Page 113 of 379

RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons,
CB-zenders, radioamateurs e.d.) mag
alleen in de auto worden gebruikt
met een aparte antenne die aan de
buitenkant is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze
apparaten in het voertuig (zonder
buitenantenne) kan storingen in de
elektrische systemen van het voertuig
veroorzaken. Dit kan de veiligheid
van het voertuig in gevaar brengen en
een potentieel gevaar voor de
gezondheid van de passagiers
opleveren.
Tevens kan de zend- en
ontvangstkwaliteit beperkt worden door
het afschermingseffect van de
carrosserie.
Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS)
met het officiële EU-keurmerk, wordt
verwezen naar de gebruiksaanwijzingen
van de fabrikant van de mobiele
telefoon.INBOUWVOORBEREIDING
TELEPASS OP DE
REFLECTERENDE
VOORRUIT
(voor bepaalde versies/markten)
Als het voertuig is uitgerust met een
reflecterende voorruit, installeer dan de
Telepass in de zone die is aangegeven
in fig. 139 - fig. 140.
BELANGRIJK
91) Let op bij het monteren van
aanvullende spoilers, lichtmetalen
velgen of niet originele
wieldeksels: deze kunnen namelijk
de ventilatie van de remmen
beperken, wat de remefficiëntie
tijdens hard remmen, herhaald
remmen en op lange afdalingen
beïnvloedt. Let erop dat de slag
van de pedalen nergens door
wordt belemmerd (matten, enz.).
139F1A0310
140F1A0311
109
Page 114 of 379

TANKEN
IN HET KORT
Tank uitsluitend diesel voor
motorvoertuigen conform de
Europese specificatie EN590.
Zet de motor af alvorens te tanken.
WERKING BIJ LAGE
TEMPERATUREN
Bij zeer lage buitentemperaturen kan de
vloeibaarheid van de dieselolie
onvoldoende worden wegens de
vorming van paraffine met een slechte
werking van het
brandstoftoevoersysteem als gevolg.
Om deze problemen te voorkomen, zijn
afhankelijk van het seizoen
verschillende soorten dieselolie
beschikbaar: zomerdiesel, winterdiesel
en arctische diesel (koude landen).
Als diesel wordt getankt met
specificaties die niet geschikt zijn voor
de gebruikstemperatuur, wordt
geadviseerd om TUTELA DIESEL ART
additief in de op de verpakking
aangegeven verhoudingen met de
brandstof te mengen. Schenk het
additief vóór de dieselolie in de tank.Als het voertuig gedurende een lange
periode in de bergen of in koude zones
wordt gebruikt of geparkeerd, wordt
geadviseerd om met de plaatselijk
beschikbare dieselolie te tanken.
In dit geval wordt tevens geadviseerd
om de tank meer dan 50% gevuld
te houden.
19)
TANKEN
Om de tank volledig te vullen, kan men
twee keer bijvullen nadat het
tankpistool is afgeslagen. Meer bijvullen
kan storingen in het
brandstoftoevoersysteem veroorzaken.
TANKDOP
Bij het tanken, open Deur A fig. 141
gelegen aan de linkerkant van het
voertuig, derhalve schroef de
vergrendeldop B los fig. 141 door het
tegen de klok in te draaien.Voor versies / marketen indien van
toepassing, plaats de contactsleutel de
vergrendelknop van de dop. Draai het
tegen de klok in en verwijder de
vergrendeldop door het vastgrijpen van
de sleutel. Tijdens het tanken moet
de contactsleutel niet uit de
vergrendeldop worden verwijdert.
Tijdens het bijtanken, kan de
vergrendeldop aan een geschikte plaats
op de deur A worden opgehangen (fig.
141).
De hermetische afsluiting kan een lichte
toename van de druk in de tank
veroorzaken. Een eventueel
ontluchtingsgeluid wanneer de dop
wordt losgedraaid is dus volkomen
normaal.
141F1A5004
110
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 115 of 379

