Page 17 of 710

Uw auto in één oogopslag
6
2
DASHBOARD, OVERSICHT
1. Bedieningshendel verlichting ..........4-136
2. Toetsen afstandsbediening
audiosysteem ..................................4-203
3. Toetsen Bluetooth handsfree- systeem ..........................................4-254
4. Toets Cruise Control ..........................5-57
5. Toetsen bediening LCD-display ........4-70
6. Claxon ..............................................4-56
7. Bestuurdersairbag ............................3-65
8. Bedieningshendel ruitenwissers en - sproeier ....................................4-145
9. Contactslot of toets Engine start/stop ....................................5-6, 5-10
10. Audiosysteem ................................4-202
11. Alarmknipperlichten ......................4-134
12. Verwarmings- en ventilatiesysteem ................4-156, 4-167
13. Voorpassagiersairbag ......................3-65
14. Dashboardkastje............................4-185
ODM012004
❈De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Page 18 of 710
MOTORRUIMTE
27
Uw auto in één oogopslag
ONCEMC3212/ODM012005
■■Benzine (Lambda II 3.3) - MPI
1. Expansievat koelvloeistof ..................7-16
2. Vuldop motorolie ...............................7-14
3. Remvloeistofreservoir .......................7-18
4. Luchtfilter ..........................................7-23
5. Zekeringkast .....................................7-47
6. Minpool accu.....................................7-30
7. Pluspool accu ...................................7-30
8. Radiateurdop ....................................7-17
9. Peilstok motorolie..............................7-13
10. Sproeierreservoir ............................7-20
11. Brandstoffilter ..................................7-22
■
■
Diesel (R2.2)
❈ De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Page 19 of 710

Veiligheidssysteem van uw auto
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2 • Afstellen van voorstoel - handmatig . . . . . . . . . . . . . . 3-6
. . . . . . . . . . . . . . . 3-7 (elektrisch verstelbare stoel). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-11
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-14
. . . . . . . . 3-16
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-17
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-17
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-25
(2 e
zitrij) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-27
e
zitrij) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-28
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-29 . . . . . . . . 3-30
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-31
. . . . . . . . . . . . . . . . 3-35
veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-39
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-41
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-43 systeem met bevestigingsbanden . . . . . . . . . . . . . . . 3-48
ISOFIX-systeem en een systeem met
bevestigingsbanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-49
Aanvullend veiligheidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . 3-56 voorpassagiersstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-59
veiligheidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-62
. . . . . . . . . . . . 3-65
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-70
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-71
. . . . . . . . 3-78
tot de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-80
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-81
3
Page 20 of 710
Veiligheidssysteem van uw auto
2
3
Voorstoel
(1) Voorwaartse/achterwaartse richting
(2) Rugleuningverstelling(3) Zittinghoogte (bestuurdersstoel)(4) Lendesteun (bestuurdersstoel)*
(5) Stoelverwarming* / Stoelverkoeling
(stoel met luchtventilatie)*
(6) Hoofdsteun 2 e
zitrij
(7) Voorwaartse/achterwaartse richting
(8) Rugleuning verstellen en neerklappen
(9) Walk-in-stoel(10) Hoofdsteun
(11) Armsteun
(12) Stoelverwarming* 3 e
zitrij
(13) Neerklappen rugleuning (14) Hoofdsteun
* indien van toepassing
STOELEN
ONCESA3001
Handmatig
Elektrisch
Page 21 of 710

33
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING - Opklappen van de
rugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning
weer rechtop zet, dat u deze
vasthoudt en rustig omhoog klapt.
Als u de rugleuning niet vasthoudt
tijdens het omhoog klappen, kan de
rugleuning terugschieten waardooru letsel kunt oplopen.
WAARSCHUWING - Losliggende voorwerpen
Losliggende voorwerpen in de
voetenruimte van de bestuurder
kunnen de werking van de pedalen
nadelig beïnvloeden en mogelijk
een ongeval veroorzaken. Plaats
niets onder de voorstoelen.WAARSCHUWING - Verantwoordelijkheid
van de bestuurder
voorpassagier
Rijden met de rugleuning van een
stoel neergeklapt, kan bij eenaanrijding leiden tot ernstig letsel.
Als de rugleuning neergeklapt is,
kan de persoon op de
desbetreffende stoel bij een
aanrijding onder de gordel
doorglijden, waardoor de
onderbuik zwaar belast kan
worden. Hierdoor kan ernstig letsel
ontstaan. De bestuurder moet de
passagier erop wijzen tijdens hetrijden de rugleuning altijd zo
rechtop mogelijk te houden.WAARSCHUWING
Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de
passagier verminderd wordt. De
passagier kan bij een aanrijding of
een noodstop onder de gordel
doorglijden. Omdat de
veiligheidsgordel niet normaal kan
werken, kan ernstig letsel ontstaan.
WAARSCHUWING
Passagiers mogen niet op een zitkussen zitten.
De passagier kan bij een aanrijding
of een noodstop onder de gordel
doorglijden. Omdat de
veiligheidsgordel niet normaal kan
werken, kan ernstig letsel ontstaan.
Page 22 of 710

