Page 17 of 379

BELANGRIJK
1) Druk knop B alleen in wanneer de
sleutel ver genoeg van het
lichaam (vooral de ogen) en van
voorwerpen die snel beschadigen
(bijvoorbeeld kleding) is
verwijderd. Laat de sleutel niet
onbeheerd achter, om te
voorkomen dat mensen, met
name kinderen, per ongeluk op de
knop drukken.
BELANGRIJK
1) Lege batterijen zijn schadelijk
voor het milieu. Lege batterijen
moeten overeenkomstig de wet in
speciale bakken gedeponeerd
worden. Ze kunnen ook ingeleverd
worden bij het Fiat
Servicenetwerk dat voor hun
verwerking zal zorgen.
DIEFSTALALARM
(voor bepaalde versies/markten)
Het alarm wordt net als alle eerder
beschreven afstandsbedieningsfuncties
geregeld door de ontvanger die zich
onder het dashboard naast de
zekeringenkast bevindt.
Werking
Het alarm gaat onder de volgende
omstandigheden af:
❒wanneer een van de portieren, de
laadruimte of de motorkap
ongeoorloofd wordt geopend
(omtrekbeveiliging);
❒bij een startpoging (contactsleutel
wordt in de stand MAR gedraaid);
❒bij het loskoppelen van de accu.
Afhankelijk van de markt, worden bij
inschakeling van het alarm de
alarmsirene en de alarmknipperlichten
ingeschakeld (gedurende ongeveer
26 seconden). De wijze waarop het
alarmsysteem functioneert en het aantal
cycli verschillen naargelang de
marktuitvoering van de auto.
Er is een maximum aantal cycli voorzien
voor de geluidssignalen en de
alarmknipperlichten. Na verloop van dit
aantal cycli, zal het bewakingssysteem
weer normaal functioneren.BELANGRIJK De startblokkering wordt
verzekerd door de Fiat CODE die deze
functie automatisch inschakelt wanneer
de sleutel uit het contactslot wordt
genomen.
Inschakeling
Richt, bij gesloten portieren, laadruimte
en motorkap en met de sleutel in de
stand STOP of verwijderd, de sleutel
met de afstandsbediening naar het
voertuig en druk op de
vergrendelingstoets en laat deze weer
los.
Met uitzondering van sommige
marktuitvoeringen, klinkt er een
geluidssignaal (piep) en kunnen de
portieren vergrendeld worden.
Voordat het alarm wordt ingeschakeld,
wordt een zelfdiagnose uitgevoerd:
als een storing wordt gevonden, dan
klinkt er nogmaals een geluidssignaal.
Schakel in dat geval het alarm uit door
op de knop “ontgrendelen portieren/
ontgrendelen laadruimte” te drukken en
te controleren of de portieren en de
motorkap goed gesloten zijn. Hierna
kan het alarmsysteem weer worden
ingeschakeld door op de knop
“vergrendelen” te drukken.
13
Page 209 of 379
NOODGEVALLEN
Een lekke band of een doorgebrand
lampje?
Soms kan een probleem uw reis in
gevaar brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen
u helpen om op zelfstandige en kalme
wijze kritieke situaties op te lossen.
Wij adviseren u om in een noodsituatie
het gratis telefoonnummer te bellen
dat in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis telefoonnummer
00 800 3428 0000 bellen om de
dichtstbijzijnde Fiat dealer te vinden.MOTOR STARTEN ..........................206
EEN WIEL VERVANGEN .................207
SNELLE BANDENREPARATIEKIT
FIX & GO AUTOMATIC ....................213
EEN LAMP VERVANGEN ................217
LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN ..................................221
LAMP BINNENVERLICHTING
VERVANGEN ..................................226
ZEKERINGEN VERVANGEN ............227
ACCU OPLADEN ............................238
HET VOERTUIG OPKRIKKEN .........239
SLEPEN VAN HET VOERTUIG ........239
205
Page 221 of 379

BELANGRIJK
44) Als de band door vreemde
voorwerpen lek is gelaakt, kan de
kit gebruikt worden voor
beschadigingen in het loopvlak of
de schouder van de band met
een diameter van maximaal 4 mm.
BELANGRIJK
2) Vervang het busje als de
houdbaarheidsdatum van het
afdichtmiddel is verstreken. Laat
het busje en het afdichtmiddel
niet in het milieu achter. Verwerk
het busje en het afdichtmiddel
overeenkomstig de nationale en
plaatselijke voorschriften.
EEN LAMP
VERVANGEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
45)
168) 169)
❒Als een lamp niet functioneert,
controleer dan of de betreffende
zekering is doorgebrand alvorens de
lamp te vervangen. Om de
zekeringen te vinden wordt verwezen
naar de paragraaf “Zekeringen
vervangen” in dit hoofdstuk.
❒controleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
❒vervang defecte lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
❒controleer na vervanging van een
lamp altijd de hoogte van de
lichtbundel van de koplampen;BELANGRIJK De binnenkant van de
koplamp kan licht beslagen zijn: dit
duidt niet op een defect, maar wordt
veroorzaakt door een lage temperatuur
en de luchtvochtigheidsgraad. De
condens zal snel verdwijnen wanneer
de koplampen ingeschakeld worden.
De aanwezigheid van druppels in de
koplamp duidt daarentegen op infiltratie
van water. Wendt u zich tot het Fiat
servicenetwerk.
BELANGRIJK
45) Raak alleen het metalen
gedeelte van halogeenlampen
aan. Het aanraken van het
lampglas met de vingers kan de
lichtopbrengst en de levensduur
van de lamp reduceren. Als het
lampglas per ongeluk toch wordt
aangeraakt, wrijf het dan schoon
met een doekje bevochtigd met
alcohol en laat het vervolgens
drogen.
217
Page 232 of 379
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
46)
170) 171) 172) 173)
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door. Controleer
eerst de toestand van de zekering
wanneer een elektrisch onderdeel niet
meer werkt: de geleidende band A
fig. 224 mag niet onderbroken zijn. Als
dit wel het geval is, dan moet de
zekering worden vervangen door een
nieuw exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
B intacte zekering.
C zekering met doorgebrande
geleidende band.PLAATS VAN DE
ZEKERINGEN
De zekeringen van het voertuig zijn in
drie zekeringenkasten opgenomen;
deze bevinden zich in het dashboard, in
het interieur in de rechter stijl en in de
motorruimte.
Zekeringenkast in het
dashboard
Draai, om toegang te krijgen tot de
zekeringenkast in het dashboard, fig.
226 de drie schroeven A fig. 225 los en
verwijder het deksel.
224F1A0212
225F1A0213
226F1A0214
228
NOODGEVALLEN
Page 233 of 379

