Page 161 of 379
Berichten op het display
Wat het betekent Wat te doen
STORING BUITENLICHTEN
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool wordt weergegeven wanneer er een
storing in een van de volgende lichten wordt
gedetecteerd:
❒richtingaanwijzers
❒mistachterlichten
❒remlichten
❒stadslicht
❒dagverlichting
❒kentekenverlichting
❒achteruitrijlichten
❒automatisme grootlicht koplampen
❒stadslichten aanhanger
❒richtingaanwijzers aanhanger.De storing kan de volgende oorzaken hebben:
een of meer lampen doorgebrand, de betreffende
zekering(en) doorgebrand of elektrische
verbinding onderbroken.
STORING REMLICHTEN
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool verschijnt wanneer er een defect in
de remlichten wordt gedetecteerd.De storing kan de volgende oorzaken hebben:
een of meer lampen doorgebrand, de zekering is
doorgebrand of de elektrische verbinding is
onderbroken.
157
Page 162 of 379

Wat het betekent Wat te doen
STORING AUTOMATISME GROOTLICHT
KOPLAMPEN
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool verschijnt wanneer er een storing
gedetecteerd wordt in het automatische
inschakelingssysteem van het grootlicht.
KANS OP GLAD WEGDEK
Wanneer de buitentemperatuur 3 °C of lager
bedraagt dan gaat de aanwijzing knipperen om
de bestuurder te waarschuwen voor de mogelijke
aanwezigheid van een glad wegdek.
Dan verschijnt op het display een speciaal bericht
(alleen voor versies met multifunctioneel display).
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN
Het symbool verschijnt samen met een speciaal
bericht als de ingestelde snelheidslimiet wordt
overschreden (zie “Multifunctioneel display” in het
hoofdstuk “Kennismaking met het voertuig”).
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
(voor bepaalde versies/markten)
Op het display verschijnt het symbool en een
speciaal bericht naast de waarschuwingen voor
geprogrammeerd onderhoud en dit bericht
verdwijnt na afloop van de vervaltermijn van de
onderhoudsbeurt. Het symbool verdwijnt nadat
de onderhoudswerkzaamheden door het Fiat
Servicenetwerk zijn verricht of na 1000 km voor
de volgende onderhoudsbeurt.
158
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 163 of 379

Wat het betekent Wat te doen
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR IN
WERKING GETREDEN
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Dit symbool verschijnt op het display als de
brandstofnoodschakelaar in werking is getreden.Zie voor de procedure om de
brandstofnoodschakelaar weer in te schakelen
het deel "Elektrische voeding en
brandstofnoodschakelaar" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig". Neem contact
op met het Fiat Servicenetwerk als de
brandstoftoevoer nog steeds niet hersteld kan
worden.
STORING PARKEERSENSOR
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool verschijnt samen met een speciaal
bericht om een storing van de parkeersensoren
aan te geven.
STORING SYSTEEM DRIVING ADVISOR
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool verschijnt op het display en de twee
lampjes van de richtingaanwijzers
engaan
branden, bovendien klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een speciaal bericht.
STORING TRAFFIC SIGN RECOGNITION
Het symbool verschijnt samen met een speciaal
bericht om een storing in het systeem Traffic Sign
Recognition aan te geven.
159
Page 164 of 379
Wat het betekent Wat te doen
BEPERKTE ACTIERADIUS
Op het display verschijnt een speciaal bericht om
de bestuurder te waarschuwen dat de actieradius
minder dan 50 km bedraagt.
INSCHAKELING/UITSCHAKELING
START&STOP-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Inschakeling Start&Stop-systeem
Er verschijnt een bericht op het display wanneer
het Start&Stop-systeem wordt ingeschakeld. In
dit geval is de led op de knop
gedoofd (zie
paragraaf “Start&Stop” in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig").
Uitschakeling Start&Stop-systeem
Er verschijnt een speciaal bericht op het display
wanneer het Start&Stop-systeem wordt
uitgeschakeld.
De led op de knop
brandt wanneer het
systeem is uitgeschakeld.
STORING START&STOP
Als er een storing in het Start&Stop-systeem is,
verschijnt het symbool
op het display samen
met een speciaal bericht.
160
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 165 of 379

