak sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-52
• Schuif-/kanteldak resetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-53
4
Kenmerken van uw auto
32
4
De elektrisch bedienbare achterklep
resetten
Als de accu ontladen is geweest of de accukabels zijn losgenomen, of als de
desbetreffende zekering is vervangen of
verwijderd en de elektrisch bedienbare
achterklep niet goed werkt, kan de
elektrische bediening als volgt wordengereset:
1. Automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P (parkeren)
Handgeschakelde transmissie: zet de
selectiehendel in de stand N (neutraal)
2. Druk gedurende ten minste 3 seconden de toets van de elektrisch
bedienbare achterklep aan de
binnenzijde in terwijl u de toets voor
het sluiten van de achterklep
ingedrukt houdt (de zoemer klinkt).
3. Sluit de achterklep handmatig. Als de elektrisch bedienbare achterklep
niet goed werkt na het uitvoeren van
bovenstaande procedure, adviseren weu contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
✽AANWIJZING
Als de elektrisch bedienbare achterklep
niet normaal werkt, controleer dan eerst
of de versnelling in de juiste stand staat.
Voorkeursinstelling hoogte geopende elektrisch bedienbare achterklep
De bestuurder kan volgens
onderstaande instructie de hoogte van
de volledig geopende achterklepinstellen.
1. Zet de achterklep handmatig in de gewenste hoogte.
2. Houd de toets van de elektrisch bedienbare achterklep aan de binnenzijde langer dan 3 seconden
ingedrukt.
3. Sluit de achterklep handmatig nadat de zoemer heeft geklonken.
De achterklep zal opengaan tot dehoogte die de bestuurder heeft ingesteld.
ODM044505
Kenmerken van uw auto
40
4
Ty p e B
Automatische ruitbediening (indien van
toepassing)
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken tot de tweede stand (6), wordt
de ruit automatisch geheel geopend,
zelfs als de schakelaar wordt losgelaten.
Om de ruitbeweging te stoppen, kan de
schakelaar kortstondig omhoog worden
getrokken. Ty p e C
Automatische ruitbediening
(indien van toepassing)
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken of omhoog te trekken tot de
tweede stand (6), wordt de ruitautomatisch helemaal geopend of
gesloten, zelfs als de schakelaar wordt
losgelaten. Om de ruitbeweging te
stoppen, trekt u de schakelaar omhoog
of drukt hem omlaag en laat hem dan
los.
✽AANWIJZING
Als de elektrisch bedienbare ruit niet
goed werkt, kan de elektrische
ruitbediening als volgt worden gereset:
1. Zet het contact in stand ON.
2. Sluit de ruit van het bestuurdersportier en houd de
schakelaar van de ruit nog minstens 1
s omhoog nadat de ruit volledig
gesloten is.
ODM042021ODMECO2001
453
Kenmerken van uw auto
Resetten van het schuif- /kanteldak
Het schuifdak moet gereset worden als
(één van de volgende):
- De accu ontladen is of de accukabelszijn losgenomen, of als de
desbetreffende zekering is vervangen
of verwijderd.
- De one-touch bediening van het schuifdak niet goed werkt.
1. Zet het contact in stand ON.
2. Het sluiten van het zonnescherm en het schuif-/kanteldak als deze geheel geopend zijn.
3. Laat de hendel van het schuif- /kanteldak los.
4. Duw de hendel van het schuif- /kanteldak naar voren in de richting
van sluiten (ongeveer 10 seconden) tot
het schuif-/kanteldak iets beweegt.
Laat de hendel dan los. 5. Druk de de bedieningshendel van het
schuif-/kanteldak naar voren in de
richting sluiten totdat het schuif-
/kanteldak als volgt werkt:
Openschuiven van het zonnescherm en het glaspaneel →Dichtschuiven
van het glaspaneel →
Sluiten van het
zonnescherm
Laat de hendel dan los.
Hierna is het schuif-/kanteldak gereset.
