Page 225 of 710

Kenmerken van uw auto
126
4
3. Zoek een parkeerplaats Rijd langzaam naar voren en houd
daarbij een afstand aan van ongeveer
50 - 150 cm tot geparkeerde auto's. De
sensoren opzij zoeken naar een
parkeerplaats.
Als de rijsnelheid hoger is dan 30 km/h, verschijnt een melding die
aangeeft om langzamer te rijden.
Als de snelheid hoger is dan 40 km/h, wordt het systeem uitgeschakeld.
✽✽ AANWIJZING
Schakel de alarmknipperlichten in wanneer zich in de buurt van de auto
veel andere auto's bevinden.
Als het parkeerterrein klein is, rijd dan langzaam dichter langs de
parkeerplaats.
Het zoeken van een parkeerplaats
wordt alleen voltooid wanneer er
voldoende ruimte is om de auto te
manoeuvreren. ✽
✽
AANWIJZING
Wanneer u naar een parkeerplaats zoekt, wordt er door het systeem
mogelijk geen parkeerplaats
gevonden als er geen andere auto's
geparkeerd staan, er na het
voorbijrijden een lege plaats is of er
een lege parkeerplaats is voordat u
voorbijrijdt.
Het systeem werkt mogelijk niet goed onder de volgende omstandigheden:(1) W anneer de sensoren zijn
bevroren
(2) Wanneer de sensoren vuil zijn(3) W anneer het hevig sneeuwt of
regent
(4) In de buurt van pilaren of objecten
ODMEDR2143
ODMEDR2144
ODMEDR2144HO/Q
■ Modus rechts
fileparkeren ■Modus links
fileparkeren
Page 226 of 710
4127
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Rijd langzaam naar voren en houd
daarbij een afstand aan van ongeveer 50
- 150 cm tot geparkeerde auto's. Als van
deze afstand wordt afgeweken, kan er
door het systeem mogelijk geen
parkeerplaats worden gevonden.
OPMERKING
Blijf het systeem gebruiken nadat u een parkeerplaats hebt gevondenen de omgeving hebtgecontroleerd.
OLM041273
50~150 cm
ODMEDR2103
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDR2116/ODMEDR2116HO
OPMERKING
Als het Auto Hold-systeem wordt
geactiveerd terwijl u het Smart
Parking Assist-systeem gebruikt, verschijnt bovenstaande melding.Schakel het Auto Hold-systeem uit. Controleer, wanneer u het Auto
Hold-systeem uitschakelt door hetgaspedaal in te trappen, altijd de omgeving rond uw auto.
Page 227 of 710
Kenmerken van uw auto
128
4
4. Zoeken voltooid Wanneer u naar voren rijdt om een
parkeerplaats te zoeken, verschijnt
bovenstaande melding en klinkt een
piepsignaal wanneer het zoeken is
voltooid. Breng de auto tot stilstand en
zet de selectiehendel in stand R
(achteruit).5. Bedien het stuurwiel
Bovenstaande melding verschijnt als
de selectiehendel in stand R
(achteruit) staat. Het stuurwiel wordtautomatisch bediend.
Het systeem wordt uitgeschakeld als u het stuurwiel stevig vasthoudt terwijl
deze automatisch wordt bediend.
ODMEDR2104
ODMEDR2145
ODMEDR2145HO
■Modus rechts
fileparkeren ■Modus links
fileparkeren
OPMERKING
Rijd altijd langzaam en bedien het
rempedaal.
Als de parkeerplaats te klein is, wordt het systeem mogelijk
uitgeschakeld tijdens deondersteuning bij het sturen.Parkeer de auto niet als de plaats te klein is.
ODMEDR2105
■ Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDR2118/ODMEDR2118HO
Page 228 of 710

4129
Kenmerken van uw auto
Het systeem wordt uitgeschakeld bijeen rijsnelheid van meer dan 7 km/h.✽✽ AANWIJZING
Als u de gegeven instructies niet opvolgt, wordt de auto mogelijk niet
geparkeerd.
Als de parkeerhulp echter een
waarschuwingssignaal geeft (afstand
tot object is minder dan 30 cm:
onafgebroken piepsignaal), controleer
dan eerst de omgeving en rijd dan bij
het gesignaleerde object vandaan.
Controleer altijd de omgeving voordat
u met uw auto rijdt als de
parkeerhulp een
waarschuwingssignaal geeft (afstand
tot object is minder dan 30 cm:
onafgebroken piepsignaal) omdat het
object dicht bij uw auto is. Het systeem tijdens het parkeren
uitschakelen
Druk op de toets van het Smart Parking
Assist-systeem of draai het stuurwiel
naar links of rechts.
OPMERKING
Rijd altijd langzaam en bedien het
rempedaal.
Controleer voordat u gaat rijden altijd de omgeving van de auto opobjecten.
Als de auto niet beweegt terwijl het rempedaal niet wordtingetrapt, controleer dan deomgeving voordat u hetgaspedaal intrapt. Zorg ervoor dat u niet harder rijdt dan 7 km/h.
WAARSCHUWING
Houd uw handen niet binnen het
stuurwiel wanneer dit automatisch
wordt bediend.
Page 229 of 710
Kenmerken van uw auto
130
4
Schakelen tijdens het bedienen van het
stuurwiel
Wanneer bovenstaande melding
verschijnt en een piepsignaal klinkt, zetdan de selectiehendel in een andere
versnelling en rijd met de auto terwijl uhet rempedaal bedient.6. Smart Parking Assist-systeem
voltooid
Voltooi het parkeren van uw auto volgens
de instructies op het LCD-display. Bedien
indien gewenst zelf het stuurwiel en
voltooi het parkeren van uw auto.
WAARSCHUWING
Let bij het parkeren altijd op andere
voertuigen en op voetgangers.
OPMERKING
Controleer altijd de omgeving voordat u het rempedaal loslaat
■ Type A
■Type B
■Type C
ODMEDR2107/ODMEDR2108
ODMEDR2121/ODMEDR2122
ODMEDR2121HO/ODMEDR2122HO
ODMEDR2110
■ Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDR2123/ODMEDR2123HO
Page 230 of 710