In geval van verlies of beschadiging van
de brandstoftankdop, zorg ervoor dat
de vervangende dop geschikt is voor
het voertuig.
Draai de vergrendeldop van de
brandstoftank vuller aan totdat u een
"klik" hoort. Dit geluid geeft aan dat de
vergrendeldop van de brandstoftank
vuller goed is vastgedraaid.
Voor versies / marketen indien van
toepassing, draai de contactsleutel met
de klok mee totdat deze niet verder
kan. Het is niet noodzakelijk om extra
kracht op de contactsleutel uit te
oefenen voor het vastdraaien van de
brandstoftankdop. Alleen wanneer de
vergrendeldop goed is vastgedraaid, zal
het mogelijk zijn om de contactsleutel
uit de vergrendeldop te verwijderen.
Na elke tank bijvulling, zorg ervoor dat
de brandstoftankdop stevig is
vastgedraaid.
BELANGRIJK
❒Wanneer het brandstoftankpistool
"klikt" of de toevoer onderbreekt,
is de tank bijna vol aen je kunt twee
extra bovenkant vullingen uitvoeren
na de automatisch toevoer.
92) 93) 94)
Bijvullen additief voor Diesel
Emissie AdBlue (UREUM)
96)
Bij het tanken het additief voor Diesel
Emissies AdBlue (UREUM) met het
brandstofvulpistool:
❒parkeer het voertuig gelijkvloers;
❒schakel de motor uit door de
contactsleutel in de stand UIT te
draaien;
❒open de deur naar brandstof A fig.
141 en dan losdraaien en de
vergrendeldop C verwijderen fig. 141
van de vulopening van UREUM;
❒plaats het brandstofvulpistool voor
het bijvullen van UREUM in de
vulopening;
❒onmiddellijk stoppen met het vullen
van de UREUM tank indien het één
van de volgende gevallen weergeeft:
- Indien AdBlue wordt gemorst buiten
de vulopening, het gebied goed
schoonmaken en ga verder met het
vullen;
- Indien tijdens het vullen het
brandstofvulpistool klikt, betekent dit
dat de UREUM tank vol is. Ga niet
verder met de vervanging, om morsen
van AdBlue te voorkomen (UREUM).❒Wanneer u klaar bent met bijvullen,
opnieuw de vergrendeldop C
plaatsen fig. 141 op de UREUM
vulopening,deze rechtsom te draaien
totdat deze niet verder kan;
❒draai de contactsleutel in de pal
starter in de stand AAN (niet nodig
om de motor te starten);
❒wacht op het signaal op het
instrumentenpaneel om uit te
schakelen alvorens het voertuig te
verplaatsen, het
waarschuwingslampje kan blijven
branden voor een paar seconden tot
een halve minuut. In het geval van
het starten van de motor en
voortbeweging van het voertuig, het
waarschuwingsteken zal voor een
langere periode van tijd blijven
branden, maar er zijn geen
problemen voor de motor
functionaliteit. Indien het bijvullen
wordt gedaan met een lege UREUM
tank, moet u twee minuten wachten
voordat het voertuig start.
Bij het tanken het additief voor Diesel
Emissies AdBlue (UREUM) met een
bijvulfles:
❒parkeer het voertuig gelijkvloers;
❒schakel de motor uit door de
contactsleutel in de stand UIT te
draaien;
111
Page 116 of 379

❒open de deur naar brandstof A fig.
141 en dan losdraaien en de
vergrendeldop C verwijderen fig. 141
van de vulopening van UREUM;
❒schroef de bijvulfles AdBlue (UREUM)
in de vulopening totdat het niet
verder kan (fig. 142, ref. 1);❒door te drukken op de bodem van de
vulfles druk op de vulbuis, tde
veiligheidsklep van de bijvulfles
ontgrendelt en start met het
bijvullen(fig. 142 ref. 2);
❒indien tijdens het bijvullen het niveau
van AdBlue in de bijvulfles niet daalt,
betekent dit dat de tank volledig is
bijgevuld, vervolgens trek de bijvulfles
naar u toe, om zodoende de
veiligheidsklep te sluiten en schroef
de bodem van de bijvulfles los (fig.
142, ref. 3);
❒na het verwijderen van de bijvulfles,
opnieuw de vergrendeldop C
plaatsen fig. 141 op de UREUM
vulopening,deze rechtsom te draaien
totdat deze niet verder kan;
❒draai de contactsleutel in de pal
starter in de stand AAN (niet nodig
om de motor te starten);❒wacht op het signaal op het
instrumentenpaneel om uit te
schakelen alvorens het voertuig te
verplaatsen, het
waarschuwingslampje kan blijven
branden voor een paar seconden tot
een halve minuut. In het geval van
het starten van de motor en
voortbeweging van het voertuig, het
waarschuwingsteken zal voor een
langere periode van tijd blijven
branden, maar er zijn geen
problemen voor de motor
functionaliteit;
❒Indien het bijvullen wordt gedaan met
een lege UREUM tank, moet u twee
minuten wachten voordat het
voertuig start;
OpmerkingDe rijomstandigheden
(hoogte, snelheid van het voertuig,
gewicht, etc.) bepalen de hoeveelheid
UREUM die door het voertuig gebruikt.
Om het additief voor Diesel Emissie
(UREUM) correct te gebruiken, zie ook
"Vloeistoffen en smeermiddelen" in
de "Technische gegevens".
142F1A5005
112
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 117 of 379