✽AANWIJZING
Als het schuif-/kanteldak niet wordt
gereset, werkt het mogelijk niet goed.
469
Kenmerken van uw auto
Bediening LCD-display
De instellingen van het LCD-display
kunnen worden gewijzigd met debedieningstoetsen op het stuurwiel.(1) : Toets MODE voor het selecteren
van modi
(2) : Toets MOVE voor het selecteren van functies
(3) : Toets SELECT/RESET voor het instellen of resetten van degeselecteerde functie
❈ Zie "LCD-display" in dit hoofdstuk voorde LCD-modi. Meters
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid
van de auto aan en is gekalibreerd inkilometer per uur (km/h) en/of mijl per uur(mph).
ODM042224
■
Type A
■Type B
ODM046057NODM046057
477
Kenmerken van uw auto
Modus Onderhoud
Onderhoudsinterval
Onderhoud over
Deze modus berekent en laat zien
wanneer uw auto weer aan periodiekonderhoud toe is (in kilometers of indagen).
Vanaf het moment dat er nog 1500 km of
30 dagen resteren voordat het
onderhoudsinterval is verstreken, wordt
nadat de toets ENGINE START/STOP in
de stand ON is gezet gedurende enkele
seconden de melding "Onderhoud over"
weergegeven.Onderhoud vereist
Als u het periodieke onderhoud niet hebt
laten uitvoeren volgens het
geprogrammeerde onderhoudsinterval,
wordt nadat de toets ENGINE
START/STOP in de stand ON is gezet
gedurende enkele seconden de melding
"Onderhoud vereist" weergegeven. (In
plaats van het aantal km of de tijd wordt
"---" weergegeven)Resetten van het onderhoudsinterval
naar het eerder geprogrammeerde
interval in km of dagen:
- Activeer de resetmodus door de toets
SELECT/RESET langer dan 5
seconden ingedrukt te houden. Houd
vervolgens de toets SELECT/RESET
nogmaals langer dan 1 seconde
ingedrukt (Europa).
- Houd de toets SELECT/RESET langer dan 1 seconde ingedrukt
(behalve Europa).
ODM046128N/ODM046166N
■
Type A
■Type B
ODM046124N/ODM046165L
■
Type A
■Type B
483
Kenmerken van uw auto
OnderwerpenToelichting
Automatische resetbrandstofverbruikAls deze optie wordt aangevinkt, wordt het gemiddelde brandstofverbruik na elke tankbeurt automatisch gereset.
Eenheid brandstofverbruikKies de eenheid voor het brandstofverbruik. (km/L, L/100)
TemperatuureenheidKies de temperatuureenheid (°C, °F)
Bandenspanning eenheid (indien van toepassing)Kies de bandenspanningseenheid (psi, kPa, Bar)
TaalKies de taal.
Overige Functies (Other features)
Kenmerken van uw auto
94
4
Overzicht
Beschrijving
De boordcomputer voorziet de
bestuurder via een display van informatie
over de rit.
✽AANWIJZING
Bepaalde rijinformatie die door de
tripcomputer is opgeslagen
(bijvoorbeeld de gemiddelde
rijsnelheid) wordt gereset als de accu
wordt losgekoppeld.
Modi tripcomputerTrip A/B
Dagteller (1)
• De dagteller geeft de totale afstand weer die is gereden sinds de dagteller
voor het laatst gereset werd.
- Bereik: 1 ~ 9999,9 km of mi.
TRIPCOMPUTER
• Dagteller [A]
• Gemiddelde rijsnelheid [A]
• Verstreken tijd [A]
TRIP A
• Dagteller [B]
• Gemiddelde rijsnelheid [B]
• Verstreken tijd [B]
TRIP B
• Actieradius
• Gemiddeld brandstofverbruik
• Actueel brandstofverbruik
Digitale snelheidsmeter
BRANDSTOFVERBRUIK
■ Type BODM046603N/ODM046603L
ODM046604N/ODM046604L
■
Type A