4131
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Tijdens het parkeren van de auto moet
het rempedaal door de bestuurder
worden bedient.
Onder de volgende omstandigheden
wordt het systeem mogelijk
uitgeschakeld:
U negeert de melding om te schakelen en rijdt ongeveer 150 cm verder.
De waarschuwingsgeluiden voor de voor- en achterzijde van de
parkeerhulp klinken tegelijkertijd((afstand tot object is minder dan 30
cm: onafgebroken piepsignaal).
Er zijn 6 minuten verstreken sinds de auto werd bediend via het Smart
Parking Assist-systeem.
De selectiehendel wordt in stand P (parkeren) of R (achteruit) gezet terwijl
naar een parkeerplaats wordt gezocht. Extra aanwijzingen (meldingen)
Wanneer het Smart Parking Assist-
systeem in werking is, verschijnt ermogelijk een melding, ongeacht de
volgorde van parkeren.
De meldingen verschijnen
overeenkomstig de omstandigheden.
Volg de gegeven instructies terwijl u de
auto parkeert met het Smart ParkingAssist-systeem.
■
Type A
■Type B
■Type C
ODMEDR2109/ODMEDR2111
ODMEDR2119/ODMEDR2124
ODMEDR2119HO/ODMEDR2124HO
Page 231 of 710

Kenmerken van uw auto
132
4
✽✽
AANWIJZING
Onder de volgende omstandigheden
wordt het systeem uitgeschakeld.
Parkeer uw auto handmatig.
1. Zoeken van een parkeerplaats - Wanneer de ABS/het ESC isgeactiveerd
- Wanneer de rijsnelheid hoger is dan 40 km/h
- Wanneer u de toets van het Smart Parking Assist-systeem indrukt (de
parkeerhulp voor en achter zijn in
werking)
- Wanneer u de selectiehendel in stand
R (achteruit) zet
2. Stuurwielbediening
- Wanneer de ABS/het ESC wordtbediend
- Wanneer de rijsnelheid hoger is dan 7 km/h
- Wanneer u de toets van het Smart Parking Assist-systeem indrukt (de
parkeerhulp voor en achter zijn in
werking)
- Wanneer u de selectiehendel in stand D (rijden) zet voordat u de
parkeerplaats inrijdt
- Wanneer u het stuurwiel stevig
vasthoudtStoring systeem
Als zich, wanneer het systeem is ingeschakeld, problemen voordoen in
het systeem, verschijnt bovenstaande
melding. Ook gaat het controlelampje
in de toets niet branden en klinkt
driemaal een piepsignaal. Als zich alleen in het Smart Parking
Assist-systeem problemen voordoen,
werkt na 2 seconden de parkeerhulp.
Laat wanneer zich problemen
voordoen, we adviseren u het systeemte laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
ODMEDR2112
■Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDR2125/ODMEDR2125HO
Page 232 of 710
4133
Kenmerken van uw auto
De achteruitrijcamera wordt geactiveerd
als het achteruitrijlicht brandt met het
contact in stand ON en de versnellings
-pook in de achteruitversnelling (R).
✽✽AANWIJZING
De waarschuwing “Warning! Check
surroundings for safety”
[Waarschuwing! Controleer of de
omgeving veilig is] verschijnt op het
beeld van de achteruitrijcamera als de
achteruitrijcamera wordt ingeschakeld.
ACHTERUITRIJCAMERA (INDIEN VAN TOEPASSING)
WAARSCHUWING
Dit systeem heeft alleen een aanvullende functie. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om altijd in de
binnen- en buitenspiegels te
kijken en de ruimte achter de
auto te controleren voor en
tijdens het achteruitrijden, omdater een dode hoek is die met de
camera niet gezien kan worden.
Zorg er voor dat de lens van de camera altijd schoon is. Als er
vuil op de lens aanwezig is, werkt
de camera mogelijk niet correct.
ODM042239
ODM042238