Zekeringenkast in
motorruimte
Voor het openen van de zekeringkasten
fig. 229 fig. 228, verwijderen van de
desbetreffende beschermkap fig. 227.
Ga als volgt te werk:
❒draai de tapbout met behulp van de
speciale bijgeleverde Phillips
schroevendraaier helemaal vast;
❒draai de bout langzaam linksom tot
weerstand wordt ervaren (niet te
vast draaien);
❒draai de bout langzaam los;
❒het openen wordt aangegeven als de
kop van de bout volledig uit zijn
behuizing is gekomen;
❒verwijder de afdekking.
Ga als volgt te werk om de afdekking
weer te monteren:
❒zet het deksel goed op de doos;
❒draai de tapbout met behulp van de
speciale bijgeleverde Phillips
schroevendraaier helemaal vast;
❒draai de bout langzaam rechtsom tot
weerstand wordt ervaren (niet te vast
draaien);
❒draai de bout langzaam los;❒het sluiten wordt aangegeven als de
kop van de bout volledig in de
behuizing zit.
Zekeringenkast in rechter stijl in
interieur
(voor bepaalde versies/markten)
Verwijder het beschermdeksel fig. 231
voor toegang tot de zekeringenkast
fig. 230.
BELANGRIJK
46) Vervang een doorgebrande
zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.
227F1A0334
230F1A0217
228F1A0451
229
Page 235 of 379

Zekeringenkast in het dashboard
fig. 225 - fig. 226
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Rechter dimlichtF12 7,5
Linker dimlichtF13 7,5
Relais zekeringenkast motorruimte, relais zekeringenkast dashboard (+sleutel) F31 5
Plafondverlichting inzittendenruimte (+accu) F32 7,5
Sensor accubewaking voor Start&Stop versies (+accu) F33 7,5
Interieurverlichting minibus (nood) F34 7,5
Radio, Klimaatbeheersingssysteem, Alarm, Tachograaf, regeleenheid
accuschakelaar, Timer Webasto timer (+batterij), TPMS, Voltage stabilisador voor
radio instellingen(S&S)F36 10
Remlichten controle (hoofd), Instrumentenpaneel (+sleutel), Gateway (voor
transformers)F37 7,5
Portiervergrendeling (+accu) F38 20
Ruitenwisser (+sleutel) F43 20
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
Regeleenheid parkeersensor, radio, bedieningsorganen op het stuurwiel,
middelste bedieningspaneel, linker bedieningspaneel, extra paneel, regeleenheid
accuschakelaar (+sleutel), trekhaak, regensensor, voltage stabilisador (voor S&S)F49 5
Klimaatbeheersingssysteem, stuurbekrachtiging regeleenheid, achteruitrijlichten,
Tachograaf (+sleutel), TOM TOM instelling, Rijstrook waarschuwingssystemen,
Achteruitrijcamera, Koplampen uitlijning correctorF51 5
231
Page 237 of 379
Zekeringenkast in motorruimte
fig. 227 - fig. 229
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Contactslot (+accu) F03 30
Verwarmd filterF04 40
Verstuiver voor Puma motor/ventilatie interieur met Webasto, pomp
gerobotiseerde versnellingsbak (+accu)F05 20/50
Hoge snelheid ventilator motorkoeling (+accu) F06 40/60/20 (*)
Lage snelheid ventilator motorkoeling (+accu) F0740/50/60/
Reserveonderdeel
(*)
Ventilator inzittendenruimte (+sleutel) F08 40
Stopcontact achter (+accu) F09 15
ClaxonF10 15
Stopcontact (+accu) F14 15
Aansteker (+accu) F15 15
Motorregeleenheid, regeleenheid gerobotiseerde versnellingsbak (+accu) F18 7,5
AircocompressorF19 7,5
RuitenwisserF20 30
Extra bedieningspaneel voor verstellen en neerklappen spiegels (+sleutel) F24 7,5
Spiegelverwarming F30 15
(*) 2.3 Multijet Euro 6 versies
233
Page 240 of 379
Zekeringenkast in rechter stijl in interieur
fig. 230 - fig. 231
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Motor inname / interieurventilator (MBUS) F54 15
StoelverwarmingF55 15
Stopcontact inzittenden achter F56 15
Extra verwarming onder de stoel F57 10
Achterruitverwarming links F58 15
Achterruitverwarming rechts F59 15
AfwezigF60 –
AfwezigF61 –
AfwezigF62 –
Bediening extra verwarming passagiers F63 10
AfwezigF64 –
Ventilator extra verwarming passagiers F65 30
236
NOODGEVALLEN