BELANGRIJK
❒Bij overschrijding van de
maximale vulniveau van
de UREUM tank, kan het
beschadiging van de tank en het
morsen UREUM veroorzaken.
Vermijd alsjeblieft het bijvullen na
het vullen van de tank.
❒HET MAXIMUM NIVEAU NIET
OVERSCHRIJDEN. De UREUM
bevriest onder -11 ° C. Hoewel
het systeem is ontworpen om te
functioneren onder het vriespunt
van het UREUM, verdient het
aanbeveling de tank niet te vullen
boven het maximumniveau want
de installatie kan beschadigd
raken als het UREUM bevriest.
❒Als het UREUM wordt gemorst op
geverfde oppervlakken of
aluminium, onmiddellijk het
gebied met water schoonmaken
en het gebruik een absorberend
materiaal om de vloeistof die
is gemorst op de grond te
verzamelen.❒Niet proberen om de motor te
starten als UREUM per ongeluk
werd toegevoegd aan de
dieselbrandstoftank,daar dit kan
leiden tot ernstige schade aan
de motor, neem contact op met
het Servicenetwerk.
❒Gebruik alleen AdBlue
overeenkomstig DIN 70 070 en
ISO 22241-1. Andere vloeistoffen
kunnen schade aan het systeem
veroorzaken: tevens zou de
uitstoot van uitlaatgassen niet
meer voldoen aan de wet. De
distributiebedrijven zijn
verantwoordelijk voor de naleving
van hun product. Neem de
voorzorgsmaatregelen van
opslag en onderhoud in acht,
teneinde de oorspronkelijke
eigenschappen te behouden. De
fabrikant van het voertuig geeft
aan geen enkele garantie in geval
van storingen en schade te
erkennen veroorzaakt aan het
voertuig door het gebruik van
ureum (AdBlue) die niet in
overeenstemming met
regelgeving is.❒Elke toevoeging van
dieselbrandstof in de tank
AdBlue, cveroorzaakt
onherstelbare schade aan de
pompeenheid AdBlue circuit.
❒Geen additieven aan AdBlue
toevoegen. AdBlue niet
verdunning met leidingwater
aangezien dit het
zuiveringssysteem van
uitlaatgassen kan beschadigen.
❒In geval van beschadiging van het
uitlaatsysteem van het uitlaatgas,
als gevolg van het gebruik van
additieven/leidingwater, het
bijvullen met dieselbrandstof, of
in ieder geval door het niet
voldoen aan de eisen, vervalt de
garantie.
AdBlue tank bijvullen
(UREUM) in koude
omgevingen
Daar AdBlue (UREUM) tart bij een
vriespunt van ongeveer -11 ° C, is het
voertuig uitgerust met een automatisch
UREUM verwarmingssysteem waarmee
het systeem goed functioneert bij
temperaturen beneden -11 ° C.
Indien het voertuig gedurende een
langere periode bij temperaturen
beneden -11 ° C niet gebruikt wordt,
kan de UREUM in de tank bevriezen.
113
Page 118 of 379

Als de UREUM tank was gevuld boven
de maximaal niveau en bevriest, kan
het beschadigen; om die reden verdient
het de aanbeveling om het
maximumniveau van de tank niet te
overschrijden.
Besteed extra aandacht om te
voorkomen dat het maximumniveau
wordt overschreden wanneer u
draagbare verpakkingen voor het
bijvullen gebruikt.
Brandstofopslag -
Dieselbrandstof
95)
Bij de opslag van grote hoeveelheden
brandstof, is een goed onderhoud
essentieel. Het verontreinigde brandstof
met water bevordert de verspreiding
van "bacteriën". Deze bacteriën kunnen
een "slijmlaag" maken dat het
filtersysteem en de brandstofleidingen
kan verstoppen. Verwijder het water
uit de voorraadtank en vervang met
regelmaat de filterbuis.
OpmerkingBij een dieselmotor die
bijna geen brandstof meer heeft, wordt
lucht door het brandstofsysteem
geblazen.AdBlue opslag (UREUM)
AdBlue (UREUM) wordt beschouwd als
een zeer stabiel product met een lange
houdbaarheid. Indien opgeslagen bij
temperaturen tussen -12 ° en 32 °
C, kan het tenminste voor een jaar
worden bewaard.
Daar UREUM kan bevriezen bij of
beneden temperaturen van -11 ° C,het
systeem is ontworpen om tevens in
deze koude omgevingen te
functioneren, dankzij een automatisch
verwarmingssysteem die actief is
wanneer de motor wordt gestart.
OpmerkingAls het nodig is de AdBlue
te bewaren (UREUM),is het belangrijk
om te weten dat:
❒iedere verpakking of een deel dat in
contact komt met het UREUM moet
daarmee gelijk (plastic of roestvrij
staal) zijn. Materialen zoals koper,
messing, aluminium, ijzer of roestvast
staal zijn minder gevoelig voor
corrosie door UREUM en moeten
worden vermeden;
❒indien UREUM wordt gemorst vanuit
de verpakking, maak dan het hele
gebied schoon.
BELANGRIJK
19) Tank uitsluitend dieselolie die
aan de Europese norm EN590
voldoet. Het gebruik van andere
producten of mengsels kan de
motor onherstelbaar beschadigen
en derhalve de garantie voor de
veroorzaakte schade ongeldig
maken. Als per ongeluk andere
brandstofsoorten worden getankt,
mag de motor niet gestart
worden. Ledig de tank. Als de
motor ook maar zeer kortstondig
heeft gewerkt, moet behalve de
tank het complete
brandstoftoevoercircuit geledigd
worden.
114
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 119 of 379