Wat het betekent Wat te doen
INDICATIE LAAG NIVEAU ADDITIEF VOOR DIESELEMISSIES
(UREUM)
❒De eerste waarschuwing van een laag niveau wordt rond een bereik
van 1.200 km gegeven en wordt bepaald volgens het huidige verbruik.
Het waarschuwingslampje van een laag UREUM-niveau en de melding
om bij te vullen worden op het dashboard weergegeven. Het
waarschuwingslampje van een laag UREUM-niveau blijft branden
totdat de UREUM-tank is bijgevuld met ten minste 3 liter UREUM.
❒Als niet wordt bijgevuld, wordt op de volgende resterende aantallen
kilometers een extra waarschuwing gegeven tot de UREUM-tank leeg
is: 400 km, 320 km, 240 km.
❒Als nog 200 km over is voordat de UREUM-tank leeg is, wordt continu
een bericht weergegeven op het instrumentenpaneel en wordt een
geluidssignaal afgegeven.
❒Als het bereik 0 km is, geeft het display (voor bepaalde versies/
markten) een speciaal bericht weer. In dit geval is de rijsnelheid beperkt
tot 50 km/h en kan het voertuig niet meer worden gestart nadat de
motor is afgezet.
❒De motor kan pas weer worden gestart als de UREUM-tank is gevuld
(met minimaal 3 liter).
103)
Vul de UREUM-tank zo
snel mogelijk met ten
minste 3 liter UREUM.
Indien het bijvullen wordt
gedaan met een
zelfstandige UREUM tank
tot nul, moet u 2 minuten
wachten voordat u het
voertuig start.
WATER IN DIESELFILTER (dieselversies)
Het lampje brandt continu tijdens het rijden (en er verschijnt een bericht
op het display) om de aanwezigheid van water in het brandstoffilter aan
te geven.
25)
161
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 166 of 379
BELANGRIJK
25) Water in het brandstofcircuit kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor onregelmatig doen draaien.
Als het
symbool gaat branden (bij bepaalde versies verschijnt ook een melding op de display), neem dan zo snel
mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk om de condens te laten aftappen. Als het lampje onmiddellijk na het
tanken gaat branden, kan het zijn dat er tijdens het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor
onmiddellijk uit en neem onmiddellijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
103) Als de ureum-tank leeg is en de motor is afgezet, kan de motor niet meer worden gestart tot de ureum-tank is
bijgevuld met ten minste 3 liter ureum.
162
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 167 of 379
VEILIGHEID
Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin
worden de veiligheidssystemen
beschreven waarmee de auto is
uitgerust en aanwijzingen over hoe deze
op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.VEILIGHEIDSGORDELS ..................164
SBR-SYSTEEM ...............................165
GORDELSPANNERS.......................166
KINDEREN VEILIG VERVOEREN .....168
INBOUWVOORBEREIDING VOOR
“UNIVERSEEL ISOFIX”
KINDERZITJE ..................................173
FRONTAIRBAGS .............................179
ZIJAIRBAGS ...................................184
163
Page 168 of 379

VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De veiligheidsgordel moet omgelegd
worden terwijl men goed rechtop, met
de rug tegen de rugleuning zit.
Pak, om de gordel om te leggen, de
gesp A fig. 151 en steek deze in de
sluiting B, totdat de klik van het
vergrendelen wordt gehoord.
Als tijdens het uittrekken de gordel blijft
blokkeren, laat hem dan een stukje
teruglopen en trek hem vervolgens
langzaam uit.
Druk, om de gordel los te maken, op
knop C. Begeleid de gordel tijdens het
teruglopen met de hand, zodat hij
niet draait.Via de oprolautomaat past de gordel
zich automatisch aan het lichaam
van de passagier aan, waarbij
voldoende bewegingsvrijheid wordt
gelaten.
De oprolautomaat kan blokkeren als het
voertuig op een steile helling staat: dit
is volkomen normaal.
Bovendien blokkeert de oprolautomaat
als de gordel snel word uitgetrokken
of bij hard remmen, botsingen en bij
bochten die op hoge snelheid worden
genomen.
104)
HOOGTEREGELING
Om in te stellen, op knop A fig. 152
drukken en hendel B naar boven of
naar beneden zetten.
105) 106)
De veiligheidsgordel moet altijd
ingesteld worden op basis van de
lengte van degene die op de stoel zit.
Dit reduceert het risico op
verwondingen bij een ongeval
aanzienlijk.
De gordel is goed afgesteld als hij
halverwege tussen de nek en het
uiteinde van de schouder ligt.Veiligheidsgordel met
oprolautomaat voor
middelste zitplaats voor
De tweepersoonsbank is voorzien
van een ingebouwde veiligheidsgordel
(oprolautomaat op stoel) met drie
verankeringspunten voor de middelste
plaatsfig. 153.151F1A0145
152F1A0146
153F1A0147
164
VEILIGHEID