BELANGRIJK
18) Als een comfortabele
temperatuur prioritair is, dan kan
het Start&Stop-systeem worden
uitgeschakeld zodat de
klimaatregeling kan blijven
werken.
BELANGRIJK
87) Alle inzittenden moeten uit de
auto stappen nadat de
contactsleutel is uitgenomen of
naar de OFF-stand is gedraaid.
Controleer tijdens het tanken
of de motor is afgezet en of de
contactsleutel in de STOP-stand
staat.
88) Laat de accu alleen vervangen
door een dealer van het Fiat
Servicenetwerk. Vervang de accu
door een exemplaar van hetzelfde
type (L6 105Ah/850A) en met
identieke specificaties.89) Controleer alvorens de motorkap
te openen of de motor is afgezet
en of de contactsleutel in de
stand STOP staat. Volg de
instructies op die zijn aangegeven
op het plaatje op de voorste
traverse. Het wordt aangeraden
om de contactsleutel te
verwijderen als er nog inzittenden
in het voertuig zitten.
ADDITIEF VOOR
DIESELEMISSIES
ADBLUE (UREUM)
Het voertuig is uitgerust met een
systeem voor Selectieve Katalytische
Reductie om te voldoen aan de strenge
normen voor Dieselemissies opgelegd
door het
Milieubeschermingsagentschap.
Het doel van het systeem voor
Selectieve Katalytische Reductie is de
stikstofoxiden niveaus uitgestoten door
motoren te verminderen; deze
elementen zijn schadelijk voor de
gezondheid en het milieu zelfs
bij minimale niveaus. Een kleine
hoeveelheid van een additief voor
Dieselemissies, AdBlue (UREUM),
wordt voorbij de katalysatoruitlaat
ingespoten, waar het, als het
een gasvorm aanneemt, de
stikstofoxiden, die smog veroorzaken,
omzet in eenvoudig stikstof en
waterdamp, twee natuurlijke
bestanddelen van de lucht die we
inademen. U kunt uw voertuig met een
gerust hart gebruiken in de wetenschap
dat u bijdraagt aan een schoner en
gezonder milieu voor toekomstige
generaties.
106
WEGWIJS IN UW AUTO
BELANGRIJK
92) Breng geen open vuur of
brandende sigaretten in de buurt
van de vulopening van de tank:
brandgevaar. Kom niet te dicht
met het gezicht bij de vulopening,
om geen schadelijke dampen in
te ademen.
93) Om het morsen van brandstof en
de overschrijding van het
maximumniveau te voorkomen,
voorkom het bijvullen na het
vullen van de tank.
94) Brandstof pompen in draagbare
verpakkingen die zich op een vloer
bevinden kan brand veroorzaken.
Gevaar voor brandwonden. Plaats
de brandstoftank altijd op de
grond tijdens het vullen. Vermijd
het gebruik van vervuilde
brandstof: een brandstof
verontreinigd met water of aarde
kan ernstige schade aan de
motorprestaties veroorzaken. Het
goed onderhouden van de
brandstoffilter, de motor en de
brandstoftank is essentieel.95) Het brandstofsysteem niet
openen bij hoge druk met
draaiende motor. De werking van
de motor zorgt voor een hoge
brandstofdruk. Een straal van
brandstof met hoge druk kan
ernstig letsel of de dood
veroorzaken.
BELANGRIJK
96) Indien AdBlue voor een langere
tijd oververhit raakt in de tank 50
° C (bijvoorbeeld door directe
zonnestraling), kan AdBlue
ammonia dampen uitgeven.
Ammoniak dampen hebben een
penetrante geur wanneer de
vergrendeldop van de AdBlue tank
is losgedraaid, wees daarom
voorzichtig en adem geen
ammoniek dampen in vanuit de
tankuitvoer. In deze concentratie,
zijn de ammoniak dampen niet
schadelijk of gevaarlijk voor de
gezondheid.
MILIEUBESCHER-
MING
Dieselmotoren hebben de volgende
emissiereductiesystemen:
❒oxidatiekatalysator;
❒uitlaatgasrecirculatie (EGR);
❒roetfilter (DPF) (voor bepaalde
versies/markten)
97)
DIESELROETFILTER
(DPF)
Het dieselroetfilter is een mechanisch
filter in het uitlaatsysteem dat
roetdeeltjes in de uitlaatgassen van
dieselmotoren opvangt.
De toepassing van een roetfilter is
nodig om bijna alle roetdeeltjes
te elimineren, overeenkomstig de
huidige en toekomstige wettelijke
voorschriften.
Tijdens normale rijomstandigheden
registreert de elektronische
regeleenheid een reeks gegevens (bijv.
reistijd, type route, temperaturen, etc.)
en berekent vervolgens hoeveel
roetdeeltjes door het filter zijn
opgevangen.
115