BELANGRIJK
92) Breng geen open vuur of
brandende sigaretten in de buurt
van de vulopening van de tank:
brandgevaar. Kom niet te dicht
met het gezicht bij de vulopening,
om geen schadelijke dampen in
te ademen.
93) Om het morsen van brandstof en
de overschrijding van het
maximumniveau te voorkomen,
voorkom het bijvullen na het
vullen van de tank.
94) Brandstof pompen in draagbare
verpakkingen die zich op een vloer
bevinden kan brand veroorzaken.
Gevaar voor brandwonden. Plaats
de brandstoftank altijd op de
grond tijdens het vullen. Vermijd
het gebruik van vervuilde
brandstof: een brandstof
verontreinigd met water of aarde
kan ernstige schade aan de
motorprestaties veroorzaken. Het
goed onderhouden van de
brandstoffilter, de motor en de
brandstoftank is essentieel.95) Het brandstofsysteem niet
openen bij hoge druk met
draaiende motor. De werking van
de motor zorgt voor een hoge
brandstofdruk. Een straal van
brandstof met hoge druk kan
ernstig letsel of de dood
veroorzaken.
BELANGRIJK
96) Indien AdBlue voor een langere
tijd oververhit raakt in de tank 50
° C (bijvoorbeeld door directe
zonnestraling), kan AdBlue
ammonia dampen uitgeven.
Ammoniak dampen hebben een
penetrante geur wanneer de
vergrendeldop van de AdBlue tank
is losgedraaid, wees daarom
voorzichtig en adem geen
ammoniek dampen in vanuit de
tankuitvoer. In deze concentratie,
zijn de ammoniak dampen niet
schadelijk of gevaarlijk voor de
gezondheid.
MILIEUBESCHER-
MING
Dieselmotoren hebben de volgende
emissiereductiesystemen:
❒oxidatiekatalysator;
❒uitlaatgasrecirculatie (EGR);
❒roetfilter (DPF) (voor bepaalde
versies/markten)
97)
DIESELROETFILTER
(DPF)
Het dieselroetfilter is een mechanisch
filter in het uitlaatsysteem dat
roetdeeltjes in de uitlaatgassen van
dieselmotoren opvangt.
De toepassing van een roetfilter is
nodig om bijna alle roetdeeltjes
te elimineren, overeenkomstig de
huidige en toekomstige wettelijke
voorschriften.
Tijdens normale rijomstandigheden
registreert de elektronische
regeleenheid een reeks gegevens (bijv.
reistijd, type route, temperaturen, etc.)
en berekent vervolgens hoeveel
roetdeeltjes door het filter zijn
opgevangen.
115
Page 120 of 379
Aangezien dit filter roetdeeltjes opvangt,
moet het regelmatig geregenereerd
(gereinigd) worden door de roetdeeltjes
te verbranden.
De regeneratie wordt automatisch
geregeld door de elektronische
motorregeleenheid afhankelijk van de
toestand van het roetfilter en de
gebruiksomstandigheden van het
voertuig.
Tijdens de regeneratie van het roetfilter
kan het volgende optreden: een
beperkte toename van het
motortoerental, inschakeling van de
ventilator, een beperkte toename van
de rookvorming en hoge
uitlaatgastemperaturen.
Dit is normaal en heeft geen negatieve
invloed op de rijeigenschappen van
het voertuig en op het milieu. Als het
betreffende bericht wordt weergegeven,
raadpleeg dan de paragraaf "Lampjes
en berichten".
BELANGRIJK
97) Het dieselroetfilter (DPF)
ontwikkelt tijdens zijn normale
werking zeer hoge temperaturen.
Parkeer het voertuig niet op licht
ontvlambaar materiaal (gras,
droge bladeren, dennennaalden
enz.): brandgevaar.
116
WEGWIJS IN UW AUTO