Veiligheidssysteem van uw auto
4
3
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen van de
stoel altijd of deze goed is
vergrendeld, door te proberen deze
naar voren of achteren te schuivenzonder de ontgrendelhendel te
gebruiken. Als de bestuurdersstoel
plotseling in beweging komt, kunt u
de controle over de auto verliezen.(Vervolg)
Ga zo ver van het stuurwiel af zitten als mogelijk is zonder dat
dit ten koste gaat van het
bedieningscomfort om onnodig
en wellicht ernstig letsel door de
airbag te voorkomen.
Geadviseerd wordt een minimale
afstand van 250 mm tussen uw
bovenlichaam en het stuurwiel.WAARSCHUWING
- Bestuurdersstoel
Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt
u de controle verliezen waardoor
een ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kanstaan.
Als de rugleuning vanwege
hinderlijk geplaatste voorwerpenof andere oorzaken niet goed
vergrendeld kan worden, kan ditbij een noodstop of aanrijding
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Zet voor het wegrijden de rugleuning altijd rechtop en
plaats de heupgordel strak en zo
laag mogelijk over de heupen. In
deze positie bent u in geval vaneen aanrijding het beste
beschermd.
(Vervolg)
Page 23 of 710

35
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING
- Rugleuning achterstoelen
De rugleuning van de achterstoelen moet goed
vergrendeld zijn. Als dat niet het
geval is, kunnen passagiers en
objecten in geval van afremmenof een aanrijding plotseling naar
voren schieten, waardoor ernstigletsel kan ontstaan.
In de bagageruimte mogen geen passagiers vervoerd worden en
tijdens het rijden mogen er geen
passagiers zitten of liggen op een
neergeklapte rugleuning. Alle
passagiers moeten tijdens het
rijden op de juiste wijze op de
stoelen zitten en de aanwezige
veiligheidsgordels dragen.
Controleer na het terugklappen van de rugleuning of deze goed
vergrendeld is door te proberen
hem naar voren en naar achteren
te bewegen.
(Vervolg)(Vervolg)
Verwijder de vloerbedekking inde bagageruimte niet, anders
kunt u brandwonden oplopen. De
emissieregelsystemen onder de
vloer brengen hoge temperaturen
met zich mee.
Bagage en andere lading moet plat in de bagageruimte of op de
neergeklapte rugleuning achter
worden gelegd. Als de objecten
groot of zwaar zijn of moeten
worden gestapeld, moeten ze
worden vastgezet. Objecten in de
bagageruimte mogen nooit hoger
worden gestapeld dan de
rugleuning. Het niet opvolgen van
deze waarschuwingen kan leiden
tot ernstig letsel in geval van
plotseling remmen, een
aanrijding of over de kop slaan.WAARSCHUWING
Leg geen aansteker op de vloer of de stoel. Wanneer u de stoel
verstelt, kan er gas uit de
aansteker ontsnappen waardoorbrand kan ontstaan.
Let goed op dat er tijdens het verstellen van de stoel geen
handen of voorwerpen in het
mechanisme bekneld raken.
Als er inzittenden aanwezig zijn op de achterstoelen, wees dan
voorzichtig bij het afstellen van
de voorstoelen.
Wees uiterst voorzichtig bij het oppakken van kleine voorwerpen
die onder de stoelen liggen of
zich tussen de stoel en de
middenconsole bevinden. Uw
handen kunnen klem komen te
zitten in het stoelmechanisme ofu kunt letsel aan uw handen
oplopen door scherpe randenaan de stoel.
Page 24 of 710

Veiligheidssysteem van uw auto
6
3
Astellen van voorstoel - handmatig
(indien van toepassing)
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de
langsverstelling aan de voorzijde van
de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en
controleer of de stoel goed vergrendeld
is door te proberen deze handmatig naar
voren of achteren te schuiven. Als de
stoel beweegt, dan is hij niet goed
vergrendeld.
Rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek de hendel van de rugleuning aan de zijkant van
de stoel naar boven.
2. Leun vervolgens voorzichtig achterover en verstel de rugleuning in
de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is. (De
hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.)
Afstellen van de zittinghoogte
(bestuurdersstoel) (indien van toepassing)
Duw de hendel aan de zijkant van de zitting omhoog of omlaag om de hoogte
van de zitting te veranderen.
• Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitting lager af te stellen.
Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af te stellen.
ONCESA2003
ONCESA2002ONCESA2004